WATERZUIVERING DONGEMOND

 


| jaar 2 | nr. 014 | 23-02-2019 |

|  WATERZUIVERING DONGEMOND | 

(geluid aanzetten in video).

Domien van den Berg vertelt over de problemen bij het zuiveren van afvalwater en over de weg van een druppel van het ene kind naar het andere kind.

 

 

 


 

 

OVER WATER 134

 

| 28-04-2018 | 13.00 uur |


 

OVER WATER 134

 

Nieuwe waterkwaliteitscheck voor stedelijk water in ontwikkeling
In veel steden en dorpen worden projecten opgezet ten behoeve van: klimaatadaptatie, duurzaam waterbeheer en de aanpak van hittestress.  Voorbeelden zijn het hergebruik van afvalwater, fonteinen, (regen)waterberging, heropening grachten/singels en waterpleinen. Mensen kunnen hierdoor meer in aanraking met water in de openbare ruimte komen, met alle mogelijke gevaren van dien. Denk aan risico’s voor de gezondheid. Het RIVM pleit er daarom voor om bij het ontwerpen, plannen, beheer en realiseren van stedelijk water stil te staan bij de kwaliteit van water. Om dit te ondersteunen is de microbiologische waterkwaliteitscheck voor stedelijk water in de maak.

Financiële prikkels voor klimaatadaptatie
Recent is verschenen het rapport ‘Financiële prikkels voor klimaatadaptatie’. In dit rapport is in kaart gebracht het vergroenen van belastingen en andere mogelijke financiële prikkels om klimaatbestendigheid te stimuleren. NextGreen en Stroom en Onderstroom inventariseerden de verschillende soorten financiële prikkels in opdracht van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Gemeenten en waterschappen kunnen deze middelen inzetten om inwoners en ondernemers te stimuleren tot het klimaatbestendig inrichten van hun gebouwen en tuinen. Gemeentelijk zou bijvoorbeeld het tarief van de rioolheffing afhankelijk kunnen worden van het watergebruik of het wel of niet afkoppelen van de regenpijp. In sommige gemeenten maken politieke partijen er al werk van. Als voorbeeld een initiatief van de PvdA en GrL in de vorm van een motie in de gemeente Lochem. De motie haalde het niet, maar het kan dienen als voorbeeld hoe het vergroenen van een heffing vorm kan krijgen.

Voedselvermalers
Voedselvermalers worden op grote schaal op websites aangeboden om geïnstalleerd te worden in uw keuken. In de USA is het heel gewoon om voedselresten te lozen in het riool. Maar in Nederland zijn ze echter, middels artikel 6 in het “Besluit lozing afvalwater huishoudens“, verboden. Dit verbod is er niet zonder reden. Voor een goede verwerking van het afvalwater en het onderhoud van riolen en persleidingen zijn voedselresten in het afvalwater niet alleen niet goed voor het milieu, het is ook kostbaar en leidt tot hogere tarieven bij gemeenten en waterschappen. Niet doen dus en laat u niet verleiden tot de aankoop van dergelijke apparatuur. RTL nieuws wijdde er in de zomer van 2017 al eens aandacht aan.

25 april
Op de agenda van het algemeen bestuur (AB) stond de aanvraag van het uitvoeringskrediet “aanpassen watersysteem en -kering bij Waalwijk”. Het is een miljoenen project, waarbinnen een veelheid van zaken zijn gekoppeld. Nieuwe gemalen, het oplossen van een veiligheidsprobleem, nieuwe watergangen. Het watersysteem van de Buitenpolder en de Capelsche Polder wordt toekomst bestendiger gemaakt. Het project is een essentiële randvoorwaarde om de natuurdoelen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) te kunnen realiseren in de Westelijke Langstraat.

Als DB lid heb ik hier veel uren ingestoken. Het doet mij dan ook deugd dat dit krediet van 19 miljoen met algemene stemmen door het AB ter beschikking is gesteld. Nu komt het op een tijdige uitvoering aan om op tijd aan de eisen van de PAS te gaan voldoen.  

Louis van der Kallen

 


OVER WATER 126: PHARIO EN WATERPUBLICATIES

 

| 24-02-2018 | 09.45 uur |


 

OVER WATER 126: PHARIO EN WATERPUBLICATIES

 

Het waterschap initiatief Phario (PHA bioplastics) heeft de titel ‘Water Innovator of the Year 2018‘ gewonnen. Phario was één van de genomineerden tijdens de Water Innovator of the Year verkiezing die georganiseerd werd door het Watervisie platform.

PHARIO is een samenwerking tussen waterschap Brabantse Delta, Waterschap De Dommel, waterschap Scheldestromen, waterschap Hollandse Delta, Wetterskip Fryslan, Energie en Grondstoffen fabriek, SNB, HVC en Paques. De PHARIO partners ondersteunen ook verder onderzoek en ontwikkeling via Wetsus en TU Delft.

Bestuurlijk ben ik betrokken bij het waterschap Brabantse Delta. Ik vind het dan ook fantastisch dat onze medewerkster Etteke Wypkema zo’n prominenten rol speelt in de ontwikkeling van bioplastic uit afvalwater. Mijn complimenten aan allen die werken aan dit mooie en maatschappelijk belangrijke project.

Gelezen

  • Recent is verschenen het Jaarbeeld 2017 van het waterschap Rivierenland. Voor mij het voorbeeld hoe een waterschap kan laten zien wat het in enig jaar heeft gedaan en waarom en hoe het waterschapwerk vorm krijgt. Een jaarbeeld wat navolging verdient.
  • In het boek “Drinking Water” van de hand van James Salzman kwam ik de uitgifte in 1774 tegen van “Water Works notes” een vorm van bankbiljetten uitgegeven door de City of New-York. De waterwerken die met de uitgifte van deze biljetten werden gefinancierd waren niet alleen een geldrevolutie, maar waren ook een sociale revolutie. Een overheid erkende dat hier een taak lag voor de overheid om collectief een infrastructuur tot stand te brengen die belangrijk was voor de samenleving.
  • Gelezen/bekeken het fotoboek “Met andere ogen” over de natuur in Zundert. De natuur die van Gogh inspireerde. Een prachtige fotoboek door Riet Pijnappels en Ed Michels.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 106: KLIMAAT EN DE GEMEENTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

 

| 26-08-2017 | 13.00 uur |


 

OVER WATER – 106

 

Wat betekent het veranderend klimaat voor de eigen gemeente?

