UW TUIN EN WATEROVERLAST EN HITTESTRESS/ ZOET – ZOUT

 

| 10-03-2018 | 11.00 uur |


 

UW TUIN EN WATEROVERLAST EN HITTESTRESS

 

Tuinbezitters kunnen meer doen om wateroverlast na hoosbuien of gevolgen van langdurige droogte en hitte te beperken. Soms kan dat al met kleine slimme en simpele aanpassingen aan de tuin.

Waterschappen, gemeenten, Rijksoverheid en het bedrijfsleven trekken samen op om tuinbezitters hierbij te helpen hun tuin meer klimaatbestendig te maken. Daartoe is een “Handboek voor de watervriendelijke tuin“. Het handboek is een uitgave van Vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling, atelier GROENBLAUW en Tuinbranche Nederland en is mede mogelijk gemaakt door Stichting RIONED, STOWA en het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat.

De doelstelling van het handboek is tuincentra te helpen hun miljoenen bezoekers te informeren, inspireren en te activeren. Het bevat praktische tips over bruikbare producten en aanpassingen aan de tuin. Bijvoorbeeld: zorgen voor een gezonde bodem en voor meer schaduw, welke planten te gebruiken en hoe beter water op te vangen.

De overheden beseffen dat de problemen veroorzaakt door de klimaatveranderingen het beste aangepakt kunnen worden in samenwerking tussen overheden om tuinbezitters de handvatten aan te reiken waarmee zij aan de slag kunnen.

 

ZOET/ZOUT

 

Met het besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen om fors geld te steken in een gezonde natuur en water heeft de tongen in West-Brabant en Bergen op Zoom weer los gemaakt.

Voor het Grevelingenmeer wordt €75 miljoen ingezet om een doorlaat te maken in de Brouwersdam, zodat het water in het meer doorlopend wordt ververst waardoor de natuur zich herstelt. Dat is voor het Grevelingenmeer hard nodig. Het Grevelingenmeer is op grotere diepten dood. En het water aan de oppervlakte is van een bedroevende kwaliteit en steeds minder toeristisch aantrekkelijk. Het Grevelingenmeer is stilstaand zout water. Met de 75 miljoen van de Rijksoverheid en het extra geld van de provincies Zeeland, Zuid-Holland en enkele gemeenten gaat het zoute water ververst worden door een getijdeslag van circa 50 centimeter.

Sommigen bepleiten al jaren de terugkeer van zout water in het Krammer, Volkerak, Zoommeer systeem in de hoop dat de waterkwaliteit van dat systeem dan verbeterd. Het is goed te realiseren dat, als er in de Oesterdam en of Philipsdam een dergelijke doorlaat zou worden gemaakt, de eventuele getijdeslag veel kleiner zal zijn. Hierdoor kan een verzilt Krammer, Volkerak, Zoommeer systeem soortgelijke problemen krijgen als nu in de Grevelingen. De gedachte dat het bij een zout Zoommeer makkelijk en goedkoop zal zijn de Binnenschelde te verzilten gaat niet geheel op. Het waterpeil van de Binnenschelde ligt bijna 1,5 meter hoger dan het Zoommeer. Alle verversing moet dan door inpompen en aflaten kunstmatig tot stand worden gebracht, een blijvende kostbare zaak. 

De gevolgen van een verzilting van het Krammer, Volkerak, Zoommeer systeem zijn groot. Zoetwater gebrek voor de landbouw, verzilting van de bodem tot Oudenbosch toe, waardoor veel teelten lagere opbrengsten geven.  Meer en andere corrosieve effecten op het scheepvaartverkeer op de Rijn-Schelde verbinding (ik schreef daar eerder over). De gevolgen voor Bergen op Zoom zijn ook de mogelijke zoutindringing van de bodem van de Bergse Plaat met risico’s voor de funderingen. Zoute lucht geef ook hogere onderhoudskosten aan huizen en gebouwen. Verven en metalen corroderen en verweren sneller. Op de website van Ons Water schreef ik in dit dossier al meer dan 40 artikelen.

Het is jammer dat velen geen afscheid kunnen nemen van een soort van zoute nostalgie. Nooit meer 1953 heeft geleid tot de aanleg van de dammen. Dat heeft gevolgen. De natuur past zich geleidelijk aan. De ervaren overlast is al van een volstrekt andere orde dan in 2003 toen de discussie zoet/zout startte. De fosfaat- en nitraatgehalten (de voedingstoffen van de algen) dalen al jaren. De natuur doet gratis het goede werk en er komt een moment dat de biotoop in het Krammer, Volkerak, Zoommeer systeem in evenwicht is. De plannenmakerij duurt al circa 15 jaar.  De onzekerheid over de verzilting van het Krammer, Volkerak-Zoommeer systeem, en als afgeleide de Binnenschelde, duurt voort en dat is meer dan vervelend. Het wordt tijd dat de overheid en de politici bij zinnen komen en de plannenmakerij afblazen als volkomen overbodig en te risicovol.

En voor de Bergenaren: Jammer dat de krabben aan onze kust zijn verdwenen. Maar we hebben er veiligheid, minder onderhoudskosten en bij vorst een mooie ijsvlakte om te schaatsen voor terug gekregen. En ook tijdens de vastenavondperiode voelen we ons echt niet minder krabben omdat ze voor onze kusten verdwenen zijn.

Omroep Brabant heeft er een filmpje over gemaakt en een artikel over geschreven.

 

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 101: TEGELTAKS

 

| 20-07-2017 | 11.30 uur |


 

OVER WATER – 101

 

TEGELTAKS
De fusie gemeente Altena, die 1 januari 2019 gevormd gaat worden door samenvoeging van de huidige gemeenten Aalburg, Woudrichem en Werkendam, maakt nu al wat tongen los met het vooruitzicht dat elke tuinbezitter die kiest voor tegels in plaats van planten dat in zijn portemonnee gaat voelen. Deze maatregel past helemaal in het bewustwordingsproces dat nodig is om de steeds vaker wateroverlast gevende hoosbuien middels een optimaal gebruik van grond en riolering te kunnen verwerken. De overheden kunnen het niet oplossen zonder de burger! De burger is echt aan zet en elke burger kan zelf een steentje bij dragen. Of eigenlijk juist minder steentjes! De burger is met zijn bebouwing- en verhardingsdrang immers zelf een belangrijke veroorzaker van het wateroverlast probleem. 

In januari 2017 is verschenen “Het nut van stedelijk waterbeheer” met als subtitel “Monitor gemeentelijke watertaken 2016”, een uitgave van de stichting RIONED. Hierin was te lezen dat steeds meer gemeenten hun inwoners gaan verplichten om regenwater op het eigen terrein te houden en niet op de riolering te lozen. Nu doen in Nederland al ruim 30 gemeenten dit. Steeds vaker worden de maatregelen genomen na ernstige wateroverlast door overvloedige regenval die tot grote schades hebben geleid. Sommige gemeenten gebruiken de modelverordening van de VNG en die gaat best ver. Wie niet meewerkt aan het afkoppelen van de regenpijp kan dan te maken krijgen met drie maanden cel of een boete van € 4.050,–. De verplichting tot afkoppelen geldt dan vaak voor aangewezen gebieden. In de praktijk lozen vrijwel alle huis- en perceeleigenaren het overtollige regenwater van hun perceel op de riolering. Dit terwijl zij sinds 2009 in principe zelf verantwoordelijk zijn om het regenwater op eigen terrein te verwerken. Dit blijkt een wettelijke verplichting, waar de meeste huiseigenaren zich niet van bewust zijn. Soms is verwerken/bergen op het perceel niet mogelijk of moeilijk, denk aan binnensteden of geheel bebouwde percelen. Toch zal men er rekening mee moeten gaan houden dat in de toekomst ook zij hun regenwaterprobleem meer zelf op moeten gaan lossen. Zeker als zij aantoonbaar medeveroorzaker zijn van wateroverlast in lager gelegen percelen/straten of wijken. De nu voorgestelde ’tegeltaks’ is een mogelijk alternatief, dat uitwerking verdient. Inclusief ontheffingenbepalingen voor burgers die op hun eigen perceel een adequate ‘waterberging’ realiseren.

Oplossen of betalen voor de extra belasting van het riool, zoals de toekomstige gemeente Altena, nu voorstelt kan wel eens de toekomst worden. De meeste huiseigenaren kunnen zelf maatregelen treffen om de wateroverlast, deels afkomstig van hun perceel, tegen te gaan bijvoorbeeld door het plaatsen van een regenton. Tuincentra en loodgieters varen er wel bij. Zaken als de Praxis en de Gamma zien dan ook in 2016 forse omzetstijgingen van regentonnen, waterreservoirs, enzovoorts. Ook kunnen eigenaren van bebouwingen zelf meer structurele maatregelen nemen, zoals door het lager dan het huis aanleggen van opritten en terrassen, zodat zij kunnen dienen als tijdelijke waterberging bij extreme regenval. Ook de aanleg van groen in de tuin in plaats van verharde oppervlakken of het aanleggen van een grindbed of drainagekuil kunnen een forse bijdrage leveren aan de beperking van wateroverlast.

Een welkome gast op Bouvigne: een Nijlganzen familie.

18 juni
DB met als agendapunten onder andere: de werkwijze kredietvotering investeringen, energiestrategie West-Brabant, een aanvullend voorbereidingskrediet actieplan veiligheid en een voorstel tot kredietverlaging Westelijke Langstraat. Het krediet uit 2006 wordt opgesplitst en deels afgesloten (de voorbereidingsfase) en een nieuw krediet geopend (realisatiefase) waarbij 2.100.000 euro vrijvalt. Een forse besparing mede als gevolg van de vorige week getekende samenwerkingsovereenkomst Westelijke Langstraat tussen de provincie Noord-Brabant, het waterschap Brabantse Delta, de gemeente Waalwijk en Staatsbosbeheer, en de ondertekening van de realisatieovereenkomst aanpassing waterhuishouding Waalwijk tussen de provincie Noord-Brabant en het waterschap Brabantse Delta. Ik ben blij dat ik als portefeuillehouder hierbij, zowel in de vorige bestuursperiode als in deze, een rol heb mogen spelen bij het totstandkomen van deze besparing. Hier past mijn dank aan alle betrokkenen. 

20 juni
Een gesprek met iemand die voor de gemeente Bergen op Zoom  een notitie schrijft over ‘groene daken’.

Louis van der Kallen



OVER WATER – 84

 

| 25-03-2017 | 10.30 uur |


 

OVER WATER – 84

 

18 maart
Naar de start geweest van de opruimactie ‘schone Maas‘. Dit keer was de Maasoever rond Overdiepse Polder aan de beurt. Tientallen opruimers gingen, ondanks het regenachtige weer en de windvlagen, aan de slag om de Maasoevers te ontdoen van veel (plastic)afval. Dit soort acties maken deel uit van een wereldwijde actie om aandacht te vragen voor de plastic soep die de zeeën van de wereld vervuilt.   

20 maart
Vandaag de waterschapsdag 2017 in Theater Diligentia in Den Haag. Wat mij dan altijd opvalt is het gebruik van geluid bij dit soort bijeenkomsten. Het aftellen van de start van het programma, zelfs in aanwezigheid van de minister van Infrastructuur en Milieu, gebeurt op een geluidsniveau dat snel 10 tot 15 decibel boven het niveau ligt dat schadelijk is voor de oren. Ik zou moeten waarderen dat het hele programma was opgebouwd rondt het thema: ‘klimaatverandering centraal’, waarbij zo nu en dan een stelling werd gedeponeerd waarover gestemd werd (eens of oneens). Dat geeft mij soms reden tot een glimlach. “Af en toe een nat pak op de fiets hoort erbij in Nederland”. 82 % was het eens met deze stelling. Kijkend naar het electoraat in de zaal was mijn gedachte dat zeker 80 % van de zaal niet hun eigen pak (kostuum of mantelpakje) bedoelde, omdat de kans groot is dat fietsen voor hen hooguit een bezigheid voor in het weekeinde was en niet zozeer voor woon-werkverkeer.

Gerrit Hiemstra van Weather Impact B.V. hield een inspirerend verhaal met als titel: “het klimaat wacht niet op ons”. Ik vond het jammer dat zijn verhaal vrijwel uitsluitend over water(overlast) ging en nauwelijks over hittestress. Hij vermeldde als klimaatverandering wel een keer extreme hitte. Maar in een betoog van 15 minuten hooguit 15 seconden over extreme hitte is wat mij betreft een gemiste kans, terwijl hittestress met regelmaat tot ‘oversterfte‘ lijdt en de aanpak van hittestress bijna één op één ook een positief effect heeft op het voorkomen van wateroverlast. 

Gezien de actualiteit van de verkiezingen en de kabinetsformatie liet hij ook zien wat de verschillende partijen, volgens de doorrekening van hun programma’s door het CBS, over hebben om jaarlijks uit te geven om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Dat liep van ruim 16 miljard euro door GroenLinks tot 0 euro door het CDA (u kent ze wel de partij van het “rentmeesterschap”). In zijn betoog verwees hij naar de klimaatscenario’s van het KNMI. Ik vond in zijn betoog vooral leuk dat hij de waterschappen a-politiek noemde. Ik ben het daar van harte mee eens. Waterbeleid kent geen politieke kleur! Ik vond het buitengewoon jammer dat in het ruime uur discussie op het podium tussen de minister van I & M (mevr. Schultz van Haegen-Maas), de voorzitter van de Unie van waterschappen (de heer Oosters) en de voorzitter van de commissie water van de VNG (mevr. Adema) uit hun mond niet één keer het woord hittestress viel op te tekenen. Zelfs niet toen aan het slot van de discussie een filmpje werd getoond over een prachtig project om hittestress op een schoolplein in Meppel aan te pakken. Toen richtte de discussie zich op bewustwording van het publiek ten aanzien van klimaatadaptatie.

