NADEREND ONHEIL VOOR HET VOLKERAK-ZOOMMEER

 

| 08-05-2016 | 10.15 uur |


 

NADEREND ONHEIL VOOR HET VOLKERAK-ZOOMMEER

 

Eb en vloed op het Volkerak. Het stond in vele kranten en is zelfs opgenomen in de ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer. Men wilde indertijd met verzilting op goedkope wijze blauwalgen bestrijden. Deze visie is echter gebaseerd op een verkenning uit 2002 en 2003. Door vermindering van fosfaat en nitraat, is de waterkwaliteit inmiddels sterk verbeterd. Blauwalgen zijn vrijwel verdwenen en de natuur ontwikkelt zich in de goede richting. De noodzaak tot verzilting is dan ook volledig van de baan. Men heeft zich echter zo sterk op het verzilten gericht dat we haast zouden vergeten dat niet de zoute variant, maar de zoete en getijloze variant, de voorkeursvariant is van het ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer.

Kraanvogels
kraanvogelHet Markiezaat, een belangrijk natuurgebied aan het Zoommeer, wordt beheerd door het Brabants Landschap en ontwikkelt zich tot een duurzaam natuurgebied. Jaarlijks strijken er honderdduizenden trekvogels neer en het broedvogelaantal neemt zienderogen toe. Het behoort als gevarieerd moerasecosysteem tot de vijf belangrijkste vogelgebieden van Nederland. Vanaf 2013 tonen zelfs kraanvogels belangstelling voor het natuurgebied Markiezaat. Alle natuurbeschermers en biologen zouden dan ook een gat in de lucht moeten springen. Kraanvogels komen echt niet zomaar naar een willekeurig natuurgebied. Dat moet immers aan vele voorwaarden voldoen. Maar in plaats van de vlag uit te steken blijft het nog muisstil bij de natuurorganisaties. Ze lijken verstrikt in de plannen voor de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer. Deze zijn echter gebouwd op luchtkastelen en vernietigen ook het prille kraanvogelbiotoop. Milieutechnische veranderingen, alsook politieke en bestuurlijke proces maken een heroverweging van de ingrijpende maatregel mogelijk. Is het niet zo dat de zogenaamde verandering van zoet naar zout enkel om ideologische en politieke reden is bedacht? Er worden mooie verhalen verteld dat alles goed komt en dat er gezorgd wordt voor zoetwater, maar de realiteit is anders.

Gesmoord door een herenakkoord
Begin 2009 kwamen onder meer enkele burgervaders en de programmadirecteur Zuidwestelijke Delta tot een ‘herenakkoord’ om het Volkerak-Zoommeer te verzilten. Dit zette meteen de toon. Tijdens de hierop volgende Werkconferentie Zuidwestelijke Delta werd deze verzilting als was het een vaststaand feit gepresenteerd. Na uitbesteding verscheen het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en later volgde het Manifest Waterpoort. Beide bedenkelijke rapporten voerden de politieke druk richting Den Haag zo hoog op, dat de minister onlangs verzilting van het Volkerak-Zoommeer heeft voorgesteld. De kennis van nu is objectiever informatie en die spreken het onderzoek wat gedaan is tegen.

Toenemende kosten
De geraamde kosten van verzilting zijn inmiddels van 250 gestegen naar 350 miljoen euro, een bedrag waarvan overigens pas een derde is toegezegd. En bij deze kosten blijft het niet, want de voorzieningen en de oeverbescherming zijn niet berekend op getij en de diepte van de vaargeulen zijn afgesteld op een peil van ± nul NAP en moeten uitgebaggerd worden. En hoe zit het met de doorvaarhoogte bij de bruggen? Tal van zoetwatermaatregelen zijn na de verzilting nodig om het voorzieningenniveau op een minimaal peil te houden. Zeeuwse eilanden moeten aan het zoetwaterinfuus worden gelegd, om droogte en verzilting enigszins te voorkomen.  