Investeringen in rioleringen zijn in de toekomst een forse gemeentelijke opgave. Het klimaat verandert en dat zal ook in de komende 20 tot 30 jaar, ook in Bergen op Zoom, tot een forse stijging van de lasten betekenen. Riolering is meer dan een technische zaak en vraagt om bestuurlijke keuzes, waarbij het van belang is de doelstellingen scherp op het beeldvlies te krijgen van ieder gemeenteraadslid.

In alle klimaatscenario’s nemen zware buien in aantal en hevigheid toe, maar blijven incidenteel en plaatselijk. Hoe kan de gemeente hiermee omgaan? Om die vraag te kunnen beantwoorden is het goed na te denken en invulling te geven aan de vraag: wat de gemeentelijke doelstellingen/redenen/vraagstukken zijn ten aanzien van rioleringen?

  • De riolering beschermt de gezondheid en zorgt voor droge voeten
  • Behalve afvalwater verwerkt de riolering ook hemel- en grondwater
  • Hoe verdelen we de kosten over de generaties?
  • Hoe hoog wordt de rioolheffing op termijn?
  • Hoe regelen we het rioolbeheer?
  • Is daarvoor een rioleringsplan (GRP) nodig?
  • Welke functie vervult stedelijk oppervlaktewater daarin?
  • Bewoners en bedrijven kunnen hemelwater opvangen op eigen terrein. Heeft uw gemeente vastgelegd wat zij van bewoners en bedrijven verwacht?
  • Grondwater is complex en raakt de burger vaak direct. Grondwater is de verantwoordelijkheid van de grondeigenaar. De gemeente kan wel deel uitmaken van de oplossing. Wil de gemeenteraad dat en hoe dan?
  • Het Bestuursakkoord Water (BAW) beoogt het heroverwegen van investeringen. Wat is écht nodig? Is een maatregel met feiten onderbouwd?
  • Daarnaast moet een betere afstemming tussen gemeenten onderling en met het waterschap leiden tot besparingen. Is dat goed geregeld en worden de in het BAW afgesproken besparingen ook gerealiseerd?

Meer informatie is te vinden op https://www.rioolenraad.nl/

Steeds meer gemeenten gaan hun inwoners verplichten om regenwater op het eigen terrein te houden en niet op de riolering te lozen. Zelfs een ’tegeltax’ wordt overwogen. Ik schreef daar eerder over. Afkoppelen van regenpijpen wordt steeds vaker door gemeenten verplicht gesteld.  Sommige gemeenten gebruiken daarbij de modelverordening van de VNG, die gaat best ver. Wie niet meewerkt aan het afkoppelen van de regenpijp kan dan te maken krijgen met drie maanden cel of een boete van € 4.050,-. De verplichting tot afkoppelen geldt dan vaak voor aangewezen gebieden. In de praktijk lozen vrijwel alle huis- en perceeleigenaren het overtollige regenwater van hun perceel op de riolering. Dit terwijl zij sinds 2009 in principe zelf verantwoordelijk zijn om het regenwater op het eigen terrein te verwerken. Het is een wettelijke verplichting, waar de meeste huiseigenaren zich niet van bewust zijn. Soms is verwerken/bergen op het perceel niet mogelijk of moeilijk. Denk aan binnensteden of geheel bebouwde percelen. Toch zal men er rekening mee moeten gaan houden dat in de toekomst zij ook hun regenwaterprobleem meer zelf op moeten gaan lossen. Zeker als zij aantoonbaar medeveroorzaker zijn van wateroverlast in lager gelegen percelen/straten of wijken.

De meeste huiseigenaren kunnen zelf maatregelen treffen om de wateroverlast, deels afkomstig van hun perceel, tegen te gaan, bijvoorbeeld door het plaatsen van een regenton. Ook kunnen eigenaren van bebouwingen zelf meer structurele maatregelen nemen, zoals door opritten en terrassen lager aan te leggen dan het huis, zodat zij kunnen dienen als tijdelijke waterberging bij extreme regenval. Ook de aanleg van groen in de tuin in plaats van verharde oppervlakken of het aanleggen van een grindbed of drainagekuil kunnen een forse bijdrage leveren aan de beperking van wateroverlast. Het is tijd dat gemeenteraden gaan nadenken of de verplichting om af te koppelen niet iets is voor bepaalde delen van de eigen gemeente, te beginnen bij nieuw te bouwen wijken.

24 augustus
Veldbezoek met vertegenwoordigers van Staatsbosbeheer en met de wethouders Paul de Beer van Breda en Jan van Hal van Etten-Leur in het gebied Noordrand Midden. We bezochten de deelgebieden Kelsdonk/Zwermlaken, De Berk, Strijpen, Zwartenbergsche Polder en Weimeren ter oriëntatie op de meekoppelkansen voor toerisme en recreatie bij de natuurontwikkeling en hydrologisch herstel van deze natte natuurparel.

Louis van der Kallen



OVER WATER – 50: REBOOT 2020

 

| 23-07-2016 | 10.20 uur |


 


OVER WATER – 50 

 

15 juli
futureIn de middag naar de afscheidsreceptie van wethouder Bons van Halderberge met een lezing van trendwatcher Sander Duivestein onder de titel “Reboot 2020, the future is now”. Hij stelde dat: ‘wij allemaal geïnteresseerd zijn in de toekomst omdat wij daarin zullen leven’. Hij constateerde een versnelde verandering. Als voorbeeld verwees hij naar Pokémon Go dat in een week tijd meer dan vijftig miljoen spelers kende. De reactie van veel bedrijven op die ‘versnellende verandering’ was dat zij proberen het probleem in stand te houden, waarvoor zij eens de oplossing waren. Hij constateerde dat de gemiddelde levensduur van bedrijven radicaal omlaag aan het gaan was en dat dit proces nog veel verder zou gaan. “Wij moeten aan de slag om de nieuwe technologie te omarmen” was een soort van mantra. Ik constateerde dat de woorden “Wij moeten” in zijn lezing meer dan twintig keer door hem uitgesproken werden. Zelf ben ik niet zo voor ‘wij moeten’. We zijn mensen. Denkende wezens met een eigen wil. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw schreef ik er over hoe in het verleden technologische veranderingen de levenskwaliteit van grote groepen mensen radicaal verslechterde. En dat slechts kleine aantallen er in eerste instantie rijker van werden. Ik schreef toen ook een partij programma over hoe de politiek daarmee om zou kunnen gaan. Data waren in zijn beleving “de nieuwe olie”. “Privacy de nieuw atoombom”. Hij stelde ons als toehoorders de vraag: “zijn we niet allemaal een beetje voor God aan het spelen?”. “We moeten wel”, was zijn benadering. Techniek is in zijn beleving bedoelt om ons te helpen, maar we vinden het lastig. Het laatste deel van die stelling onderschrijf ik. Maar ik vind het niet alleen lastig, ik vraag mij zelf ook vaak af: wil ik dit wel? Ondanks zijn interessante lezing en zijn “we moeten” mantra, zie ik tal van voorbeelden dat veel van die vernieuwingen gepaard gaan met vernielingen van menselijke leefsferen en helaas slechts enkelen er echt beter van worden. Ik denk dat veel van de huidige maatschappelijke problemen voortkomen uit de te hoge snelheid van de (technologische) veranderingen. En dat, net als ten tijden van de mechanisatie, er grote groepen mensen zijn die er in kwaliteit van leven niet op vooruitgaan en soms zelfs aan de zelfkant van het leven terecht komen. Wat mij betreft moeten we niks en is het aan ons en de door ons gekozen politici om te bepalen wat we willen. Hoewel ik mijn hele werkzame leven heb gewerkt in research en development en zelf heb meegewerkt aan wat genoemd wordt de technische vooruitgang (inclusief als uitvinder een patent op mijn naam), heb ik ook gezien wat technologische vernieuwingen kunnen aanrichten op het vlak van natuur, cultuur en menselijke waarden.  Ik blijf vraagtekens zetten en mij afvragen wie wordt hier beter van? Wij moeten niets. Wij, mensen willen onze toekomst zelf kunnen blijven bepalen. 

