DAGELIJKS BESTUUR WETTERSKIP FRYSLÃN, KENMERK W 19002

 


Bergen op Zoom, 28 juli 2019

 

Aan het Dagelijks Bestuur van het Wetterskip Fryslân

Per e-mail

 

Betreft: Informatieverzoek, kenmerk W 19002

 

Geacht Dagelijks bestuur,

 

Ondergetekende heeft het ‘blauwalgprobleem’ de aflopen twintig jaar zien groeien van een enkel incident naar een situatie die jaarlijks haar opwachting maakt en steeds breder voorkomt in de Nederlandse wateren. De waterschappen zijn, naar mijn inzicht, nog steeds geneigd ieder blauwalg probleem als incident aan te pakken. Gezien de daaraan verbonden kosten beperken de waterschappen zich vaak tot een lokale aanpak van met name wateren met een zwemfunctie.

Het wordt tijd voor een andere aanpak. Waarbij wordt uitgegaan van blauwalgen als probleem voor alle wateren en als een probleem wat het gehele jaar aandacht verdiend. Dus ook als de blauwalg nog niet tot bloei is gekomen. Hoewel de nutriënten concentraties in de meeste van onze wateren (op basis van vijf-jaars gemiddelden) al jaren een dalende trend vertonen is te verwachten dat die nog vele jaren hoog zullen blijven en een voor de blauwalgen een ideale voedingsbodem zullen blijven. Daarbij komt dat door de klimaatveranderingen het aantal jaarlijkse zonuren lijken toe te nemen en door de zachte winters de blauwalgen steeds meer lijken te overwinteren. Gecombineerd met de vaak geringe diepten van onze wateren is het vrijwel zeker dat het probleem niet vanzelf zal verdwijnen. Sterker nog, we zullen er mee moeten leven. En dat vergt een wezenlijk andere aanpak. Van incident bestrijding naar een bestrijding c.q. beheersing van het fenomeen blauwalg. Dat zou moeten betekenen dat bij het totale waterbeheer steeds de afweging zou moeten zijn hoe kunnen we ons handelen beter afstemmen op het voorkomen van de groei en bloei van blauwalgen.

Als voorbeelden;
– Hoe zouden de profielen van watergangen eruit zien als ze mede ontworpen werden met het oog op blauwalgen?
– Hoe richten we de oevers in, en wat is dan het optimale beheer, als we rekening gaan houden met de aanwezigheid van blauwalgen en het voorkomen van blauwalgenbloei?
– Hoe beperken we de lichtinval en dieptewerking van licht/de zon en creëren we meer schaduw op het water?
– Welke waterplanten gaan we waar bevorderen?
– Hoe beperken we de opwarming van het water c.q. hoe bevorderen we de afkoeling in de winter?
– Hoe richten we watergangen zodanig in dat predatoren zoals de quaggamossel meer kansen krijgen om zich te vestigen? Op welke substraten hechten zij zich het makkelijkst?
– Hoe beperken we de concentraties van nutriënten?
– Nu zijn watergangen in laag Nederland ingericht op afvoeren en inlaten van het water afhankelijk van de behoefte aan water.
Hoe gaan we die watergangen mede inrichten op het maximaal doorspoelen als het water er in de winter is?
– Hoe beïnvloeden we met het baggerbeleid de blauwalggroei?
– Kortom hoe gaan we ons beheer het gehele jaar door en in alle facetten richten op het voorkomen en beperken van blauwalgen?

Nu lijkt er geen aandacht voor blauwalgen in de winterperiode. Terwijl de mate van het afsterven van de blauwalgen in de winter de sleutel kan zijn naar het vergroten van het aantal generaties blauwalgen die uiteindelijk tot bloei leiden. Meer waterdiepte kan daarbij behulpzaam zijn.

Veel vragen zijn er te stellen. Bovenstaande vragen zijn niet limitatief bedoeld. Maar zijn slechts voorbeelden van vragen die iedere afdeling/medewerker betrokken bij het waterbeheer of de ontwikkeling van beleid en inrichting van de watergangen zich zou moeten stellen.

Ondergetekende heeft ervaren dat de waterschappen tot op heden de blauwalgen incidentgericht aanpakken. Veel waterschappen hebben, in hun werkgebied, de afgelopen 20 jaar middels tal van proefprojecten gezocht naar manieren om op locatie te testen wat de beste aanpak is.

