IL PARTIGIANO 4 (WIJ WERD ZIJ)

 


| 2023 |

 

Bij het afscheid van de vorige bestuursperiode roemde menigeen de bestuurscultuur van die periode. Er was een groot ‘wij’-gevoel. Nog geen maand verder is het ‘wij’-gevoel verdwenen en is het ‘zij’ in ons mooie waterschap verschenen. Het monistische karakter van het waterschap Brabantse Delta is met één verkiezing, en de aanwijzing en rapportage van één verkenner verdwenen.

Het rare is dat bijna niemand zich afvraagt: waarom was die bij het afscheid zo geroemde, bestuurscultuur zoals die was? Het antwoord is simpel: de bestuursprogramma’s bij Brabantse Delta kenden tot voor kort een breed draagvlak. In de vorige periode was zelfs een bestuursbreed programma tot stand gekomen. In die periode haakte de PvdD weliswaar vroegtijdig af, maar het idee van samenwerking bleef in stand.

En dan is het 15 maart 2023. Vanuit het niets is er een nieuwe leidende partij, de BBB. In mijn beleving een voortbrengsel van de voortrazende onvrede in de samenleving over het bestuurlijk functioneren van de Haagse politiek. Een nieuwe partij is per definitie ontstaan vanuit andere partijen. Maar de ‘nieuweling’ ontbeert de ervaring van samenwerking. Bij de start van het proces om te komen tot een nieuw bestuursprogramma en de vorming van een Dagelijks Bestuur wordt gestart met een verkenner die van de tradities in de Brabantse Delta geen kennis heeft en als bestuurder gevormd is in duaal gemeenteland. En daarmee gewend is te denken aan coalities.

De kernvraag die de verkenner in zijn aanpak formuleerde was dan ook: “Welke coalitie doet volgens u recht aan de verkiezingsuitslag?”. Degenen met wie hij gesprekken voerde, waren in die rol bijna allemaal nieuw. Met mij werd – hoewel ik 30 jaar ervaring in het waterschapsbestuur heb – niet gesproken. Mijn afspraak werd ingepland op een tijdstip dat ik in een vergadering van de landelijke Unie van Waterschappen zat.

Weg traditie van samenwerken op monistische basis. De deur werd opengezet voor een duaal bestuur, voor politisering en polarisatie.

Voor mij is er een déjà vu-gevoel. Na de raadsverkiezingen in 2014 was het voor mij de eerste keer dat ik mij liet verleiden tot deelname aan een proces met een informateur/verkenner. Dat was toen ook geen succes. Destijds liet men mij wachten voor een dichte deur. Een oude onderhandelingstruc om de gesprekspartner te laten beseffen “wie op wie wacht”. Nu was het geen dichte deur maar minachting voor de afspraken die in mijn agenda stonden. Feitelijk vormt dit een effectieve uitsluiting. Dat gevoel van uitsluiting is er nu ook bij andere partijen die niet meepraten.

Weg een traditie van ‘wij’. Voor Ons Water heeft dit als gevolg dat de traditionele samenwerking met WBWB en het vormen van één fractie moet wachten tot na de formatie. We wachten ook eerst op eventuele veranderingen in het reglement van orde. Want er kan best uitkomen dat er per agendapunt maar één spreker kan zijn per fractie. Dan is het samensmelten van twee fracties niet logisch meer.

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano: like dan de pagina Studio 578 op Facebook. Dan mist u niks.

il partigiano

 

 

Louis van der Kallen.


HANS KOCX


Wie is: Hans Kocx

 

60 jaar geleden werd ik geboren in Breda. Na een aantal omzwervingen (maar wel binnen Breda) woon ik momenteel met mijn vrouw en onze zoon in de mooie wijk De Belcrum.

Na eerst 20 jaar in loondienst ervaring te hebben opgedaan in het bedrijfsleven (waaronder ruim 15 jaar bij de Primarkt Groep in Breda), ben ik nu alweer bijna 20 jaar zelfstandig ondernemer.

Ik draag dan ook het bedrijfsleven, en zeker de hardwerkende Mkb’er en ZZP’er, een warm hart toe.

Als eigenaar van een administratiekantoor ligt mijn focus als bestuurslid bij het waterschap uiteraard op de financiële kant van de zaak, maar zeker ook op innovatie, bedrijfsorganisatie, samenwerking (waar mogelijk bij voorkeur met het regionale bedrijfsleven), duurzaamheid en op betaalbaarheid (zo laag mogelijke belastingen).