Schadeclaims zullen volgen
Een getijloze en zoete Schelde-Rijnverbinding is een van de verworven zekerheden van de Deltawerken en als dit gaat veranderen, zullen vanuit de havenbedrijven en scheepvaart schadeclaims volgen. Het binnendijks karakter verdwijnt, met alle gevolgen voor de infrastructuur en waardevermindering van onroerend goed. Ook van waterschappen, landbouw en industrie zijn claims te verwachten en de repeterende schade voor toerisme, visserij en schelpdierkweek wordt enorm. Bijna een halve eeuw na de Deltawerken, nu de natuur hier een nieuw evenwicht nadert, gaat door de voorgenomen verzilting het hele milieu er aan. Ongetwijfeld zal ook de natuurbescherming bij de overheid aankloppen voor de ontstane schade en de reeds gemaakte kosten.

Dood en verderf
Nu is het Volkerak-Zoommeer ook nog eens aangewezen als eerste noodberging. Deze noodberging is veel te klein en kan gezien de berekening maar voor 7 uur water bergen, waar blijven ze dan met de rest? Want ze rekenen met 24-48 uur wateropvang. En  deze kwetsbare noodberging gaat nooit goed functioneren en veroorzaakt bij elk gebruik een milieuramp en een natuur genocide die niet te overzien is. Zoet water wordt immers op een zout milieu geborgen. Het ecosysteem zal afsterven en de stank van dode vis is dan niet te harden. Het gebied wordt keer op keer een regelrecht sterfhuis, met uitstoot van CO2 en methaan (moerasgas). Verzilting en verzoeting zorgen voor een herhaling van rampen. Wie kiest er nu voor een strategie waarbij het ecologisch evenwicht telkens weer wordt verstoord! Maar ook gaat spuien in de toekomst door zeewaterstijging door klimaatsverandering niet meer.  Daarnaast wordt een groot natura 2000 gebied waar o.a. ijsvogels en kraanvogels  voorkomen vernield. (Dinteloordse gorzen)  Een gebied waar wij als Steenbergenaren trots op zijn.

Beperkt getij zonder toekomst.
Het belangrijkste natuurdoel van het Nationaal Waterplan is estuariene dynamiek. De samenstellers van het Deltaprogramma suggereren deze doelstelling door zout en getij in het Volkerak-Zoommeer binnen te halen, maar van enig toekomstperspectief naar een estuarium is hier geen sprake. Er blijft immers een harde grens tussen zout en zoet bij de Volkeraksluizen. De doorlaat van de stormvloedkering was al bij aanleg onvoldoende voor een stabiel  milieu in het resterende Oosterscheldebekken. Het zal dan haast onmogelijk blijken om ook nog eens op het Volkerak-Zoommeer (beperkt) getij de realiseren via een doorlaat in de Philipsdam. Een landinwaarts uitstervend stukje zeegatdynamiek voegt niets toe aan natuurwaarden. Het is niet te verklaren waarom het Deltaprogramma kiest voor een volkomen zinloze inrichting, in plaats van te gaan voor een integrale oplossing met de Zuidwestelijke Delta als één estuarium.  Waarom wil je geld als rijk of gemeente ophoesten als er alleen maar nadelen zijn? Of zouden hier andere factoren, o.a. sluizencomplexen, waterkwaliteit en kwantiteit, omdat heel veel spoelwater nodig is om het zoetwater te behouden of commerciële financiële belangen meespelen die wij als inwoners om de heen of andere reden niet mogen weten mee? 

Conclusie
De loze plannen voor het Volkerak-Zoommeer verhogen het risico dat verzilting ver doordringt tot in het Brabantse land, waardoor het opbrengst vermogen van de landbouwgronden afnemen, het vergroot de wateronveiligheid door schijnveiligheid en veroorzaken onvoorspelbare milieuwisselingen. Erger kan je het niet maken. En weer de overheid als opdrachtgever die kennelijk niet in staat is om te leren van vastlopende  projecten zoals de Fyra en de Betuwelijn. We zijn op weg naar ‘nieuwe Kamervragen’, want het debacle van de Zuidwestelijke Delta is volop in de maak. Waterschappen en gemeenten, die momenteel hun achterstallig onderhoud nog kunnen laten meefinancieren, houden zich alsnog koest. Jammer dat wederom de belastingbetalers en inwoners van de gemeentes die aan dit mooie zoetwater meer liggen, voor de kosten op mogen draaien en de gevolgen niet te onderschatten zijn.

Dat waterspecialist Louis van der Kallen uit Bergen op Zoom een petitie is gestart tegen verzilting is dan ook geen verrassing: https://www.petities24.com/forum/113618

Iedereen zou deze moeten ondertekenen om het naderend onheil te weren.

Hier vindt u een uitnodiging voor de informatieavond Volkerak-Zoomeer Zoet of Zout! op 25 mei 2016 om 19.00 uur

Sjaak Damen, Stadsraad-Steenbergen,01-05-2016  
[email protected]

Ps. Wij zijn als Stadsraad Steenbergen geen actiegroep, maar vertegenwoordigen de inwoners van Steenbergen. Maar als je dit verhaal leest zou je toch je bedenkingen gaan krijgen. Het is en blijft een informatie avond waar voor en tegen, Zoet of Zout,  met respect voor ieders standpunt moet worden bezien en behandeld. Het draait allemaal deze avond om nieuwe feiten, het voortschrijdend inzicht, ‘de bewustwording’. 

 


VERZILTEN, GEEN ESTUARIUM

 

| 03-12-2014 | 09:15 uur |


VERZILTEN, GEEN ESTUARIUM

gele lis

gele lis

De nu ter inzage liggende Milieu Effect Rapportage (MER) en Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak geeft ons breder inzicht over de plannen met deze deltawateren. In de huidige voorkeursvariant zal een beperkt getij vanuit de Oosterschelde met de bijbehorende verzilting zijn intrede doen in het Krammer-Volkerak. Is dit een eerste stap naar een estuarium of slechts een maatregel om te voldoen aan de Kader Richtlijn Water (KRW)?

Afwisselende milieus
Het huidige Volkerak is nog steeds volop in ontwikkeling en de invloed van het ooit zo prachtige dynamische milieu zijn nog altijd zichtbaar. Nog altijd heeft het Volkerak habitats die kenmerkend zijn voor intergetijdengebieden.  De invloed voor het ooit zilte milieu is nog goed zichtbaar op de laagst gelegen drooggevallen slikken en oeverranden. Pas sinds een kleine vijf jaar zien we in de natuurgebieden een verandering plaatsvinden. Langs kreken en oeverranden begint een moerasvegetatie te ontstaan. Riet, gele lis en moerasandijvie nemen steeds meer toe en de kale randen raken begroeid met een vegetatie die past bij het huidige zoete milieu. De invloed van het zout wordt alsmaar minder en minder. De hogere delen zijn al langer begroeid met gevarieerde ooibossen, met soorten als adelaarsvaren en grote keverorchis. De combinatie van zoete habitats en resten van zoute habitats maken het gebied zeer afwisselend. Door de verandering naar een zout meer verandert er aan de hogere delen vermoedelijk vrijwel niets. De oevers en laagste slikken zullen veranderen, maar of er sprake zal zijn van grote toename is te betwijfelen.

