OVER WATER 181: OVER TROTS EN SCHAAMTE

 

| 27-04-2019 | 9.30 uur |


 

OVER WATER 181: OVER TROTS EN SCHAAMTE

 

Afgelopen week werd het bestuursakkoord “Samen beter” gepresenteerd en unaniem door het Algemeen Bestuur (AB) aanvaard. Ik mocht daar als onderhandelaar van Ons Water een bijdrage aan leveren. Dat bestuursakkoord bevat alle punten die Ons Water belangrijk vindt. Ook werd er weer één fractie gevormd met West-Brabant Waterbreed, zodat een traditie, die vanaf de totstandkoming van het waterschap Brabantse Delta bestaat, werd voorgezet. Wij zijn daarmee vanaf 2009 de grootste fractie in het Algemeen Bestuur. Nu voor het eerst leveren wij in de persoon van Niels Mureau de eerste loco. Een moment van trots.

Het duurde echter nog geen half uur of de schaamte nam het over. De rekenkamercommissie (RKC) gaat in 2019 als onderzoeksonderwerp een ‘handreiking’ maken inzake klimaatadaptatie. Dit staat volstrekt haaks op de in artikel 2 van de Verordening rekenkamercommissie waterschap Brabantse Delta omschreven “taak van de commissie”. “De commissie doet onderzoeken naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het waterschapsbestuur gevoerde beleid en bestuur.” Een handreiking is GEEN toets van het GEVOERDE beleid. Geen versterking van de controlerende taak van het AB, maar suggesties voor “bestuurlijke beslispunten”. Hiermee gaat de RKC feitelijk op de stoel van de dijkgraaf zitten die ‘klimaat’ in zijn portefeuille heeft. Hij heeft klaarblijkelijk, naar het inzicht van de RKC, hulp nodig. Beleidsvoorbereiding is een taak van het ambtelijk apparaat. Klaarblijkelijk denkt de RKC dat onze beleidsambtenaren niet in staat zijn om op het vlak van klimaatadaptatie hun werk goed te doen en het AB tijdig de geschikte “bestuurlijke beslispunten” voor te leggen! Voor mij was het gestelde onderzoek dan ook volstrekt strijdig met de taak van een RKC, die geborgd is in onze verordening en in de wetgeving waarop de verordening indirect is gebaseerd. De Waterschapwet kent geen vergelijkbaar artikel als artikel 182 van de Gemeentewet. “De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur.” RKC’s of Rekenkamers zijn voor waterschappen dan ook niet verplicht. Toch was het bij de start van onze RKC in 2009 de bedoeling om in deze de intenties van de wetgever de opstelling van de Gemeentewet te volgen. Versterking van de controlefunctie van het AB. “De rekenkamercommissie maakt onderdeel uit van een palet aan controle-instrumenten die in combinatie met elkaar moeten leiden tot een beter functionerend en transparanter waterschap“, aldus de adviesnota aan het AB in december 2009. Artikel 109a lid 1 van de Waterschapswet luidt: “Het dagelijks bestuur verricht periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur” dit artikel werd mede als kapstok gebruikt bij de instelling van onze RKC. Ook hier weer onderzoek naar het gevoerde bestuur!

Onze RKC veegt met haar ‘handreiking’ de billen af met onze verordening en de Kroon benoemde portefeuillehouder ‘wil er wel een uurtje over praten’! De ‘wetsovertreders’ werden zonder problemen met grote meerderheden herkozen. De recent afgelegde Eed of Belofte: “Ik zal trouw zijn aan de grondwet en de overige wetten van het rijk” was daarvoor geen belemmering. Die zal, in hun ogen, vast niet gelden voor onze eigen ‘wetten’ de verordeningen. Voor mij rest ten aanzien van onze RKC alleen het budgetrecht. Ik zal vanaf nu, tot de opheffing van de RKC dan ook tegen de begroting stemmen.