Omdat de wetgever in al haar wijsheid heeft bepaald dat de zetels van de categorie bedrijven zijn opgeheven, en ik mijn kennis en 15-jarige ervaring in het waterschapsbestuur graag wil voortzetten en zeker niet verloren wil laten gaan, heb ik mij aangesloten bij Ons Water.

Een fractie, en zeker een lijsttrekker, die ik al jarenlang ken. En waarvan ik weet dat die dezelfde uitgangspunten hanteren als ik zelf. Maar die ook staan voor “eenheid in diversiteit”.

Waterschappen zijn niet alleen de oudste bestuurslaag van Nederland, maar zeker ook de bestuurslaag van de  toekomst. En die toekomst wil ik graag mede vorm geven.

De afgelopen 5 jaar hadden we 4 extreem droge zomers (zonder water, geen later !). En in 2021 nog een watersnood in Limburg. Er zijn vergaande zorgen over nieuwe en opkomende stoffen die onze waterkwaliteit bedreigen, alsmede medicijn- en drugsresten die ons water vervuilen. Er spelen momenteel vele vraagstukken waarbij water de hoofdrol speelt. In de eerste plaats uiteraard de klimaatverandering en alle problemen die dat veroorzaakt. Maar denk ook aan de landbouwtransitie, het stikstofprobleem, natuurherstel, klimaatadaptatie in het stedelijk gebied en niet te vergeten waar en hoe bouwen we die noodzakelijke 1 miljoen nieuwe woningen en waar faciliteren we onze bedrijven.

Water is bij dit alles de sleutel.

 

En als waterschap hebben we die sleutel in handen. Maar de vraag daarbij is wel, hoe zorgen we ervoor dat we die sleutelrol goed kunnen spelen, en we dit alles ook betaalbaar houden !

Naast 15 jaar bestuurlijke waterschap ervaring namens de fractie Bedrijven, heb ik in het verleden een ruime bestuurlijke ervaring opgedaan, onder andere als:

  • Lid van het algemeen bestuur van de Kamer van Koophandel West-Brabant
  • Lid van het dagelijks bestuur van de Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland
  • Lid van de ontslagadviescommissie van het UWV
  • Lid van de Raad van Commissarissen van BrIM NV te Breda en de Indumij NV te Bergen op Zoom

 

Naast mijn huidige werk als eigenaar van een administratiekantoor, alsmede mijn huidige lidmaatschap van het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta (en sinds 2015 als fractievoorzitter van de fractie bedrijven) , ben ik momenteel ook:

  • Voorzitter van 2 Verenigingen van Eigenaren te Breda
  • Bestuurslid van de Stichting Innovatiehuis West-Brabant

 

En last but not least;

  • Penningmeester van de Stichting Belcrum Beach te Breda (een stichting die ieder jaar, van april t/m oktober het enige echte stadsstrand van Breda mogelijk maakt).

 

Mijn 10 speerpunten de komende periode zijn:

