OVER WATER – 69

 

| 10-12-2016 | 09.00 uur |


 


OVER WATER – 69 

 

bordje-einsteinAls waterschapsbestuurder  kijk ik met respect naar hoe het waterschap Peel en Maasvallei heeft nagedacht en actie gaat ondernemen na de wateroverlast in hun gebied in de afgelopen zomer. In een paar maanden tijd hebben ze een actieplan opgesteld om in de toekomst beter voorbereid te zijn op hoge neerslaghoeveelheden in korte tijd. “Code oranje” met als subtitel: “omgaan met klimaatverandering” is, wat mij betreft, een gedegen antwoord op de gebeurtenissen. Met de wetenschap dat wateroverlast nooit helemaal is uit te sluiten, is een gedegen plan gemaakt. Ze beseffen ook dat die aanpak de mogelijkheden en bevoegdheden van een waterschap ver overschrijden. Een gezamenlijke aanpak met gemeenten, bedrijven, boeren, natuurorganisaties, de provincie en particulieren is geboden. Waterschap Peel en Maasvallei gaat aan de slag. Mijn complimenten.

Soms ben ik, als raadslid, stik jaloers. Dit keer op wat er gebeurt in de gemeente Tilburg en wel op hoe die gemeente een “klimaatadaptieve herinrichting Kruidenbuurt (fase 2)” aanpak heeft ontworpen. Helaas is het niet op de website van de gemeente Tilburg te vinden. Ook daar valt dus nog het nodige te verbeteren. Dat laat onverlet dat Buro Bergh een schitterend en vooruitstrevend ontwerp heeft gemaakt voor de herinrichting van de Kruidenbuurt waarbij de facetten van een klimaatadaptieve aanpak, zoals omgang met water en hittestress, vrijwel volledig aan bod komen. Dit is wijkklaar maken voor de toekomst.

In de visie en het plan voor de kruidenbuurt zijn doelstellingen verwoord en uitgewerkt:

  • verminderen kwetsbaarheid voor hitte, wateroverlast en droogte
  • behouden en versterken stedenbouwkundige structuur
  • contact houden met het oude landschap
  • vergroten waarde van het groen
  • vergroten sociale contacten.

Wat mij betreft een voorbeeld om na te streven.

6 december
In de morgen een overleg met de twee collega’s, die ook een gebiedsportefeuille hebben. Samen met de ondersteunde beleidsambtenaren hebben we gesproken over de inhoud in 2017 van de bestuurlijke overleggen met de waterwethouders van de inliggende gemeenten. 

In de middag een overleg ter voorbereiding van de informatieavond op 15 december van het dijkverbeteringsproject Geertruidenberg/Amertak.

Daarna een portefeuillehouderoverleg ter voorbereiding van het bestuurlijk overleg met de gemeente Loon op Zand.

Aan het slot van de middag een overleg met de DB collega’s ter voorbereiding van de vergadering van het algemeen bestuur van 7 december.

7 december
De Algemeen Bestuursvergadering (AB) met een stevige discussie over een aanvraag uitvoeringskrediet cofinanciering POP 3 Water. Hoewel ik bij dit stuk niet de portefeuillehouder was, vond ik het toch nodig om als DB lid er op een bepaald moment een bijdrage aan te leveren, omdat het bestedingsdoel van de POP 3 subsidie de realisering is van 5 kilometer beekherstel, een stuk EVZ en 5 vispassages in het gebied Tilburg West waarvoor ik wel verantwoordelijk ben. Met name de opmerking van de VVD dat besteding een “blackbox” was prikkelde mij, omdat de realisering van dit soort zaken een onderdeel is van het waterbeheersplan dat door het AB met steun van de VVD is vastgesteld. Het DB en ik doen dus wat ons is opgedragen. Een element in de discussie was dat subsidieregelingen als POP 3 ingewikkeld zijn en vereenvoudiging behoeven. Die opvatting heb ik ook, maar dat laat onverlet dat als ik een goed herinrichtingsplan, zoals het onderhavige, kan realiseren met circa 75 % subsidie, ik dit niet laat lopen. Zeker niet als een gemeente als Tilburg alle zeilen bijzet om samen met ons waterschap dit soort zaken tijdig te realiseren zodat ook wij trachten de waterdoelen, die veelal door de hogere overheden zijn geformuleerd, zoals de KRW, kunnen halen. Voor mij is de discussie wel een opdracht om niet alleen de plannen in Tilburg West te realiseren, maar ook de discussie aan te gaan met subsidieverstrekkers over de complexiteit van de subsidieregelingen. 

8 december
crownVandaag het regionaal overleg Hart van Brabant Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting in het Crown Business Center te Rijen. Van binnen en van buiten, voor een modern gebouw, best mooi. Binnen zijn op de muren veel inspirerende teksten van de groten der aarde te lezen. Voor mij was de meest toepasselijke: “The important thing is not to stop questioning” van Albert Einstein

Mijn bijdrage betrof de voor het waterschap belangrijke punten als:

  • de stand van zaken PAS
  • de stand van zaken Natuurnetwerk Hart van Brabant
  • de verduurzaming woningvoorraad, (aandacht voor waterberging, groene daken en hittestress)
  • de kwaliteitsafspraken verbetering Landschap
  • het provinciaal Milieu en waterplan.

