OVER WATER – 79

 

| 18-02-2017 | 10.30 uur |


 

OVER WATER – 79

 

Op de Rioneddag bezocht ik de workshop ‘waterportaal’ met de cases Zuid-Oost Brabant. Deze workshop ging inhoudelijk over de ‘Branchestandaard gemeentelijke watertaken’. De watertaken van de gemeenten nemen toe in omvang, belang en budget. De gemeente moet dan ook zorgdragen dat zij de juiste mensen qua kennis en competenties in huis heeft om de gemeentelijke watertaken naar behoren te kunnen blijven uitvoeren. De ‘Branchestandaard gemeentelijke watertaken’ kan daarbij behulpzaam zijn. De Rioned branchestandaard kan daarbij een hulpmiddel zijn. De eerste ervaringen zijn ronduit positief te noemen. Mijn advies: gemeenten kijk eens wat je daarvan kan leren en of het iets is voor de eigen regio. 

15 februari
Vandaag ben ik naar de kennisbijeenkomst “Samen anders doen met water en groen – Iedereen is waterbeheerder” geweest. Doel van de bijeenkomst was om handvatten en praktische zaken aan te reiken voor het toekomstige ontwerpen van duurzame, klimaatbestendige en vooral mooie tuinen. De belangrijkste spreker was Nico Wissing van NL Greenlabel. Nico Wissing is een inspirerend spreker met een passie voor ‘groen’. Voor gemeenten die willen vergroenen is hij en NL Greenlabel dan ook een goede keuze om die vergroening mede vorm te geven. In zijn presentatie kwam, zij het zijdelings, ‘hittestress’ voorbij, maar dan vooral door het gegeven dat vergroening tot verkoeling leidt. Na afloop van zijn lezing sprak ik hem er op aan dat hij ook door de materiaalkeuze van de harde delen van de openbare en private ruimte er op het vlak van klimaatadaptatie en hittestress winst kan behalen door de toepassing van materialen met bijvoorbeeld hoge albedowaarden (hoge licht reflectie/koele verhardingsmaterialen) en lage emissiviteit (warmteabsorptie). Hij had daar geen interesse in. Zijn inzet beperkt zich tot terugdringing van verharding. Verdieping qua materiaalgebruik is klaarblijkelijk niet zijn expertise, noch de expertise van NL Greenlabel. Mijn advies aan gemeenten en bedrijven die gaan voor een integrale aanpak van klimaatadaptatie/klimaatbestendigheid en daarmee mede de aanpak van hittestress: kies een andere adviseur.    

16 februari
Portefeuillehouder Overleg (PHO) over de agenda Unie commissie waterkeringen. PHO over de voortgang Roode Vaart. PHO over de A27 discussie ‘peilers of brughoofden’ en over een eventuele overeenkomst tussen RWS en de belanghebbende overheden inzake de realisatie van de verbreding van de A27.

17 februari
Unie commissie waterkeringen te Amersfoort met als agendapunten onder andere: het consultatietraject invoeringswet omgevingswet, de aanpak beoordeling waterkeringen en de aanpassing beleidslijn grote rivieren. Ik vind het jammer dat met de invoering van de omgevingswet de naamgeving van de keur (waterschapswetgeving) verandert en deze eeuwenoude benaming wordt vervangen door waterschapsverordening. Mijn cultuurhistorisch hart doet hier een beetje pijn. Er ontstond een stevige discussie over de verandering in de beroepsmogelijkheden van de burger. Bij gemeentelijke wetgeving kan een burger, die bijvoorbeeld schade ondervindt door een bestemmingsplanwijziging (planschade), via een procedure daar een vergoeding voor krijgen. Uiteindelijk kan die procesgang eindigen bij de civiele rechter. De waterschappen kennen tot nu toe in dit soort gevallen de ‘nadeelcompensatie’. Die procesgang eindigt bij de bestuursrechter. De nu voorgestelde regelgeving wil dat harmoniseren en het voorstel is nu beide procesgangen te laten eindigen voor de civiele rechter. Voor de burger heeft dat het nadeel dat de gang naar de civiele rechter een hogere financiële drempel kent. Mijn insteek was dat er niets mis is met harmoniseren, maar dat voor een transparante overheid die streeft naar participatie van en controle door de burger, de drempel voor die burger niet te hoog mag worden. Zelf maakte ik een aantal kanttekeningen bij de aanpassing beleidslijn grote rivieren. De veranderingen houden in dat men met het maken van meer uitzonderingen meer mogelijk wil maken. Zowel ten aanzien van ruimte voor de rivier, als ten aanzien van wat kan en mag in de beschermingszone van een dijk. Zelf ben ik daar niet z’n voorstander van. Uiteindelijk leidt dit vrijwel altijd tot meer kosten bij toekomstige dijkverbeteringen en tot meer onderhoudskosten. Wat ook een punt is dat je steeds zal moeten uitleggen waarom iets op de ene plek wel kan en op een andere niet. Mijn ervaring is dat bestuurders en ambtenaren dan toeschietelijker worden op momenten dat het wat lastiger is. Terwijl de veiligheid en de kosten ook voor toekomstige generaties daar niet mee gediend zijn. 