Als een wethouder afscheid neemt, bevatten de veelal vriendelijke woorden, uitgesproken door de burgemeester en de fractievoorzitter van de scheidende wethouder, altijd wat de goede man of vrouw als wethouder allemaal gepresteerd heeft. Zo ook bij wethouder Bons. Zijn prestaties in de financieel moeilijke jaren na het begin van de crisis waren onder andere nieuwe wegen, nieuwe onderwijshuisvesting en nieuwe buitensportfaciliteiten. Vast allemaal goede zaken voor Halderberge. Maar wat er aan ontbreekt is welke schulden voor die projecten allemaal zijn aangegaan en het feit dat de gemeentelijke begrotingen voor de komende dertig door al die mooie zaken, door afschrijvingen, voor miljoenen zullen worden belast. Het rare is, je krijgt lof voor de materiele zaken die zijn gebouwd maar de gemeenteraad, je opvolgers en de burgers moeten er de komende tientallen jaren voor betalen en daar krijgen ze vast geen lof voor bij hun vertrek. Voordat de lezer denkt dat ik een hekel aan wethouder Bons zou hebben gehad, wil ik stellen dat ik Peter Bons heb mogen ervaren als een buitengewoon hard werkende wethouder met hart voor zijn gemeente en de taken waarvoor hij gesteld werd. Hij verdiende dan ook de vele complimenten die hem werden toegezwaaid. Maar soms ben ik gewoon een zeurpiet, die de puntjes op de i wil zetten om bestuurders er van bewust te maken dat niet alles even zichtbaar is voor een gewone burger en dat alles wat een gemeente, waterschap of provincie realiseert soms vele tientallen jaren later nog steeds geld kost. 

Soms doe je als receptiebezoeker nog een leermoment op. Als bestuurder moet je soms prioriteiten stellen en kijk je hoe je een bezoek, zoals aan een receptie van een collega bestuurder, het beste kan plannen. In de uitnodiging voor de receptie van Peter Bons stond dat de receptie zou duren van 13.00 uur tot 16.00 uur en dat tussen 13.30 en 14.15 uur er op verzoek van Peter Bons een lezing zou zijn van trendwatcher Sander Duivestein. Als nietsvermoedende receptieganger denk je dan: ik ga vroeg, schud Peter de hand en bedank hem voor de goede samenwerking, overhandig een presentje en geniet van de lezing en kan ik om 14.30 uur  met goed fatsoen weer richting een andere afspraak.  Niets bleek minder waar. De receptie begon niet, zoals op de uitnodiging stond, om 13.00 uur. Dat was de inloop. De persoon, waar het bij zo’n gelegenheid allemaal omdraait, zat nog aan de lunch met het college van B&W. Toen hij binnen kwam begon gelijk de lezing. Die begon redelijk op tijd. Maar wat direct daarna volgde waren alle warme woorden en na die lofuitingen het nawoord van de vertrekkende wethouder. Tijdens die toespraken kan ik natuurlijk niet aan de kuierlatten trekken. Zeker niet als ik vooraan ben gaan zitten in de verwachting dat ik direct na de lezing Peter alsnog de hand kan schudden en dan gelijk kan vertrekken. Het werd 15.25 uur voordat de toespraken waren afgelopen en ik Peter als eerste kon bedanken en hem het beste voor de toekomst toe kon wensen. Ik was meer dan een uur later dan ik gepland had weer bij mijn auto. Wat heb ik er van geleerd en mogelijk u ook? Bij weinig tijd, ga op het einde van een dergelijke bijeenkomst. Tien voor vier had me een stuk minder tijd gekost. Ik had dan wel een mooie inspirerende lezing gemist.   

19 juli
In de morgen DB vergadering met onder andere de agendapunten: een aanvullend uitvoeringskrediet voor de renovatie van rioolgemalen, een uitvoeringskrediet voor de instandhouding van afvalwatertransportleidingen, het afvalwaterakkoord met de gemeente Bergen op Zoom, een uitvoeringskrediet voor het aanpassen en optimaliseren van gemalen en stuwen en de verlichting van sluiscomplexen en het ontwerp projectplan uitbreiding waterberging sportpark Fijnaart fase 2. 

In de middag een portefeuillehouderoverleg over de plannen van Waalwijk voor de realisering van een nieuwe haven.

20 juli
beeld den boschOp deze warmste 20 juli ooit moest ik op het heetst van de dag naar ‘s-Hertogenbosch voor de bestuurlijke begeleidingsgroep A58. Gezien de hitte besloot ik geheel tegen mijn gewoonte te parkeren in een parkeergarage nabij het kantoor van Rijkswaterstaat (ik vermijd dit soort plaatsen vanwege de slechte luchtkwaliteit en omdat ik de parkeerplaatsen in de regel te krap vind voor mijn matige parkeerkwaliteiten) . Daardoor kwam ik bij mijn wandeling van het kantoor van RWS op het Anne Frankplein wel twee prachtige beelden tegen van Fernando Sánchez Castillo, met de tekst; “Fundido con cañones tomados al enemigo en la guerra de Africa en 1860” (gegoten met kanonnen afkomstig van de vijand in de oorlog in Afrika in 1860). Ik kon geen uitleg van de beelden vinden maar voor mij betekende de beelden dat oorlog zelfs de krijgshaftige leeuwen hun stoerheid ontneemt en de leegheid van heldendom en stoerheid etaleert.

