OVER WATER – 142: DE NIEUWE BELASTINGVOORSTELLEN

 

| 23-06-2018 | 13.15 uur |


 

OVER WATER – 142: DE NIEUWE BELASTINGVOORSTELLEN

 

In het uit 2014 stammende OESO-rapport “Water Governance in the Netherlands: Fit for the Future?” werd geconcludeerd dat de organisatie van het Nederlandse waterbeheer goed is geregeld, maar dat het schort aan waterbewustzijn bij de bevolking. De OESO deed de suggestie om economische prikkels in te voeren door vervuilers/gebruikers meer te laten betalen.

Ik stelde over dat rapport in 2014 uitgebreid vragen aan het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta.

Recent is verschenen een advies van de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB) met veel voorstellen tot aanpassingen van de waterheffingen. Vervuilers zullen in de toekomst meer verontreinigingsheffing moeten gaan betalen. Ook groepen die direct profijt trekken van het werk van een waterschap kunnen een hogere rekening verwachten. De CAB voorstellen zijn forse veranderingen. Eén van de veranderingen is de introductie van het gebiedsmodel als basis voor kostentoedeling. Besturen krijgen meer mogelijkheden te bepalen wie hoeveel procent van de heffingen betaald. Dat zal in de besturen stevige discussies opleveren en de besluitvorming politieker maken. Want dat gaat echt over wie betaalt wat. Hierbij gaat inkomenspolitiek steeds meer een rol spelen. Iets wat waterschappen, buiten de kwijtscheldingsregelingen, grotendeels buiten de deur hebben weten te houden.

Een andere opvallende consequentie is dat eigenaren van wegen (gemeenten, provincies, rijk en waterschappen) minder watersysteemheffing zullen gaan betalen en eigenaren van natuurterreinen juist meer. De zuiveringsheffing wordt fors veranderend. De hoeveelheid vuil en het aantal kubieke meters aangeleverd water  wordt daarin meer bepalend. Bij gezinnen zal het tarief meer naar het aantal leden van het huishouden worden gedifferentieerd. Voor tweepersoonshuishoudens betekent dat een forse daling van de heffing, voor huishoudens met vier en meer dan vier personen gaat dat een forse stijging van de zuiveringsheffing betekenen. In het huidige voorstel worden diffuse verontreinigingsbronnen, zoals die vanuit het verkeer of de landbouw, niet belast met een heffing.

Volgens de Unie van Waterschappen zal de totale lastendruk/belastingopbrengst in het toekomstige stelsel niet veranderen, wel zullen er verschuivingen van lasten optreden tussen de verschillende betalende groepen. Als de huidige voorstellen ongewijzigd worden ingevoerd, kan ieder waterschap zelf bepalen hoe hoog de uiteindelijke heffingen gaan worden. Daarbij kunnen waterschappen maximaal 15% afwijken van de richtlijnen van de Unie van Waterschappen. Het nieuwe stelsel kan naar verwachting op 1 januari 2022 in werking treden.

Ik vind de voorgestelde veranderingen van de heffingen fors. Een tweepersoonshuishouding gaat bijvoorbeeld in mijn eigen waterschap Brabantse Delta 26 % minder zuiveringsheffing betalen. Een vierpersoonshuishouding 46 % meer. Wat er voor natuurgronden meer betaald gaat worden is in de voorstellen niet per waterschap uitgewerkt, maar kan oplopen tot 1500 % meer. Dat is wel heel fors. De vraag is kunnen natuurbeheerders dit soort stijgingen wel aan. Ook voor mijn eigen gemeente Bergen op Zoom, met heel veel bossen in bezit, kan het een dure aangelegenheid worden.

Enige tijd geleden schreef ik over de waterschapslasten voor grondbezitters in het jaar 1844. Toen was de kwaliteit van de grond en daarmee het opbrengend vermogen maatgevend. Mijn eindconclusie toen was: “170 jaar geleden was de heffingsverhouding tussen landbouwgronden en natuurgronden bijna dezelfde als nu. Kijkend naar de CAB voorstellen nu, stel ik mij de vraag: hebben we het al die tijd fout gedaan of is het aanhangen van het kostenveroorzakingsprincipe een rimpeling in de tijd, een modeverschijnsel? Ik voel meer voor het profijtbeginsel in combinatie met het draagkrachtbeginsel. Ik wens de wetgever veel wijsheid toe bij de te maken afwegingen. Zelf leer ik graag van de geschiedenis, omdat ik heb geleerd dat daar veel wijsheid in te vinden is.”        

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 10

 

| 17-09-2015 | 11:30 uur |


 

1 september

Het laatste portefeuillehouderoverleg over de oplevering op 9 september van de Overdiepse Polder en over de open dag op 12 september. De minister kan rekenen op een mooie ontvangst en de burgers kunnen op 12 september genieten van veel leuke en mooie activiteiten. 