Louis van der Kallen



WELKE GARANTIE GEEFT HET DELTAPROGRAMMA?


WELKE GARANTIE GEEFT HET DELTAPROGRAMMA?
Door:  W. Borm, adviesgroepbormenhuijgens.nl

De overheid was genoeg gewaarschuwd, maar na de Watersnoodramp mocht niemand zich afvragen wie er verantwoordelijk was voor de zwakke dijken en voor het gebrek aan coördinatie. Noodhulp moest op gang komen. Niet zeuren, eerst de dijken dicht en de rest kwam later wel. Maar er kwam geen vervolgonderzoek meer, niet in het parlement, niet bij Rijkswaterstaat, niet bij de waterschappen, noch bij de pers. Inmiddels zijn de waterschappen gefuseerd, is er een Unie van Waterschappen en een Adviescommissie Water, beschikken we over het Deltafonds en staat de Deltacommissaris aan het roer. Dat zou een veilig gevoel moeten geven, maar willen we het hoofd boven water houden, dan zou men volgens de Adviesgroep Borm & Huijgens (B&H) bij het Deltaprogramma toch nog van koers moeten veranderen.   

Net de dans ontsprongen
De Sinterklaasstorm toonde de kwetsbaarheid van zandsuppleties voor de kust en rivieroverstromingen, als gevolg van zware regenval, komen in West-Europa steeds meer voor. Puur toeval dat ons nog niets is overkomen. Meer gewaarschuwd kunnen we niet worden en toch lijkt het bijna of men alsnog op een ramp wacht. De landelijke Stuurgroep Deltaprogramma is bij de verzending van de stuurgroepstukken van 4 juni 2014 hierop geattendeerd, maar het blijft de vraag of deze waarschuwing wordt meegenomen. Er is wel wat moed voor nodig om op basis van nieuwe inzichten de planvorming over een andere boeg te gooien.

Averechtse planvorming
Een afsluitbare kustlijn is een eerste prioriteit, maar nog altijd kiest het Deltaprogramma niet voor afronding van de door de Zuiderzeewerken en de Deltawerken ingezette kustlijnverkorting. En dat terwijl bij de komende Schelde Delta Expo van 2 oktober 2014 de Westerscheldepoort een prominente plaats inneemt.

Bij de kustbescherming is niet gekozen voor een duurzame en effectieve methode, maar maakt men, tegen de natuurlijke processen in, gebruik van culminerende en relatief dure zandsuppletie. Een estuarium, waarmee we voldoen aan de internationale afspraken over vismigratie, komt er voorlopig niet. Het tegengaan van verzilting valt niet te rijmen met het binnenhalen van zout en zee-invloed. In een tijd van mondiale zoetwaterschaarste laat men de zoetwatervoorraden slinken, inlaatpunten worden verlegd en het merendeel van het zoete water stroomt blijvend ongebruikt in zee via een open gebleven Nieuwe Waterweg. Zeeuwse eilanden worden hierdoor aan het zoetwaterinfuus gelegd, terwijl men er juist droogte en verzilting dient te voorkomen.