In de bijeenkomst werden een aantal zaken die de aanpak van de A58 betreffen gepresenteerd. Ik ben heel tevreden met het gegeven dat het knooppunt Sint Annabosch circulair ontworpen gaat worden. Ook bleek dat mijn oorspronkelijke gedachte (op basis van de stukken), dat er weinig ruimte zou zijn voor meer dan alleen de verkeerskundige verbetering, niet terecht. Met name de koppeling met de innovatieve opgave geeft mij moed dat er ook voor een combinatie van opgaven (klimaatadaptatie, geluid, fijnstof, EVZ’s, beekdalen) ruimte kan zijn. Zelf opperde ik dat gekeken zou kunnen worden naar de toepassing van ‘begroeid beton’ ik schreef er eerder over

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 45: VAN STROOIZOUT NAAR SAP/ UNIE BESTUURDERSDAG 2016

 

| 18-06-2016 | 17.30 uur |


 


OVER WATER – 45

 

GEEN STROOIZOUT MAAR ‘SAP’?
bermgras maaienDe wegen niet strooien met zout, maar met sap uit bermgras. Het lijkt een onwaarschijnlijk scenario, maar soms kan een wild idee mogelijkheden bieden om de verzilting door strooizout terug te dringen. Samen met de TU Delft en de aannemers Van Gelder en Van Bodegom gaat de provincie Noord-Holland onderzoeken of het mogelijk is om wegen niet te strooien met zout, maar met sap uit bermgras. Komende winter wordt er een kleine praktijkproef gedaan bij provinciale steunpunten en bij enkele provinciale bushaltes. Het begon allemaal toen Hillebrand Breuker, een projectleider bij de provincie Noord-Holland, proefde hoe zout het sap was dat overbleef na het persen van bermgras. Omdat de afdeling van Breuker ook verantwoordelijk is voor de gladheidbestrijding, was de link snel gemaakt. TU Delft gaat onderzoeken of het grassap kan werken als gladheidbestrijding. Dat gebeurt met een relatief eenvoudige proef. Er worden grote ijsklonten gemaakt en daar wordt grassap en strooizout op gegoten. Daarna wordt op vaste tijden gemeten hoeveel vloeistof eraf komt. Zo kan in beeld worden gebracht hoe goed de dooiwerking is ten opzichte van normaal strooizout.

Voor mij als waterschapsbestuurder zijn dit prachtige proeven. Hiermee wordt mogelijk een toepassing gevonden voor bermmaaisel en tegelijkertijd kan de verzilting als gevolg van strooizout worden teruggedrongen. Er komt, bij de toepassing van dit sap, geen nieuw zout meer in het watersysteem en het zout wat in de bodem zit wordt, via de gemaaide planten, opnieuw gebruikt en zal door afvloei ook langzaam uit het water- en bodemsysteem verdwijnen. Dat kan op de lange termijn betekenen dat het sap uit bermmaaisel minder zout wordt en op den duur minder bruikbaar. Dan zal uiteindelijk toch weer tot het (deels) toepassen van strooizout moeten worden overgegaan. Maar iedere vermindering van het gebruik van strooizout is, ook al is het tijdelijk, belangrijk. Ik zie uit naar de resultaten, om het dan mogelijk ook in het werkgebied van ons waterschap toe te kunnen gaan passen. Voor meer informatie lees het artikel op de website van de provincie Noord-Holland.

13 juni
best dag enschede 01Vandaag de gehele dag doorgebracht in Enschede en omgeving op de bestuurdersdag van de Unie georganiseerd door het waterschap Vechtstromen. De start van het officiële programma was een lied gezongen door Ellen ten Damme, grotendeels bestaande uit de tekst van het gedicht van Hendrik Marsman “Herinnering aan Holland”

“Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,

rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;

en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.

de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,

en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.”

Het werd in het jaar 2000 gekozen tot ‘Gedicht van de Eeuw’ in Nederland.

Ik ben wel vaker naar de jaarlijkse bestuurdersdag geweest, maar dit was voor mij wel de meest inspirerende opening! Daarna werden we welkom geheten door Burgemeester Onno van Veldhuizen, die meesterlijk omging met de plagende vragen over FC Twente. Hij memoreerde dat Enschede de laatste grote stadsbrand 1862 (in vredestijd) in Europa en de vuurwerkramp hadden door staan en te boven waren gekomen. In welke divisie dan ook, nu zou er weer iets moois uit voortkomen. Hij besloot met “Sta op als je voor Twente bent”. Mijn complimenten. Pas 8 maanden burgervader in Enschede en al helemaal thuis.

In de ochtend kwam ook Anne Buningh, studente aan de Universiteit van Twente, aan het woord over hoe jongeren te betrekken bij het waterschap. Het was een goed verhaal. Alleen alle ‘grijze duiven’ in de zaal vergelijken met de groten der aarde, was wel een tikkeltje overdreven.

Daarna was er een presentatie van futuroloog Wim de Ridder. Hij ging in op de toekomst van het waterschap en het waterbeheer. Op 4 februari dit jaar had ik ook het genoegen naar hem te mogen luisteren op het Rioned symposium. Er waren veel herkenningspunten. Hij voorzag een geautomatiseerde ziektediagnose op basis van ons afvalwater. Hij riep de zaal op ‘door te gaan met vernieuwen totdat iedereen zijn eigen afvalwater hergebruikt’. Hij voorzag dat de waterschappen zich zouden kunnen ontwikkelen tot regisseur van de digitalisering van het gemeentelijk waterbeheer.