Zilte bak water
De combinatie van naast elkaar liggende zoete en zoute habitats is door verschillende natuurorganisaties als onnatuurlijk en vreemd afgeschetst. Het verzilten versterkt echter alleen maar deze situatie. Het verzilten van het Krammer-Volkerak is de slechte versie van het verlengen van de zeearm de Oosterschelde. Geen estuarium! ‘Kenmerken van’ maakt het Volkerak nog altijd geen estuarium. De invloed van dynamiek vanuit de zee en vanaf de rivier is door de aanleg van de deltawerken vernietigd. Het simpelweg creëren van een paar gaten in dammen verandert daar vrij weinig aan. De getijdeslag wordt dan wel deels hersteld, maar de harde zoet-zout scheiding schuift op van de Krammersluizen richting de Volkeraksluizen. Een open verbinding richting het Hollandsch Diep en het Haringvliet zou de oplossing zijn voor estuarien herstel en zou de enige echte voorkeursvariant moeten zijn voor natuurorganisaties. Het probleem is echter dat het ‘Kierbesluit’ er voor zorgt dat het herstel van een estuarium in de zuidelijke delta onmogelijk maakt. De belangen voor zoet water zijn in de noordelijke delta zo groot dat men hier het Volkerak voor opoffert. De druk van zoetwater op het Haringvliet en de Nieuwe waterweg moet blijven om de zouttong op afstand te houden. Ecologisch gezien is dit niet noodzakelijk en zou de hoofdstroom van het zoete water juist via het Haringvliet en Volkerak moeten lopen. Het belang van voldoende zoet water door de Rijnmond is echter groot.
Iedere natuurliefhebber droomt van de oude dynamiek. Een realistische kijk op de toekomst is echter noodzaak. Het gros van de natuurorganisaties heeft zich blind gestaard op het herstel van een dynamische delta. De stem van de natuur is echter in al deze deltaplannen zeer beperkt.  Wanneer men nuchter kijkt naar economische belangen en veiligheid, dan is een open delta totaal onrealistisch. Veiligheid, economie en Europese afspraken zijn de daadwerkelijke drijfveren achter al deze plannen. De huidige RGV is zeker geen stap dichter bij de zogenaamde stip aan de horizon.  De gebruiksfunctie voor de scheepsvaart is een zeer belangrijke factor in het Krammer-Volkerak. De huidige dynamiek is nog toelaatbaar voor de binnenvaart, maar een verder herstel van een natuurlijk estuarium zeker niet. Om voldoende zoet water door de noordelijke delta te kunnen laten stromen offert men het zoete Krammer-Volkerak op. De druk van zoet water op o.a. het ‘Kierbesluit’ moet namelijk maximaal zijn, omdat men vreest voor de oprukkende zouttong tijdens droge periodes. Een herstel van een estuarium in het stroomgebied Volkerak-Oosterschelde is onmogelijk. Dit brengt namelijk o.a. de zoetwatervoorziening in de noordelijke delta in gevaar en is in strijd met de afspraken met de binnenvaart.

Waterkwaliteit of Europees doel
Een andere reden om het door blauwalgen geteisterde Volkerak te verzilten zijn de KRW doelen. In de MER wordt niet voor niets gesproken over het ‘grotere kans van behalen doelen’ in plaats van verbeteren waterkwaliteit. De KRW-doelen voor zout water liggen veel lager dan voor zoet water. Dat is voor het Rijk dus een zorg minder. Toch nemen natuurorganisaties en RWS nog altijd verbetering van de waterkwaliteit en herstel estuarium in de mond. De waterkwaliteit gaat slechts ten dele en zeer beperkt vooruit door de verzilting. Het Volkerak is nu eenmaal vele malen voedselrijker dan de Oosterschelde. Door een gat in een dam te maken richting de Oosterschelde en zonder al te veel zoetwater druk vanuit de rivieren spoelt dit voedselrijke water echt niet weg. Bij de Volkeraksluizen worden ook in zilte variant problemen verwacht met zuurstofloosheid en blauwalgen. Dit zien we de laatste jaren ook goed nabij de Krammersluizen. De plek waar als eerste en heftigste blauwalgen tot bloei komen. Simpel genoeg omdat daar zout water lekt en het milieu instabiel is. In het zilte Krammer-Volkerak zullen plaagsoorten als zeesla en Japans bessenwier volgens vele een groot probleem gaan vormen. Niet het prachtige geschetste beeld met zeegras, daarvoor is het Volkerak veel te voedselrijk. In de MER wordt zelfs toegegeven dat de mosselkweek noodzakelijk is om de rol van de quaggamossel over te nemen. Zonder deze natuurlijke filters ontstaan enkel nieuwe – en in de eerste jaren grotere – problemen. Onzekerheden te over. En het geschetste duurzame en stabielere systeem wat zou moeten ontstaan? Navraag leert dat iedereen heel veel onzekerheden, uitdagingen en problemen verwacht.

