OVER WATER 184: PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS)


 

| OVER WATER 184: PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS) |

 

Ik vraag mij steeds meer af, hoe het toch komt dat de massa van onze bestuurders (ministers, gedeputeerden, wethouders) en de gekozen volksvertegenwoordigers (Kamerleden, Statenleden en Raadsleden) niet bij machte zijn, de consequenties van hun beleid en hun handelen te overzien. 
 
Nu de algehele verbijstering over het besluit van de Raad van State inzake de PAS! Gezegend is dit land, dat wij een onafhankelijke rechtspraak kennen. Steeds opnieuw vervallen onze bestuurders in dezelfde fout. Er wordt beleid vastgesteld om de ‘lieve vrede’ te bewaren en daarna zoekt men uitvluchten en wegen om dat beleid toch vooral niet uit te hoeven voeren. Met andere woorden: op papier zijn we heilig en daarna belazeren we de boel weer en zijn we weer gewoon schijnheilig. En de kiezer doet graag mee in dit spelletje van de ‘kleren van de kiezer’. De meesten stemmen op de prachtige oneliners om daarna het gewoon te vinden dat de maskerade van niets of weinig doen gewoon door gaat. 
 
Op 1 juli 2015 trad de huidige PAS-regeling in werking en werd ook het programma 2015-2021 gestart. Het doel was te komen tot herstelmaatregelen om de natuur bestendiger te maken tegen een overbelasting van stikstof, door bijvoorbeeld stikstofrijke grondlagen te verwijderen. Te beginnen met geen groei meer van de stikstof uitstoot door bedrijven, vervoer, landbouw enz. Kortom: het standstilprincipe. Er was gezocht naar een goede werkbare aanpak. Simpel samengevat: er moest ruimte voor uitstoot gecreëerd worden, door bijvoorbeeld saneringen/bronmaatregelen en de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden. Ook toen waren er ‘bewindslieden’ die net als de kersverse gedeputeerden van GroenLinks in Noord-Brabant riepen: “We zoeken manieren om toch te kunnen bouwen” en “Brabant gaat echt niet op slot”. Die werden gevonden door plannen te maken voor reductie en alvast die ruimte, die nog gecreëerd moest worden, in te vullen. Pas in 2021 moest de som immers weer op nulgroei van de uitstoot aan stikstof uit komen. Het heilig geloof in de vooruitgang en toekomstige innovaties (straks kunnen we alles beter) deed de rest. Nu bouwen! Nu nieuwe wegen! Nu nieuwe bedrijven! Nu meer vee! Nu meer productie! NU MEER STIKSTOF! Straks zien we wel!
 
In maart 2016 bezocht ik een symposium over de PAS in het Provinciehuis in Den Bosch. Ik schreef er toen over in Over Water 34: “Een heel informatieve bijeenkomst”. Maar die ook laat zien dat er op het gebied van de beperking van de stikstofuitstoot (stikstofnitraat, stikstofnitriet, ammonia en stikstofoxiden) nog heel veel moet gebeuren en dat de druk om tot daden te komen hoog is. Op basis van de natuurbeschermingswetgeving is feitelijk in veel gebieden geen ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten die leiden tot extra uitstoot meer mogelijk. De provincie erkende, bij monde van één van de presentatoren, dat door het (beperkt) toestaan van een aantal nieuwe activiteiten, middels deze stikstofuitstoten, een hypotheek wordt genomen op de toekomst. Vandaar dat een fors aantal maatregelen tussen nu en 2021 genomen moeten worden om de belasting/gevolgen van/op een aantal Natura 2000 gebieden terug te brengen.” “De maatregelen zijn nodig, omdat anders veel gebieden rond deze Natura 2000 gebieden in 2021 economisch op slot gaan.”
 
In een BSD-nieuwsbrief in april 2016 schreef ik wederom over de noodzaak met de reductie aan de slag te gaan.  
 
In juni 2016 verscheen “Zover het eigen instrumentarium reikt”(.pdf). Een onderzoek naar de positie van de provincie Noord-Brabant en de Noord-Brabantse waterschappen bij de realisatie van de kaderrichtlijn waterdoelstellingen (KRW) met bijzondere aandacht voor de omgevingswet. 
 