In de middag koos ik voor de excursie naar de waterberging Kristalbad. Een 40 hectaren grote waterberging tussen de steden Enschede en Hengelo. Een prachtig project van het voormalige waterschap Regge en Dinkel, dat het best omschreven wordt met de woorden: “Schakel tussen stad en land , droog en nat”, te lezen op de informatieborden. In deze waterberging worden tal van (neven)doelen gerealiseerd, zoals stedelijke uitloopgebied, EVZ, recreatiegebied en nazuivering van het effluent van een afvalwaterzuivering die afwatert in de Elsbeek. De Elsbeek loopt uiteindelijk door Hengelo en in het verleden verspreidde deze geuroverlast. Onderstaande foto’s laten een mooi geslaagd project zien dat, als het moet, 200.000 kubieke meter water kan bergen. Het mooiste vond ik dat, door compartimentering, er zelfs een soort van eb en vloed kan worden gecreëerd waardoor er een bijzondere biotoop is ontstaan. Mede hierdoor zijn er al meer dan 160 vogelsoorten waargenomen. Ondanks de weersvoorspellingen, werd het een zonnige wandeling die begon bij het Twente kanaal en eindigde bij de Hengelose kant van het Kristalbad waar de Elsbeek de berging, nagezuiverd en wel, weer verliet.

Bij het vertrek kreeg ik een tasje mee met folders en een boekwerk over het Kristalbad, een lezenswaardig boek. Ik trof ook aan een door het waterschap Vechtstromen uitgegeven waterbelevingskaart met tal van te bekijken toeristische objecten, zoals: zwemplassen, landgoederen, bouwkundige waterbezienswaardigheden (sluizen, watermolens, stuwen en gemalen). Een voorbeeld om na te volgen. Ik heb het dan ook de volgende dag gelijk laten zien aan onze afdeling communicatie.

Louis van der Kallen

best dag enschede 02 best dag enschede 03 best dag enschede 04

 

 


OVER WATER – 35

 

| 01-04-2016 | 14.50 uur |


 


OVER WATER – 35

In november 2015 schreef ik een artikel met als titel: “Resistente bacteriën en onze zuiveringen“. De kern was dat resistente bacteriën een groeiend probleem zijn en dat aanpak  mogelijk zal leiden tot andere of aangepaste zuiveringsmethoden van afvalwater. Het doet mij dan ook deugd dat in de rioolwaterzuiveringsinstallatie Papendrecht van Waterschap Rivierenland een proef wordt gestart om microverontreinigingen zoals geneesmiddelenresten uit rioolwater te halen. Waterschap Brabantse Delta is één van de dertien partners die middels het project Schone Maaswaterketen meedoet in deze proef. De deelnemers bundelen hun kennis en expertise. In dit project wordt PACAS (Powdered Activated Carbon in Activated Sludge, een vorm van actieve kool) toegevoegd aan het actief slib. Dit proces levert naar verwachting goede verwijderingsrendementen, lage initiële investeringskosten en lagere totale kosten dan bestaande nageschakelde technologieën. PACAS is een speciaal behandelde koolstof die allerlei stoffen aan zich kan binden. De methode is niet nieuw, maar het is wel voor het eerst dat het in een bestaand zuiveringsproces wordt toegepast. In de zuiveringsinstallatie Papendrecht kan het zuiveringsproces met en zonder PACAS tegelijkertijd en naast elkaar plaatsvinden. De proef start in de tweede helft van 2016 en loopt negen maanden waardoor het effect van PACAS bij zowel warm als koud weer kan worden vastgesteld.  

29 maart
Dagelijks Bestuursvergadering met als onderwerpen onder andere: de kadernota, de meervoudige centrumregeling winnend samenwerken, het ontwerp projectplan EVZ Kibbelvaart Halderberge, de managementletter 2016-1 en de terugmelding onderzoek gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten in de boomteelt en akkerbouw.

treurwilg 0230 maart
Bestuurlijk overleg met wethouder Jan Willem Stoop van de gemeente Drimmelen inzake de fietsverbinding Hazensedijk. Grondonderzoek heeft aangetoond dat op de plek, waar de gemeente graag een op/afrit zou willen realiseren, de conditie van de waterkering onvoldoende is. Alternatieven worden nader bekeken.

In de middag portefeuillehouderoverleg met onder andere de onderwerpen: de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak, PAS en de gevolgen voor onze rol bij de natte natuurparels (Natura 2000 gebieden) en de stormschade aan de treurwilg op de dijk bij de Overdiepse Polder. Deze boom maakt een wezenlijk deel uit van het herdenkingsmonument ter nagedachtenis aan de gevallenen bij de slag om Kapelscheveer. De treurwilg werd in de slag nagenoeg totaal vernietigd, maar overleefde en herleefde net als zijn omgeving. De treurwilg maakt deel uit van een uniek monument. Mijn uitgangspunt is dat de inzet moet zijn de boom een overlevingskans te bieden. Snel ingrijpen is dus noodzakelijk om deze boom die kans te geven. Hij is onlosmakelijk verbonden met de slag en het monument. Niet alleen voor de bewoners van de Overdiepse Polder maar voor gehele omgeving.

treurwilg 0131 maart

De conferentie ‘Brabant gaat Circulair” in de werkplaats de Gruyter in Den Bosch met een aantal boeiende lezingen over de noodzakelijke transitie naar een circulaire economie met onder andere een presentatie van Han van Kasteren van Telos.

Tijdens de netwerktijd heb ik een gesprek gehad met wethouder Jan van Groos over de treurwilg. Helder was dat wij als overheden geen beste beurt zouden maken als de treurwilg bij het monument in de Overdiepse Polder verloren zou gaan.

Louis van der Kallen     

 


OVER WATER – 32: (BURGER)PARTICIPATIE

 

| 12-03-2016 | 01.00 uur |


 


OVER WATER – 32

 

9 maart
Een thema AB over over (burger)participatie. Het thema begon met een inspirerend Youtube filmpje, gemaakt in opdracht van het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden door Jan Willem Zeelenberg. Waarom doen we het? Wat verwachten we er van? Hoe willen we het vormgeven? Het is moeilijker dan menigeen denkt. Een begin van de antwoorden is voor mij gelegen in: het is onvermijdelijk, we hebben elkaar nodig, we hebben dezelfde belangen (veiligheid, schoon water), we versterken ermee de betrokkenheid en vergroten het draagvlak voor de invulling van onze taken. We moeten wel beseffen dat we dan ook oog moeten hebben voor de belangen van de deelnemers en niet alleen voor onze taken en wat dat kost. Mijn ervaringen tot nu toe met participatie van burgers en overheden is niet zonder drempels. Het principe van Rutte 1 was: “Je gaat er over of niet”, terug naar je kerntaken. Nu zouden we met (burger)participatie in ons achterhoofd moeten gaan voor ‘grensontkennend samenwerken’. Kortom we moeten bereid zijn ons bijna overal mee te bemoeien. Een hele overgang. Dat wordt het zeker als je onze Commissaris van de Koning zou moeten volgen met zijn term “eigenschaligheid”. Werk dat maar eens uit als het over dijkverbeteringen gaat. Maar we schijnen er niet aan te ontkomen. We moeten in gesprek met burgers en andere overheden. Zeker als ze ons benaderen met voorstellen over zaken die (mede) gaan over water. Mij past het wel want ik ga graag in gesprek met burgers.