Soms denk je dit kan beter. Zo vertelde een beleidsambtenaar van de gemeente Zwolle, met als achtergrond een plein waar iedere meter versteend was en het enige water bestond uit een betonnen bak met stenenranden, over de gemeentelijke inzet om burgers te bewegen hun tuinen te ontstenen en te vergroenen. Een beetje een lachertje. Gemeenten/ambtenaren geef liever het goede voorbeeld. De enige die van mij een complimentje krijgt is watergraaf Stefan Kuks van waterschap Vechtstromen. In een kort filmpje noemde hij de gewenste aanpak van hittestress. Nu nog de inhoudelijke discussie over dit onderwerp op een volgende waterschapsdag! Ik hoop dat de aanwezige waterschapsbestuurders de woorden van de Unie voorzitter, de heer Oosters “Leiderschap is bewustzijn van wat er in je omgeving gebeurt”, nu ook qua hittestress gaan oppakken.

21 maart
Gisteren kregen de bezoekers van de waterschapsdag 2017 een krant uitgereikt (uitgaven van Nederland MVO) over klimaatadaptatie. Van de 20 pagina’s gingen er 19,6 over water en slechts een klein stukje ging over hittestress. Jammer en een gemiste kans. Door hittestress is er iedere zomer vermijdbare oversterfte, terwijl veel maatregelen tegen hittestress ook goed uitpakken voor de aanpak van wateroverlast. Hittestress en de mogelijkheden om dit door vergroenen aan te pakken, krijgt nog steeds van de beleidsmakers niet die aandacht die zou moeten.

In de morgen de DB vergadering met als agendapunten onder andere: de managementletter 2017-1, extra budget voor blauwe diensten, aanpak waterplantenoverlast voor hengelsportverenigingen en de kadernota.

In de middag een overleg met de dijkgraaf en in de avond het bestuurlijk overleg over de Roode Vaart met onder andere de wethouders van de gemeente Moerdijk en vertegenwoordigers van de provincies Noord-Brabant en Zeeland, waarbij de stand van zaken en de aanbesteding centraal stond. 

22 maart
In de morgen een bijeenkomst over crisisbeheersing met de collega’s van waterschap de Dommel en waterschap Aa en Maas.

In de middag het ‘Energie- en Ruimte Atelier in Terheijden over de windopgave na 2020. Voor het eerst hoorde ik de term ‘geluidsabsorberend landschap’. De suggestie was het landschap geluidsabsorberend te maken om zo de acceptatie van windmolens van de bevolking te vergroten. Op de website van de Atlas Natuurlijk Kapitaal vond ik wat informatie over dit onderwerp. Dit is een nadere studie waard!

23 maart
Ik ben aanwezig geweest bij de talkshow ‘het klimaat draait door’ in het Van der Valk hotel te Tiel. Het was een mooie ervaring deels omdat ik veel (oud) collega’s ontmoette van waterschappen waar ik ooit in het algemeen bestuur zat, zoals de waterschappen Rivierenland en Rijn en IJssel, alsmede het voormalige waterschap Alm en Biesbosch. Het was voor mij bijzonder dat ik de kans kreeg om het probleem van hittestress door ‘het doordraaien van het klimaat’ onder de aandacht kon brengen. In de gesprekstafelrondes kwam hittestress niet aan de orde. Tussen de tafelgespreksrondes was er steeds een optreden van “Beperkt Houdbaar” (improvisatiecomedy). Hun formule is deels gebaseerd op suggesties vanuit het publiek. Daar maakte ik dankbaar, met een paar zinnen toelichting, gebruik van. Hun vormgeving op dit onderwerp was prachtig en prompt kwam hittestress daarna aan de gesprekstafel wel aan de orde. Gespreksdeelnemer John Jacobs (strategisch adviseur Rotterdam Resilient City) verwees zelfs naar mijn opmerkingen. Voor mij was de dag helemaal geslaagd toen een paar collega’s onder verwijzing aan mijn Rioneddag 2017 optreden mij Mister Hittestress noemden. Dat is nu precies de bedoeling hittestress moet tussen de oren komen en dat ze mij daaraan koppelen vind ik prima.

24 maart
Ik ben naar de PAL lezing geweest in het provinciehuis van Zuid-Holland met als titel: “Kwaliteit is geen toeval, een pleidooi voor een visie op komende transities”, gegeven door Harm Veenenbos (provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit). De lezing was een uitleg over zijn werkprogramma 2017-2019, aangevuld met te bespreken stellingen. Mijn benadering was dat bij grote infrastructurele werken, zoals de aanleg en verbreding van snelwegen en dijkverbeteringen (onder andere verwoord in het hoogwaterbeschermingsprogramma), het adagium van RWS ‘sober en doelmatig’ is. De praktijk is dan soms, qua ruimtelijke kwaliteit, ‘somber en matig’. Het nieuwe politieke geroep van participatie/gebiedsontwikkeling levert veel ‘ideeën’ op maar ook geen of weinig geld voor die vaak mooie ideeën. Men kijkt dan vaak verwachtingsvol naar het waterschap als ideeënophaler en dus mogelijke suikeroom. Maar die suikeroom heeft bijna altijd slechts lege zakken!

 

Louis van der Kallen



OVER WATER – 81

 

| 04-03-2017 | 18.00 uur |


 

OVER WATER – 81

 

De vastenavonddagen zijn voor mij dagen om te lezen waar ik normaal niet aan toekom. Ik heb in één keer “Assetmanagement in Waterstad, handreiking assetmanagement stedelijk water” uitgelezen. Voor de gemiddelde mens niet echt een boek om in één keer tot je te nemen. Toch is deze Stowa/Rioned uitgave (2016/28), voor gemeentelijke (riool)asset beheerders het lezen meer dan waard. Hiermee kan geld bespaard worden en de te leveren dienst kwalitatief verbeterd. Het is een taai onderwerp en een taai geschreven boek, maar soms is werk gewoon taai en soms ligt daar ook de uitdaging. Voor meer informatie kijk op www.riool.net/HASW

28 februari
In de avond ben ik naar het symposium “aandachtspunten voor het waterbeleid” geweest georganiseerd door de Stichting De Levende Delta. Ik kom altijd graag in het kantoor van waterschap de Scheldestromen, omdat ik in het verleden daar ook als lid van het algemeen bestuur van het voormalige waterschap Zeeuwse Eilanden heb mogen vergaderen. Sprekers waren Ir. Frank Spaargaren (“waar moet Zeeland zich op voorbereiden bij een zeespiegelstijging van 1 meter in 2100”), Ing. Frans Koch (“Stormvloedkering in de Westerschelde voor 2050”) en Ir Wil Lases (“Het gevaar van de onbegrepen verzilting in Zeeland”). Frank Spaargaren maakte het publiek duidelijk dat vóór het einde van deze eeuw de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg, de Haringvlietsluis en de Oosterscheldekering  afgeschreven zullen zijn en niet meer die bescherming zullen bieden die dan nodig is. Hij pleitte om niet in gedeelten van de delta te denken bij de noodzakelijke oplossingen, maar integraal naar oplossingen te zoeken voor het gehele deltagebied. Frans Koch presenteerde een plan tot afsluiting van de Westerschelde inclusief een innovatief overslagstation voor containers (NGICT). Wil Lases ging in op de verzilting van de Delta (op de website van Ons Water publiceerde hij daar eerder over). Hij pleitte onder andere voor verzoeting van het Grevelingenmeer.