9 december
Een klankbordgroep bij de Unie van waterschappen over inbreng van de Unie bij de komende verkiezingen en formatie. Kernpunt is de totstandkoming van een gezamenlijke investeringsagenda (binnen het fysieke domein) van rijk, waterschappen, gemeenten en provincies. Samen met de VNG en IPO is gekeken welke inbreng geleverd zal worden aan de onderhandelende partijen. Kernthema’s zijn: klimaatadaptatie (wateroverlast, hittestress), energietransitie, circulaire economie, waterveiligheid, waterkwaliteit, binnenlandse zaken (kosten verkiezingen) en overkoepelend (belastingen). De benadering om bij de aanpak van klimaatadaptatie ook te kijken naar de bouwregelgeving beviel mij zeer. De gezamenlijke investeringsagenda zou medio februari klaar moeten zijn.

Louis van der Kallen 

 


KAMERS VAN KOOPHANDEL INZ. KRW – A003

 


 

Bergen op Zoom, 2 maart 2005

 

Aan de Besturen van Kamers

van Koophandel van

Zeeland, West- en Midden Brabant,

Rotterdam, Rivierenland

en Centraal Gelderland

 

Geachte Besturen,

Bij vier waterschappen ben ik bestuurlijk actief, waarvan drie ten behoeve van de categorie bedrijfsgebouwd, o.a. in het werkgebied van Uw Kamer.

Op dit moment is waterschappelijk Nederland bezig met (de voorbereiding van) de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).

De KRW blijkt steeds meer een doos van Pandora. Tot nu toe is de ervaring dat het (regionale) bedrijfsleven zich onvoldoende bewust is van de ernstige (financiële) bedreigingen die de KRW in zich draagt.

Ook is de inbreng van het bedrijfsleven tot op heden minimaal in het (deels landelijke) overlegcircuit inzake de implementatie (het bedrijfsleven is niet vertegenwoordigd),

terwijl op zeer korte termijn een deel van de Nederlandse wetgeving tot stand aan het komen is.

Om enige aanzet te geven omtrent de ernst van de situatie een paar feiten:

– Uit de ambitienota van het Kabinet blijkt dat zij rekening houdt met een verdubbeling (in euro’s van nu) van de zuiveringslasten (waterkwaliteitsheffing) tot 2015.

– Het CPB heeft in een quick scan aangegeven zelfs niet in ruwe termen iets te kunnen zeggen over de kosten van de KRW.

– Uit de in omloop zijnde stukken blijkt tot op heden dat er geen economische effect analyse wordt/is gemaakt.

Een economische effect analyse is buitengewoon belangrijk omdat de economische effecten de enige legale route is om te komen tot fasering van de maatregelen (derogatie).

Wat ronduit verontrustend is, is het gegeven dat het bedrijfsleven ontbreekt in het landelijk bestuurlijk overleg (LBOW), waarin betrokken zijn V&W, UvW, IPO en VNG.

Binnen de waterschappen gaat men er van uit dat de meeste verplichtingen, voortkomend uit de KRW, inspanningsverplichtingen zijn. Ondergetekende vreest dat men zich daarin vergist.

Nederland kent ten aanzien van (mede)overheden een gedoogcultuur. Europa kent een naar- de-letter-van-de-Wet handhavingscultuur. Nederland is recent reeds door de EC gedaagd voor het Europese Hof van Justitie wegens het niet (tijdig) omzetten van de KRW in wetgeving.

Gezien de aard van de KRW en de scherpe eisen zou het kunnen zijn dat de overheden wederom kiezen voor de voor hen makkelijkste weg: eisen stellen aan de puntemissies in plaats van bijvoorbeeld de diffuse bronnen. Kortom, zowel uit kostenoogpunt en bedrijfsvoeringmogelijkheden is vooral het industriële vestigingsklimaat hier bedreigd.

Kamers en benoemende organisaties zouden alles in het werk moeten stellen om bij het overleg over de implementatie van de KRW, zowel op landelijk als regionaal niveau, betrokken te worden. Hier zal, buiten oog voor de financiële zaken, ook een technische inbreng van belang zijn. Nu reeds is het belangrijk dat de Kamers in een stroomgebied (Schelde, Maas, Rijn, Eems) gezamenlijk optrekken. Dit betekent voor de Kamers in mijn waterschappelijk werkgebied:

– Zeeland en West-Brabant in het stroomgebied van de Schelde

– o.a. West en Midden-Brabant en Rotterdam in het stroomgebied van de Maas

– o.a. Rotterdam, Rivierenland en Centraal Gelderland in het stroomgebied van de Rijn

Samenwerking om te komen tot deelname in de stroomgebiedoverleggen is noodzakelijk, zodat vooral de economische effect rapportage in de stroomgebiedsplannen worden betrokken en mede overwogen.

Gaarne tot nadere informatie bereid,

hoogachtend,

L.H. van der Kallen

o.a. lid AV Waterschap Zeeuwse Eilanden

lid AV Waterschap Rivierenland

lid AV Waterschap Brabantse Delta