| jaar 2 | nr. 003 | 24-01-2019 |
ONS WATER EN DE WATERSCHAPSVERKIEZINGEN
[fbvideo link=”https://www.facebook.com/onswater/videos/229610974648416/” width=”640″ height=”480″ onlyvideo=”1″]
(geluid aanzetten in video)
| jaar 2 | nr. 003 | 24-01-2019 |
ONS WATER EN DE WATERSCHAPSVERKIEZINGEN
[fbvideo link=”https://www.facebook.com/onswater/videos/229610974648416/” width=”640″ height=”480″ onlyvideo=”1″]
(geluid aanzetten in video)
| jaar 2 | nr. 002 | 21-01-2019 |
ONS WATER EN DE WATERSCHAPSVERKIEZINGEN
[fbvideo link=”https://www.facebook.com/onswater/videos/332991734218171/” width=”640″ height=”480″ onlyvideo=”1″]
(geluid aanzetten in video)
Bergen op Zoom, 18 augustus 2018
Aan het Dagelijks Bestuur van het
Waterschap Brabantse Delta
Per e-mail
Betreft: De weerbaarheid van de bossen in ons werkgebied, kenmerk 18004
Geacht Dagelijks bestuur,
Er is bijna zes miljoen euro van de provincie en de Europese Unie beschikbaar voor het herstel van de Brabantse bossen. Maar niet voor ons (West-Brabant). Alleen op landgoed De Luchtenburg, nabij Ulvenhout, worden 6.000 van de één miljoen nieuwe bomen in Noord-Brabant geplant. De rest gaat naar Oost- en Midden-Brabant. Er zijn wel plannen voor de Brabantse Wal (162.000) bomen, maar deze grond is nog te ‘goed’.
De te planten loofbomen zijn bodemverbeteraars. De linde, de hazelaar, haagbeuken en fladderiepen gaan geplant worden. Juist de fladderiep zou een mooie aanvulling zijn voor ons gebied. Omdat de iepenspintkevers deze iepsoort nauwelijks aantasten, ontsnapt de boom aan deze ziekte. De bladeren van loofbomen composteren veel beter dan dennennaalden, waardoor de bodem veel beter in staat is om water, voedingsstoffen en mineralen vast te houden. Ook op bijvoorbeeld de Brabantse Wal is dat nodig om de waterhuishouding van het gebied te verbeteren en om veel verloren gegane en verdroogde natuur te laten herstellen. De droogte van deze zomer laat bij uitstek zien dat het de hoogste tijd is om ook de bossen in West-Brabant meer weerbaar te maken. Nu is het nodig dat de (zand)gemeenten in West-Brabant, samen met ons waterschap, de provincie laten weten dat we niet aan de achterste mem willen hangen, maar dat de besteding van de 6 miljoen euro en verloving van naaldbossen, zoals op de Brabantse Wal, meer gespreid over de provincie dienen plaats te vinden.
Bijvoorbeeld De Brabantse Wal lijdt onder de verdroging, onder andere door de waterwinning en de samenstelling van de bossen. Dat zou mee moeten wegen in de prioriteitsstelling. Nu is er geld en dat hoeft in een alsmaar veranderende politiek/bestuurlijke wereld niet zo te blijven. Dus geacht DB let op uw zaak en ga in Den Bosch eens goed aan de kast rammelen.
In afwachting van uw reactie,
hoogachtend,
Namens de fractie Ons Water/Waterbreed
L.H. van der Kallen
| 16-07-2018 | 01.20 uur |
Joop van der Laan, tekstschrijver en journalist, gaat in een interview op zoek naar de mens achter de politicus Louis van der Kallen
| 29-07-2015 | 11:00 uur |
22 juli
In de avond in Breda de bijeenkomst van de werkgroep cultuur waar, met ambtelijke ondersteuning, met een aantal algemeen bestuursleden van het waterschap wordt nagedacht over hoe het algemeen bestuur meer aan het begin bij de beleidsvorming betrokken kan worden.
23 juli
In de morgen een werkbezoek met ambtelijke ondersteuning aan recreatieboerderij Pukkemuk om te praten met een ondernemer die zijn bedrijf verder wil uitbreiden en daarbij samen met het waterschap een ontbrekend stuk in een ecologische verbindingszone (EVZ) wil aanleggen. Een dergelijk initiatief past in het beleid dat we in het laatste bestuursprogramma hebben geformuleerd om zoveel mogelijk samen met derden de doelen van het waterschap te realiseren. De plannen zien er op papier goed uit. Nu is het zaak dat deze ondernemer samen met de gemeente en het waterschap de plannen verder uitwerkt.