Nu mijn portefeuille tijdelijk is uitgebreid met onder andere de boezemkades en regionale waterkeringen in het oostelijke deel van het werkgebied van waterschap Brabantse Delta, heb ik gelezen “Visie op de regionale waterkeringen 2016. Verder bouwen op een goed fundament”,  uitgegeven door de STOWA. Een leerzaam geschrift.

2 maart
De AB bijeenkomst van het afscheid van onze dijkgraaf Carla Moonen. Veel sprekers en veel lovende woorden.

3 maart
In de middag een bijeenkomst bij een boomkweker in Wernhout over de toepassing van Bokashi als bodemverbeteraar. Bokashi is een van oorsprong Japanse methode om organisch restmateriaal gefermenteerd terug te geven aan de bodem en op die wijze het humus- en organische stofgehalte in de bodem te verhogen. Hierdoor worden vocht en mineralen beter vastgehouden in de bodem en wordt ook het bodemleven meer divers.

Louis van der Kallen



OVER WATER – 78

 

| 11-02-2017 | 12.30 uur |


 

OVER WATER – 78

 

Vorige week heb ik op de Rioneddag mijn zegje kunnen doen over hittestress. Daar heb ik in de afgelopen dagen een aantal leuke reacties op mogen ontvangen. Ook zijn de afgelopen week tal van mailtjes met nadere informatie binnengekomen. Een heel informatieve kwam van Dr. ir. Lisette Klok, onderzoeker/docent Klimaatbestendige Stad van de Hogeschool van Amsterdam met een prachtig overzicht  van de gevolgen van extreme hitte in de stad. 

Afbeelding: Dr.ir. E.J. (Lisette) Klok, Onderzoeker/docent Klimaatbestendige Stad

Deze week heb ik het recent uitgegeven boekje “Het klimaat past ook in uw straatje” gelezen,  een voorbeeldenboek over het klimaatbestendig inrichten van straten en de openbare ruimte. Een mooi initiatief van de Hogeschool van Amsterdam in het kader van het onderzoeksprogramma Urban Technology waarin waterbergen en de aanpak van hittestress hand in hand gaan.

6 februari
Portefeuillehouderoverleg (PHO) met de ambtenaar die de gemeenten Dongen, Oosterhout, Made en Geertruidenberg tot haar aandachtsgebieden mag rekenen.

7 februari
Dagelijks Bestuur met als onderwerpen onder andere: “sloten, oevers en dijken op orde”, bestuurlijke rollen bij calamiteiten, het projectplan EVZ/beekherstel Rillaersebaan, de overdracht van waterstaatswerken, de samenwerking met Argentinië op water governance en het financieringsplan 2017-2018.

In de middag PHO’s over de wateroverlast langs de Winterdijk en Waalwijk, over de boezemkades en de verbeteringen van de regionale keringen en de beleidsaanpak van de overlast van bruine en zwarte ratten.

9 februari
In de middag ben ik naar het symposium van het BouwRegieNetwerk over infrastructuur geweest in het Beauforthuis te Zeist geweest. Op de weg daarna toe kwam ik langs het bedrijvenpark Seyst waar ik deze foto maakte. Een mooi voorbeeld hoe bouwen in de natuur kan op een wijze waarbij zo veel mogelijk met water en de natuurrekening is gehouden. Een compleet grasdak, waarbij het luchtbehandelingssysteem omgeven is met een begroeiing die zomers mooi in blad komt.
Er waren een viertal presentaties/discussies en leefbaarheid leverden mij kennis op die ik bij de discussies over de projecten A27 en A58 in ons eigen werkgebied in kan zetten. 

Louis van der Kallen



OVER WATER – 77: RATTEN/ RIONEDDAG 2017

 

| 04-02-2017 | 21.00 uur |


 

OVER WATER – 77

 

30 januari
Vandaag de Waterkring in Zundert. Ik heb de algemene presentatie gegeven en collega Kees de Jong de presentatie over het watersysteembeheer. Daarna hebben we gezamenlijk de vragen van de aanwezigen, overwegend agrarische ondernemers, beantwoord.

1 februari
In de middag bestuurlijk overleg met wethouder Ad van Beek  (gemeente Dongen) en wethouder  Gerard Bruijniks (gemeente Loon op Zand) over de door burgers en bedrijven ervaren overlast van bruine en zwarte ratten. Er is sprake van een snelle toename van de rattenpopulatie en als gevolg daarvan ook van de ziekte van Weil. De bacteriën die de ziekte van Weil veroorzaken, komen via de urine van de ratten in het oppervlaktewater terecht en kunnen vervolgens via de mond, neus, ogen of wondjes binnendringen. De gemeenten hebben te maken met een snelle toename van de overlastklachten en met snel stijgende bestrijdingskosten (in Loon op Zand een vervijfvoudiging in één jaar). Ook is bestrijding door een recent verbod op gif minder effectief geworden. De gemeenten gaan bij het kennis- en adviescentrum dierplagen en bij de gemeente Eersel nadere informatie opvragen om via communicaties/publicaties het publiek voor te lichten om de omgeving van de mens minder ratvriendelijk te maken. Ik heb toegezegd deze informatie dan ook te verspreiden, bijvoorbeeld via onze website. Tevens is gesproken over de wijze waarop zowel gemeenten als het waterschap onderhoud plegen aan bermen en oevers en daar mogelijk een te ratvriendelijke omgeving creëren. Ook hier is kennisdeling belangrijk. Mogelijk ligt hier ook een taak voor onze bisamrattenvangers. Ook uit andere delen van Nederland (vooral de oostelijke provincies) heb ik bij bijeenkomsten van de Unie van collega’s gehoord dat ook zij een toename zien van de populaties bruine en zwarte ratten en daar vragen over krijgen. Ik zal zowel het onderhoudsvraagstuk als de mogelijke (kennis)inzet van onze bisamrattenvangers opnemen met mijn collega van watersystemen Kees de Jong. Mogelijk ligt hier ook een taak voor de Unie en de VNG om dit probleem op landelijk niveau aan te kaarten en te kijken of het gifverbod niet tot ongewenste gevolgen leidt en aanpassing verlangt om de volksgezondheid te beschermen.

In de vooravond de werkgroep bestuurlijke vernieuwing met de nota “sturen op hoofdlijnen” op de agenda. In de avond een beeldvormende sessie van het AB over de waterkwaliteit.