Twee watersystemen, één structuurvisie!?
Ook de keuze om één structuurvisie voor (tegenwoordig) twee van elkaar losstaande systemen uit te brengen is opvallend. Navraag leert dat dit uiteindelijk een commerciële keuze is. De financiering moet namelijk grotendeels uit marktpartijen komen. Met twee grote rijkswateren vergroot men de regio en het aantal potentiele marktpartijen. De eerdere verbinding met de Grevelingen wordt nog wel geopperd, maar is allang geen serieuze optie meer. Dit was in eerste instantie wel de bedoeling, maar viel al snel af. Raadselachtig is ook waarom nu opeens wel een verbinding met de Oosterschelde mogelijk is. Ruim tien jaar geleden wilde niemand dit voedselrijke water in de Oosterschelde hebben. Het gebrek aan voedsel voor de mosselkweek opent deuren zo blijkt.
Natuurorganisaties spelen een ondergeschikte rol in het hele proces. Ze worden erbij betrokken vanwege hun belang, grondgebruik en de wetgeving, maar hun invloed is minimaal. Dat ze zich laten zoethouden met dit plan is dan ook eigenlijk te vreemd voor woorden. De lobby in Den Haag is niets meer dan een wassen neus. Het huidige plan wankelt aan alle kanten en de geschetste positivisme lijkt een wanhopige poging om ons het droombeeld van de toekomst voor ogen te laten houden. Een droombeeld dat in de praktijk onrealistisch zal blijken te zijn. We hoopten op een herstel van het Volkerak met een natuurlijke dynamiek. We krijgen een verlenging van de Oosterschelde, waar zowel de Oosterschelde als het Krammer-Volkerak op achteruit gaan. Een zoute bak water met nieuwe problematiek. Geen duurzame oplossing, maar een middeltje om de KRW-doelen te halen en voldoende zoet water door de noordelijke delta te kunnen laten lopen.

Gezichtsverlies
Het idealisme moet gaan plaatsmaken voor realisme. De bever en de zeehond gaan elkaar in het nieuwe Volkerak niet ontmoeten, elke veldecoloog weet dit. Toch vond natuurmonumenten het nodig om deze droom in te zetten in een laatste wanhopige poging de verzilting te promoten. (zie: https://www.natuurmonumenten.nl/in-een-zout-volkerak-geven-bever-en-zeehond-elkaar-een-knipoog). De hele gang van zaken is even betreurenswaardig als inhoudsloos. Het geeft keihard weer waar het aan schort bij enkele natuurorganisaties: ecologische kennis!
Huidige keuze voor een zilt Volkerak is enkel een politieke keuze en een voor natuurorganisaties politiek correcte keuze. Het gezichtsverlies zou te groot zijn voor de natuurorganisaties. Maar hetgeen zij willen (een estuarium) dat komt er niet. Alle kansen die worden geschetst voor zoutwaterleven zijn zeer onzeker. Dat dit een stap is naar een open dynamische delta is zeer onrealistisch.

