OVER WATER – 141

 

| 16-06-2018 | 11.15 uur |


 

OVER WATER – 141

 

11 juni Bestuurdersdag UvW 2018

De bestuurdersdag van de Unie van Waterschappen is altijd een mooie gelegenheid om collega’s te ontmoeten en iets te leren van wat er elders op het gebied van water speelt. Dit keer was de gastheer  het Wetterskip Fryslân en werden we ontvangen in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden. Deze kerk bevat de grafkelder van de Friesche Nassau’s, de in Leeuwarden en Groningen residerende Stadhouders van Friesland en Groningen. De kerk is, net als Leeuwarden, een bezoek waard. Het ochtendprogramma startte met het Friese volkslied. Mocht de bestuurdersdag van de Unie ooit nog door Brabantse Delta georganiseerd worden dan wil ik graag dat de ontvangst in Bergen op Zoom is, zodat ik de geachte collega’s kennis kan laten maken met het “Merck toch hoe sterck”.

Er waren lezingen van onder andere Hans Achterhuis, milieufilosoof en van de bioloog Theunis Piersma. Het verhaal van Piersma ging over het verloren gaan van het geluid, de geuren en de kleuren in en van het landschap door de teruggang van insecten en vogels, die dat landschap kleuren. Wat mij ook trof waren de effecten van de huidige techniek van het injecteren van mest (insnijden van de grond) op de bodemkwaliteit en het bodemleven. Ook de effecten van de diepe ontwatering op de Friese laagveengronden maakte op mij indruk. Boer Brunia vertelde over hoe het anders kan met buitenpotstal en beweidingstechniek.  Het verhaal van Peter de Ruyter over het Friese Laagveen was indrukwekkend, waarbij de “Places of Hope” projecten lieten zien dat er mogelijkheden zijn om het tij te keren. Iris Kroes sloot het ochtendprogramma af met een (water)lied waarbij ze het gezelschap zich wederom tot koor liet omvormen.

Het middagprogramma bestond voor mij uit een bezoek aan het Natuurmuseum Fryslân, waarbij de nog in aanbouw zijnde onderwaterbeleving werd bezocht. Hierin worden bezoekers straks rondgereden in een Friese onderwaterwereld. De bezoeker wordt daarbij een beleving geboden als ware hij of zij een vis. Ik kom zeker een keer terug als dit geopend is. Het Wetterskip is nauw betrokken bij dit project. Daarna volgde een boottocht door de grachten van Leeuwarden die eindigde in de voormalige gevangenis van Leeuwarden.   

Het eerste deel van de rit naar huis was een beetje een pelgrimstocht. Een rit over de Afsluitdijk is voor mij iets bijzonders. De Afsluitdijk vind ik een uiting van Hollands glorie en voor mij een zichtbaar en bijna levend eerbetoon aan wat waterbeheer en dijkenbouw aan Nederland heeft toegevoegd. Staand voor het standbeeld van Cornelis Lely ben ook ik een beetje trots op wat wij ‘waterschappers’ toevoegen aan Neerlands trots.

12 juni praktijkseminar

Op 12 juni ben ik naar het praktijkseminar “de implementatie van klimaatadaptatie in steden en regio’s” op de WUR campus te Wageningen geweest, georganiseerd door het PPS netwerk. Vaak ben ik op dit soort seminars de enige waterschapbestuurder. Dit keer telde ik er vijf, waarvan drie uit Noord-Brabant. Alle drie de Brabantse waterschappen waren vertegenwoordigd. Dit laat zien dat klimaatadaptatie nu echt ook bij bestuurders tussen de oren begint te komen en men er tijd voor begint vrij te maken. Ook waren er een aantal ambtenaren van waterschappen en gemeenten aanwezig.

Het viel op dat nu ook ‘sterfte’ als één van de gevolgen van bijvoorbeeld hittestress genoemd werd. Ik ben duidelijk niet meer een roepende in de woestijn. In het verhaal van Gilbert Maas van de WUR werden, buiten de standaard gevolgen van de klimaatverandering (overstromingen, wateroverlast, hittestress en droogte), ook natuurbranden en bodemerosie genoemd als gevolgen.  Door twee medewerkers van de gemeente Ede (Koen Classen en Anoek Ruijters) werd de aanpak van de gemeente Ede gepresenteerd, die mede gebaseerd is op de klimaateffectatlas data en op de klimaateffectatlas Vallei en Veluwe. Deze klimaateffectatlas is ontwikkeld in opdracht van gemeenten, provincies, en waterschap in Gelderse Vallei, Veluwe, Eemland en IJsselvallei.