2 februari
De Rioneddag te Utrecht met veel inspirerende sprekers. Ik leer steeds beter om te gaan met de digitale technieken die gebruikt worden op symposia en netwerkbijeenkomsten. Bij iedere spreker gaf ik digitaal een korte reactie die dan op een groot scherm verschijnen. De vaste inhoud was steeds “hittestress”. Op een bepaald moment was mijn commentaar: “wanneer komt er een spreker die beseft dat hittestress oversterfte veroorzaakt en de aanpak ook een bijdrage levert aan de aanpak van water”. Omdat ik steeds snel was met mijn reacties verscheen deze steeds bovenaan het scherm.
De laatste reactie bleek pijn te doen, want de presentator ging op zoek naar ‘Louis’ en ik kreeg de vloer en was in de gelegenheid de pakweg 400 gemeentelijke waterambtenaren tussen de oren te rammen dat er meer is dan een riool en dat je met het werken aan wateroverlast ook andere problemen kan aanpakken, zoals hittestress. Daarna kreeg hittestress de aandacht die ik zo graag wil. Zelf bezocht ik de workshop ‘waterportaal’ met de cases Zuid-Oost Brabant en de workshop ‘inundatiemodellen’. Ook bezocht ik een aantal kennistafels die mij weer menige inspiratie opleverde voor nieuwe artikelen. De afsluiting van de dag is de verkiezing van de winnaar van de RIONED innovatieprijs 2017. Alle aanwezigen bepaalden samen de winnaar. Het is dus een echte publieksprijs en het publiek bestond vrijwel uitsluitend uit mensen die dagelijks met water en riolen bezig zijn. Er waren drie genomineerden, waarvan twee uit het werkgebied van het waterschap Brabantse Delta. “Beer en Staartje” die leren over het riool in een spannend voorleesboek werd de trotse winnaar. Dit boek is te bestellen op de “Beer en Staartje” website. Ook de tweede genomineerde de GoFlow van SWWB scoorde prachtig. Dit goede idee werd tweede. De GoFlow is een innovatieve 3D geprinte bol die menige verstopping van een stuw kan gaan voorkomen. Mijn complimenten voor de ambtenaren van de gemeenten en ons waterschap die deze ideeën uitgewerkt hebben.

Louis van der Kallen



OVER WATER – 73: DE ZUIDERWATERLINIE/ GEMEENTELIJK RIOOLBEHEER/ WATERKETEN 2020

 

| 07-01-2017 | 10.50 uur |


 


OVER WATER – 73

 

Zuiderwaterlinie
zuiderwaterlinie
Afgelopen week het boekwerk “Zuiderwaterlinie”, uitgegeven door Mothership gelezen.  Een boek vol met ideeën en kansen hoe de Zuiderwaterlinie (een kralensnoer van 150 kilometer met tal van landschappen, rivieren, dorpen, vestingsteden, sluizen, dijken en inundatiegebieden) nationaal en internationaal te presenteren als een uniek gebied. Het boek kan voor iedere gemeente in het gebied van de Zuiderwaterlinie een inspiratiebron zijn hoe het gebied en de eigen gemeente op de toeristische kaart te zetten

Gemeentelijk rioolbeheer
Recent is verschenen “het nut van stedelijk waterbeheer” met als subtitel “Monitor gemeentelijke watertaken 2016”, een uitgave van de stichting RIONED. De publicatie is de opvolger van de Benchmark rioleringszorg die in 2010 en 2013 werd gepubliceerd. Het is jammerlijk dat de gemeente Bergen op Zoom de enige gemeente in West-Brabant is die aan deze monitor niet deelgenomen heeft. Een gemiste kans. Deelname kan belangrijke kennis opleveren om het rioolbeheer door gemeenten doelmatiger en goedkoper te maken en een kwaliteitsimpuls te geven.

Steeds meer gemeenten gaan hun inwoners verplichten om regenwater op het eigen terrein te houden en niet op de riolering te lozen. Nu doen in Nederland al ruim 30 gemeenten dit. Steeds vaker na ernstige wateroverlast door overvloedige regenval die tot grote schades hebben geleid. Sommige gemeenten gebruiken de modelverordening van de VNG, die gaat best ver. Wie niet meewerkt aan het afkoppelen van de regenpijp kan dan te maken krijgen met drie maanden cel of een boete van 4.050 euro. De verplichting tot afkoppelen geldt dan vaak voor aangewezen gebieden. In de praktijk lozen vrijwel alle huis- en perceeleigenaren het overtollige regenwater van hun perceel op de riolering. Dit  terwijl zij sinds 2009 in principe zelf verantwoordelijk zijn om het regenwater op het eigen terrein te verwerken. Dit blijkt een wettelijke verplichting, waar de meeste huiseigenaren zich niet van bewust zijn. Soms is verwerken/bergen op het perceel niet mogelijk of moeilijk, denk aan binnensteden of geheel bebouwde percelen. Toch zal men er rekening mee moeten gaan houden dat in de toekomst zij toch ook hun regenwaterprobleem meer zelf op moeten gaan lossen. Zeker als zij aantoonbaar mede veroorzaker zijn van wateroverlast in lager gelegen percelen/straten of wijken. De meeste huiseigenaren kunnen zelf maatregelen treffen om de wateroverlast, deels afkomstig van hun perceel, tegen te gaan bijvoorbeeld door het plaatsen van een regenton . Tuincentra en loodgieters varen er wel bij. Zaken als de Praxis en de Gamma zien dan ook in 2016 forse omzetstijgingen van regentonnen, waterreservoirs, enzovoorts. Ook kunnen eigenaren van bebouwingen zelf meer structurele maatregelen nemen, zoals door opritten en terrassen lager aan te leggen dan het huis, zodat zij kunnen dienen als tijdelijke waterberging bij extreme regenval. Ook de aanleg van groen in de tuin in plaats van verharde oppervlakken, of het aanleggen van een grindbed of drainagekuil kunnen een forse bijdrage leveren aan de beperking van wateroverlast.

De waterketen 2020
Deze week nog eens het eindrapport van de visitatiecommissie waterketen ter hand genomen. Soms is het goed om nog eens helder te maken wat we in 2020 bereikt willen hebben en hoe we onderweg zijn naar dat resultaat. Het valt dan op dat Brabant Water een relatief magere besparingsdoelstelling heeft van 5,4 %, terwijl het voor de drinkwaterbedrijven gemiddeld 6,81 % is. Wat ook opvalt zijn de grote verschillen in de besparingsambitie (landelijk tussen 4,8 en 22,6 %). Ook binnen ons eigen waterschap zijn de verschillen fors: Waterkring West 10,1 %, Waterkring de Baronie 13,7 %, Werkeenheid 4 16,7 % en Hart van Brabant 19,7 %. De besparingsambitie in Waterkring West is met 10,1 % van 42 regio’s in Nederland qua besparingsambitie de op drie na laagste. Hart van Brabant is qua besparingsambitie de vijfde aan de bovenkant. Ik ben er best trots op dat mijn twee werkeenheden Werkeenheid 4 en Hart van Brabant boven gemiddeld scoren zowel qua ambitie als qua realisatiegraad. Ik schreef over dit onderwerp ook op 27 oktober.

Tot 2020 is er nog veel werk aan de winkel ook mag er qua ambitie hier en daar nog wel een schepje op.   

Louis van der Kallen  

 


OVER WATER – 63: SAMENWERKEN AAN WATER

 

| 29-10-2016 | 13.00 uur |


 


OVER WATER – 63

 

Vanaf 14 oktober tot en met 18 oktober een korte vakantie gehouden in Denemarken/Noord Duitsland met onder andere bezoeken aan de havensteden Ribe, Esbjerg, Kolding en Lübeck waarbij we veel water hebben gezien. 