Rust, voedsel en ruimte!
Het huidige Volkerak kon zich dankzij de aanwezigheid van blauwalgen en het daarbij horende negativisme onder recreatieve ondernemers in alle rust ontwikkelen. Het Volkerak is uniek door zijn relatieve rust. Buiten de drukke vaargeul is het water rustig. Waar nu duizenden watervogels rustig kunnen slapen, ruien en foerageren liggen in de toekomst velden voor de mosselkweek en allerlei recreatieve functies gepland. Het belang van de scheepsvaart op het Volkerak gaat de komende jaren sterk groeien, met of zonder zout. Nu gebruiken watervogels het meer een jaar rond. Zal dit met de toenemende gebruiksfuncties zo blijven? Het valt te betwijfelen. Het areaal rustig water voor watervogels neemt vermoedelijk zeer sterk af. Het voedsel voor de zeearend en soorten als grote zilverreiger neemt de eerste jaren sowieso sterk af. Ecologen schatten in dat tegen de tijd dat het Volkerak zout zou moeten worden er al meerdere paren zeearenden in het gebied tot broeden komen. De kans dat deze vertrekken na deze enorme aanpassing is aannemelijk. Voedsel en rust zijn voor deze en andere soorten essentieel.

Een breed maatschappelijk belang is nog maar zelden goed samengegaan met een robuust ecologisch belang. Zeker gezien de huidige plannen en belangen van externe financierders worden de ecologische belangen het kind van de rekening. Het is dan ook een raadsel dat natuurorganisaties deze gang van zaken prijzen, zeker gezien het voorkomen van een aantal zeer kwetsbare en voor verstoring gevoelige soorten in het zoete Volkerak. Het wordt tijd dat de natuurorganisaties bewust worden van de nadelige gevolgen en onzekerheden van de verzilting. Laten zij daarom op z’n minst zeer kritisch zijn tegenover de huidige plannen. Maak een ecologische keuze en kies niet voor een gekunstelde verlegging van het probleem. Er is geen enkele reden om te juichen voor verzilting.
De huidige situatie is mogelijk ook instabiel en onzeker, maar er is momenteel een zichtbaar positieve trend waarneembaar. We weten wat we nu hebben, we zien de ontwikkeling, maar we weten zeker niet wat het ons zal brengen. Nog minder weten we dat bij verzilting en tel daar alle andere nieuwe bedreigingen voor rust en natuur bij op. Kies voor een estuarium of kies voor aanpak van de bron van blauwalgplagen in het zoete systeem.

De soorten die elkaar zeker een knipoog  zullen geven in een verzilt Volkerak zijn de Japanse oester en Japans bessenwier. Dan toch liever die quaggamossel!

Een natuurliefhebber/deskundige

 


NADEREND ONHEIL VOOR HET VOLKERAK-ZOOMMEER

 

| 30-10-2014 | 12:15 uur |


NADEREND ONHEIL VOOR HET VOLKERAK-ZOOMMEER

Eb en vloed op het Volkerak. Het stond in vele kranten en is zelfs opgenomen in de ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer. Men wilde indertijd met verzilting op goedkope wijze blauwalgen bestrijden. Deze visie is echter gebaseerd op een verkenning uit 2002 en 2003.

Door vermindering van fosfaat en nitraat, is de waterkwaliteit inmiddels sterk verbeterd.  Blauwalgen zijn vrijwel verdwenen en de natuur ontwikkelt zich in de goede richting. De noodzaak tot verzilting is dan ook volledig van de baan. Men heeft zich echter zo sterk op het verzilten gericht dat we haast zouden vergeten dat niet de zoute variant, maar de zoete en getijloze variant, de voorkeursvariant is van het ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer.

Kraanvogels
Gunzer Zee. 26-10-12.53
Het Markiezaat, een belangrijk natuurgebied aan het Zoommeer, wordt beheerd door het Brabants Landschap en ontwikkelt zich tot een duurzaam natuurgebied. Jaarlijks strijken er honderdduizenden trekvogels neer en het broedvogelaantal neemt zienderogen toe. Het behoort als gevarieerd moerasecosysteem tot de vijf belangrijkste vogelgebieden van Nederland. Vanaf 2013 tonen zelfs kraanvogels belangstelling voor het natuurgebied Markiezaat. Alle natuurbeschermers en biologen zouden dan ook een gat in de lucht moeten springen. Kraanvogels komen echt niet zomaar naar een willekeurig natuurgebied. Dat moet immers aan vele voorwaarden voldoen. Maar in plaats van de vlag uit te steken blijft het nog muisstil bij de natuurorganisaties. Ze lijken verstrikt in de plannen voor de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer. Deze zijn echter gebouwd op luchtkastelen en vernietigen ook het prille kraanvogelbiotoop.

