| 27-07-2022 |
Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer kiest duidelijk voor uitstel van het doorsteken van de zeedijk langs de Schelde om zo de Hedwige-Prosper voorlopig niet onder water te zetten. Dit minstens totdat nader onderzoek heeft uitgewezen wat de gevolgen van de geconstateerde PFAS-concentraties in de Westerschelde zijn.
Toch heeft de Minister voor Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal, ineens besloten dat de dijk nu al doorgestoken kan worden. Erg vreemd, temeer daar er geen enkele haast is geboden met ontpolderen.
Meer of minder vervuild?
De zeedijk is volgens de minister al zo ver afgegraven dat er in het komende stormseizoen water de Hedwigepolder in kan stromen. Dus wat maakt het uit dat we op de uitslag van een nader onderzoek gaan wachten, zal de minister hebben gedacht. Maar stoppen met afgraven heeft wel degelijk zin. Zij vergeet hierbij dat bij dagelijkse overstromingen de polder een continue slibvang wordt als de dijk helemaal is doorgestoken. De milieuschade is op basis van de huidige situatie echter beduidend minder omdat in het stormseizoen overstroming van de deels afgegraven dijk hoogstens eens of enkele malen gebeurt. Met de op 14 juni goedgekeurde nieuwe ringdijk om de Hedwige kan dat geen bezwaar zijn.
De vruchtbare kleigrond is al afgegraven en naar Vlaanderen vervoerd. Dat maakt aannemelijk dat de Hedwige-Prosper een natuur- en recreatiegebied wordt en daarbij is een gezond milieu van groot belang.
Ook bij de natuurbescherming zullen de bordjes worden verhangen
Klimaatverandering en zeespiegelstijging zijn game-changers, maar de mens heeft blijkbaar moeite om mee te bewegen. We gaan gezamenlijk de transitie aan naar een klimaatbestendige en circulaire economie. Daar is bestuurlijke durf, visie en initiatief voor nodig. Alle sectoren zoals landbouw, natuur, recreatie, visserij, logistiek , wonen en industrie zullen zich hieraan moeten aanpassen en tevens kansen benutten die zich voordoen.
Er zijn geen heilige huisjes, ook claims vanuit de natuurbescherming zullen sneuvelen.
“De overdaad aan ‘beschermende’ regelgeving werkt stagnatie, irritatie en bureaucratie in de hand. Meebewegen met de veranderingen voor klimaatbestendigheid betekent onder meer voor de natuurbeweging het deels herzien van vele in het verleden bevochten verworvenheden, zoals de natuurwetgeving, statussen en instandhoudingsdoelen, om ruimte te geven aan een natuur- en milieubeleid dat open staat voor transformatie en herbestemming” (citaat uit rapport ‘Naar een tweede kustlijn’, 2021).
De lijst van overbodige natuurprojecten en –regelgeving groeit. Dat moet anders.
Bij de natuurinstanties zit de urgentie voor ontpolderen van de Hedwige-Prosper niet zozeer in de vermeende achteruitgang van het geulenstelsel in de Westerschelde, maar eerder in de vrees dat de realisatie van hun voortslepende project in het gedrang komt door een gedegen onderzoek naar PFAS. Het verzoek van oud-eigenaar De Cloedt om de ontpoldering van tafel te krijgen is door de Raad van State niet gehonoreerd. Een mogelijke herzieningsrechtzaak volgt pas over enkele maanden. Dan gaat de hoogste bestuursrechter dieper in op de PFAS-problematiek. Gezien de geconstateerde haast bij de afgraving van de zeedijk is het dan waarschijnlijk te laat en de opening een voldongen feit. Daarmee speelt de overheid met vuur en zoekt ze de grenzen van het toelaatbare op. Stoppen is het beste. Voor de Hedwige-Prosper valt namelijk in principe nu nog altijd te kiezen tussen zout of zoet, omdijkt of open en met of zonder getijde.
Toekomstperspectief
In onze publicatie van 23 mei ‘Ontpoldering Hedwige uitgesteld’ in het vakblad H2O geven we aan dat het openen van de dijk een aanzuigende werking heeft op de zee, de waterveiligheid vermindert en de verzilting vergroot. Het moet mogelijk zijn om een genomen besluit tot ontpoldering op basis van feiten en voortschrijdend inzicht terug te draaien.
Binnen het Kennisprogramma Zeespiegelstijging worden momenteel de langetermijnvisies ‘gesloten’ en ‘zeewaarts’ als kansrijk gezien. Daarbij is sprake van een zoete Westerschelde. In dat geval krijgen alle ontpolderingen een andere bestemming. Eind 2023 komt het kennisprogramma met een tussenbalans die meer duidelijkheid zal geven over de toekomstige koers voor een klimaatbestendig beleid. Met tussentijdse verstoring, verzilting en vervuiling schieten we nu weinig op. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.
Het is verstandiger om voor natuur en mens zowel dit tijdstip als de PFAS-onderzoeken af te wachten om vervolgens de definitieve inrichting voor de Hedwige-Prosper verantwoord te kunnen bepalen.
Wil Borm
Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer