| 01-10-2020 |
Aan de Commissie Ruimte van de Staten van Zeeland
Onderwerp: Verzoeting Grevelingenmeer
Etten-Leur, 1 oktober 2020
Geachte leden van de Commissie Ruimte,
Met betrekking tot agendapunt 7 van uw vergadering van 9 oktober a.s. en in aansluiting op onze onder dat punt ingebrachte mail van 14 augustus (zie link)willen wij met dit schrijven een aanvullende toelichting geven op ons advies om een verzoeting van het Grevelingenmeer te overwegen.
De reden voor dit advies is dat de reeds geplande openingen in de Brouwersdam niet voldoen aan het beoogde doel van menging van het water van het Grevelingenmeer. Daarnaast zijn gevaarlijke stromingen, zoals die ontstaan bij het bedachte doorlaatmiddel met forse in- en uitstroming aan beide zijden van de dam met zijn recreatie, ongewenst. Vervolgens wordt het bij die ingreep door zeespiegelstijging deze eeuw al noodzakelijk om het bij vloed binnengestroomde water bij eb dagelijks naar zee te pompen. Tijdsdruk door klimaatverandering maakt dat er geen marge is voor kostbare projecten die geen wezenlijke bijdrage leveren en voor experimenten waarbij samenhang met het landelijk waterbeheer ontbreekt. Voor de provincie Zeeland is het van groot belang om middels constructief overleg spoedig te komen tot effectieve maatregelen tegen de dreigende zoetwaterproblemen.
Verzoeting De bij het Deltaplan beloofde zoete Zeeuwse meren werden niet gerealiseerd. Vanwege het sterk vervuilde Rijnwater werd indertijd de verzoeting van de Grevelingen uitgesteld. Vervolgens bleef Zeeland een halve eeuw verstoken van de aanvoer van zoet rivierwater. In deze periode is de totale jaarlijkse hoeveelheid rivierwateraanvoer naar Nederland gelijk gebleven. Al is de aanvoer door het jaar heen sterker gaan fluctueren, er is en blijft voldoende zoet water beschikbaar voor flexibele verzoeting, aanvulling en verversing van het Grevelingenmeer. Dit door het inlaten van zoet rivierwater en het naar zee hevelen van de zoute en/of zuurstofloze onderlaag. De kwaliteit van het rivierwater is inmiddels verbeterd en door een grote en toenemende behoefte aan zoet water in het zuidwesten komt verzoeting weer in beeld.
Voor verzoeting van het Grevelingenmeer is zowel een inlaat van zoet water vanaf de Noorder Krammer nodig als een hevelconstructie naar de in zee afwaterende Brouwerssluis. De hoogteligging van de drempel van de opening van deze hevelconstructie op de bodem van het Brouwershavens Gat bepaalt de diepte tot waar men kan ontzilten. In de diepere delen blijven zoute restanten achter. Extra zoute kwel via de bodem en door het grondwater van de eilanden dat langzaam ontzilt, wordt naar zee afgevoerd. Het resterend zoute water op de bodem van de diepste delen vormt geen bedreiging (in Zeeland is het grondwater in de ondergrond eveneens zout). Het gaat er om het leeuwendeel van het meer gegarandeerd zoet te houden, zodat de omringende eilanden het gehele jaar rond zoet water naar behoefte aan het meer kunnen onttrekken. Bij zeer geringe aanvoer van zoet water in combinatie met een extreem droge zomer, is het mogelijk om met dezelfde hevelconstructie, tijdelijk een zoute onderlaag vanuit zee binnen te laten om het meer op peil te houden. Dit water kan, zodra er voldoende aanvoer is van rivierwater, terug naar zee geheveld worden.
Recreatie De recreatie is gebaat bij helder water, een rijke en gezonde natuur en de mogelijkheid om ongehinderd rond te kunnen varen naar de diverse wateren. Met de verzoeting kan de compartimentering worden doorbroken, het water ververst en nutriënten aangevoerd. Voor de onderwatersport staat het ontbreken van getij garant voor helder doorzicht, waarbij bovendien zwevend slib boven de bodem door de hevelwerking van de kokersluis naar zee wordt afgevoerd.
Visserij
De visserij is gebaat bij een rijke vispopulatie en een gezond milieu. Wie zich de overvloed aan vis van voor de Deltawerken nog herinnert, weet dat doorstroming gunstig is. Daarbij bestaat er geen voorkeur voor zoet of zout. De huidige zoute situatie voldoet niet en verdere verzilting lijkt ons dan ook geen bijdrage te leveren aan de visstand. Wat wel werkt is doorstroming met zoet water.
