B&W GEMEENTE BERGEN OP ZOOM INZ. SAMENWERKING INNING BELASTINGEN – A010

 


 

Bergen op Zoom, 10 april 2006

 

Aan het College van Burgemeester

en Wethouders der Gemeente

Bergen op Zoom

Postbus 35

4600 AA Bergen op Zoom

 

Betreft:  samenwerking inning belastingen, ons nummer LK/6015

 

Geachte College,

Recent is verschenen “Waterschappen zoeken fiscale partners”, een uitgave van de Unie van Waterschappen. Deze rapportage bevat een aantal behartigingswaardige zaken en voorbeelden hoe heffing en invordering van belastingen door decentrale overheden als gemeenten en waterschappen geoptimaliseerd kunnen worden, alsmede efficiënter en daardoor dus kostenbesparend.

Mede door het grote aantal overeenkomsten in de procesonderdelen op het gebied van o.a.:

–         het beheer van de basisgegevens

–         de aanslagregeling en invordering

–         de fiscaal-juridische zaken

–         de procesbeheersing

–         de contactpunten/bronnen van gegevens (GBA, Kadaster, WoZ en TPG)

kunnen er grote inverdieneffecten zijn.

Het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling (gestart in 1977) is daar een goed voorbeeld van (2 waterschappen en 16 gemeenten, deels buiten de waterschapsregio). Dit samenwerkingsverband doet de uitvoering van de Wet WoZ voor de deelnemers tegen de laagste kosten van Nederland (€ 9,40 per object in 2004). Het landelijk gemiddelde ligt op € 20,05 en er zijn gemeenten waar de kosten pieken tot € 65,- per object.

Voorwaar een voorbeeld dat navolging verdient.

In het besef dat de fysieke plek van de dienstverlening door alle ICT-ontwikkelingen minder belangrijk wordt en massale administratieve processen door deze ontwikkelingen eenvoudiger, efficiënter en klantgerichter kunnen, verzoekt de BSD-fractie Uw college een dergelijke samenwerking met andere gemeenten en waterschap(pen) te onderzoek/overwegen c.q. aansluiting van gemeenten in West-Brabant bij het Zuid-Hollandse initiatief na te streven.

Gaarne een reactie in de commissie Middelen en/of Algemeen Bestuurlijke Zaken.

Met vriendelijke groet,

Namens de BSD fractie,

Louis van der Kallen

 


B&W GEMEENTE BERGEN OP ZOOM INZ. VOLKERAK-ZOOMMEER – A009

 


 

Bergen op Zoom, 8 april 2006

 

Aan het College van Burgemeester

en Wethouders der Gemeente

Bergen op Zoom

Postbus 35

4600 AA Bergen op Zoom

 

Betreft:   Volkerak-Zoommeer, Uw kenmerk 406-006471, kenmerk LK/6013

 

Geachte College,

Dank voor Uw snel antwoord op mijn brief van 28 februari inzake het Volkerak-Zoommeer.

Dit antwoord vraagt om een reactie.

Ad vraag 1
Twaalf regels antwoord zonder antwoord! Ik vroeg om “concrete schriftelijke toezeggingen”. Laat mij weten dat ze er niet zijn! Een gesprek met de staatssecretaris, hoe “inspirerend” ook en een mededeling van een gedeputeerde zijn geen “concrete schriftelijke toezeggingen”!

Ad vraag 2
Uw College schrijft dat wethouder Janssen niet bij het bestuurlijk overleg aanwezig was. Dat zal best zo zijn, maar op pagina 94 van de PKB deel 2 staat hij als deelnemer aan het bestuurlijk overleg in Gorinchem (6 september 2005) vermeld.

Ad vraag 3
Is simpelweg geen antwoord. Oog hebben voor is nog geen geld over hebben voor! Dit kan de gemeente miljoenen kosten.

Ad vraag 4/5
Uw reactie bevreemdt mij. Bij PKB deel 1 is kaart 1 ’topografie plangebied’ het startpunt. Alle gebieden binnen het plangebied zijn meegenomen in de MER. Helaas is de waterberging op het Volkerak-Zoommeer niet meegenomen in de MER, in die zin dat de milieueffecten van die waterberging niet zijn onderzocht!. Het gebied viel immers niet onder het plangebied!

Bij de PKB deel 3 is het gebied wel opgenomen op de plankaart. Het niet opnemen op de plankaart bij PKB deel 1 is voor mij een juridisch trucje om niet gelijk de berging volledig mee te moeten nemen bij de MER rapportage bij PKB deel 1.

Jammer dat Uw College niet dezelfde achterdocht heeft als dit kritisch raadslid. Het zou ons wel eens veel geld kunnen kosten!

Gaarne een reactie in de commissie RO.

Met vriendelijke groet,

Namens de BSD fractie,

Louis van der Kallen

 


SALARIS DB LEDEN – 0017

 


 

Bergen op Zoom, 1 april 2006

 

Aan het Algemeen Bestuur van het

Waterschap Brabantse Delta

(per email)

 

Geachte Collega’s,

Uit het antwoord van het DB op mijn brief van 28 februari 2006 waarin ik een DB lid “relatief onervaren” heb genoemd, moet ik opmaken dat het DB, leden die pas 14 maanden functioneren in een parttime functie (dus feitelijk pas 4 maanden fulltime), als zeer ervaren beschouwd. Zij achten mijn kwalificatie “misplaatst en werpen wij verre van ons”.

Gezien deze stevige woorden neem ik aan dat het DB een DB lid die feitelijk 4 maanden fulltime in functie is zeer ervaren vindt!!!

Bij de overheid stelt men in algemene zin dat iemand in functieklassen beneden 7 pas na 6 maanden als ervaren kan worden beschouwd. Klasse 7/9 pas na circa 12 maanden. 10/12 na circa 2 jaar en voor klasse 15+ pas na 3 tot 6 jaar (fulltime functie-uitoefening).

Als het DB, leden al na 4 maanden fulltime equivalent zeer ervaren acht en die personen dus zonder verdere begeleiding zijn/haar functie kan uitoefenen, kan ik niet anders dan concluderen dat het DB lidmaatschap in een veel te hoge salarisklasse is ingedeeld (17 of 18). Klasse 10 is dus al over betaald!!!

Dit stelt de salarisdiscussie wel in een ander daglicht.

Ik ben dan ook van mening dat, wanneer de discussie wordt gevoerd over de tijdsbesteding, daar onlosmakelijk ook een discussie gevoerd kan en moet worden over de toegekende salarisschaal.

Met de kennis van vandaag zal ik dan ook iedere tijdsnorm discussie koppelen aan de schaalindeling van de functie van de DB leden.

Met vr.gr.

Louis van der Kallen

Het voorgaande is gesteld op persoonlijke titel.