19 oktober
Portefeuillehouderoverleg over Geertruidenberg.

20 oktober
Vandaag de Stuurgroepvergadering dijkverbeteringsproject Geertruidenberg/Amertak met als hoofd agendapunt de nota “dynamische keermiddelen”. De Stuurgroep besloot unaniem het advies te geven aan het DB de keuze uit te stellen tot na de volgende toetsronde. En de uitwerking van de ‘geen spijt maatregelen’ ter hand te nemen, zodat in een latere fase, als meer bekend is over de resultaten van de volgende toetsronde, er een definitief besluit kan worden genomen.

24 oktober
Bestuurlijk overleg met wethouder Harry van de Ven over de waterprojecten in de gemeente Goirle. Op de agenda stonden onder andere: het landschapsbeleidsplan van de gemeente, de EVZ Leyoever, het agrarisch natuurbeheer Rielseheide en de EVZ Oude Leij. Ook kwam aan de orde de Gôolse geheimen, waar waterparels te ontdekken zijn.

25 oktober
Een drietal portefeuillehouderoverleggen ter voorbereiding van de bestuurlijke overleggen  met de gemeenten Waalwijk, Dongen en Geertruidenberg. Hierbij kwamen ook de ontwikkelingen rond de jachthaven Hermenzeil aan de orde. Tevens een gesprek over de Brabantse Delta inzendingen (vijf uit ons werkgebied) voor de RIONED innovatieprijs 2017. Voor de water innovatieprijs 2016, uit te reiken op 17 november, komen maar liefst 13 inzendingen uit ons werkgebied. Stuk voor stuk inzendingen om trots op te zijn.

27 oktober
utrecht-gedichtVandaag de bestuurlijke bijeenkomst, in het stadskantoor van Utrecht, over samenwerken aan water met veel wethouders, waterambtenaren van gemeenten en waterschappen. Het stadskantoor is een open gebouw waar je zonder pasje tot veel etages toegang hebt. Heel wat anders dan de meeste andere overheidsgebouwen die soms een toegangsprocedure kennen alsof je fort Knox betreedt en je alle goud/geheimen zou willen ontvreemden.

Wat mij trof was een gedicht, boven de receptie in de hal, van Guillaume van der Graft:

“Geboren in een wereld die nog kon,
reikhalzend naar, onder dezelfde zon,
ooit ergens een utopia, tenslotte
verdwaald in een legpuzzel van beton.”

Veel burgers en soms ik zelf ook verdwalen in de wirwar van de overheden en hun regels en  in hun digitale bouwwerken die wel van beton lijken. Zo star, hard en hartenloos deze kunnen zijn. Wat mij ook opviel was een moeder die haar zoontje van hooguit 3 of 4, midden in de hal (tussen alle voorbij razende mensen) een schaakles gaf. Ik mocht een foto nemen en ze vertelde dat zij hoopte dat hij ooit met zijn opa zou kuschaken-utrechtnnen spelen. Zelf speelde zij niet met haar vader dat mooie spel van vooruitdenken want haar spelniveau was, in zijn ogen, te laag. Zelf heb ik in mijn jeugd op een aardig niveau geschaakt en denk zelf mede daaraan mijn ‘afwijking’ tot misschien wel teveel vooruit denken te hebben overgehouden. De resultaten tot nu toe in de ruim veertig werkeenheden werden door Hein van Stokkom toegelicht. Hierbij werd het percentage van de gerealiseerde besparingsdoelstellingen bij gemeenten en waterschappen als maatlat gebruikt. Ik heb met die maatlat wel enige moeite, omdat die niets zegt over de werkelijke besparingen. Een werkeenheid met een kleine besparingsambitie kan prachtig scoren, terwijl het feitelijk een ondermaatse ambitie en resultaat is. Wat er wel uitsprong was de zeer beperkte resultaten van de bereikte besparingen door de drinkwaterbedrijven in Noord-Brabant. De rest van Nederland scoort veel beter. Hier ligt dus een opgave voor Brabant Water! Daarna werden we vergast op een lezing/voordracht van Max Caldas. Een paar van zijn uitspraken wil ik hier herhalen: “winnen of verliezen heeft niets te maken met presteren” en “nog beter worden dat is waar het omgaat”. Ik onderschrijf die woorden van harte. Er waren diverse ‘mooie’verhalen van bestuurders, waarbij ik vaak het gevoel krijg: ‘en nu graag de daden’. Zo werd er opgeroepen vertrouwen te hebben in de decentrale overheden bij de invoering van de omgevingswet en de daaruit voortkomende ruimte voor gemeenten, waterschappen en provincies om hun eigen beleid te voeren. Ik heb dat vertrouwen nog niet. Want de politici en bestuurders die ik spreek, zien vooral de kansen, nu veel regels vervallen/veranderen. Zouden ze beseffen dat ze wel de opdracht krijgen om ervoor te zorgen dat de leefkwaliteit van mensen, dier en planten niet verslechterd, maar zelfs verbeterd. Daar hoor ik ze vrijwel niet over. Maar misschien ben ik te achterdochtig of denk ik ’teveel’ vooruit. 

28 oktober
biesbosch 06Vandaag een dagje op stap met een groep water ambtenaren uit Mozambique onder begeleiding van een Portugees sprekende beleidsambtenaar van het wetterskip Fryslân. Ik mocht uitleg geven over onze projecten in het kader van Ruimte voor de Rivier. Als uitvalsbasis werd gemaal Keizersveer gebruikt. Na de uitleg over het gemaal en het te bemalen gebied, heb ik uitleg gegeven over onze elementen binnen het project Ruimte voor de Rivier (dijkverbetering bij Raamsdonkveer, de waterberging Volkerak-Zoommeer en de ontpoldering Overdiepse Polder). Tijdens de rondrit heb ik het project Overdiepse Polder nader toegelicht. We brachten ook een bezoek aan de boerderij van de familie Hooijmaaijers, waar Nol Hooijmaaijers op zijn vertrouwde manier tal van vragen van de bezoekers beantwoordde. Daarna begaven we ons op het voor mij vertrouwde terrein (heb een aantal bestuursperioden deel uit mogen maken van het algemeen bestuur van het voormalige waterschap Alm & Biesbosch en van het waterschap Rivierenland) en bezochten het project Noordwaard, waar ik uitleg gaf over wat het project Noordwaard behelsde. Het was een vermoeiende dag. Engels spreken en je verhalen in stukken breken om de bezoekers, die niet het Engels machtig waren, ook bij de les te houden, is voor mij best een opgave. Maar het is altijd dankbaar en leerzaam werk. Want ook van hun ervaringen steek je altijd weer wat op. 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 45: VAN STROOIZOUT NAAR SAP/ UNIE BESTUURDERSDAG 2016

 

| 18-06-2016 | 17.30 uur |


 


OVER WATER – 45

 

