OVER WATER – 116: HET ACHTSTE NATIONALE DELTACONGRES

 

| 04-11-2017 | 12.00 uur |


 

OVER WATER – 116


Soms kom ik iets tegen en dan denk ik: wat een goed idee! Dat is iets voor een bredere toepassing. Bijgaande foto maakte ik in Thorshavn op de Faroer eilanden. Het betreft een installatie die continue  een eventuele olievervuiling van het water in de haven aanpakt. Op de foto is goed te zien hoe het vliesdunne olielaagje en andere drijvende verontreinigingen wordt opgezogen. Voor meer informatie kijk eens op https://greeniq.eu/ of kijk eens naar dit you tube filmpje

30 oktober
In de middag bestuurlijk overleg met wethouder Kevin van Oort van de gemeente Geertruidenberg. Op de agenda stonden onder andere: het gebiedsproces, baggeren/maaien, de afvalwaterketen, de Veste, de vijver in de Scheefswerflaan en de deltabeslissing ruimtelijke adaptatie.

31 oktober
DB vergadering met als agendapunten onder andere: de begroting 2018, de belastingverordeningen 2018, het investeringsplan 2018, diverse mandateringen, een nota over kwijtscheldingsbeleid, de renovatie RWZI Nieuw Vossemeer, de Roode vaart, de managementletter 2017-4 en een intentieverklaring inzake een Blue Deal.

In de middag PHO’s ter voorbereiding van bestuurlijke overleggen met de gemeenten Oosterhout en Loon op Zand.

In de avond de respondentenbijeenkomst inzake de evaluatie van het participatieproces Dijkverbetering Amertak/Geertruidenberg.

2 november
Het achtste Nationale Deltacongres in Leeuwarden. Het congres begon weer met een wetsovertreding. Het aftelgeluid oversteeg weer, net als voorgaande jaren, dik de normen. Er waren veel eerbiedwaardige sprekers. Jammer dat zij op één na (Hans Oosters, de voorzitter van de Unie van Waterschappen) woorden gebruiken als: we maken het klimaatbestendig, water robuust en plensbuibestendig, in plaats van maken het klimaatbestendiger en waterrobuuster. De Deltacommissaris stelde om straks “extremen aan te kunnen” en de burgemeester van Leeuwarden over de waterproblemen: “lossen we allemaal op”. Stuk voor stuk illusies. Voor een bui modelmatig van één keer in de 2000 á 5000 jaar, zoals een paar jaar geleden rond Spang-Capelle, hebben we ook in 2050 geen oplossing. Dus niks plensbuibestendig, hooguit bestendiger.

Een inspirerend spreker was Maarten Hajer. Hij hield een lezing over ‘landschapspijn’. De door hem geschetste route naar een aanpak: ga aan de slag met de invulling van de volgende stappen:

  • Het ontbrekende toekomstbeeld
  • De uitdaging
  • De macht van verbeelding
  • De odyssey

Hierbij  wees hij op een aantal principes:

  • Leiderschap
  • Acceptatie
  • Inclusie
  • Verantwoording

Alleen zijn advies als opvolger van het Ruimte voor de Rivier programma: “Ruimte voor het veen”, vond ik een rare. Het inklinken van het veen is een groot probleem voor een beperkt deel van het land (Holland en een stukje in Friesland en Groningen). Dat vergt zeker aanpak maar heeft niet een landelijke dekking als de voorganger Ruimte voor de Rivier.

De domper van het congres vond ik een wel heel politieke uitspraak van de deltacommissaris. Bij het in het zonnetje zetten van het mooie zoet water toevoerproject “de Klimaatbestendige Water Aanvoer Midden Nederland (voorheen genaamd Kleinschalige Water Aanvoer) naar de Randstad om verzilting tegen te gaan, stelde hij dat deze aanpak “veel goedkoper was dan een sluis in de Nieuwe Waterweg”. Het echt stoppen van een verspilling van 800 kubieke meter zoet water per seconde heeft dus geen enkele prioriteit. Een miniproject, hoe mooi ook, is onvergelijkbaar qua aard, schaal en gevolg met het bouwen van een sluis in de Nieuwe Waterweg. Echt vooruitkijken is zelfs voor de Deltacommissaris een sluis te ver!   