Maar dat was niet mijn enige frustratie. De stemming en de aanloop daartoe over de vervulling van de twee vacatures voor de RKC heeft mij in retroperspectief veel geleerd. Toen ik afgelopen dinsdagavond in de rondvraag van de onderhandelingen vroeg waarom op de agenda van het AB bij het agendapunt “benoeming 2 leden Rekenkamercommissie” stond: “de twee voordrachten voor deze commissie vinden plaats na de formatie onderhandelingen” en er niet gewoon de volgende dag gekozen kon worden tussen de kandidaten werd mij door een ambtenaar verteld dat die formulering een vergissing was. Tijdens het AB bleek dat het in de ogen van de dijkgraaf geen vergissing was, want hij drong aan op uitstel en overleg over de voordracht. Ik had dus een onwaarachtig antwoord gekregen.
Ook van een fractiegenoot kreeg ik de bemerking dat hij de stemming had gepeild en ‘ze’ zouden massaal op …… stemmen. De suggestie waarom stemmen als je zeker kan weten dat je verliest. Mijn benadering is dat stemmen altijd nuttig is. Als is het maar om de irritatiegraad te meten. Ik werd weggevaagd. 7 tegen 20. Was het alleen de irritatiegraad? De andere uitslag was nog betekenisvoller.
De partijen die in het DB zitten hadden, op Ons Water/Waterbreed na, zonder uitzondering op één en dezelfde kandidaat gestemd. De DB partijen hadden feitelijk bepaald wie voor de niet DB partijen in de RKC zou gaan zitten. Een ‘aparte’ denkwijze over ‘samen beter’. Oorzaak/motivatie? Het is gissen. Maar het lijkt op angsthazerij. Vooral geen kritisch/deskundig AB lid van buiten de coalitie erin. Ze zouden eens de uitvoering van het beleid kunnen gaan onderzoeken en punten ter verbetering aandragen.

Voor mij is het helder:
– nu ik, noch een ander, de RKC van binnenuit kan gaan bijsturen,
– een ruime meerderheid van het AB de billen afvegen aan de verordening normaal vindt,
– coalitiepartijen gecoördineerd uitmaken wie van de niet coalitie leden in het RKC mag (het is handelen naar de letter van een goede gewoonte, helaas niet naar de geest er van),
– de dijkgraaf, het als Kroon benoemde, acceptabel vindt dat de verordening wordt genegeerd.
– kwaliteit en inhoud naar het schijnt ondergeschikt zijn aan het beheersen van onderzoekuitkomsten,
– er onmiskenbaar onderlinge afspraken zijn gemaakt over wie kiezen ‘we’ in de RKC,
kijk ik volstrekt anders naar de collega partijen die dit DB vormen.
Ik zal tegen de komende begrotingen stemmen. Vooralsnog enkel en alleen vanwege het budget voor een instituut dat zich niet aan onze verordening houdt. Ik zal coalitie-overleggen niet bijwonen, want ze kunnen ook, zo is gebleken stemmingen afstemmen zonder mij. Deelname aan bestuurlijke vernieuwingsbijeenkomst of een dergelijke werkgroep zal ik ook mijden. Samen? Deze periode, klaarblijkelijk niet!

Ik betreur ten zeerste dat noch de dijkgraaf, als portefeuillehouder klimaat, noch iemand anders van het DB duidelijk heeft gemaakt dat onze ambtenaren de primaire taak hebben het beleid voor te bereiden voor DB en AB en daartoe over alle daarvoor benodigde competenties in ruime mate beschikken. Het negeren van wet- en regelgeving en het negeren van de intenties van de wetgever ten aanzien van Rekenkameronderzoek vind ik verwerpelijk en kan, naar mijn gevoel, niet door een bestuur, wat de eed heeft afgelegd, afgedaan worden met ‘ik wil er wel een uurtje over praten’. De ‘zondaars’ werden beloond met herverkiezing.

Hoezo “Samen Beter” als je de aanwezige kwaliteit van de niet DB partijen niet wilt benutten. Je kan mij kwalificeren als een slecht verliezer, maar ik heb in alle RKC’s waarin ik mocht dienen, mij steeds krachtig geweerd tegen pogingen af te wijken van eerst beleid, dan uitvoering, dan toetsen van de uitvoering aan het beleid. Alleen in het geval dat het oude bestuur/ambtelijk apparaat door fusie niets meer kan leren van een rapport, waagde ik een enkele keer vooruit te kijken. Dat bleek vaker geen succes dan wel. Ik zal die benadering ook in het waterschap blijven vasthouden. Ik ben vast in de ogen van de geachte lezer gefrustreerd. Ik ben gewend verkiezingen te verliezen. Ik schaam mij voor het simpele feit dat ik niet in staat ben geweest mijn collega’s in te laten zien dat overtredingen van onze verordening ook iets zegt over hoe zij denken over onze voorgangers en onze wetgevers.
Als bestuurders zich al niet aan onze verordeningen houden hoe willen we dan onze ingelanden er toe brengen zich als ordentelijke burgers te gedragen? Voor degenen die hier misschien iets van willen leren lees eens het boek “Moreel leiderschap” van Alex Brenninkmeijer. Voor minder dan 20 euro kan er een wereld voor je opengaan. Nu de wereld lijkt open te staan voor de taal van de klassieke oudheid is mijn aanbeveling: verdiep je eens in Aristoteles zijn leer voor een goed openbaar bestuur, of Plato (Politeia/De Staat) en de begrippen logos, pathos en ethos.      

Louis van der Kallen