ANDERS KIJKEN 2


| 17-08-2021 |

 

Het is een periode met zware buien en als we de geleerden mogen geloven, worden het er de komende tientallen jaren steeds meer. Het wordt tijd dat we anders gaan kijken. Op veel plekken zijn de trottoirs verdwenen of in nieuwbouwwijken zelfs nooit gekomen. Was dat op al die plekken zo verstandig? Een verhoogd trottoir kan bij wateroverlast van een beperkte waterdiepte overlast in de woning voorkomen. Dat geldt ook voor drempels bij het betreden van een woning. Soms is het verstandig om te streven naar een verhoogd vloerpeil. Dat kan best, want voor rolstoeltoegankelijkheid is een klein hellinkje ook mogelijk. Niet alles hoeft gelijkvloers! Het kan ook zijn dat in laaggelegen nieuw te bouwen wijken de huizen verhoogd gebouwd kunnen worden of de grond waar gebouwd gaat worden opgehoogd, en/of de straat en tuinen verlaagd.

Er zijn ook in bijvoorbeeld het Bergen op Zoomse winkelgebied plekken waar winkels – vrijwel zonder drempels – liggen recht tegenover een helling (Zuivelpleintje, Zuivelstraat). Ook als het afstromende water verder kan afstromen maar dan de hoek om moet kan dat tot binnenstromend water leiden bij zware regenval. Dat is ook elders soms het geval. Bij hellingen in bebouwd gebied, zoals een stad moet er anders naar gekeken worden. Hoe geleid je op straatniveau afstromend water zodat de kans op binnenstromend water kleiner wordt?

Ik zie ook op de lagere delen, in een stad met hoogteverschillen, dat er niet altijd rekening mee wordt gehouden dat in die lagere delen wel eens (tijdelijk) water kan blijven staan. Daar moet je dan geen schakelkasten plaatsen. Of deze plaatsen ruim boven het niveau dat bij een zware bui onder water kan komen te staan. Het wordt tijd voor anders kijken en ander beleid.

 

Louis van der Kallen.

 


ANDERS KIJKEN


| 13-08-2021 |

 

Het is een periode met zware buien en als we de geleerden mogen geloven, worden het er de komende tientallen jaren steeds meer. Als je even verder kijkt, zou je ook kunnen zeggen: het is een periode van werkende riool-overstorten. Die twee constateringen betekenen dat de omliggende natuur van die riool-overstorten steeds vaker belast wordt met afvalstoffen uit onze (menselijke) samenleving. Mijn verwachting is dat het zelfreinigend vermogen van de natuur het steeds vaker niet meer aankan en als biotoop zal gaan verarmen door een overbelasting van bijvoorbeeld voedingsstoffen (nutrieten). Overheden zoals gemeenten zouden meer N- (stikstof) en P- (fosfaat) bindende planten (helofyten) moeten planten in oppervlaktewateren die rioolwater uit overstorten bergen. Die helofytenfilters verbeteren de waterkwaliteit en kunnen ook een toevoeging en verbetering zijn van de biotoop van het water in de nabijheid van de overstort, waarmee bijvoorbeeld ook het bloeien van blauwalgen kan worden voorkomen of beperkt. Ook Bergen op Zoom kent oppervlaktewateren met riool-overstorten waarbij N- en P- bindende planten een positieve rol kunnen spelen. Dat soort rietvelden en rietranden kunnen ook mooi zijn en broedplaatsen bieden voor watervogels. Het wordt tijd voor anders kijken en ander beleid.

 

Louis van der Kallen.


AFKOPPELEN


| 10-08-2021 |

 

Het klimaat verandert. Het aantal zware regenbuien neemt steeds meer toe en de meteorologen spreken steeds vaker de verwachting uit dat die trend zich zal voortzetten. Het gevolg is dat de rioleringen het steeds vaker niet meer aankunnen. Ook de zuiveringsinstallaties van de waterschappen kunnen effectiever werken als het water wat daarin terecht komt niet verdund wordt door regenwater. Al tientallen jaren worden rioolstelsels omgebouwd naar gescheiden stelsels. Naast het vuilwaterriool wordt er dan een regenwaterriool aangelegd. Mooie initiatieven maar ook die stelsels kunnen bij een echt stevige bui niet altijd al het aanbod van regenwater aan. Maar wat erger is: het regenwater wordt dan ook niet gebruikt als bijdrage aan de oplossingen voor een aantal andere problemen veroorzaakt door de klimaatveranderingen zoals verdroging van de bodem en hittestress.

Regenwater in de bodem heeft tal van voordelen en het is dan ook nodig dat gemeenten dat gaan bevorderen. Dat kan zoals de gemeente Altena doet door een ‘tegeltaks’ tegen de verhardingen (ik schreef daar eerder over) maar ook door het afkoppelen van de regenpijpen van de riolering.

De gemeente Heusden heeft de plicht daartoe opgenomen in de waterverordening. Die plicht wordt vooralsnog alleen afgedwongen bij de nieuwbouw van woningen en bedrijven, en als er in een straat of wijk werkzaamheden aan het riool worden verricht, worden bewoners nadrukkelijk gewezen op deze ‘plicht’ en worden zij met een subsidie verleid die ‘verplichting’ serieus te nemen.

Als we allemaal kijken naar wat er mogelijk is, helpen we allemaal naar vermogen problemen als wateroverlast, verdroging en hittestress te verminderen.

 

Louis van der Kallen.


