Het waterschap initiatief Phario (PHA bioplastics) heeft de titel ‘Water Innovator of the Year 2018‘ gewonnen. Phario was één van de genomineerden tijdens de Water Innovator of the Year verkiezing die georganiseerd werd door het Watervisie platform.
PHARIO is een samenwerking tussen waterschap Brabantse Delta, Waterschap De Dommel, waterschap Scheldestromen, waterschap Hollandse Delta, Wetterskip Fryslan, Energie en Grondstoffen fabriek, SNB, HVC en Paques. De PHARIO partners ondersteunen ook verder onderzoek en ontwikkeling via Wetsus en TU Delft.
Bestuurlijk ben ik betrokken bij het waterschap Brabantse Delta. Ik vind het dan ook fantastisch dat onze medewerkster Etteke Wypkema zo’n prominenten rol speelt in de ontwikkeling van bioplastic uit afvalwater. Mijn complimenten aan allen die werken aan dit mooie en maatschappelijk belangrijke project.
Gelezen
Recent is verschenen het Jaarbeeld 2017 van het waterschap Rivierenland. Voor mij het voorbeeld hoe een waterschap kan laten zien wat het in enig jaar heeft gedaan en waarom en hoe het waterschapwerk vorm krijgt. Een jaarbeeld wat navolging verdient.
In het boek “Drinking Water” van de hand van James Salzman kwam ik de uitgifte in 1774 tegen van “Water Works notes” een vorm van bankbiljetten uitgegeven door de City of New-York. De waterwerken die met de uitgifte van deze biljetten werden gefinancierd waren niet alleen een geldrevolutie, maar waren ook een sociale revolutie. Een overheid erkende dat hier een taak lag voor de overheid om collectief een infrastructuur tot stand te brengen die belangrijk was voor de samenleving.
Gelezen/bekeken het fotoboek “Met andere ogen” over de natuur in Zundert. De natuur die van Gogh inspireerde. Een prachtige fotoboek door Riet Pijnappels en Ed Michels.
In mijn vakantie heb ik gelezen “Integral design of multifunctional flood defenses“. Een boek uitgegeven met steun van STW, een stichting die recent is opgegaan in NWO, TU Delft, de Universiteit van Wageningen en de Universiteit Twente. Het boek bevat tal van Nederlandse en buitenlandse voorbeelden hoe dijkprojecten multidisciplinair aangepakt kunnen worden om een dijk of keermiddel multifunctioneel te gebruiken. Zeker in ons land, waar de ruimte beperkt is en de grond duur, is het geboden om zo mogelijk een dijk of keermiddel multifunctioneel te gebruiken. Hierbij blijft behoud en mogelijk versterking van de waterkerende functie een voorwaarde. Voor iedere waterschapper en voor een ieder die betrokken is bij de planologie een lezenswaardig boek.
22 juni Op de eerste dag na thuiskomst van de vakantie op de Faröer eilanden de RRO vergadering van de regio Hart van Brabant met onder andere: de actualisatie prioritaire projectenlijst PAS. Daarna twee werkateliers in het kader van regionale ontwikkeldag ruimte en mobiliteit Hart van Brabant. Met als thema’s: De gebiedsopgave leisureboulevard/N 261-zone en de regionale energiestrategie in relatie tot ruimte en mobiliteit.
De bijeenkomst werd gehouden in de Hilvaria Studio’s te Hilvarenbeek, een locatie die een bezoek waard is. De gebouwen en de inrichting met kunst en de overgangen tussen binnen en buiten is prachtig. Zelfs in een bosrijke omgeving wordt slim gebruik gemaakt van water om zaken niet alleen te verfraaien maar ook te koelen. Op deze zeer warme dag was dat voor mij meer dan welkom. Want als je weken op een plek waar 10 graden standaard was en 12 graden een warme dag bent geweest, was de overgang naar 35 graden een stevige. In de vergadering, die van gemeentewege vooral de insteek had de PAS ‘ruimte’ te benutten, was ik blij dat ik aandacht kon vragen voor: het middels maatregelen ten behoeve van de natuur, PAS ‘ruimte’ te creëren. Hierbij is juist de inzet van de gemeente, in samenspraak en samenwerking met de waterschappen, gewenst en versterkt moet worden.
23 juni Een bijeenkomst ter bespreking van de vervolgtrajecten in het kader van de dijkverbeteringsopgave Geertruidenberg/Amertak en een gesprek met onze toekomstige dijkgraaf.
GEEN STROOIZOUT MAAR ‘SAP’? De wegen niet strooien met zout, maar met sap uit bermgras. Het lijkt een onwaarschijnlijk scenario, maar soms kan een wild idee mogelijkheden bieden om de verzilting door strooizout terug te dringen. Samen met de TU Delft en de aannemers Van Gelder en Van Bodegom gaat de provincie Noord-Holland onderzoeken of het mogelijk is om wegen niet te strooien met zout, maar met sap uit bermgras. Komende winter wordt er een kleine praktijkproef gedaan bij provinciale steunpunten en bij enkele provinciale bushaltes. Het begon allemaal toen Hillebrand Breuker, een projectleider bij de provincie Noord-Holland, proefde hoe zout het sap was dat overbleef na het persen van bermgras. Omdat de afdeling van Breuker ook verantwoordelijk is voor de gladheidbestrijding, was de link snel gemaakt. TU Delft gaat onderzoeken of het grassap kan werken als gladheidbestrijding. Dat gebeurt met een relatief eenvoudige proef. Er worden grote ijsklonten gemaakt en daar wordt grassap en strooizout op gegoten. Daarna wordt op vaste tijden gemeten hoeveel vloeistof eraf komt. Zo kan in beeld worden gebracht hoe goed de dooiwerking is ten opzichte van normaal strooizout.