vispas2016_NEWWe konden ons verdiepen op vijf mogelijke participatie onderwerpen: bioplastic uit afvalwater, beheer en onderhoud door derden, vluchtelingen en het waterschap, wateroverlast in stad en platteland en overheidsparticipatie. Ieder kon deelnemen in twee rondes bij twee onderwerpen. Ik koos als eerste onderwerp voor ‘vluchtelingen en het waterschap’. De collega’s die ook voor dat onderwerp kozen waren deels te verwachten: afkomstig uit de PvdA fractie, de fractie van Water Natuurlijk, een FNV’er uit bedrijfgebouwd, een agrariër en ondergetekende. We zagen kansen voor vluchtelingen om iets op te steken en voor ons om meer te leren over culturen en samenlevingen die meer gericht zijn op waterschaarste dan de onze. Mijn stelling in de discussie was: “in iedere auto van een beverrattenbestrijder is een stoel vrij.” Als het gaat om de regels, want vluchtelingen mogen haast niks zolang ze geen status hebben, was het gevoelen dat, zoals de sommige pastoors het soms zeggen, het makkelijker is om vergeving te vragen dan om toestemming. Onze regels zijn soms absurd. Ik schreef eerder over op mijn facebook pagina over het verhaal van een vluchteling, die vanuit het kamp Heumensoord graag met een hengel aan de Waalkade zit en bij gebrek aan iets anders probeert de gang van zaken in de stad te doorgronden. Hij doet iets wat niet mag. Vissen zonder vergunning! Niet omdat hij geen vergunning zou willen hebben, hij is er zelfs om geweest, maar om een vergunning te halen moet je niet alleen geld hebben, maar ook een burgerservicenummer. Hij heeft alleen een V-nummer en daarmee kan je geen visvergunning aanvragen, ook al heb je het geld bij elkaar gekregen. Welkom in Nederland! Dus als er bij het waterschap vluchtelingen een voor hen zinvolle dagbesteding kunnen vinden zijn ze welkom ook als we de regels iets moeten buigen. Mijn hele discussie groep was het daarmee eens.

Voor de tweede ronde sloot ik aan bij het onderwerp; bioplastic uit afvalwater. Niet zo gek voor iemand die tientallen jaren werkzaam is geweest in de R&D op een kunstharsfabriek. Mijn conclusie was dat we nog een lange weg te gaan hebben. Een kilo bioplastic uit afvalwater maken levert nog geen levensvatbaar productieproces op. Noch is het helder dat je een product hebt dat te verwerken is tot een verkoopbaar eindproduct. Hier zal in kennis, durf  en geld geïnvesteerd moeten worden. Maar de vraag is dan hoe en door wie? Mijn uitgangspunt: Heb lef!

10 maart
De gehele dag een symposium bijgewoond over “onbegrensde samenwerking” georganiseerd door het Water Governance Centre. Een leerzame bijeenkomst die bijgewoond werd door 130 overwegend grijze mannen en wat vrouwen en welgeteld 2 studenten. Een verhouding die het ergste doet vrezen voor de toekomst. Ik woonde 3 werkbijeenkomsten bij: “sociale innovatie”, “partnerschap in de regio” en “institutioneel is elke samenwerking mogelijk, het ontbreekt aan lef”.

Zelf heb ik het meest genoten van Stefan Kuks (watergraaf van het waterschap Vechtstromen en bijzonder hoogleraar innovatie aan de TU Twente). Hij maakte helder dat de tijd van de Trias Politica ver achter ons ligt. In zijn benadering is er zeker sprake van zeven machten in het politiek systeem. Hij vulde de Trias (de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtelijke macht) aan met de macht van de ambtenaren, de macht van de lobbyisten, de macht van de adviseurs en de macht van de media. In zijn verhaal gaf hij mij ook een verklaring voor de uitslag die ik boekte bij de waterschapsverkiezing in Bergen op Zoom (37,7 %). In gemeenteraadstermen 13 zetels. De kiezer kiest bij waterschapsverkiezingen niet voor liberale, christen democratische of socialistische dijken, maar voor deskundigheid was zijn stelling. Daarom is verklaarbaar waarom (als de uitslag van de waterschapsverkiezing vergeleken wordt met die van de Staten die op dezelfde dag gehouden werden) zelfs circa 800 Bergse VVD stemmers bij de waterschapsverkiezing, ondanks dat ze ook op de VVD konden stemmen, op Ons Water, mijn waterpartij, stemden. Die kiezers gaven volgens Kuks het signaal dat zij geen behoefte hebben aan een verpolitiekt waterschap, maar kiezen voor een waterschap dat bestuurd wordt door experts, zoals dat honderden jaren het gebruik was. Nu is het aan de landsregering om het onzalige besluit van het lijstenstelsel bij de waterschapsverkiezing, en daarmee de deur open zette voor de politiek in de waterschapswereld, terug te draaien.

Bij het afscheid kreeg ik het boekje “Building blocks for good water governance” uitgereikt.
Voor de komende weken weer wat leesvoer.

Louis van der Kallen     

 


OVER WATER – 5

 

| 04-07-2015 | 19:00 uur |


 

22 juni
De eerste dag na de vakantie werd ik als DB lid uitgebreid ‘bijgepraat’ over de stand van zaken met betrekking tot de Overdiepse Polder, de komende uittreding van het waterschap uit de gemeenschappelijke regeling van het Regionaal Archief West-Brabant (RAWB) en de projecten in de gemeenten Gilze-Rijen, Dongen en Loon op Zand.

23 juni
Een symposium/workshop van PPSnetwerk Nederland te Utrecht over ‘asset management’ en  geïntegreerde contractvormen voor het aanbesteden van onderhoud.

24 juni
Stuurgroep overleg Hart van Brabant in Tilburg over de stand van zaken van diverse samenwerkingsprojecten in het kader van doelmatig waterbeheer.
Daarna in Oudenbosch de vergadering van het algemeen bestuur van het RAWB.
In de avond in Breda de bijeenkomst van de werkgroep cultuur waar, nu met ambtelijke ondersteuning, met drie andere algemeen bestuursleden van het waterschap wordt na gedacht over hoe het algemeen bestuur meer aan het begin bij de beleidsvorming betrokken kan worden. 