Voor ondergetekende bleek het ondoenlijk een totaaloverzicht te genereren van wat er allemaal op het vlak van blauwalg bestrijding/voorkoming gebeurd. Vermoedelijk zitten er vele spelden in de gemeentelijke en waterschappelijke ‘hooibergen’.

Mijn verzoek aan uw waterschap maak voor mij inzichtelijk wat binnen het werkgebied van uw waterschap en haar rechtsvoorgangers de afgelopen 20 jaar aan onderzoeken/proefprojecten is gebeurd aan de blauwalgproblematiek? Ik verzoek uw waterschap mij een dergelijk overzicht te verschaffen. Graag met linken naar de rapporten/verslagen.

Ik richt dit verzoek aan alle waterschappen in Nederland in een poging om een totaal overzicht te maken en dit overzicht, gericht op kennisverspreiding middels een website meer publiekstoegankelijk te maken.

De blauwalgen en de problemen die ze veroorzaken blijven. Het wordt echt tijd dat we ze met structurele maatregelen gaan aanpakken. Te beginnen met een bundeling van kennis. Niet alleen bij de techneuten van de waterschappen of gemeenten maar ook bij de bestuurders. Kennis die laagdrempelig bereikbaar moet worden van een breed publiek. Graag uw hulp daarbij

In afwachting van uw reactie,

hoogachtend,

 

L.H. van der Kallen.

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 2

 

| 02-11-2014 | 14:30 uur |


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 2

 

OOSTZEE

Satelietopname van de blauwalg in de Oostzee

De landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. De komende maanden zullen op deze site artikelen verschijnen die ingaan op de oorzaken en gevolgen van voornoemd regeringsbesluit.

Kern motivatie van het besluit tot verzilting is dat ‘verzilting de definitieve oplossing zou zijn voor de aanpak van de blauwalgproblematiek in het Volkerak-Zoommeer’.

Nu bestrijdt ondergetekende dat er nog sprake is van een blauwalgproblematiek op het Volkerak-Zoommeer, maar laten we voor de discussie maar eens aannemen dat er nu of in de toekomst van een zoet Volkerak-Zoommeer nog sprake zou kunnen zijn van een blauwalgprobleem. Is verzilting dan een definitieve oplossing? De blauwalg (cyanobacterie) die tot 2011 met regelmaat tot bloei kwam in het Volkerak-Zoommeer is de micro-cystis. De micro-systis is een zoetwater blauwalg. Na verzilting zal deze inderdaad niet meer voor komen in het Volkerak-Zoommeer en in die zin is verzilting dus een oplossing. Maar als je kijkt naar de reden van het voorkomen van blauwalgen is dat zij floreren in water dat niet of nauwelijks doorstroomt en dat hoge concentraties bevat van voedingsstoffen (nutriënten) als fosfaten en nitraten. Blauwalgen komen ook in zoutwater voor. Dat zijn wel andere soorten maar ze gedijen in wateren die voldoen aan de criteria: slecht doorstromend, en met veel voedingsstoffen. Dit soort omstandigheden doen zich elders in de wereld, ook in zout water, voor en dan floreren de blauwalgen. Als voorbeeld de Oostzee (Baltic-Sea). De Oostzee kent slechts een beperkt getij, bevat veel relatieve ondiepten en hoge concentraties voedingsstoffen. Kortom, zij het op een andere schaal, lijkt de Oostzee veel op een straks zout Volkerak-Zoommeer. De Oostzee kent een zeer ernstige blauwalgproblematiek! Klik eens op deze link om te zien wat voor problematiek. Is dit ons toekomstbeeld? Na verzilting zal het Volkerak- Zoommeer nog steeds, ondanks een beperkt getij, weinig doorstroming kennen en ook de concentraties aan voedingsstoffen in de vorm van fosfaten en nitraten zullen hoog blijven. De woordvoerders van Rijkswaterstaat op de informatiebijeenkomst van 28 oktober 2014 in het Markiezenhof ontkrachten het bovenstaande niet. Op vragen vanuit het publiek was tot twee keer toe het antwoord: “verzilting is de oplossing voor deze blauwalg, micro-cystis.”, zonder dat er ingegaan werd op het voorbeeld van de Oostzee en of blauwalgbloei in een zout Volkerak- Zoommeer voor zou kunnen komen. Moeten we voor verzilting en het beperkt getij dan 280 miljoen euro uitgeven?

 

Louis van der Kallen