Voor mij als waterschapsbestuurder zijn dit prachtige proeven. Hiermee wordt mogelijk een toepassing gevonden voor bermmaaisel en tegelijkertijd kan de verzilting als gevolg van strooizout worden teruggedrongen. Er komt, bij de toepassing van dit sap, geen nieuw zout meer in het watersysteem en het zout wat in de bodem zit wordt, via de gemaaide planten, opnieuw gebruikt en zal door afvloei ook langzaam uit het water- en bodemsysteem verdwijnen. Dat kan op de lange termijn betekenen dat het sap uit bermmaaisel minder zout wordt en op den duur minder bruikbaar. Dan zal uiteindelijk toch weer tot het (deels) toepassen van strooizout moeten worden overgegaan. Maar iedere vermindering van het gebruik van strooizout is, ook al is het tijdelijk, belangrijk. Ik zie uit naar de resultaten, om het dan mogelijk ook in het werkgebied van ons waterschap toe te kunnen gaan passen. Voor meer informatie lees het artikel op de website van de provincie Noord-Holland.
13 juni Vandaag de gehele dag doorgebracht in Enschede en omgeving op de bestuurdersdag van de Unie georganiseerd door het waterschap Vechtstromen. De start van het officiële programma was een lied gezongen door Ellen ten Damme, grotendeels bestaande uit de tekst van het gedicht van Hendrik Marsman “Herinnering aan Holland”
“Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan,
rijen ondenkbaar ijle populieren als hooge pluimen aan den einder staan;
en in de geweldige ruimte verzonken de boerderijen verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen, geknotte torens, kerken en olmen in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag en de zon wordt er langzaam in grijze veelkleurige dampen gesmoord,
en in alle gewesten wordt de stem van het water met zijn eeuwige rampen gevreesd en gehoord.”
Het werd in het jaar 2000 gekozen tot ‘Gedicht van de Eeuw’ in Nederland.
Ik ben wel vaker naar de jaarlijkse bestuurdersdag geweest, maar dit was voor mij wel de meest inspirerende opening! Daarna werden we welkom geheten door Burgemeester Onno van Veldhuizen, die meesterlijk omging met de plagende vragen over FC Twente. Hij memoreerde dat Enschede de laatste grote stadsbrand 1862 (in vredestijd) in Europa en de vuurwerkramp hadden door staan en te boven waren gekomen. In welke divisie dan ook, nu zou er weer iets moois uit voortkomen. Hij besloot met “Sta op als je voor Twente bent”. Mijn complimenten. Pas 8 maanden burgervader in Enschede en al helemaal thuis.
In de ochtend kwam ook Anne Buningh, studente aan de Universiteit van Twente, aan het woord over hoe jongeren te betrekken bij het waterschap. Het was een goed verhaal. Alleen alle ‘grijze duiven’ in de zaal vergelijken met de groten der aarde, was wel een tikkeltje overdreven.
Daarna was er een presentatie van futuroloog Wim de Ridder. Hij ging in op de toekomst van het waterschap en het waterbeheer. Op 4 februari dit jaar had ik ook het genoegen naar hem te mogen luisteren op het Rioned symposium. Er waren veel herkenningspunten. Hij voorzag een geautomatiseerde ziektediagnose op basis van ons afvalwater. Hij riep de zaal op ‘door te gaan met vernieuwen totdat iedereen zijn eigen afvalwater hergebruikt’. Hij voorzag dat de waterschappen zich zouden kunnen ontwikkelen tot regisseur van de digitalisering van het gemeentelijk waterbeheer.
In de middag koos ik voor de excursie naar de waterberging Kristalbad. Een 40 hectaren grote waterberging tussen de steden Enschede en Hengelo. Een prachtig project van het voormalige waterschap Regge en Dinkel, dat het best omschreven wordt met de woorden: “Schakel tussen stad en land , droog en nat”, te lezen op de informatieborden. In deze waterberging worden tal van (neven)doelen gerealiseerd, zoals stedelijke uitloopgebied, EVZ, recreatiegebied en nazuivering van het effluent van een afvalwaterzuivering die afwatert in de Elsbeek. De Elsbeek loopt uiteindelijk door Hengelo en in het verleden verspreidde deze geuroverlast. Onderstaande foto’s laten een mooi geslaagd project zien dat, als het moet, 200.000 kubieke meter water kan bergen. Het mooiste vond ik dat, door compartimentering, er zelfs een soort van eb en vloed kan worden gecreëerd waardoor er een bijzondere biotoop is ontstaan. Mede hierdoor zijn er al meer dan 160 vogelsoorten waargenomen. Ondanks de weersvoorspellingen, werd het een zonnige wandeling die begon bij het Twente kanaal en eindigde bij de Hengelose kant van het Kristalbad waar de Elsbeek de berging, nagezuiverd en wel, weer verliet.
Bij het vertrek kreeg ik een tasje mee met folders en een boekwerk over het Kristalbad, een lezenswaardig boek. Ik trof ook aan een door het waterschap Vechtstromen uitgegeven waterbelevingskaart met tal van te bekijken toeristische objecten, zoals: zwemplassen, landgoederen, bouwkundige waterbezienswaardigheden (sluizen, watermolens, stuwen en gemalen). Een voorbeeld om na te volgen. Ik heb het dan ook de volgende dag gelijk laten zien aan onze afdeling communicatie.