WATEROVERLAST II


| 06-08-2021 |

 

Vorige week publiceerde ik het artikel ‘wateroverlast’. De bedoeling van dat artikel was planologen, stadsontwikkelaars, stadsvernieuwers, wegontwikkelaars, architecten, hoveniers, riooldeskundigen, en waterbeheerders aan het praten te krijgen met waterbeheerders, groenbeheerders, vastgoedontwikkelaars en ontwerpers en om ‘water’ in beeld krijgen en hen maar ook bestuurders als wethouders, gedeputeerden, raadsleden en waterschapbestuurder ‘verplichte’ literatuur ter lezing geven. Ik promootte Ervaringen met de aanpak van regen wateroverlast in bebouwd gebied. Voorbeelden en ontwikkelingen anno 2014 en Extreme neerslag, een uitgave van de Hogelschool van Amsterdam.

We zijn nu een week verder, een week met weer veel en op sommige plaatsen zelfs extreem veel neerslag. Overheden zoals gemeenten, waterschappen, provincies en RWS maar ook grote terreinbeheerders moeten aan de slag. Vele zijn weliswaar een beetje begonnen maar er moet nog veel meer gebeuren, en omdat wat er moet gebeuren vele tientallen jaren zal vergen, zouden we haast moeten hebben. Niet uitstellen tot de ‘oude’ garde van ‘zo doen we dat nu eenmaal’ en van ’zo heb ik het geleerd’ weg is, maar NU aan de slag. Niet met experimenten die elders allang hebben plaatsgevonden en hier hooguit onder de titel ‘innovaties’ nog eens worden herhaald maar gewoon doen. Als oud medewerker research en development bij AKZO-Nobel en ervaren bestuurder (gemeentelijk, provinciaal en waterschappen (zie CV) weet ik hoe conservatief en risicomijdend overheden zijn. Eerst tien kleine experimenten voordat mijn iets durft te veranderen. Ook ambtelijke organisaties zijn zelden echt innovatief, hoewel ze tegenwoordig al snel dat etiket innovatief hangen aan wat ze doen. Ik schreef hier over al eens vaker mijn frustratie weg o.a. Over Water 66 (de inspiratie dag van de Unie 17 november) en Over Water 20 (waterinnovatieprijzen 2015) en Over Water 120 ( markt- en innovatiedag van de Unie 2017)

Vaak is iets innovatie noemen meer een vorm van borstklopperij. Het mooiste voorbeeld hiervan is dat als het gaat over mogelijke zoet/zout scheidingen in te zetten bij de conservering en bescherming van zoetwatervoorraden het bellenscherm als alternatief wordt genoemd en in de stukken van RWS deze schermen nog steeds als innovatief door Rijkswaterstaat worden betiteld. Deze techniek werd al in 1968 in de grote schutsluizen te IJmuiden gebruikt (bron: pagina 33 “De waterhuishouding van Nederland” samengesteld door Rijkswaterstaat 1968).

Zelf denk ik dat ambtelijke organisaties door de natuurlijke selectie van ambtenaren (wie solliciteert waar en waarom en wie wordt om welke kwaliteiten aangenomen) per definitie gericht zijn op risicoreductie. Vroeger was het zeker zo dat wie zekerheid zocht ambtenaar werd. Dit is paradoxaal, omdat vernieuwen haast per definitie het nemen van risico’s betekent. Je zoekt dan nog niet betreden paden. Ambtenaren en hun bazen (de bestuurders) zijn eerder risicomijdend dan risiconemend. Dat moet als de bliksem veranderen. De bereidheid te vernieuwen moet er komen omdat veel oude gewoonten niet de oplossingen bieden. De klimmaatwereld verandert in hoog tempo.

Er zijn tal van websites te bezoeken op zoek naar ideeën om de opgaven waar het klimaat ons voor stelt aan te pakken. Voorbeelden: het Kennisportaal Klimaatadaptatie, soms ook met goede nieuwsbrieven zoals de Hoog Water kenniskrant over gevolgbeperking overstromingen, en groenblauwe netwerken, waar ook het boek te vinden is dat voor mij een soort van “handboek soldaat” voor groenblauwe ‘werkers’ is “Groenblauwe netwerken: handleiding voor veerkrachtige steden”. Het bevat ruim 600 pagina’s en zou voor iedereen die betrokken is bij de vormgeving en inrichting van de stedelijke omgeving verplichte leeskost moeten zijn. Dit boek is niet alleen voor professionals, maar ook voor particulieren een gereedschapskist, inspiratiebron en naslagwerk.

Het bevat tal van nationale en internationale voorbeelden hoe onze steden meer klimaatbestendig zijn te maken. Het beperkt zich niet alleen tot water en groen maar heeft ook aandacht voor hoe vaste levenloze materialen zoals bestratingen, asfalt en beton onze leefomgeving beïnvloeden. Gebruik van ook die kennis is nodig om hittestress effectiever aan te pakken.

Hiltrud Pötz van Atelier groenblauw kan als schrijfster/redacteur van deze handleiding wat mij betreft voor iedere betrokkene bij de vormgeving en inrichting van de stedelijke omgeving een inspiratiebron zijn om Nederland echt stap voor stap voor te bereiden op een toekomst waarin het klimaat ons voor steeds zwaardere opgaven zal stellen. Nu nog de politici en bestuurders er van doordringen om met Henriëtte Roland-Holst te spreken:

“Morgen wordt heden geschreven; Gij levenden bouwt wordend leven. Gij werkt voor der komenden lot”

Zij met durf en lef moeten aan de slag!

 

Louis van der Kallen.