VRAGEN DE HEUL, KENMERK W20002


Bergen op Zoom, 9 augustus 2020

 

Aan het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Brabantse Delta

Per e-mail

 

BETREFT: VRAGEN DE HEUL, KENMERK W20002

 

Geacht Dagelijks bestuur,

 

In januari 2016 heeft een grondeigenaar wonende aan de Heul te Hoeven contact gezocht met het waterschap. De aanleiding waren de werkzaamheden aan de EVZ Kibbelvaart, hoek Oude Bredasepostbaan en de Heul en de vraag wat er met de te verplaatsten grond zou gebeuren. Ook informeerde hij naar de plannen met de door het waterschap aangekochte gronden gelegen ten zuiden van de Kibbelvaart en ten westen van De Heul.

De betrokken grondeigenaar en bewoner aan de Heul is (deels) de zuiderbuur van het door het waterschap aangekochte perceel. Die buur is teleurgesteld in de handelswijze van het waterschap toen en nu;  ook de recente benadering van het frontoffice heeft wederom niet heeft geleid tot een – naar het gevoelen van de bewoner/buur –  adequate reactie van het waterschap (geen opvolging). Op 7 juli 2020 heeft ondergetekende van betrokkene een kopiemail mogen ontvangen van een per die datum verzonden mail aan wederom het frontoffice.

Navraag deze week bij betrokkene heeft ondergetekende geleerd dat er nog geen opvolging heeft plaatsgevonden. Bij een bezoek ter plaatse kon ik waarnemen dat er vraagtekens zijn te stellen bij het nabuurschap c.q. het gebruik van het perceel in bezit van het waterschap.

Gedane zaken nemen geen keer. Maar de recente benadering van het frontoffice verdient wel een adequate opvolging.

Nu heeft de bewoner/eigenaar van de aangrenzende gronden het gevoel dat de pachter van het waterschapsperceel systematisch bezig is de kavelgrens (door wijze van ploegen) en de aangrenzende greppel te verplaatsen/dempen en heeft de bewoner steeds meer moeite het onderhoud van zijn deel van de oever op een gepaste wijze te verrichten.  

Ondergetekende verzoekt uw DB de zorgplicht als perceelseigenaar serieus te nemen en de vraag in ogenschouw te nemen of het gebruik van een pachter van het perceel recht doet aan goed nabuurschap.

  • Op welke wijze controleert het waterschap het gebruik van verpachte gronden in relatie tot haar buren?
  • Is de huidige visuele perceelindeling/gebruik in overeenstemming met de kadastrale eigendomsrechten?
  • Is de waarneming van de zuiderbuur dat de noordelijke oever van de scheidingsgreppel de afgelopen vijf jaar decimeters verplaatst is juist?

Mijn advies: ga op ambtelijk niveau eens praten met de zuiderbuur en kom nu wel de beloften tot een inhoudelijke opvolging na en kijk wat met de eerdere (2016) mails/contactformulier d.d.16-01-2016 14.45 uur is gebeurd. Gedane zaken nemen geen keer maar we kunnen er wel van leren.

 

In afwachting van uw reactie,

hoogachtend,

 

L.H. van der Kallen.

 

 


KIBBELVAART

 


| jaar 2 | nr. 031 | 08-03-2019 |

| KIBBELVAART | 

[fbvideo link=”https://www.facebook.com/onswater/videos/310005726375064/” width=”640″ height=”480″ onlyvideo=”1″]

(geluid aanzetten in video).

Oude vaarwegen, die het landschap verrijken, verdienen in stand te blijven.