GEEN STROOIZOUT MAAR ‘SAP’?
bermgras maaienDe wegen niet strooien met zout, maar met sap uit bermgras. Het lijkt een onwaarschijnlijk scenario, maar soms kan een wild idee mogelijkheden bieden om de verzilting door strooizout terug te dringen. Samen met de TU Delft en de aannemers Van Gelder en Van Bodegom gaat de provincie Noord-Holland onderzoeken of het mogelijk is om wegen niet te strooien met zout, maar met sap uit bermgras. Komende winter wordt er een kleine praktijkproef gedaan bij provinciale steunpunten en bij enkele provinciale bushaltes. Het begon allemaal toen Hillebrand Breuker, een projectleider bij de provincie Noord-Holland, proefde hoe zout het sap was dat overbleef na het persen van bermgras. Omdat de afdeling van Breuker ook verantwoordelijk is voor de gladheidbestrijding, was de link snel gemaakt. TU Delft gaat onderzoeken of het grassap kan werken als gladheidbestrijding. Dat gebeurt met een relatief eenvoudige proef. Er worden grote ijsklonten gemaakt en daar wordt grassap en strooizout op gegoten. Daarna wordt op vaste tijden gemeten hoeveel vloeistof eraf komt. Zo kan in beeld worden gebracht hoe goed de dooiwerking is ten opzichte van normaal strooizout.

Voor mij als waterschapsbestuurder zijn dit prachtige proeven. Hiermee wordt mogelijk een toepassing gevonden voor bermmaaisel en tegelijkertijd kan de verzilting als gevolg van strooizout worden teruggedrongen. Er komt, bij de toepassing van dit sap, geen nieuw zout meer in het watersysteem en het zout wat in de bodem zit wordt, via de gemaaide planten, opnieuw gebruikt en zal door afvloei ook langzaam uit het water- en bodemsysteem verdwijnen. Dat kan op de lange termijn betekenen dat het sap uit bermmaaisel minder zout wordt en op den duur minder bruikbaar. Dan zal uiteindelijk toch weer tot het (deels) toepassen van strooizout moeten worden overgegaan. Maar iedere vermindering van het gebruik van strooizout is, ook al is het tijdelijk, belangrijk. Ik zie uit naar de resultaten, om het dan mogelijk ook in het werkgebied van ons waterschap toe te kunnen gaan passen. Voor meer informatie lees het artikel op de website van de provincie Noord-Holland.

13 juni
best dag enschede 01Vandaag de gehele dag doorgebracht in Enschede en omgeving op de bestuurdersdag van de Unie georganiseerd door het waterschap Vechtstromen. De start van het officiële programma was een lied gezongen door Ellen ten Damme, grotendeels bestaande uit de tekst van het gedicht van Hendrik Marsman “Herinnering aan Holland”

“Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,

rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;

en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.

de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,

en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.”

Het werd in het jaar 2000 gekozen tot ‘Gedicht van de Eeuw’ in Nederland.

Ik ben wel vaker naar de jaarlijkse bestuurdersdag geweest, maar dit was voor mij wel de meest inspirerende opening! Daarna werden we welkom geheten door Burgemeester Onno van Veldhuizen, die meesterlijk omging met de plagende vragen over FC Twente. Hij memoreerde dat Enschede de laatste grote stadsbrand 1862 (in vredestijd) in Europa en de vuurwerkramp hadden door staan en te boven waren gekomen. In welke divisie dan ook, nu zou er weer iets moois uit voortkomen. Hij besloot met “Sta op als je voor Twente bent”. Mijn complimenten. Pas 8 maanden burgervader in Enschede en al helemaal thuis.

In de ochtend kwam ook Anne Buningh, studente aan de Universiteit van Twente, aan het woord over hoe jongeren te betrekken bij het waterschap. Het was een goed verhaal. Alleen alle ‘grijze duiven’ in de zaal vergelijken met de groten der aarde, was wel een tikkeltje overdreven.

Daarna was er een presentatie van futuroloog Wim de Ridder. Hij ging in op de toekomst van het waterschap en het waterbeheer. Op 4 februari dit jaar had ik ook het genoegen naar hem te mogen luisteren op het Rioned symposium. Er waren veel herkenningspunten. Hij voorzag een geautomatiseerde ziektediagnose op basis van ons afvalwater. Hij riep de zaal op ‘door te gaan met vernieuwen totdat iedereen zijn eigen afvalwater hergebruikt’. Hij voorzag dat de waterschappen zich zouden kunnen ontwikkelen tot regisseur van de digitalisering van het gemeentelijk waterbeheer.

In de middag koos ik voor de excursie naar de waterberging Kristalbad. Een 40 hectaren grote waterberging tussen de steden Enschede en Hengelo. Een prachtig project van het voormalige waterschap Regge en Dinkel, dat het best omschreven wordt met de woorden: “Schakel tussen stad en land , droog en nat”, te lezen op de informatieborden. In deze waterberging worden tal van (neven)doelen gerealiseerd, zoals stedelijke uitloopgebied, EVZ, recreatiegebied en nazuivering van het effluent van een afvalwaterzuivering die afwatert in de Elsbeek. De Elsbeek loopt uiteindelijk door Hengelo en in het verleden verspreidde deze geuroverlast. Onderstaande foto’s laten een mooi geslaagd project zien dat, als het moet, 200.000 kubieke meter water kan bergen. Het mooiste vond ik dat, door compartimentering, er zelfs een soort van eb en vloed kan worden gecreëerd waardoor er een bijzondere biotoop is ontstaan. Mede hierdoor zijn er al meer dan 160 vogelsoorten waargenomen. Ondanks de weersvoorspellingen, werd het een zonnige wandeling die begon bij het Twente kanaal en eindigde bij de Hengelose kant van het Kristalbad waar de Elsbeek de berging, nagezuiverd en wel, weer verliet.

Bij het vertrek kreeg ik een tasje mee met folders en een boekwerk over het Kristalbad, een lezenswaardig boek. Ik trof ook aan een door het waterschap Vechtstromen uitgegeven waterbelevingskaart met tal van te bekijken toeristische objecten, zoals: zwemplassen, landgoederen, bouwkundige waterbezienswaardigheden (sluizen, watermolens, stuwen en gemalen). Een voorbeeld om na te volgen. Ik heb het dan ook de volgende dag gelijk laten zien aan onze afdeling communicatie.

Louis van der Kallen

best dag enschede 02 best dag enschede 03 best dag enschede 04

 

 


OVER WATER – 43: ZUIDERWATERLINIE/ AFVALWATERSYMPOSIUM VAN HET STOWA EN RIONED

 

| 04-06-2016 | 09.00 uur |


 


OVER WATER – 43

 

27 mei
zuiderwaterlinie 02Vandaag heb ik de partnerconferentie over de Zuiderwaterlinie in Bergen op Zoom bezocht. Omdat ik in Bergen op Zoom woon, was ik er vroeg genoeg om ook de presentatie voor de ambtenaren bij te wonen en daarna die voor de bestuurders. Wel constateerde ik in de presentaties enige Brabantse accenten die de geschiedenis enigszins geweld aan doen. De Zuiderwaterlinie is niet van 1582-1920 maar maakte eerst deel uit van de Zuiderfrontier dat globaal bij de Noordzeekust bij het Zeeuwse Sluis/Belgische Knokke begon en via Bergen op Zoom liep tot Grave. In dat verre Zeeuws Vlaanderen is daar ook aandacht voor onder de naam de Staats/Spaanse linies. Pas bij de nieuwe Vestingwet van 1874 werden negen stellingen benoemd en werd het Zuiderfrontier opgesplitst in de Zuiderwaterlinie en de linie aan de Wester Schelde. Maar een kniesoor en een zeurpiet die daar op let. Zelf vind ik het wel zonde dat niet gegaan wordt voor het gehele Zuiderfrontier. Want het Zeeuwse deel, met Staatse en Spaanse forten tegen over elkaar, is in haar geschiedenis en verhalen op zijn minst zo interessant als het Brabantse deel.