26 juni
Weer even bij praten op het waterschap over de toekomstige status van de dijk langs het Drongelens Kanaal en over de afwikkeling van de waterschapsdeelname aan het Regionaal Archief West-Brabant. Maar ook uitleg over de werking van mijn telefoon. Ik ben niet zo handig met z’n apparaat.

27 juni
waterzuivering bathVandaag op excursie geweest met het Algemeen Bestuur met o.a. uitleg over afvalwater zuiveren en een bezoek aan de waterzuivering bij Bath. En een bezoek, met uitleg en wandeling, aan het anti-verdrogingsproject Jagerslust op de Brabantse Wal. Een exposé van onze muskusratvangers. En tot slot een bezoek aan de dijkverbeteringswerken in het kader van de waterberging op het Volkerak-Zoommeer met een busrit over de Markiezaatskade. Speciaal voor het gezelschap gingen de hekken even open. Wat dan opvalt is dat slechts gedeelten van de Markiezaatskade versterkt worden. Wat uiteindelijk qua landschappelijk schoon geen schoonheidsprijs zal opleveren. Wat ik zo mooi vond aan de compartimenteringswerken, die uitgevoerd werden in het kader van de Deltawerken, waren de strakke uniforme lijnen in het landschap. Dit nu is met de Markiezaatskade straks niet meer het geval. Terwijl er formeel in het kader van de Ruimte voor de Rivierprojecten een kwaliteitsteam van Rijkswaterstaat is voor de landschappelijke schoonheid, heb ik nu de indruk dat ze bij de beoordeling van dit project alleen oog hebben gehad om voor zo weinig mogelijk geld de veiligheidsnormen te halen. Een gemiste kans.

Louis van der Kallen

 


VRAGEN OECD STUDIE – 0049

 


 

Bergen op Zoom, 1 juni 2014

Aan het Dagelijks Bestuur van het

Waterschap Brabantse Delta

Per e-mail

 

Betreft: Vragen OECD studie, kenmerk 0049

 

Geacht Dagelijks Bestuur,

Recent is verschenen de OECD studie “Water Governance in the Netherlands, Fit for the future.  In deze brief zal steeds naar aanleiding van een aantal citaten uit dat rapport een aantal vragen/overwegingen door de fractie Ons Water/Waterbreed onder uw aandacht gebracht worden.

Bewustwording

Pagina 68
Raising awareness about flood risks seeks to influence behavior in various ways and can take a number of forms. The focus on emergency preparedness in the multi-layer safety approach can make an important contribution, as emergency simulations both raise awareness and identify potential gaps for improvement.”

Pagina 69
“In general, the property market does not currently reflect flood risks (e.g. via differentiated property prices reflecting various levels of exposure to flood risk), nor are property owners or renters systematically informed about flood risk in the course of property transactions, as is common practice in some other OECD countries. In addition to current efforts to raise awareness (e.g. information provision and awareness-raising campaigns) of flood risk, the government could put in place policy instruments that systematically inform citizens about the flood risk they face and thereby influence their decisions related to exposure and vulnerability.”

Pagina 129
“The private sector can also contribute to better water governance if it is aware of where its responsibilities begin and end. New governance approaches should aim to increase citizens awareness about water management and empower to carry out their responsibilities in this field.”

Pagina 150
A mechanism to provide for informed public debate about the acceptable level of flood risk could be established. It could serve multiple purposes, including raising public awareness of flood risk, solidifying the willingness to pay for current and future flood protection to achieve high levels of safety in recognition of the associated costs, and reinforcing the social contract to commit to a safe Netherlands today and in the future that can secure steady financial flows for flood protection.”

Bovenstaande citaten laten zien dat volgens de opstellers van het rapport het bewustzijn van de risico’s van overstromingen bij inwoners van ons land te gering is.

Het rapport beveelt nadrukkelijk aan onze inwoners meer bewust te maken van de risico’s van overstroming. Het bevreemdt ons dan ook dat de titel van het waterschapsnieuws (uitgave mei 2014) was: “We voelen ons veilig in Nederland, dat kunnen we samen zo houden”.

Een dergelijke titel past naar de opvatting van de fractie Ons Water/Waterbreed niet in een aanpak gericht op verhoging van het bewust zijn van onze ingezetenen ten aanzien van de risico’s van overstromingen. Wat zijn de plannen van uw DB om dat bewustzijn te verbeteren?

Bescherming wateroverlast/Ruimtelijke Ordening

Pagina 21
“As a consequence, ongoing spatial development, at times in highly unfavourable locations from a water management perspective, increases exposure to flood risk, leading to the escalation of costs of water management, today and in the future.”

Pagina 22
“As mentioned above, those who create liabilities (e.g. building in flood-prone areas or polluting freshwater) do not pay the costs associated with their actions (additional costs for protection against flood).”

Pagina 80
“Long-term scenarios for protection from sea level rise. Some experts have already questioned the economic sustainability of the prevailing policies if sea levels rise above a certain threshold. The costs may become prohibitive and alternative options may be considered. Does it make sence to aggregate population and assets in the Randstad? Or could other, less vulnerable locations be considered for some people and/or activities?”

Pagina 109
“Regional water authorities have no competence to stop harmful developments or to encourage municipalities to take adequate measures to safeguard water interests. The responsibility for financing measures aimed at reducing water nuisance and flooding in such cases is also unclear.”

Pagina 112
“Problems still arise with integrated project procedures, especially in cases where spatial planning an water goals clash.”

Pagina 113
“Integrated projects can be hindered by the mismatch between long-term safety goals, short-term economic profits, and development and land-use goals.”

Pagina 152
“Currently, there is an absence of incentives to change the trend of increasing exposure to flood risk. The trend of increasing exposure to flood risk is driven by on going spatial development, at times in highly unfavourable locations, from a water management perspective. This leads to the escalation of costs, today and in the future.”

Pagina 153
“The distribution of the costs and benefits of spatial development perpetuates the ‘snowball’ effect, driving up the long-term cost of water management. Once spatial development has taken place, path dependency restricts the available risk management options, as alternatives to risk prevention become increasingly less feasible, either economically or politically.”

Pagina 155
“decisions about spatial development have direct consequences for water and flood management and the associated cost. At present, residential and commercial development continue to expand their claims to public space in low-lying areas. These spatial developments are among the key cost drivers for water management, locking in futere financial liabilities.”

Pagina 163
“As an instrument to assess the impact on water management of spatial development, the Water Assessment could be strengthened and made more effective in influencing spatial development decisions.

