Als ik op vakantie ben kijk ik altijd of ik iets zie, waarbij ik denk: dat is een mooie toepassing! Zo ook op mijn vakantie op de Faeröer eilanden. Daar viel mijn oog op een apparaatje (zie foto) in de haven van Thorshavn dat olie en klein drijvend vuil verzamelde. Op internet vond ik daarvan een filmpje dat de werking perfect in beeld brengt. Ook als je van een leuk muziekje houdt of een blik wil werpen op een plek waar je nooit zal komen (Thorshavn) is het filmpje van een minuut het bekijken waard. Iedere (jacht-)haven van ons land verdient zo’n apparaatje. Het wordt tijd dat de wereld anders leert kijken.
In Over Water 145 (augustus 2018) schreef ik onder andere over het boek “drawdown” dat tal van oplossingsrichtingen geeft om het CO2-probleem aan te pakken. Een CO2-‘oplossing’ waarover steeds vaker wordt geschreven is het mineraal olivijn, een magnesium-ijzersilicaat. Olivijn reageert snel met het CO2 in de atmosfeer. De eindproducten van de reactie zijn, afhankelijk van de samenstelling van het olivijn, magnesiumcarbonaat, siliciumoxide (zand) en ijzeroxide. Door olivijn te vermalen en dan eenvoudig uit te strooien, bijvoorbeeld over ons zandpad in de tuin, kunnen wij zelf in de CO2 reductie een bijdrage leveren. Olivijn is in Nederland verkrijgbaar bij GreenSand.
In de Volkskrant van 2 oktober 2021 werd deze CO2-oplossing nader uitgewerkt in het artikel “Laat de oceaan het oplossen”. Daarin doet Gert-Jan Reichart (hoogleraar mariene geologie en betrokken bij NWO-NIOZ Royal Netherlands Institute for Sea Research) de suggestie de landmassa van IJsland te gaan vermalen en het maalsel in zee te storten, waarna het olivijn de CO2 in het zeewater bindt en het zeewater weer CO2 uit de lucht kan opnemen. Die vulkanische rotsen bevatten veel olivijn. Volgens hem is dit de enige manier om de CO2 concentratie in de lucht omlaag te krijgen en te gaan voldoen aan de eis van de maximaal 1,5 graad opwarming.
Als het niet lukt de uitstoot van CO2 te beperken, zullen we echt aan het verwijderen ervan moeten gaan denken.
De klimaatcrisis en de energiecrisis dwingen ons op een andere manier naar energie en energieopwekking te kijken. Er zijn in Parijs afspraken gemaakt en vastgelegd in het klimaatakkoord. De energietransitie is onderweg. Daarbij zijn zon en wind belangrijke routes naar een ander energielandschap. Ook ons landschap veranderd daarmee en dat is wennen. In ons waterrijke landje waar grond een schaars goed is bied het wateroppervlak kansen.
China gaat ons voor met grote zonneprojecten op het water. En natuurlijk, we zijn Nederlanders, zitten aan zonneparken op water tal van haken en ogen. Anderzijds zullen we linksom of rechtsom ons aan de afspraken die we hebben gemaakt moeten houden. Dat is ook in ons eigenbelang want de klimaatverandering en de gevolgen, extremer weer en de zeespiegelstijging, raken ons ook.
Binnen het waterschap Rivierenland zijn recent proeven geweest met zonneparken/projecten op oppervlaktewater (de foto is beschikbaar gesteld door het waterschap Rivierenland). Er ligt in dat waterschap ook een voor Europese begrippen supergroot zonnepark. 17 hectare op een voormalige zandwinplas in de gemeente Druten. Dat is een zonnepark op relatief diep water. Voor ons mogelijk een voorbeeld.
De proeven in Rivierenland laten zien dat zonneparken op ondiep water, op het water en op de biologie daarin, gevolgen heeft. De ecologie, en daarmee de biotoop, verandert. Vermindering van zuurstof in het water en daardoor minder plantengroei en minder kans op bloei van algen.
Wat zijn de kansen voor Bergen op Zoom? We staan als gemeente voor een grote opgave de doelen van de Regionale Energiestrategie met de duurzame energie-ambities tot 2030 te realiseren. Dat is voor onze gemeente, met veel bossen een haast onmogelijke opgave! Tenzij we bereid zijn anders te kijken. We zijn ook een waterrijke gemeente. Het is op zijn minst een reden om te kijken wat op het water zou kunnen.