  • Veiligheid – Onze dijken en andere waterkeringen zijn altijd prioriteit nummer één. Hier mag nooit een risico mee genomen worden, koste wat het kost. Op een robuuste en weloverwogen manier met aandacht voor toekomstige (langjarige) ontwikkelingen.
  • Waterbeschikbaarheid – Zorg voor voldoende water, niet te veel maar zeker in droge tijden ook niet te weinig. Houdt water zo lang mogelijk vast (waterbekkens) en voer (waar mogelijk) water aan. Laat water niet verloren gaan (hergebruik van bijv. gezuiverd water).
  • Waterkwaliteit – Zorg voor veilig, schoon en helder water. De flora en fauna in het water dienen gezond te zijn en moeten zich voldoende kunnen ontwikkelen. Verbeter de waterzuivering door medicijn- en drugsresten zo goed als mogelijk te filteren.
  • Innovatie – Kijk voor het oplossen van hedendaagse en toekomstige problemen naar nieuwe en innovatieve oplossingen. Denk daarbij ook “out-of-the box”. Werk hierbij samen en kijk naar best-practices zodat niet iedere keer het wiel opnieuw uitgevonden hoeft te worden.
  • Betaalbaarheid – Bij alle werkzaamheden en in de gehele organisatie moet efficiëntie en daardoor de betaalbaarheid voorop staan. Waardoor de kosten (belastingen) voor de burgers en bedrijven beperkt kunnen worden. Maximaal nut met minimale kosten !
  • Klimaatadaptatie en klimaatmitigatie – Heb een open oog voor de huidige (en toekomstige) klimaatveranderingen. Zorg voor maatregelen om de negatieve gevolgen daarvan te beperken (adaptatie) dan wel om de klimaatveranderingen te verminderen (mitigatie)
  • Samenwerking – Meer intensiever en innovatiever samenwerken met Gemeenten en het bedrijfsleven om zo efficiënter (en sneller) te werken en om de kosten van goed waterbeheer zo laag mogelijk te houden.
  • Verantwoordelijkheid – Kijk naar oplossingen voor het heden maar zonder toekomstige generaties te belasten met kosten en lasten. Zoals een verslechterend milieu of torenhoge schulden. En wees duidelijk: Zeg wat je doet en doe wat je zegt.
  • Waterbewustzijn – Zorg voor meer waterbewustzijn bij burgers en bedrijven. Wees helder in de communicatie. Betrek zoveel mogelijk burgers, bedrijven maar ook scholen en kennisinstellingen bij het waterschap werk. Vertel wat we doen en waarom we het doen.
  • Continuïteit – Zorg ervoor dat het waterschap dé zelfstandige waterautoriteit blijft. Koester de kennis en kunde binnen de waterschappen en morrel niet aan hun organisatie en/of zelfstandigheid. Verdere schaalvergroting is niet wenselijk, samenwerking wel.

 

 

Daarom is mijn motto:

Zorg voor later, stem Ons Water !

En dan uiteraard bij voorkeur op mij, de nummer 5 van lijst 2.

Zodat mijn deskundigheid, jarenlange ervaring en no-nonsens beleid voortgezet kunnen worden.

Mag ik 15 maart aanstaande op uw stem rekenen ?


 

HANS VAN BRENKELEN

 


Naam

Hans van Brenkelen

Woonplaats

Zevenbergschen Hoek

Geboorte datum

10 december 1952

Geboorte plaats

Rotterdam

Burgerlijke staat

Gehuwd, vanaf 1977 met Cisca van Tetering. Wij hebben 2 zoons (Jildit en Gerwin).

Beroep

Gepensioneerd vanaf december 2018.

Mijn laatste werkgever was de gemeente Rotterdam in de functie van (financieel) beleidsmedewerker. (1981-2018)

Politieke functies

Raadslid gemeente Moerdijk en voorheen gemeente Zevenbergen (1990-heden). Waarvan van 2002 tot 2006 wethouder in de gemeente Moerdijk.

Bestuurlijke functies

Voorzitter Stichting Kinderspeeltuin Zevenbergschen Hoek

(2e ) Voorzitter/secretaris postduivenorganisatie Brabant2000; RCC-West; PV Ons Genoegen.

Motivatie

Gezond water is van levensbelang als bron van leven voor mens en natuur. Mensen gebruiken het als drinkwater, voor recreatie, scheepvaart, landbouw en proceswater voor de industrie. Voor planten en dieren die in het water leven, is het de natuurlijke omgeving.

Onze totale waterhuishouding komt steeds dichter bij ons via allerlei media kanalen gezien de klimaatveranderingen. Ook op lokaal niveau worden wij er bij betrokken. Dit gegeven heeft mijn persoonlijke belangstelling gewekt. Ik wil mij persoonlijk inzetten om de totale waterhuishouding voor mens en natuur in onze regio in goede banen te leiden. Vandaar mijn aansluiting bij OnsWater en mij verkiesbaar te stellen voor de Waterschapsverkiezingen op 15 maart 2023.

 


DE HEMELWATERVERORDENING


| 30-08-2022 |

 

De hemelwaterverordening is bij gemeenten in opmars.  De openbare ruimte regen- en klimaatbestendiger te maken is een stap in de goede richting, maar er is meer nodig omdat een groot deel van de bebouwde omgeving privaat terrein is en veel burgers er (nog) niet aan toe komen hun eigendommen aan te passen. Steeds meer gemeenten slaan dan ook de weg in naar regelgeving.