De bestuurlijke discussie met gedeputeerde Swinkels en een aantal wethouders van aan de linie gelegen gemeenten was de moeite waard. Alleen jammer dat de gemeente Breda niet vertegenwoordigd was. Voor mij als waterschapsbestuurder is het helder. Hier liggen kansen voor het waterschap om een forse bijdrage te leveren, mede in dienst van onze eigen doelstellingen zoals: waterberging, kaderrichtlijn water, natte natuurparels, ecologischeverbindingszone’s (EVZ), het robuuster maken van het watersysteem, klimaatadaptaties en de PAS opgaven. Ook bij dijkverbeteringsprojecten kunnen er meekoppel-kansen zijn om werk met werk te maken. Hier liggen kansen op co-financiering en op een mooie koppeling van waterschapstaken met cultuurhistorie en economische ontwikkelingen in ons werkgebied. 

Na de bestuurlijke presentaties waren er ambtelijke presentaties over de kansen en ideeën. In ons gebied betreft het ontwikkelingen in drie van de vijf  ‘onderdelen’ van de Zuiderwaterlinie, te weten: De West-Brabantse waterlinie (Bergen op Zoom, Steenbergen), de forten aan open water (Volkerak-Willemstad, waaronder Sabina) en de linies en schansen van Breda tot Geertruidenberg. Dit alles lijkt een voortzetting van de eerdere wateratelier discussie van ‘defensie tot retentie’.

Tot slot kregen we, ter inspiratie, een prachtig boek uitgereikt. Dit boek is als de inspiratie atlas te downloaden op de website van de Zuiderwaterlinie.

31 mei
scheur-buitenriolering-728-206De gehele dag het afvalwatersymposium bijgewoond, georganiseerd door de STOWA en RIONED in Amersfoort. Een stortvloed aan lezingen over stoffen in het afvalwater, over de financiering en over de verwerking van regenwater. Als bestuurder en oudje ben ik een buitenbeentje op dit soort bijeenkomsten die vooral door technici, totaal meer dan honderd, worden bijgewoond. Riool- en zuiveringsspecialisten kijken ieder vanuit hun eigen vakgebied naar een probleem en leggen niet altijd de verbindingen tussen zaken zoals politici/bestuurders dat wel zouden moeten doen. Wat mij dan opvalt in dit soort door mannen gedomineerde gezelschappen is dat vaak jonge vrouwen de meest interessante vragen stellen. Die durven nog ‘domme’ vragen te stellen die vaak helemaal niet zo dom blijken te zijn. Hun leergierig gedrag laat zien dat ze kennis willen op doen en niet bang zijn op te vallen. Het valt mij ook op dat in dit soort gezelschappen overgewicht een grote zeldzaamheid is, terwijl dit onder bestuurders veel vaker voorkomt. Klaarblijkelijk heb je als riool- of zuiveringstechnicus meer kans een gezonde leefstijl te ontwikkelen. Het meest opvallende voor mij is dat waterschappen moeite hebben andere overheden ter verantwoording te roepen voor hun foute gedrag. Zelfs als dat tot extra en daarmee vermijdbare kosten leidt. Een voorbeeld: na een lezing over een ozon proef op een zuivering van het Hoogheemraadschap van Delftland kwam de vraag hoeveel rioolvreemd water die zuivering te verwerken kreeg? Het verbijsterende antwoord was 75%. De ambtenaar van het Hoogheemraadschap liet blijken dat het lastig was gemeenten hier op aan te spreken ‘want gemeenten hadden al zoveel problemen met hun riolen en de daaraan verbonden kosten’. Nu snap ik waarom het zuiveringstarief van Delftland veruit de hoogste is van Nederland en ruim twee keer zo hoog als het goedkoopste waterschap en bijna 80 % hoger dan in het waterschap waar ik dagelijks bestuurder mag zijn, terwijl de bevolkingsdichtheid van het gebied juist zou moeten leiden tot een lager tarief dan het gemiddelde.

Maar er is meer. Lekkende riolen zijn de voornaamste oorzaak van veel rioolvreemd water. Lekkende riolen draineren als het ware de omgeving waarin zij liggen en bevorderen daarmee de daling van de grondwaterstand en daarmee van de bodem. Wat weer een bijdrage levert aan paalrot onder de huizen. Als je het voorgaande in relatie brengt met een presentatie over de financiering (belastingheffing) van de waterschappen is de verbazing helemaal groot. Naar aanleiding van de OECD studie “Water Governance in the Netherlands, Fit for the future” (ik stelde daar eerder vragen over) wordt er gekeken naar de financiering van de waterschappen en hoe dit te verbeteren. De OECD stelde dat er in Nederland meer kosten in rekening gebracht zouden moeten worden bij de gebruiker en de vervuiler. En dan komt een werkgroep die de OECD adviezen moet uitwerken met de suggestie om gemeenten te gaan belonen voor de aanpak van rioolvreemd water. Dat lijkt mij het zelfde als een inbreker te gaan belonen voor het minder meenemen bij een inbraak in je huis. Gemeenten worden dan beloond voor wanbeleid en voor het slecht onderhouden van hun riolen. Dat heeft de OECD vast niet bedoeld als zij vinden dat de vervuiler meer dient te gaan betalen. Ik besef dat rioolonderhoud in veengebieden duur is. Maar goed onderhoud moet. Het is een gevolg van de keuzen die gemaakt worden om daar te wonen en te werken. Het is zoals een andere spreker zei: “veel rioolvreemd water betekent dat je het elders niet goed geregeld hebt.”

Veel aandacht was er ook voor medicijnresten in het rioolwater en de gevolgen daarvan alsmede de zuiveringsalternatieven. Ik schreef eerder over de risico’s van medicijnresten in de riolen en zuiveringen. Kortom een leerzaam dagje en veel om over na te denken. 

1 juni
In de ochtend een een portefeuillehouderoverleg over de Zuiderwaterlinie en hoe wij daar als waterschap onze bijdrage aan kunnen leveren. Daarna een bespreking met de opstellers over het conceptplan Vitaal Leisure Landschap Hart van Brabant. In de middag een vergadering van het bestuurlijk kwartet over de voortgang van de afvalwaterketen en hoe daarop te besparen. Een dag met vergaderingen in Breda, Oisterwijk en Tilburg. Zo zie ik nog eens iets van ons mooie Brabant. 

Louis van der Kallen