Waar valt dan aan te denken:
Misschien aan het noordelijke deel van de Binnenschelde (5 tot 10 hectare van een plas van 185 hectare),
De Broecke Haven (de voormalige werkhaven van Rijkswaterstaat die nu niet meer gebruikt wordt.
Een deel van het Zoommeer (het oostelijke deel tussen de Noordlandseweg en de westelijke dijk van het bedrijventerrein Noordland). Nu een gebied met hoge blauwalg risico’s.
Het mooie van deze locaties is dat de genoemde mogelijke waterlocaties bij elkaar liggen en gecombineerd zouden kunnen worden met locaties op de dijken/oevers die deze wateren omarmen. Tijd voor een andere blik en het besef dat onze energiewereld kan en moet veranderen. Wij zijn allemaal aan zet. En dat kan met respect voor de natuurwaarden in het gebied. Misschien kunnen de (nieuwe) biotopen zelfs een verrijking blijken.
Het belang van groen en een prettige leefomgeving is met de lockdowns nog eens extra belangrijk gebleken. Bomen zijn een belangrijk onderdeel van het zichtbare groen. De klimaatverandering en de steeds zichtbaarder worden van het verlies aan biodiversiteit laten zien hoe belangrijk en waardevol kwaliteitsbehoud van de leefomgeving is.
Nederland is deelgenoot in een aantal internationale verdragen en conventies die van belang zijn bij de inzet voor een kwalitatieve leefomgeving. Onder andere ;
De Conventie inzake Biologische Diversiteit (CBD 1992) is gericht op het behoud van de ecologische basis van de aarde in combinatie met economische ontwikkeling. Ondertekend door 195 landen.
De ontwikkelingsagenda Sustainable Development Goals (SDG’s). Ondertekend door 193 lidstaten van de Verenigde Naties.
Kortom er is werk aan de winkel voor alle overheden om vergroening van de leefomgeving ter hand te nemen.
Het is dus tijd om bij werkzaamheden in de openbare ruimte door gemeenten en waterschappen groen en daarin zeker bomen sterk te positioneren. Het Norminstituut Bomen biedt toegang tot kennis. Het wordt tijd dat alle provincies, gemeenten en waterschappen via een licentiehouderschap zich toegang verschaffen tot de kennis die in het Norminstituut Bomen aanwezig is. Het Norminstituut Bomen is de norm voor het verbeteren van de kwaliteitszorg rond bomen in de openbare ruimte. Voor kinderen is het Handboek Bomen junior beschikbaar. Het geen een leuke en leerzame start is om kennis te maken met het belang van bomen.
Voor overheden en een ieder die te maken heeft met werken aan bomen in de leefomgeving zou de Handreiking Omgevingswet en bomen 2021 verplichte kost moeten zijn.
Onder het kopje “Economie” is in de Bergse begroting voor 2022 de volgende zin te vinden: “Waar mogelijk vinden ook in 2022 nieuw experimenten plaats in de openbare ruimte, zoals de toepassing van biobased asfalt.” Ik moet soms een zin herkauwen in een poging te begrijpen wat er staat. Asfalt is altijd al ‘biobased’! Bitumen één der hoofdbestanddelen van asfalt is echt van organische (biologische) oorsprong. Ook de andere onderdelen zoals zand, leem en grind zijn natuurlijke componenten.
Een tipje van de sluier wordt opgelicht door de mediaberichten over een probeersel op de Klutsdorpseweg in Lepelstraat. Waar een deel van de “fossiele grondstoffen” in het asfalt is vervangen door plantaardige materialen als bindermiddel. Er gaat gekeken worden naar de levensduur, de belasting- en de weersbestendigheid. Een mooie test. Hoewel ik de albedo, water en luchtdoorlatendheid mist. Terwijl dat belangrijke elementen zijn als het gaat om de klimadaptatie en het leven in en de biodiversiteit van de bodem.
Er zijn nog meer alternatieven die ik graag onder de aandacht breng van de weginrichters. Een alternatief is bijvoorbeeld HanseGrand. Een 100 % natuurlijke bouwstof die water- en luchtdoorlatend is. Ideaal voor boomspiegels, parkeerterreinen, voet en fietspaden. Een ideale oplossing van het verharden van paden door bossen en parken. Effe anders kijken graag!