Schelpdiersector
Niet de zoute wateren, maar de estuariene overgangen van zoet naar zout met nutriëntenaanvoer waren de dragers van de schelpdierteelt. De mosselteelt vindt momenteel vrijwel geheel in het buitenland plaats, waarna de mosselen hier verwateren en als Zeeuwse mosselen op de markt komen. De oesterteelt zit in de problemen door natuurlijke vijanden (o.a. herpesvirus en oesterboorder) en men teelt daarom in de Oosterschelde op zeer arbeidsintensieve getijdentafels. Dat lijkt in de Grevelingen onmogelijk.
Landbouw, industrie en leefbaarheid
Er is in Zeeland al decennia lang sprake van voortgaande verzilting van water en land, aangezien het waterbeheer van beide nu eenmaal niet te scheiden is. Duurzame zoetwatervoorziening is voor de bovengenoemde sectoren van levensbelang. Talloze berichten over toenemende zoetwatertekorten luiden de noodklok. Dat watermanagers het steeds benauwder krijgen maakt bijgaand artikel wel duidelijk. Blijkbaar moet het water eerst aan de lippen staan voor ze de benodigde maatregelen kunnen en mogen nemen. Dit geeft de volgende zin aan: “Vooralsnog denken de watermanagers in Nederland de komende decennia voor voldoende zoet water te kunnen zorgen. Pas later komt de vraag aan de orde of er misschien grootse, dure maatregelen nodig zijn, zoals het afsluiten van nog meer zeearmen.”
Waterveiligheid
De ‘nationale noodberging’ Volkerak-Zoommeer (224 km2), bedoeld om bij het samenvallen van hoge rivieraanvoeren en een hoog zeepeil het rivierwater tijdelijk te kunnen bergen, is onvoldoende. Aanvulling met de bergingscapaciteit van het Grevelingenmeer (385 km2) is gewenst. Op langere termijn zullen meer zeegaten toegevoegd moeten worden voor de waterveiligheid met mogelijk ook een bekken in zee. Het Grevelingenmeer kan als eerste inzetbaar worden, zodra het milieu is verzoet. Naast deze rivierwaterveiligheid, baart ook de zeewaterveiligheid zorgen. Bij 1 meter zeespiegelstijging voldoen de meeste deltawerken (waaronder Oosterscheldekering, Haringvlietsluizen en Maeslantkering) niet meer. De Brouwersdam is echter voor de komende eeuw een klimaatbestendige dijk.
Natuur
Mobiele zoutminnende organismen kunnen bij verzoeting dagelijks het meer verlaten naar zee. Andersom krijgen vissen vanuit zee tijdens het hevelen de kans stroomopwaarts het meer bereiken. Een zeer algemeen zout milieu maakt door ontzilting plaats voor een mondiaal uiterst zeldzaam zoetwatermilieu. De natuur krijgt bij dit alles de kans om mee te liften met deze en nog komende veranderingen.
Klimaatbestendigheid
In de afgelopen eeuw is de gemiddelde temperatuur op aarde met ruim 1 graad toegenomen. Dit heeft direct invloed op het klimaat (weersextremen) en veroorzaakt een zeespiegelstijging van 0,8 tot 1,0 m aan het eind van deze eeuw tot 5 m of meer binnen enkele eeuwen. Willen we niet desinvesteren, dan dienen de maatregelen die we nu nemen afgestemd te zijn op de langere termijn. Van de vier strategieën uit het rapport ‘Strategieën voor adaptatie aan hoge en versnelde zeespiegelstijging’ (Deltares, september 2019), richten de drie globale toekomstbeelden die uitgaan van een behoud van Zeeland zich als vanzelfsprekend op zeewaartse verzoeting van de Zeeuwse wateren.
We raden u dan ook aan om af te zien van de vigerende plannen voor de Grevelingen en met de kennis van nu de verzoeting van het meer in beraad te nemen. Tot slot wensen we u alle voortgang met het traject naar een klimaatbestendige provincie.
Met vriendelijke groet, W. (Wil) Borm Adviesgroep Borm & Huijgens – integraal waterbeheer
T 076-5037411
E [email protected]
W www.adviesgroepbormenhuijgens.nl
Deelnemer aan het Kennisprogramma Zeespiegelstijging