Deze aanpak is wat mij betreft een voorbeeld voor andere gemeenten en waterschappen.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 2

 

| 06-06-2015 | 04:00 uur |


 

 

1 juni

Op maandag 1 juni was de jaarlijkse bestuurdersdag van de Unie van waterschappen. Dit keer gehouden in Slot Loevestein. Dr. Laurens de Graaf docent Bestuur en beleid van de Universiteit van Tilburg gaf een presentatie over burgerbewust besturen. Hij verraste de aanwezige waterschapsbestuurders met een Youtube filmpje van “Zondag met Lubach” over de waterschapverkiezingspromotie.

De persiflage was niet alleen leuk maar ook confronterend. Hoewel ik soms mijn eigen gedachten bij de vertoning had. Want toen Lubach verzuchtte over de waterschappen: “geen idee dat ze nog bestonden”, was mijn gedachte: dat dit voor een land grotendeels onder de zeespiegel eigenlijk goed nieuws was. Dijkgraaf Geluk van waterschap Hollandse Delta was helder: “wij doen ons werk zo goed dat het bijna niet opvalt.” Ik ben het daar van harte mee eens. Maar politieke bestuurders willen juist wel opvallen. Want anders is je bekendheid naatje en is de kans groot dat je niet gekozen wordt vanwege onbekendheid.

Dijkgraaf Glas van waterschap de Dommel sloeg de spijker op zijn kop met zijn verzuchting: “naarmate we het beter doen, wordt het politiek stiller om je heen.” Dat is zo. Maar kijk naar het nieuws. Waar bestaat dat uit? Vooral over zaken die niet goed gaan. Dan kom ik als waterschapsbestuurder liever niet in het nieuws, want dan gaat het goed en is Nederland veilig.

De zaal was vooral gevuld met nieuw gekozenen. De meeste oudgedienden waren thuis gebleven. Ze hadden naar mijn beleving ongelijk. De presentatie over vooral burgerparticipatie was de moeite waard en bevatte veel suggesties hoe bestuurders het konden aanpakken. Maar veel was toch nog geredeneerd vanuit het openbaar bestuur en niet vanuit de burger. Ik voel meer voor ‘bestuurdersparticipatie’. Niet de burger te gast bij de overheid en haar plannen, maar de bestuurder te gast bij de plannen van de burgerij om te kijken hoe burger initiatieven beter ondersteund zouden kunnen worden.

Aan het begin van de avond was ik uitgenodigd om voor de leden van de Markiezaatskamer in de Draak een presentatie te geven over het waterschap en haar activiteiten. Dat doe ik graag en het is altijd leuk om oud bekenden en nieuwe mensen te ontmoeten en ze iets te mogen vertellen over wat me bezighoud en over het grote onbekende waterschap. De discussie liet zien dat het voorzorgprincipe, zoals ik dat hanteer bij mijn werk als raadslid en waterschapsbestuurder, niet bij iedereen tussen de oren zit. Ook is er onder de leden van de Markiezaatskamer, die veel al bij het ouder worden de Juniorkamer moesten verlaten, nog veel van het vooruitgangsdenken bewaard gebleven. Maar verschillen in denken en achtergronden maken een discussie interessant en zinvol. 

 

2 juni

overdiepse polderOm de veertien dagen is dinsdag weer Dagelijks Bestuurdersdag. Vandaag de eerste van deze periode. Voor mij was het belangrijkste agendapunt de portefeuilleverdeling. Ik ga in grote lijnen doen waar ik van 2009 tot februari 2014 ook mee bezig was. De waterschapsprojecten in de gemeenten: Drimmelen, Oosterhout, Waalwijk, Dongen, Loon op Zand, Tilburg, Gilze en Rijen, Goirle en Geertruidenberg, alsmede het Ruimte voor de rivier project Overdiepse Polder, cultuurhistorie en het regionaal archief. Er bij is gekomen de uitvoeringprojecten primaire keringen. Dat zijn de komende dijkverbeteringen langs de Maas, Bergse Maas het Hollands Diep en de Amertak. En voor zover het mijn projecten en taken betreft: duurzaamheid, innovatie en klimaatadaptatie. Vooral ten aanzien van dat laatste ben ik blij dat de waterschapsinzet voor klimaatadaptatie de komende tientallen jaren zichtbaar zal gaan worden en dat ik daarmede een rol in mag spelen. 

Voor de verder portefeuilleverdeling kijk eens op de website van het waterschap.

Louis van der Kallen