Ik schreef in 2017 al eens over “Tegeltax”.  Een andere weg is met een hemelwaterverordening de grond/pandeigenaren dwingen bij nieuwbouw of een ingrijpende verbouwing een regenwateropvang, op eigen terrein, te realiseren. Veelal 60 liter per vierkante meter bebouwd/bestraat oppervlak. Een andere route kan het bestemmingsplan zijn om daaromtrent regels op te nemen.

Den Bosch is een voorloper als het gaat om regelgeving in relatie het klimaatbestendiger maken van de bebouwde omgeving. De hemelwaterverordening is er sinds 2017 en is recent uitgebreid met een groennorm in de verordening Bomen, Water en Groen. Alleen stimuleren leidde niet tot het gewenste resultaat.

Tot nu toe is de praktijk vooral praten met woningcorporaties, projectontwikkelaars en architecten. Het gaat om bewustwording. Dwang en handhaving kunnen in een latere fase aanbod komen. Als burgers na het betrekken van hun nieuwbouwwoning alsnog bijvoorbeeld hun tuin dicht tegelen.  

De gemeentelijke zorgplicht is in 2008 in de wet opgenomen. Ook de eigen verantwoordelijkheid van de burger is in de Waterwet vastgelegd. Nu is het zaak de volgende stappen te nemen. Technisch is het goed mogelijk de regenwateropslag te voorzien van warmtewisselaars zodat die voorziening ook een rol kan gaan spelen in de komende energietransitie!


DIJKVERBETERINGEN


| 17-04-2022 |

 

Afgelopen week voor het eerst in jaren weer een echte vergadering van de commissie Veiligheid van het waterschap Brabantse Delta. Met gelijk een aantal grote dijkverbeteringsprojecten. De aanpak van onze zwakste schakel, de Standhazensedijk (ten westen van de Dongemond), het traject Moerdijk – Drimmelen en Willemstad-Noordschans.

Dijkverbeteringen en aanleg hebben al vele jaren mijn grote belangstellingen. Het gaat immers over iets wat voor het laaggelegen deltaland Nederland van immense betekenis is. Onze veiligheid tegen de oerkrachten van het water. In de ontwerp Deltawet stuknummer 4167 die in november 1955 naar de Tweede Kamer werd gestuurd. Kwamen deze trajecten ook voor. Samen met enkele andere verbeteringstrajecten in het werkgebied van wat nu het waterschap Brabantse Delta is. Zoals Noordschans-Willemstad (toen was de naam omgekeerd), Dongemond-Drimmelen (waar de Standhazensedijk deel van uit maakt) en de trajecten; Vegetaspolder (ten oosten van Geertruidenberg), Willemstad – Fort Sabina en Fort Sabina – Dintelsas. Zie bijgevoegde foto’s.

Bijna 70 jaar na dato is het best interessant te bekijken wat er toen gerealiseerd is en wat moet er nu waarom gebeuren. Mijn bijzonder aandacht gaat dan altijd uit naar de vraag; wat is nu het probleem dat aangepakt moet worden en hoe is dat ontstaan?

Kijkende naar het mogelijke faalmechanisme piping, wat een probleem is bij de Standhazensedijk, dan is een mogelijke (deel) oorzaak de gegraven plassen aan de voet van de dijk (zie foto). Maar mogelijk zijn er meer oorzaken zoals de ondergrond. Mijn ervaring is dat bestudering van wat onze voorgangers deden vaak aanwijzingen geeft voor mogelijke oplossingen nu. Veel technici weten veel van wat de computers hen aanbieden en soms slechts beperkt van wat in de papieren archieven te vinden is. Ze vertrouwen veel op modellen als kennisbron voor de opbouw van kennis. Ook de ‘kennisinstituten’ werken veel met modelberekeningen en nog slechts zelden met feitelijk onderzoek. Soms ook omdat veldonderzoek naar bijvoorbeeld de kwaliteit van de grasbekleding van dijken decennia kan duren. Men heeft haast en geloven dat modellen die kennis ook kunnen bieden. Als oud-onderzoeker heb ik vaker dan zij, mijn twijfels en hecht ik aan het doorneuzen van archieven.

Tijdens de commissie heb ik bepleit goed te kijken naar de grasbekleding en de mogelijkheden die grasmengsels bieden om middels een betere beworteling te komen tot een grasbekleding die beter bestand is tegen overspoeling en langdurige golfslagbelasting. Daarbij bloemrijke/kruidenrijke soorten mengsels te betrekken om deze grasbekleding meer insect- en vogelvriendelijk te maken. Hoe vinden we het optimum; veilig en flora en fauna vriendelijk?

