WATEROVERLAST “DE NEGEN” OP LANDGOED DE MOEREN


Bergen op Zoom, 16 maart  2021

 

Aan het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Brabantse Delta

Per e-mail

 

BETREFT: WATEROVERLAST “DE NEGEN” OP LANDGOED DE MOEREN, KENMERK W21001

 

Geacht Dagelijks bestuur,

 

Recent is er een project uitgevoerd op Landgoed de Moeren. Vooraf zou met het Landgoed zou zijn afgesproken dat er op de agrarische percelen geen vernatting zou zijn en dat ‘De Negen’ als landbouwenclave met voldoende droogligging van het project geen hinder of vernatting zou onder vinden.

Het tegendeel lijkt het geval. Het betreft de kadastrale nummers ZDT02-U-47 (grasland) en ZTT02-U-35 (gedeeltelijk maïsland).

Ondergetekende heeft de volgende vragen:

  • Is het project conform de vergunning uitgevoerd?

  • Is de afwatering conform de vergunning?

  • Zijn er metingen verricht voorafgaand aan de realisatie van het project?

  • Zo ja, zijn deze beschikbaar?

  • Waarneming ter plaatse (d.d. 12 maart 2021) laat zien dat de percelen wateroverlast ervaren en het grasland daar zichtbare schade van ondervindt en dat na relatief drie droge weken. Volgens de gebruiker is het huidige (12 maart 2021) waterpeil circa 20 à 30 centimeter hoger dan voorgaande jaren. Wat zijn de afspraken met de vergunninghouder en met het Landgoed over de drooglegging?

  • Wie is verantwoordelijk voor het peilbeheer en het beheer van een pompje ter plaatse?

  • Als het beheer van het pompje gelegen is bij derden, wat is de rol van het waterschap in deze?

  • Welke afspraken zijn er met betrokkenen/grondgebruikers exact gemaakt?

Van de situatie op 12 maart 2021 zijn er eventueel foto’s beschikbaar.

In afwachting van uw reactie,

namens de fractie Ons Water/Waterbreed,

hoogachtend,


L.H. van der Kallen.


 

NORMEN WATERBERGING – 0027

 


 

Bergen op Zoom, 25 augustus 2007

 

Dagelijks Bestuur van het

Waterschap Brabantse Delta

per e-mail [email protected]

 

Geacht Bestuur,

Bij het vaststellen van de waterbergingsopgaven is uitgegaan van bepaalde werknormen, zoals voor grasland maximaal 1 x per 10 jaar.

Nu bereiken ondergetekende geluiden dat die werknormen op landelijk niveau aanpassingen ondergaan, bijvoorbeeld ten aanzien van maispercelen. Ook deze zouden nu in de categorie maximaal 1 x per 10 jaar gaan vallen.

Wat is juist? Zijn de werknormen aangepast? Indien ja, hoe gaat ons waterschap daarmee om en wat zijn de consequenties voor onze waterbergingsopgaven?

Uw reacties tegemoet ziende,

met vriendelijke groet,

Louis van der Kallen