De herijking van de landelijke zoetwaterverdeling (2009-2015) heeft voor zover we weten niet plaatsgevonden. De oude meerlaagsveiligheid is zo goed als verdwenen en een nieuwe bestaat vooral op papier. Tel daar nog eens bij op dat de dijken voor een derde niet eens voldoen aan de verouderde normen van 1960 en u krijgt een beeld van de situatie waarin we ons bevinden.

Snel en ondoordacht
Begin 2009, nog voor de aanvang van de tweede Werkconferentie Zuidwestelijke Delta (ZWD), werd een convenant gesloten om het Volkerak-Zoommeer te verzilten. Dit voornemen heeft vervolgens velen op het verkeerde been gezet en tot op nationaal niveau de gang van zaken beïnvloed. De stuurgroep ZWD besteedde haar planvorming uit aan een landschapsarchitectenbureau, dat een regionaal plan maakte gebaseerd op ‘samenhang per bekken’. Als gevolg van dit al te voortvarend handelen, kwam er het Uitvoeringsprogramma ZWD, dat niet eens bijdraagt aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Het is eerder een ecologisch en waterloopkundig schrikbeeld dan toekomstmuziek. Toch meldt de uitnodiging voor de Conferentie ZWD van 19 juni 2014 het volgende: “De afgelopen vijf jaar heeft de stuurgroep, samen met overheden, ondernemers en maatschappelijke partijen, hard gewerkt aan een strategie die moet zorgen voor een klimaatbestendig veilige, economisch vitale en ecologisch veerkrachtige delta, nu en in de toekomst.”

Dordrecht en Randstad in gevarenzone
Bij hoge rivieraanvoeren wordt het water nog eens versneld doorgevoerd als gevolg van de maatregelen van Ruimte voor de Rivier, zonder dat er voldoende noodberging voorhanden is. De berging die alsnog ingezet gaat worden, het Volkerak-Zoommeer, is marginaal en kwetsbaar. En dat terwijl het mogelijk is om een complete deltaberging te maken in de relicten van de voormalige zeegaten. Deze kunnen omgevormd worden tot een volwaardig estuarium, waarbij doorstroming het milieu verbetert en de zoutgrens verder zeewaarts komt te liggen.

Juist voor Dordrecht en omgeving is het van levensbelang dat zee en rivieren niet in dit stedelijk gebied elkaar ontmoeten, maar dat het omslagpunt opschuift naar de Grevelingen. Met een estuarium kan de situatie uit het oogpunt van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en ecologie aanzienlijk verbeteren. 

Gebrek aan participatie
Wanneer we voorlopig de balans opmaken mogen we constateren dat het Deltaprogramma ons landvoor een groot deel verder in de problemen brengt. We vragen ons af waarom de landelijke stuurgroep niet beter anticipeert op de huidige situatie, maar kunnen daar geen eenduidig antwoord op geven. Is er sprake van een gebrek aan zelfreflectie, te weinig koppeling aan een lange termijn visie, wordt er te weinig geadviseerd en onderzocht door deskundigen, kabbelt alles nu eenmaal voort op basis van consensus en draagvlak, is het korte termijn politiek of zijn het persoonlijke belangen die boven het landsbelang gesteld worden?

Door het Directoraat Generaal Ruimte en Water werd in november 2013 het overleg over het gepresenteerde raamwerk voor een tweede Deltaplan eenvoudig afgesloten met de opmerking dat het niet past in het huidige Deltaprogramma en er nauwelijks draagvlak voor is. En daarmee was de kous af; geen onderzoek, geen feiten en geen toetsing aan de wettelijke doelen, waterveiligheid en zoetwatervoorziening. En dat terwijl de gecombineerde visies van meerdere deskundigen meer dan de moeite waard zijn om nader te bestuderen.

De samenstellers van het Deltaprogramma mogen er eens bij stilstaan dat het zelf gecreëerde draagvlak geen garantie biedt tot welslagen.