Na de bespreking een rondleiding over het bedrijf waar een enthousiaste ondernemer de ontwikkeling laat zien van een (volle grond) tuinbouwbedrijf naar een recreatieonderneming, die nu jaarlijks meer dan 50.000 bezoekers trekt. De oorsprong, het boerenbedrijf, is het terugkerend thema waaraan binnen deze onderneming tal van recreatie elementen zijn vormgegeven. Ook zonder de voorgenomen uitbreidingsplannen is dit bedrijf, met een ruime gratis parkeergelegenheid, een bezoek zeker waard.
De komende weken is het ook voor het waterschapsbestuur zomerreces. Voor mij de tijd om vooral met stukken lezen de achterstand in te halen.
Louis van der Kallen
| 19-03-2015 | 12:30 uur |
Voorlopige uitslag waterschapsverkiezing
(definitieve volgt 23 maart a.s.)
Wij zijn trots op het behaalde resultaat en samen met onze collega’s West-Brabant Waterbreed vormen wij straks een ijzersterke fractie (7 zetels) in het bestuur van het waterschap Brabantse Delta
Dit resultaat is natuurlijk alleen mogelijk geweest dankzij de steun van onze kiezers. Hartelijk dank hiervoor.
Wij zullen er zijn voor burgers en bedrijven.
Voorlopige verkiezingsuitslag:
Partij |
Stemmen |
Aantal zetels |
VVD |
43.234 |
4 |
CDA |
42.762 |
4 |
Ons Water |
41.685 |
4 |
West-Brabant Waterbreed |
30.285 |
3 |
Water Natuurlijk |
26.570 |
3 |
PvdA |
24.385 |
2 |
50Plus |
20.947 |
2 |
Algemene Waterschapspartij |
9.845 |
1 |
VOORLOPIGE UITSLAG GEMEENTE BERGEN OP ZOOM
Kiesgerechtigden: 53.649; opkomstpercentage 38,21 %
Partij |
Stemmen |
|
VVD |
3.279 |
|
CDA |
2.079 |
|
Ons Water |
7.557 |
|
West-Brabant Waterbreed |
1.432 |
|
Water Natuurlijk |
1.234 |
|
PvdA |
1.628 |
|
50Plus |
1.531 |
|
Algemene Waterschapspartij |
1.284 |
In Bergen op Zoom dus ver uit de grootste partij!
Bekijk hier de voorlopige uitslagen van alle gemeenten in het waterschapsgebied
Louis van der Kallen
| 25-02-2015 | 07:00 uur |
Op weg naar een natuurlijke balans van de Westerschelde
Het is ontnuchterend te constateren, dat het huidige natuurherstelbeleid voor de Westerschelde helemaal geen effect heeft op een natuurherstel van de zeearm Westerschelde. Integendeel, de Westerschelde blijft zand en slib verliezen, is al te ruim en wordt steeds ruimer. De tendens van verschuiving van ondiepe naar diepere natuur wordt niet gestopt. Aan het huidige beleid ontbreekt de fysische natuur als grondslag.
Het leidt zelfs niet tot een natuurcompensatie in lijn met de verloren natuur, die door verschuiving in diepte verloren is gegaan in de dynamische ontwikkeling van de Westerschelde, als gevolg van menselijk ingrijpen. Die is alleen in het water van de Westerschelde te vinden. Niet lokaal op het land. Er zijn diverse mogelijkheden. Een voorbeeld is het waterschapsplan met uitbreiding van vooroevers, maar ook het aanbrengen van zandbuffers.
Het is in de Westerschelde te doen, niet op het land
De groene projecten in polders langs de Westerschelde zijn op zich staande projecten, die niet duurzaam ontworpen zijn en voortgekomen uit eenzijdig oppervlakte denken zonder rekening te houden met de invloed van de Westerschelde en de natuurhistorie van het landschap. Er worden om die projecten doorgang te doen vinden veel onjuiste beweringen gedaan.
Natuur is altijd in beweging. Een bepaalde tijd gerelateerde natuur in stand houden, zoals in het Zwin, kan niet. Het maakt deel uit van een groter geheel. Daar tegen in willen werken, werkt niet. Het is ook het kenmerk van de groene projectontwikkeling langs de Westerschelde: tegen de natuur ingaan. Daarnaast leidt het tot extra ruimte voor de zee, voor extra verzilting en ook langzaam maar zeker van verzilting van het grondwater naar het achterland. Het huidige beleid stimuleert zelfs de achteruitgang in veiligheid.