3 november
PHO over de bestuurlijke overleggen met de gemeente Oosterhout. En een bestuurlijk overleg met wethouder Jan-Willem Stoop van de gemeente Drimmelen met als agendapunten onder andere: de samenwerking, de afvalwaterketen, de verbetering regionale keringen, waterveiligheid en overstromingsrisico Ameroever, klimaatadaptatie en omgevingswet.

Louis van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 20: WAT IS DE WAARHEID?

 

| 28-02-2015 | 11:00 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 20

Wat is de waarheid? 

 

oestersDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

In het kader van het schriftelijk overleg over de ontwerp-rijksstructuurvisie hebben de Tweede Kamer fracties van de VVD, de PvdA, de SP en het CDA schriftelijke vragen gesteld, die door de Minister van Infrastructuur en Milieu, Schultz van Haegen, zijn beantwoord.

In de komende afleveringen van (natte/zoute) droom of nachtmerrie zal ik de inhoud van die antwoorden nader beschouwen.  

Op pagina 2 van het antwoord is gesteld: “De uitgevoerde analyses in het kader van de MKBA leiden wel tot de conclusie dat er substantiële mosselbaten zijn omdat het terugbrengen van getij op de Grevelingen en zout en getij op het Volkerak-Zoommeer kweekcondities voor schelpdieren (met name mosselen en oesters) creëert, die vergelijkbaar zijn met die van vóór de Deltawerken.” De vraag is of dit waar kan zijn? Voor de Deltawerken was het zoutgehalte  van de Oosterschelde, de Krammer, het Vokerak en wat nu het Zoommeer is, aanzienlijk lager. Ook was het water voedselrijker omdat zoet voedselrijk Rijn en Maas water deze wateren bereikte en voor een zoet/zout overgangsmilieu zorgde. Het komt mij voor dat hier de wens de vader van de gedachte is.  

Op pagina 4 van het antwoord is gesteld: “De zoetwatermaatregelen maken onderdeel uit van het pakket maatregelen behorend bij Deltabeslissing Zoetwater. Deze maatregelen zijn geprogrammeerd en geagendeerd in het kader van het Deltafonds. Daarbij is alleen sprake van een financiële bijdrage van regionale overheden en dus niet van een separate bijdrage van ondernemers.” Dit is een deels misleidend antwoord. Als regionale overheden een bijdrage leveren, zal die zich altijd vertalen naar hogere belastingen. Soms is dat zelfs één op één het geval. Bijvoorbeeld hoe een eventuele bijdrage door het waterschap vertaald zou worden in de tarieven. Als het waterschap in het kader van de zoetwatervoorziening voor de landbouw geld investeert, zal dat rechtstreeks en volledig doorwerken in de tarieven (hectareheffing) voor de landbouwers. Dus ook al betaalt het waterschap, uiteindelijk betalen dan de landbouwondernemers dit voor de volle 100 % terug. Dus dat ondernemers geen ‘separate’ bijdrage leveren is op papier juist, maar in harde euro’s op termijn feitelijk een onwaarheid.  

Op pagina 5 van het antwoord is gesteld: “De waterkwaliteit in de Grevelingen verbetert autonoom niet. Voor het Volkerak-Zoommeer is er de afgelopen jaren wel sprake van een lichte verbetering van de waterkwaliteit. Dat komt door de dalende nutriëntenbelasting (fosfaat en stikstof) vanuit de omringende wateren en gebieden. Deze daling is het gevolg van de uitvoering van de Nitraatrichtlijn en de emissiewetgeving die onder de Kaderrichtlijn Water valt. De prognose is echter dat de gehaltes aan nutriënten in het Volkerak-Zoommeer in ieder geval tot 2021 te hoog blijven om te voldoen aan de eisen die de Kaderrichtlijn Water aan stilstaande zoete meren stelt.” Het antwoord klopt, maar toch is enige relativering op zijn plaats. Impliciet erkent het antwoord dat de gehaltes aan nutriënten vermoedelijk blijven dalen. Bij de waterkwaliteit is echter geen sprake van “een lichte verbetering van de waterkwaliteit” maar van een forse! (zie natte 15). Het is juist dat de kans groot is dat tot 2021 de KRW eisen niet gehaald zullen worden. Maar dat is voor misschien wel 90 % van de KRW wateren in Nederland het geval. Die gaan we dan toch niet allemaal verzilten?? 

Louis van der Kallen