Ik heb ook gevraagd om vast na te denken over hoe met kunst en informatie over wat we gaan doen of straks gedaan hebben om te gaan, zoals bij het verstrekken van de informatie over al het moois wat staat te gebeuren. Waarbij ik verwezen heb naar het kunstwerk De Wachter wat herinnerd aan de vorige ronde van dijkverbeteringen (zie foto).

Net als de meeste mensen heb ik soms de neiging de geesten wakker te maken met een woord dat mensen doet afvragen: waar heeft hij het nu weer over? Dit keer was het ‘suatiesluis’! Voor de echte liefhebbers een suatiesluis in werking op Ameland.

 

Louis van der Kallen


CONSULTATIE KADERNOTITIE ZEEUWS DELTAPLAN ZOET WATER


Bergen op Zoom, 30 maart  2021

 

Aan het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Brabantse Delta

Per e-mail

 

BETREFT: CONSULTATIE KADERNOTITIE ZEEUWS DELTAPLAN ZOET WATER, KENMERK W 21003

 

Geacht Dagelijks bestuur,

 

Via een actieve aanpak wil de provincie Zeeland vraag en aanbod van zoet water meer in balans brengen, vooral in het landelijk gebied. Het Zeeuws Deltaplan Zoet Water moet daarbij helpen. De huidige inzichten, opgaven en kansen staan beschreven in een kadernotitie.

De komende maand vindt een informele consultatie plaats. In dat Deltaplan Zoet Water moeten straks keuzes worden gemaakt over haalbaarheid van maatregelen, prioriteiten en kosten. Het Zeeuwse Deltaplan Zoet Water krijgt geen wettelijke status, en inspraak op dit plan is formeel niet nodig. Datzelfde geldt voor de kadernotitie. Gezien het belang van het onderwerp wil de provincie de notitie wel graag toetsen. Daarom wordt een informele consultatie gehouden tot en met 12 april. Na de consultatieronde wordt de eventueel bijgestelde kadernotitie op 20 april vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland. Daarbij komen ook de reacties van externe partners aan de orde. Tot en met de zomer van 2021 wordt er gewerkt aan het Zeeuwse Deltaplan Zoetwater.

De Kadernotitie Zeeuwse Deltaplan Zoet Water is te vinden op de website van de provincie Zeeland (https://www.zeeland.nl/water/zeeuws-deltaplan-zoet-water).

Graag stellen wij de volgende vragen:

  • Heeft het DB kennisgenomen van de Kadernotitie Zeeuws Deltaplan Zoet Water?

  • Naar het gevoelen van de fractie Ons Water/Waterbreed is er mogelijk een samenhang tussen een aantal aandachtsgebieden zoals in de kadernotitie benoemd en de belangen van ons waterschap. Denk aan “Externe wateraanvoer via buisleidingen”, “Benutten RWZI-effluent en industrieel afvalwater” en “Industrieel watergebruik”, alsmede de benutting van het water uit het Volkerak-Zoommeer. Is het DB voornemens deel te

nemen aan de informele consultatieronde en wat wordt dan de inbreng van ons waterschap?

In afwachting van uw reactie,

namens de fractie Ons Water/Waterbreed,

hoogachtend,


L.H. van der Kallen.

(klik voor website)


 

PRAKTIJKPROEF VOLKERAK-ZOOMMEER


Bergen op Zoom, 23 december  2020

 

Aan het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Brabantse Delta

Per e-mail

 

BETREFT: PRAKTIJKPROEF VOLKERAK-ZOOMMEER, KENMERK W 20005

 

Geacht Dagelijks bestuur,

 

In een artikel in het tijdschrift van Waterschap Scheldestromen wordt een lopende praktijkproef Volkerak-Zoommeer beschreven met als doel het in de praktijk nagaan wat het effect is als er bij extreme droogte geen aanvoer komt via de Volkerak-sluizen. Het lijkt of de proef een gevolg is van een waterakkoord opgesteld door Rijkswaterstaat en de drie aangrenzende waterschappen. In het waterakkoord staan (nieuwe) afspraken over het peil en het zoutgehalte.