 


 

 

OVER WATER – 46: VETPROBLEMEN

 

| 25-06-2016 | 10.30 uur |


 


OVER WATER – 46

 

BIOPOP-web

MicroCat-BioPOP

“De gemeente Zoetermeer pakt vetproblemen in riool biologisch aan” was de kop van een artikel in Vakblad Riolering. Ruim 3 jaar gebruikt de gemeente Zoetermeer een biologische manier om vetproblemen in de gemeentelijke riolen en gemalen aan te pakken. Vetten veroorzaken nogal wat problemen en kosten aan rioolsystemen. Hun aanpak behelst een systeem (MicroCat-BioPOP), dat een onschadelijk biologische afbreekbaar polymeer en vetafbrekende bacteriën bevat. Een blok wordt in het rioolwater gehangen en laat dan langzaam maar continue bacteriën los die zich hechten aan de wanden van het riool of gemaal en dan de vetlagen afbreken. Zij hebben geen nadelig effect op de rioolwaterzuivering, zo is gebleken, en voorkomen op deze wijze verstoppingen. In veel Engelse en Duitse steden worden deze vetafbrekende bacteriesystemen met succes ingezet. Ook in meerdere Nederlandse steden wordt nu gebruik gemaakt van dit systeem waaronder Alkmaar, Arnhem Delft en Den Haag. Het lijkt mij goed als nu ook de gemeenten in het werkgebied van de Brabantse Delta gaan kijken of dit voor hen de oplossing kan zijn voor hun vetproblemen.

14 juni
In de morgen een portefeuillehouderoverleg over de opening van de EVZ Om Dongen.

21 juni
In de ochtend de vergadering van het dagelijks bestuur met onder andere de agendapunten: De Zoete Delta, projectplan EVZ Kibbelvaart Halderberge, Projectplan EVZ Molenbeek fase 3 Roosendaal, treasurystatuut 2016, health deal gezonde verstedelijking, samenwerking streeknetwerken, samenwerkingsovereenkomst Waterpoort, evaluatie waterschapsverkiezingen.

In de middag portefeuillehouder overleggen over de Westelijke Langstraat en de alternatieven van de dijkversterking Geertruidenberg/Amertak. Daarna een gesprek met de begeleider van de heisessie van volgende week.

22 juni
De opening van de EVZ om Dongen fase 3 en Paviljoen Roosen te Dongen, waar ik en wethouder Bea van Beers een praatje hielden en er een filmimpressie, gemaakt door Zimniak filmproducties Dongen, werd vertoond. Daarna werd onder begeleiding van een natuurgids een wandeling door het gebied gemaakt.

24 juni
palVandaag De PAL lezing in het provinciehuis van Zuid-Holland over het landschap als vestigingsfactor bijgewoond. Adriaan Geuze hield een prachtig en inspirerend verhaal voor de meer dan 250 bezoekers. Hij is een spreker die van zijn hart geen moordkuil maakt en stevige uitspraken niet schuwt. Zo vond hij de provinciekaart in de statenzaal “pure propaganda”. De werkelijke bebouwingsgraad is een veelvoud. Was de grachtgordel in Amsterdam een teken van “mentale vernauwing”? Hoorden de kassen van het Westland (51 % van de kassen in Nederland staat in Zuid- Holland) op de Zeeuwse eilanden of in de veenkoloniën en in Brabant”? En was de tuinbouw in de kassen de oorzaak van de gemiddeld lage inkomens in de grote steden in de Randstad en van de verpauperde vele Vogelaarwijken daar met alle sociale en illegale gevolgen van dien? Hij hekelde herhaaldelijk het gebruik van Engelse termen in beleidsstukken van overheden. Mensen als zijn vader begrepen dat soort termen niet en konden zich er dan ook geen eigenaar van voelen.

Ik bezoek de PAL lezingen vaak en als buitenstaander (van buiten de provincie Zuid-Holland) neem ik niet vaak deel aan de discussie. Dit keer moest ik wel reageren. Als het om de kwaliteit van het landschap gaat, zitten Zeeland en Noord-Brabant niet te wachten op meer kassen en er moest mij ook van het hart dat ik de nu nog mooie grotendeels open Hoekse Waard zie verschimmelen door her en der opduikende plukjes kassen.

Na de lezing heb ik de afscheidsbijeenkomst voor Kees Coppens bijgewoond op Bouvigne en werd getrakteeerd op een ontmoeting met een zwanenfamilie. 