In Over Water 51 schreef ik over wat mij in dat onderzoeksrapport het meest verontruste, hetgeen te lezen was op pagina 90 : “Met name een vergunning voor een bestaande activiteit (vanwege het verlopen van de huidige vergunning) waarbij een belasting wordt toegelaten die boven de in het waterplan voor het waterlichaam verankerde stikstofwaarde is gelegen, kan een probleem vormen wanneer de kwaliteit van het oppervlaktewater onvoldoende is en niet kan worden aangetoond dat de betreffende waarde en daarmee de vereiste fysisch chemische kwaliteit wel gehaald zal gaan worden. In een dergelijk geval is verdedigbaar dat de vergunningverlening het realiseren van de KRW-doelstelling in de weg kan staan, waarmee vervolgens verdedigbaar is dat de vergunning moet worden geweigerd. Er is derhalve wel sprake van een ‘op slot-risico’, vooral omdat er in bepaalde waterschappen inderdaad vergunningen zijn en worden afgegeven die lozingen toestaan die leiden tot stikstofconcentraties die substantieel boven de KRW-stikstofwaarde van de betreffende waterlichamen liggen”. Toen was mijn conclusie al; “Een ‘op slot-risico’ voor een bestaande activiteit kan enorme gevolgen hebben, ook op de werkgelegenheid!” “Gecombineerd met de PAS-doelstellingen/maatregelen, liggen hier reële risico’s voor economische schades als er te weinig invulling wordt gegeven aan de KRW-doelstellingen en de terugdringing van de huidige stikstofbelasting van het milieu.”
 
In het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO) Midden-Brabant heb ik in december 2016 nadrukkelijk het achterblijven van de PAS-doelstellingen onder de aandacht van gedeputeerde Erik van Merrienboer gebracht en de mogelijke gevolgen daarvan voor de plannen van de gemeente Waalwijk. Met de bemerking: het kan immers niet zo zijn dat belangrijke economische ontwikkelingen, die van belang zijn voor de arbeidsmarkt, geblokkeerd zouden kunnen worden, omdat de realisering van de PAS-doelstellingen achterblijven.
 
In juni 2017 heb ik RRO-vergadering van de regio Hart van Brabant met onder andere: de actualisatie prioritaire projectenlijst PAS, die van gemeentewege vooral de insteek had de PAS ‘ruimte’ te benutten, heb ik wederom aandacht gevraagd voor: het middels maatregelen ten behoeve van de natuur, PAS ‘ruimte’ te creëren. 
 
Steeds ben ik mij ervan bewust dat iedere uitbreiding of in gebruik neming van een bedrijf PAS-ruimte vergt. In juni 2018 was mijn vraag in een brief aan het college van B&W van Bergen op Zoom dan ook: “Is de voor het bouwen en de ingebruikname van de nieuwe containerterminal benodigde PAS-ruimte door de provincie al geborgd toegezegd?”
 
In Over water 152 schreef ik: “De natuur in Brabant heeft te lijden onder een teveel aan stikstof. Dit wordt vooral veroorzaakt door de industrie, verkeer en door landbouwactiviteiten. Noord-Brabant wil graag mooie natuur en een sterke, zichzelf ontwikkelende economie. Meer economische ontwikkeling betekent echter ook meer stikstofuitstoot. Dit is niet goed voor de natuur. Natura 2000-gebieden, zoals de Westelijke Langstraat, hebben veel last van te veel stikstof. De provincie Noord-Brabant heeft daarom een PAS-project voor Noord-Brabant gestart waar de Westelijke Langstraat een onderdeel van is.” Het Algemeen bestuur van het Waterschap Brabantse Delta stelde in april 2018 dan ook een krediet vast van 19 miljoen ter realisering van dat project. Mijn commentaar op de vaststelling van dat krediet Over Water 134; “Als DB lid heb ik hier veel uren ingestoken. Het doet mij dan ook deugd dat dit krediet van 19 miljoen met algemene stemmen door het AB ter beschikking is gesteld. Nu komt het op een tijdige uitvoering aan om op tijd aan de eisen van de PAS te gaan voldoen.”  
 
CONCLUSIE
De afgelopen jaren heb ik keer op keer aandacht gevraagd voor het te weinig creëren van PAS-ruimte en het wel nemen voor een hypotheek op de toekomst, door makkelijk vergunningen verlenen op basis van een ‘ruimte’ die er niet is. Ook met meldingen voor een ‘gering beslag’ op PAS-ruimte werd wel heel makkelijk, door vragers en verleners, omgegaan.
Al die krokodillentranen nu, over het besluit van de Raad van Staten, maken op mij dus geen indruk. Laat staan dat ik iets begrijp van de moraliteit van een GroenLinks gedeputeerde die een manier zoekt “om toch te kunnen bouwen”. Die hoef je niet te zoeken. Die was er in 2015 al. De maatregelen nemen die voor reductie van de stikstofuitstoot zorgen. Niet straks maar nu. De afgelopen jaren was er geen sprake van nulgroei, maar van een verdergaande groei van de uitstoot stikstofverbindingen. Wat nu? Ophouden met voor je uitschuiven van de passende maatregelen rond de PAS en de KRW; ga nu eens niet voor herverkiezing als prioriteit één, maar voor de juiste maatregelen. Dan kan Nederland, maar ook de natuur weer verder bouwen aan een gezonde toekomst.  

 

Louis van der Kallen