  • Wat betekenen de (nieuwe) afspraken voor ons waterschap?
  • Zijn er nadere (nieuwe) afspraken over de waterverdeling over de hoofdwaterwegen? (Haringvliet, Hollands Diep en de beschikbare hoeveelheid zoetwater om de verzilting tegen te gaan via de Nieuwe Waterweg c.q. verzilting als gevolg van het kierbesluit?).
  • Wat beoogt men precies te leren van de praktijkproef en hoe wil men de nieuwe kennis gebruiken voor de verdeling als zoet water schaars is in droogteperioden?

Wat zijn de afspraken wat betreft droogteperioden ten aanzien van de gangbare 20 m3 inlaat in de zomerperiode?

In afwachting van uw reactie,

namens de fractie Ons Water/Waterbreed,

hoogachtend,


L.H. van der Kallen.


 

VRAGEN DE HEUL, KENMERK W20002


Bergen op Zoom, 9 augustus 2020

 

Aan het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Brabantse Delta

Per e-mail

 

BETREFT: VRAGEN DE HEUL, KENMERK W20002

 

Geacht Dagelijks bestuur,

 

In januari 2016 heeft een grondeigenaar wonende aan de Heul te Hoeven contact gezocht met het waterschap. De aanleiding waren de werkzaamheden aan de EVZ Kibbelvaart, hoek Oude Bredasepostbaan en de Heul en de vraag wat er met de te verplaatsten grond zou gebeuren. Ook informeerde hij naar de plannen met de door het waterschap aangekochte gronden gelegen ten zuiden van de Kibbelvaart en ten westen van De Heul.

De betrokken grondeigenaar en bewoner aan de Heul is (deels) de zuiderbuur van het door het waterschap aangekochte perceel. Die buur is teleurgesteld in de handelswijze van het waterschap toen en nu;  ook de recente benadering van het frontoffice heeft wederom niet heeft geleid tot een – naar het gevoelen van de bewoner/buur –  adequate reactie van het waterschap (geen opvolging). Op 7 juli 2020 heeft ondergetekende van betrokkene een kopiemail mogen ontvangen van een per die datum verzonden mail aan wederom het frontoffice.

Navraag deze week bij betrokkene heeft ondergetekende geleerd dat er nog geen opvolging heeft plaatsgevonden. Bij een bezoek ter plaatse kon ik waarnemen dat er vraagtekens zijn te stellen bij het nabuurschap c.q. het gebruik van het perceel in bezit van het waterschap.

Gedane zaken nemen geen keer. Maar de recente benadering van het frontoffice verdient wel een adequate opvolging.

Nu heeft de bewoner/eigenaar van de aangrenzende gronden het gevoel dat de pachter van het waterschapsperceel systematisch bezig is de kavelgrens (door wijze van ploegen) en de aangrenzende greppel te verplaatsen/dempen en heeft de bewoner steeds meer moeite het onderhoud van zijn deel van de oever op een gepaste wijze te verrichten.  

Ondergetekende verzoekt uw DB de zorgplicht als perceelseigenaar serieus te nemen en de vraag in ogenschouw te nemen of het gebruik van een pachter van het perceel recht doet aan goed nabuurschap.

  • Op welke wijze controleert het waterschap het gebruik van verpachte gronden in relatie tot haar buren?
  • Is de huidige visuele perceelindeling/gebruik in overeenstemming met de kadastrale eigendomsrechten?
  • Is de waarneming van de zuiderbuur dat de noordelijke oever van de scheidingsgreppel de afgelopen vijf jaar decimeters verplaatst is juist?

Mijn advies: ga op ambtelijk niveau eens praten met de zuiderbuur en kom nu wel de beloften tot een inhoudelijke opvolging na en kijk wat met de eerdere (2016) mails/contactformulier d.d.16-01-2016 14.45 uur is gebeurd. Gedane zaken nemen geen keer maar we kunnen er wel van leren.

 

In afwachting van uw reactie,

hoogachtend,

 

L.H. van der Kallen.

 

 


VRAGEN WATERBEHEER, KENMERK W 19006


Bergen op Zoom, 2 december 2019

 

Aan het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Brabantse Delta

Per e-mail

 

BETREFT: VRAGEN WATERBEHEER, KENMERK W 19006

 

Geacht Dagelijks bestuur,

 

Recent heb ik bij het Dagelijks Bestuur van het waterschap Brabantse Delta aandacht gevraagd voor de situatie rond het Drongelens Kanaal.