Het is wel mogelijk om de Westerschelde in een betere balans van natuurlijke ontwikkeling te brengen. Het gaat hier om het kunnen redresseren van menselijke ingrepen, niet van de natuurlijke ontwikkeling. Doen we dat niet, dan komt de noodzaak van een kering in de monding steeds sneller dichter bij. Van het Schelde estuarium, dat uitvloeit in de zeearm Westerschelde, mag verwacht worden dat het slib en zand meevoert ten gunste van de Westerschelde. Dit gebeurt niet vanwege de veel te ruim gemaakte Zeeschelde en de zandvangen in de zijrivieren. Daarnaast wordt nog altijd zand gewonnen in de Zeeschelde en de Westerschelde. De Westerschelde verliest slib en zand aan de Zeeschelde en slib aan het Land van Saaftinge (en in de toekomst aan de groene projecten). Alleen de zee levert ons, als teken dat de Westerschelde te ruim is, sediment in de vorm van slib. Dat doet de Noordzee al enige eeuwen, omdat de Westerschelde door de omvangrijke militaire inundaties aan het einde van de 16e eeuw de Westerschelde te zeer was geërodeerd en polders definitief verloren zijn gegaan.
Wat er primair gedaan moet worden om een verdere achteruit gang te voorkomen is stoppen met zandwinning en het terug leveren van Vlaamse zijde van het jaarlijkse verlies aan slib en zand aan de Zeeschelde (beleidstechnisch is daar van Vlaamse zijde voor wat betreft het slib zeker oren naar). Vervolgens kan er worden overgegaan naar een betere balans. Uit studie is gebleken dat voor stimulering van ondiepe natuur er meer uitbreiding gewenst is van de platen dan van de vooroevers. Het plan van het waterschap kan ruimschoots voorzien in de ontwikkeling van de vooroevers. Hoewel de kritiek is dat het kriboplossingen zijn, zijn het wel gronden, die meedoen aan de dynamica van de stroming van de Westerschelde. Dat ontbreekt ten enen male aan de groene projectontwikkeling in de polders. Voor de uitbreiding van platen is er een goede oplossing in de vorm van het strategisch aanbrengen van zandbuffers (zandmotors) in de Westerschelde. Zand, omdat in de huidige sedimentbalans blijkt dat, los van verlies, het zand deels door slib wordt vervangen. De Westerschelde bestaat uit morfologische eenheden van hoofd- en nevengeulen, waar ingespeeld kan worden op de behoefte. De stroming verspreidt het zand en stimuleert de aangroei van de platen. Als gevolg daar van, zal het onderhoudsbaggerwerk van de vaargeulen toenemen en daarmee het slim terugstorten. Die consequentie moet de verstoorder nu eenmaal nemen.
Ir. W.B.P.M. Lases
| 22-12-2014 | 11:45 uur |
MAXIMALE VERZILTING ZEELAND DREIGT
Door het beperkte denken over zout en getij is er nu een waterbeleid dat streeft naar een maximaal verzilten van Zeeland, zowel van het oppervlaktewater als het grondwater. Onbegrijpelijk dat niemand zich realiseert zich hoe schadelijk dit zal zijn. Biologen zeggen eenvoudig dat zout bij Zeeland hoort en dat de moderne landbouw niet veel zoet water nodig heeft. Verder ontbreekt elke onderbouwing.
Want welk zoutgehalte hoort bij Zeeland ? Hoe lager het zoutgehalte in de wateren en de bodem hoe beter het zoetwaterbeheer op de eilanden.
De zoete delta verdween
Toen Mondragon aan het eind van 16e eeuw met 1500 man troepen in de nacht en bij laag water door het Zijpe trok van St-Philipsland naar Schouwen, was het water zoet. De geuzen in hun sloepen konden er niet dicht genoeg bijkomen, omdat het rond de doorwaadbare plaats te ondiep was. In de 70’er jaren (mijn deltadiensttijd) was het er 23 meter diep! In de afgelopen vier, vijf eeuwen zijn de zeegaten steeds dieper geworden en daarmee is het zoutgehalte toegenomen. Door toedoen van de mens drong de zee de zoete delta binnen en uiteindelijk moesten de Deltawerken vanwege veiligheid en waterhuishouding een einde maken aan deze onhoudbare situatie.