Louis van der Kallen 

 zwanen


OVER WATER – 40: DE BRABANTSE OMGEVINGSVISIE

 

| 14-05-2016 | 13.30 uur |


 


OVER WATER – 40

 

10 mei
In de ochtend de dagelijks bestuursvergadering met als agendapunten onder andere: de huidige versie van de kadernota 2017-2026 (komt de volgende keer weer op de agenda), de keuze tot het voorkeursalternatief waterveiligheid Laakse Vaart, Kibbelvaart en Leurse Haven (de keuze is twee keersluizen), het vaststellen van het ruimtelijk kwaliteitskader voor de regionale waterkeringen, een actualisatie van de algemene regels en beleidsregels keur, de keuze van het onderwerp voor een artikel 109a onderzoek (diffuse bronnen) en een risicoanalyse in relatie met het weerstandsvermogen.

In de avond een groepsgesprek tussen AB/DB leden en de door de RKC van het waterschap ingehuurde onderzoekers die voor de RKC een onderzoek doen naar het aanbestedingsbeleid de uitvoering daarvan.

11 mei
Aan het begin van de avond de fractievergadering, waarin nog eens uitgebreid is gesproken over het vertrek van Kees Coppens uit het DB en zijn opvolging daarna werd de agenda voor het AB van 18 mei doorgenomen. Daarna de thema AB met als agendapunt een beeldvormende sessie over verbonden partijen. Het AB werd bijgepraat over: de belastingsamenwerking West-Brabant, de SNB, het Waterschapshuis en de strategische herijking Aquon.

12 mei
jules deelder 04Vandaag de “Dag van de Brabantse omgevingsvisie” in het congrescentrum 1931 in Den Bosch. In de eerste presentatie vertelde een medewerker van de provincie dat de op te stellen omgevingsvisie voor Brabant een praktijk gerichte omgevingsvisie moest worden, waarin ‘de mens centraal staat’. Voor mij een beetje raar. Want het hoort, als het gaat om de omgeving van de ‘mens’, net zo zeer over de flora, fauna en het landschap te gaan. Via “Denken, Dromen, Durven, Doen” moet er een uitzicht ontstaan op 2040. Meer informatie is te vinden op www.omgevingsvisieNB.nl. Zelf heb ik het niet zo op politici of ambtenaren die aan het dromen moeten slaan over hun werk. Ik schreef er eerder over.

De tweede presentatie was door Derk Loorbach van Dutch Research Institute For Transitions (DRIFT). Hij hield een inspirerend verhaal over de “Omgeving in Transitie” van beleid naar de politiek van de ruimte. Hij memoreerde als ‘nadenker’ de Jules Deelder ‘de wat maakt het uit joh-motie‘ in de Rotterdamse gemeenteraad. Hij pleitte voor het meer ruimte maken voor experimenten en de totstandkoming van een strategisch innovatie programma om:

  • ruimte te behouden
  • ruimte te bieden
  • en ruimte te maken.

Dit allemaal over de huidige politieke cycli heen. Deze zijn te kort en leiden tot een korte termijn denken, daar waar een lange termijn nodig is.

Daarna waren er nog werkbijeenkomsten, waarin veel gedroomd werd over wat de nieuwe omgevingswet mogelijk zou maken en wat de aanwezigen, vooral gemeentelijke ambtenaren aan verwachtingen hadden van ‘de Brabantse omgevingsvisie’. Op de concrete vraag wat is jullie verwachting, antwoordde in één van de werkbijeenkomsten waar ik aanwezig was 85 % “vrijheid”. Ik zag bijna dezelfde euforie als op een gemeentelijke bijeenkomst van politici over de omgevingswet. Ik schreef daar eerder over. Dit vind ik zorgelijk. 

Ik heb er niet zoveel vertrouwen in. Het lijkt op eerst het zoet, we gaan weer bouwen en produceren met alle milieunadelen van dien, daarna komt het zuur. In de politiek is dat niet de betrouwbare volgorde. Politici delen graag cadeautjes uit ‘het zoet’ en laten het zuur vaak aan de volgende generatie bestuurders met vaak de gedachte ‘na mij de zondvloed’ of ‘wie dan leeft die dan zorgt’. Een soort Belgisch scenario. Hier is het lange termijn denken waar Derk Loorbach voor pleitte echt nodig.

Louis van der Kallen