Bij ondergetekende zijn een aantal vragen binnengekomen omtrent het beheer en een vergunningverlening rond het water dat in Bergen op Zoom ingesloten wordt door de straten Sint-Jacobsschelp, Nonnetje, Strandgaper en de Markiezaatsweg.

  • Welke overheid beheert het betrokken water?

  • Wie beheert de oevers van het betrokken water?

  • Wie is eigenaar van het betrokken water en de oever langs de Markiezaatsweg?

  • Zijn er, vanuit het waterschap, (behoudens een werkstrook) bezwaren om bomen te planten op de oever langs de Markiezaatsweg?

  • Het waterschap heeft een vergunning verleend voor de bouw van vlonders op de oever van het betrokken water langs het gebouw ‘het Nonnetje’. Het ontwerp van die vlonders is zodanig dat ze over de oeverbeschoeiing steken. Ondergetekende verkeer in de veronderstelling dat dergelijke vlonders efficiënt onderhoud van het water en de oevers hinderen. Hoe is dan een vergunningverlening voor dergelijke overstekende vlonders te rijmen met het waterschapbeleid, c.q. het steven van het waterschap tot een efficiënt water en oeverbeheer?

De informatie van ondergetekende is, dat het waterpeil in de Ligne (tussen Fort Pinssen en Vrederust) opzettelijk/kunstmatig is verlaagd. Dit in een gebied waar het waterschap veel geld en moeite heeft gedaan het gebied te vernatten. Het lage waterpeil heeft consequenties voor de biodiversiteit en het aanzicht van de waterlinie. Ook moeten de grachten rond Fort de Roovere nu regelmatig opgevuld worden middels een tractor met pomp. Een dergelijke actie kost vermoedelijk honderden euro’s per keer en is niet duurzaam. Het gebied is nu droger dan gewenst.

  • Waarom is besloten het waterpeil in de Ligne opzettelijk/kunstmatig te verlagen?

  • Wat zijn de motieven tot deze verlaging?

  • Hoe is de verlaging te rijmen met de vernattingsdoelstellingen van het gebied?

  • Hoe past de verlaging in de kwaliteitsdoelstellingen van de waterlinie?

  • Wat kost de herhaaldelijk pomp activiteit rond de grachten van Fort Roovere en wie draagt daarvan de kosten?

In afwachting van uw reactie,

hoogachtend,

 

L.H. van der Kallen.

 

 


REGIE GS EXOTEN/BEVERS/WATERVEILIGHEID, KENMERK W19005


Bergen op Zoom, 7 oktober 2019

 

Aan het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Noord Brabant

Per e-mail

 

REGIE GS EXOTEN/BEVERS/WATERVEILIGHEID, KENMERK W19005

 

Geacht College,

 

Recent heb ik bij het Dagelijks Bestuur van het waterschap Brabantse Delta aandacht gevraagd voor de situatie rond het Drongelens Kanaal.

Al meer dan acht jaar voldoet de westelijke dijk nabij Waalwijk niet aan de normen. Wat er nu bij komt is dat er zich in de eerste 200 meter vanaf de Bovenlandse sluis (verder heb ik de dijk niet bekeken) minimaal twee beverburchten bevinden die de veiligheid van het achterliggende gebied verder ondergraaft. Zie in de voorstaande link de foto’s. Ik constateer bij beherende overheden een grote terughoudendheid als het gaat om ingrijpen in situaties waarbij enerzijds de waterveiligheid in het geding is en anderzijds een beschermde diersoort zoals de bever aan de orde is. In gesprekken hierover wordt verwezen naar de vermeende afwezigheid van de ‘regiorol’ van de provincies. Ik kan als burger noch als beleidmaker ontdekken wat in deze de rol van de provincies is of zou moeten zijn. Dezelfde klacht, of misschien misplaatst excuus hoor ik als het gaat over de bestrijding van exoten.

Is er een ‘regierol’ van de provincie? Zo ja, wat is deze en hoe krijgt die in een concreet geval (bevers en de dijk van het Drongelens Kanaal) vorm? Zo nee, ligt hier niet een taak van de provincie als toezichthouder?

 

In afwachting van uw reactie,

hoogachtend,

 

L.H. van der Kallen.