Het defensieve Deltaplan
Het oorspronkelijke Deltaplan voorzag in een zoet Zeeuws merengebied, dat van eminent belang was voor de zoetwaterhuishouding van de Zeeuwse eilanden en als zoetwaterbuffer. Het plan was een gerichte vorm van vooruit verdedigen om de oprukkende verzilting te vertragen. Vooruit verdedigen hoort, in welke vorm dan ook, het wezenlijke beleid te zijn van het Deltaprogramma.
Zouter dan ooit
Voordat er Deltawerken waren ging een groot deel van de rivierafvoer via de Zeeuwse wateren. Het zoutgehalte was er een heel stuk lager dan in de Noordzee, ook al was het over het algemeen zout genoeg voor de oester- en mosselteelt. Door het zout houden van de Oosterschelde zonder rivierinvloed is de Oosterschelde nog nooit zo zout geweest. Hetzelfde geldt voor de Westerschelde door de steeds grotere diepten en bijbehorende breedtes. Ik beschik over te weinig gegevens om een echte uitspraak te doen over het Grevelingenmeer, maar verwacht dat het ook zouter is dan vóór de realisatie van de delta-infrastructuur. Nadat Zeeland verstoken bleef van rivierwateraanvoer kwamen de eilanden steeds meer in het zout te liggen en als het aan de huidige plannen ligt dan wordt het straks zouter dan ooit.
De infrastructuur als gereedschap
De dammen en kunstwerken van de Deltawerken vormen het belangrijkste gereedschap voor de grote waterloopkundige ingrepen. Hiermee zijn zoetwaterstromen te sturen, kan verzilting worden tegengegaan en kunnen watervoorraden behouden blijven. Bij verkeerd gebruik, zoals de plannen voor een Volkerak-Zoommeer en invoering van getij op het Grevelingenmeer, wordt hetzelfde gereedschap, oorspronkelijk bedoeld tegen verzilting, zelfdestructief toegepast. De verzilting in Zeeland zou in geen eeuwen zo sterk worden als nu door misbruik van de bestaande infrastructuur.
Gevoel als fundament
Er is geen echte reden om van een stabiel zoet Volkerak-Zoommeer een zout meer te maken. Het is de nostalgische hang van een groep biologen naar de situatie van vóór de Deltawerken, die steun zoekt bij kleine lokale belangen, om vervolgens zo’n fundamentele wissel te trekken. Er is nu sprake van een ecologisch in hoge mate stabiel zoet water meer. Voor welke lobby gaan we dit verzilten? Het is duidelijk dat de bestuurders geen flauw benul hebben van waar ze mee bezig zijn en de deltacommissaris neemt dit nu over. Want als men zo zou redeneren, dan mag al ons land beneden de zeespiegel een zeevlakte worden.
De Grevelingen weer in het slop
In het Grevelingenmeer wil men beperkt getij toe laten. Met een brug in de Grevelingendam komt er ook wat getij op het VZM. Wat betekent dit voor de Rijndoorvaarhoogte van de bruggen over het Schelde-Rijnkanaal? Gigantisch hoge kosten en waarvoor? Men zal bedrogen uitkomen als men denkt met een opening in de Brouwersdam de thermische stratificatie op te heffen. De huidige angst op omkering van zuurstofloze onderlaag en de zuurstofrijke bovenlaag is ongegrond. Andersom kan dit juist wel optreden in een overgangsfase, nadat een gat in de dam is gerealiseerd.
Onrendabele getijdencentrale
Veertig jaar geleden is al gekeken naar mogelijkheden van een getijdecentrale in de Oosterschelde. Dit was en is in het geheel niet rendabel. Gaat nu het Rijk de infrastructuur voor de getijturbines in de Brouwersdam maken en komt er een verruiming van subsidiegelden om het turbineproject in het damgat te ontwikkelen? Dit alles om realisatie kost wat kost door te drukken.
De hoogste tijd voor verstandig handelen
Er is dan wel in Nederland een directeur zoetwaterbeleid. Het ontbreekt echter aan een verziltingsbeleid, waarbij het zoete water zo ver mogelijk naar de kust wordt gebracht om de sluipend toenemende verzilting maximaal te vertragen en terug te dringen. Vooruit verdedigen zou de basis moeten zijn van het nationale waterbeleid.