2 september
Op de agenda voor de thema AB stond de kadernota 2016-2025. Er was een goede discussie en voor het eerst werden echte keuzen aan het AB voorgelegd. Het was vooral voor de nieuwe AB leden lastig om de merkwaardigheden van de kostentoedeling te begrijpen en wat dit voor beperkingen oplevert voor wie betaalt waarvoor en hoeveel? Welke categorie (ingezetenen, bedrijfgebouwd, ongebouwd, natuurterreinen) is de kostendrager van het systeembeheer (watergangen/dijken) of voor de waterkwaliteit (zuivering van afvalwater)?

Het viel mij op dat de zorgen over de schuldontwikkeling door vooral de grote investeringen in dijkverbeteringen door velen gedeeld werd. Er kwamen zelfs suggesties om na 2021, wanneer de tariefstijgingen af lijken te nemen, te kijken of de tariefstijgingen dan door kunnen gaan ten bate van de aflossing van schulden. Er was zeker een basis om eventuele meevallers niet te gebruiken voor tariefegalisatie, wat tot nu toe gebruikelijk is, maar te gebruiken voor het verminderen van de stijgende schulden.

4 september
snbDe jaarlijkse excursie van het AB. Dit keer werd de slibverbranding Moerdijk (SNB) bezocht. We kregen een uitvoerige presentatie over het bedrijf, waar het waterschap mede-eigenaar van is en een rondleiding door het bedrijf. Daarna werd in Drimmelen de lunch genoten en nader met elkaar kennisgemaakt. Na de terugreis naar Bouvigne hadden we een werkgroep cultuuroverleg. Dit keer met een vertegenwoordiging van het directieteam met als doel te komen tot voorstellen waardoor het AB meer betrokken wordt bij de beleidsvoorbereiding.

7 september
Een portefeuillehouderoverleg over de verbreding van de A58 en de mogelijke gevolgen voor het waterbeheer in ons werkgebied.
In de middag een brainstormsessie over vismigratie in het deltagebied, georganiseerd door de Adviesgroep Borm & Huijgens, met deelname van: Martin Kroes (vismigratiedeskundige), Sjoerd Beljaars (redacteur vistijdschrift Beet), Ger de Jonge (voorzitter algemene waterschapspartij), Cor Huijgens, Wil Borm en Clemens de Witte (alle drie van de adviesgroep) en Martin Boelaars. De discussie ging over de mogelijke alternatieven voor de vismigratie vanuit zee de rivieren op.

9 september
De formele oplevering van het Ruimte voor de Rivier project Overdiepse Polder. In de morgen door de minister met veel officiële vertegenwoordigers, in de middag feestelijke oplevering met vooral de bewoners en de werkers aan het project. Een aantal mensen kregen uit handen van Hein van Stokkom (de secretaris/directeur van het waterschap Brabantse Delta) twee boeken over de realisering van het project uitgereikt. Ook ik behoorde, als bestuurlijke portefeuillehouder van het project, tot de gelukkigen. Vanaf het begin van de realisatie was ik er bij betrokken en heb in de afgelopen vijf jaar vele bezoekers mogen rondleiden en menig presentatie voor tal van nationale en internationale groepen mogen geven. Ze kwamen werkelijk overal vandaan.
In de avond een vergadering met de werkgroep cultuur van het Algemeen Bestuur van het waterschap. Langzaam maar zeker ontwikkelen we voorstellen tot systeem/procedure wijzigingen voor het bestuur.

10 september
In de vroege ochtend een overleg met Rob Sjoukes over de (bestuurlijke) belemmeringen om te komen tot innovatie bij het waterschap.Daarna een bestuurlijk overleg met belanghebbende overheden, betrokken bij de dijkversterking Geertruidenberg en Amertak. In de avond een fractieoverleg van Ons Water/ West-Brabant Waterbreed.

11 september
Een aantal presentaties gevolgd in het waterschapshuis te Amersfoort over de afgelopen waterschapsverkiezingen. Leerzaam en met veel tips voor de volgende verkiezing in 2019, waaronder een presentatie door Aart Paardekooper van How About You. Zijn presentatie ging over de effectiviteit van het benaderen van doelgroepen. Kort en goed kwam zijn betoog er op neer: benader alleen de groepen die vermoedelijk gaan stemmen. Wijken met lage opkomstcijfers zou je dan moeten mijden en je energie moeten richten op die wijken met (relatief) hoge opkomstcijfers. Hij zal best gelijk hebben, maar ik vind toch dat het in een democratie ook moet gaan om het stimuleren van de opkomst en je dus wel ook energie moet stoppen in de wijken met lagere opkomst cijfers.   

12 september
De open dag in de Overdiepse Polder. Ik ben een uurtje geweest om toch vooral de medewerkers van ons waterschap te laten zien dat ik hun inzet waardeer. Er waren leuke/leerzame activiteiten georganiseerd waarbij ook de deelnemende bedrijven zich van hun beste en innoverende kant lieten zijn. Prachtig als overheden en burgers laten zien wat er met belastinggeld allemaal ten behoeve van de bescherming tegen overstromingen in ons land tot stand komt.

Louis van der Kallen