Bovenstaande citaten laten zien dat volgens de opstellers van het rapport de invloed van de waterschappen bij de ruimtelijke planvoorbereiding en ruimtelijke beslissingen volstrekt onvoldoende is c.q. onvoldoende geborgd is in bevoegdheden om tot goede integrale ruimtelijke beslissingen te komen. De waterbelangen worden bij tal van ruimtelijke beslissingen en plannen, naar de opvatting van de opstellers van het rapport, onvoldoende tot hun recht gebracht.

De fractie van Ons Water/Waterbreed herkent zich in hoge mate in deze waarneming, door onafhankelijke buitenlandse deskundigen. Wat is uw DB van plan, eventueel in Unie verband, om deze zienswijze op de landelijke politieke agenda te krijgen?

Verantwoording/financiering

Pagina 24
“Provide and oversee a harmonised accounting of expenditure for water management across water management functions in order to improve transparency in tracking water management expenditures and cost recovery. An independent review, commissioned by and reporting to ministers, could help shed light on relative and absolute effeciency, accountability and oversight for the full breadth of water services.”

Pagina 43
“Performance targets could be defined and monitored by a third party to make sure opportunities in both areas (afvalwater verzamelen en zuiveren) are fully exploited.”

Pagina 109
“Regional water authorities have no competence to stop harmful developments or to encourage municipalities to take adequate measures to safeguard water interests. The responsibility for financing measures aimed at reducing water nuisance and flooding in such cases is also unclear.”

Pagina 113
“Thus far, the management of trade-offs between water, spatial planning, coastal defence, urban development, nature conservation, tourism and recreation has been largely relying on a project-based approach.”

Pagina 113
Planning systems should also incorporate information about water costs and risks inherent to different proposals and projects. Specifically, parts of the costs imposed by land-use decisions should accrue to the decision-making agency as well as to the land users.”

Pagina 155
“decisions about spatial development have direct consequences for water and flood management and the associated cost. At present, residential and commercial development continue to expand their claims to public space in low-lying areas. These spatial developments are among the key cost drivers for water management, locking in futere financial liabilities.”

Pagina 155
“The distribution of the costs and benefits of spatial development perpetuates the ‘snowball’ effect. For example, spatial developments may bring significant added value for a specific municipality or region, but may drive up the costs of flood protection for the Netherlands as a whole. Municipalities and provinces reap the benefits of spatial developments, while the regional water authorities and the central government bear the costs.”

“It illustrates the significance of spatial planning decisions for water management, and their impact on the long-term financial sustainability of the system.”

Pagina’s 162/163
“In general, short-term profits from spatial development tend to prevail over long-term water management objectives. This can result in both increased cost of water and flood management, but also increased expected damages in the case of a flood event. There is a need to align incentives, so that those who benefit from spatial development also pay the associated costs.” 

Pagina 234
“the beneficiaries of spatial development typically do not pay the full cost associated with mitigation measures for water management”

Bovenstaande citaten laten zien dat volgens de opstellers van het rapport de kosten van het totale waterbeheer onvoldoende transparant inzichtelijk zijn en dat harmonisatie van de verslaglegging hierbij behulpzaam kan zijn.  

Tevens is op basis van deze citaten te stellen dat de waterschappen vaak geconfronteerd worden met kosten die feitelijk door de besluiten van andere overheden veroorzaakt worden en dat deze kosten geen rol spelen bij de besluitvorming binnen deze overheden. Hierbij is het soms zo dat elders geld wordt verdiend, terwijl de kosten op het bordje komen van het waterschap. Op welke wijze is uw DB, eventueel in Unie verband, van plan om de kosten van het waterbeheer meer inzichtelijk te maken zodat deze op zijn minst worden betrokken bij de besluitvorming over ruimtelijke plannen en zo mogelijk de extra kosten worden gedragen door degene die baat hebben bij die ruimtelijke plannen.   

Zoet water

Pagina 57
“In the past, water supplies have been abundant and the abstraction regimes used in the Netherlands have focused on ensuring flood safety an protecting water quality. However, there is a growing risk of shortage due to a lack of water and increasing salinity as sea water intrudes into the delta and saline groundwater rises.”

“According to Jeuken et al. (2012), estimates of economic loss to the Dutch agricultural sector may reach EUR 700 million in a ‘dry year’ (frequency of 1/10 years) and EUR 1800 in an ‘extreme dry year'(frequency of 1/100 years)”

Pagina 126
“Water safety measures for the implementation of the Delta Programma tend to take the bigger share of financial resources at hand, leaving projects related to securing freshwater supply under-funded or on hold.”

Pagina 170
“While simple in its structure, adoption of water-sharing arrangements in the Netherlands would require some significant administrative changes. The timeliness of the current Delta Programme means that there is an opportunity to introduce water-sharing regimes gradually.”

Pagina 187
“In fact, since 2006, the quality of the Volkerak-Zoommeer has unexpectedly improved due to the introduction of the quagga mussel that filters the water and removes algae. Whether the improvement of water quality is structural or just temporary is highly uncertain (MER, 2012). In addition, a lack of consensus regarding who should pay for the measures for the Volkerak-Zoommeer has also contributed to the persistent delays in the decision making.” 

In bovenstaande citaten wordt aandacht gevraagd voor de wijze waarop bij zoetwatertekorten de prioriteiten worden gesteld. Er wordt gepleit voor de invoering van een systeem van zoetwater toewijzing, waarbij meer rekening wordt gehouden met de economische/financiële belangen en risico’s bij zoetwatertekorten.

Deelt uw DB deze zienswijze van de onafhankelijke rapporteurs en op welke wijze is uw DB, eventueel in Unie verband, van plan deze opvatting onder de aandacht te brengen van de landelijke beleidsmakers? 

Tot slot wil de fractie van Ons Water/Waterbreed uw DB nadrukkelijk wijzen op het  vermelde citaat op pagina 187.  Wij verzoeken uw DB het vermelde feit, dat de waterkwaliteit van het Volkerak-Zoommeer sinds 2006 is verbeterd, nadrukkelijk onder de aandacht te brengen van de beslissers inzake de mogelijke verzilting van het Volkerak-Zoommeer. Hier kan een gegronde reden zijn om terughoudend te zijn met de verzilting. Als het Volkerak-Zoommeer verzilt wordt gaat een enorme zoetwater capaciteit verloren en dat met een toekomst in beeld van oplopende zoetwatertekorten. 

In afwachting van uw beantwoording,

hoogachtend,

Namens de fractie Ons Water/Waterbreed

L.H. van der Kallen