Ir. W. B. P. M. Lases
Tiel, december 2014
| 11-12-2014 | 10.00 uur |
HET RIJK KRIJGT KRITIEK OP DE MER VOOR RIJKSSTRUCTUURVISIE GREVELINGEN VOLKERAK-ZOOMMEER UIT EIGEN HUIS
De Commissie voor de m.e.r. vindt dat het milieueffectrapport (MER) behorende bij de Rijksstructuurvisie Grevelingen Volkerak-Zoommeer de huidige toestand van de natuur en de ontwikkelingen in de gebieden niet goed beschrijft. Zo is er geen gebruik gemaakt van alle beschikbare kwantitatieve informatie. Ook is nog onvoldoende duidelijk hoe de maatregelen, zoals het terugbrengen van eb en vloed in de Grevelingen en het zout maken van het Volkerak-Zoommeer, de natuur in de toekomst beïnvloeden. De commissie adviseert daarom het rapport aan te vullen voordat een besluit over de Rijksstructuurvisie wordt genomen.
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft laten weten het milieueffectrapport aan te zullen vullen en deze aanvullende informatie opnieuw door de Commissie voor de m.e.r. te laten toetsen.
Hopelijk komt het ministerie op basis van de aanvulling dan al tot de conclusie dat verzilting van het Volkerak-Zoommeer een heilloze weg is. Voor meer informatie zie het Voorlopig Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Rijksstructuurvisie Grevelingen Volkerak-Zoommeer.
Voor Ons Water en de BSD is het helder: de onnodige verspilling van geld en de vernietiging van de mooie natuur kan nog voorkomen worden. Stop de verzilting. Teken de petitie via https://onswater.com/
Louis van der Kallen
| 02-11-2014 | 14:30 uur |
(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 2
De landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. De komende maanden zullen op deze site artikelen verschijnen die ingaan op de oorzaken en gevolgen van voornoemd regeringsbesluit.
Kern motivatie van het besluit tot verzilting is dat ‘verzilting de definitieve oplossing zou zijn voor de aanpak van de blauwalgproblematiek in het Volkerak-Zoommeer’.
Nu bestrijdt ondergetekende dat er nog sprake is van een blauwalgproblematiek op het Volkerak-Zoommeer, maar laten we voor de discussie maar eens aannemen dat er nu of in de toekomst van een zoet Volkerak-Zoommeer nog sprake zou kunnen zijn van een blauwalgprobleem. Is verzilting dan een definitieve oplossing? De blauwalg (cyanobacterie) die tot 2011 met regelmaat tot bloei kwam in het Volkerak-Zoommeer is de micro-cystis. De micro-systis is een zoetwater blauwalg. Na verzilting zal deze inderdaad niet meer voor komen in het Volkerak-Zoommeer en in die zin is verzilting dus een oplossing. Maar als je kijkt naar de reden van het voorkomen van blauwalgen is dat zij floreren in water dat niet of nauwelijks doorstroomt en dat hoge concentraties bevat van voedingsstoffen (nutriënten) als fosfaten en nitraten. Blauwalgen komen ook in zoutwater voor. Dat zijn wel andere soorten maar ze gedijen in wateren die voldoen aan de criteria: slecht doorstromend, en met veel voedingsstoffen. Dit soort omstandigheden doen zich elders in de wereld, ook in zout water, voor en dan floreren de blauwalgen. Als voorbeeld de Oostzee (Baltic-Sea). De Oostzee kent slechts een beperkt getij, bevat veel relatieve ondiepten en hoge concentraties voedingsstoffen. Kortom, zij het op een andere schaal, lijkt de Oostzee veel op een straks zout Volkerak-Zoommeer. De Oostzee kent een zeer ernstige blauwalgproblematiek! Klik eens op deze link om te zien wat voor problematiek. Is dit ons toekomstbeeld? Na verzilting zal het Volkerak- Zoommeer nog steeds, ondanks een beperkt getij, weinig doorstroming kennen en ook de concentraties aan voedingsstoffen in de vorm van fosfaten en nitraten zullen hoog blijven. De woordvoerders van Rijkswaterstaat op de informatiebijeenkomst van 28 oktober 2014 in het Markiezenhof ontkrachten het bovenstaande niet. Op vragen vanuit het publiek was tot twee keer toe het antwoord: “verzilting is de oplossing voor deze blauwalg, micro-cystis.”, zonder dat er ingegaan werd op het voorbeeld van de Oostzee en of blauwalgbloei in een zout Volkerak- Zoommeer voor zou kunnen komen. Moeten we voor verzilting en het beperkt getij dan 280 miljoen euro uitgeven?
Louis van der Kallen