Gesmoord door een herenakkoord
Begin 2009 kwamen onder meer enkele burgervaders en de programmadirecteur Zuidwestelijke Delta tot een ‘herenakkoord’ om het Volkerak-Zoommeer te verzilten. Dit zette meteen de toon. De hierop volgende Werkconferentie Zuidwestelijke Delta werd zwaar gemanipuleerd. Na uitbesteding verscheen het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en later volgde het Manifest Waterpoort. Beide bedenkelijke rapporten voerden de politieke druk richting Den Haag zo hoog op, dat de minister onlangs verzilting van het Volkerak-Zoommeer heeft voorgesteld.

Toenemende kosten
De geraamde kosten van verzilting zijn inmiddels van 250 gestegen naar 350 miljoen euro, een bedrag waarvan overigens pas een derde is toegezegd. En bij deze kosten blijft het niet, want de voorzieningen en de oeverbescherming zijn niet berekend op getij en de diepte van de vaargeulen zijn afgesteld op een peil van ± nul NAP en moeten uitgebaggerd worden. En hoe zit het met de doorvaarhoogte bij de bruggen? Tal van zoetwatermaatregelen zijn na de verzilting nodig om het voorzieningenniveau op een minimaal peil te houden. Zeeuwse eilanden moeten aan het zoetwaterinfuus worden gelegd, om droogte en verzilting enigszins te voorkomen.

Schadeclaims zullen volgen
Een getijloze en zoete Schelde-Rijnverbinding is een van de verworven zekerheden van de Deltawerken en als dit gaat veranderen, zullen vanuit de havenbedrijven en scheepvaart schadeclaims volgen. Het binnendijks karakter verdwijnt, met alle gevolgen voor de infrastructuur en waardevermindering van onroerend goed. Ook van waterschappen, landbouw en industrie zijn claims te verwachten en de repeterende schade voor toerisme, visserij en schelpdierkweek wordt enorm. Bijna een halve eeuw na de Deltawerken, nu de natuur hier een nieuw evenwicht nadert, gaat door de voorgenomen verzilting het hele milieu er aan. Ongetwijfeld zal ook de natuurbescherming bij de overheid aankloppen voor de ontstane schade en de reeds gemaakte kosten.

Dood en verderf
Nu is het Volkerak-Zoommeer ook nog eens aangewezen als eerste noodberging. Deze te kleine en kwetsbare noodberging gaat nooit goed functioneren en veroorzaakt bij elk gebruik een milieuramp. Zoet water wordt immers op een zout milieu geborgen. Het ecosysteem zal afsterven en de stank van dode vis is dan niet te harden. Het gebied wordt keer op keer een regelrecht sterfhuis, met uitstoot van CO2 en methaan (moerasgas). Verzilting en verzoeting zorgen voor een herhaling van rampen. Wie kiest er nu voor een strategie waarbij het ecologisch evenwicht telkens weer wordt verstoord!

Beperkt getij zonder toekomst
Het belangrijkste natuurdoel van het Nationaal Waterplan is estuariene dynamiek. Men suggereert deze doelstelling door zout en getij in het Volkerak-Zoommeer binnen te halen, maar van enig toekomstperspectief naar een estuarium is hier geen sprake. Er blijft immers een harde grens tussen zout en zoet bij de Volkeraksluizen. De doorlaat van de stormvloedkering was al bij aanleg onvoldoende voor een stabiel  milieu in het resterende Oosterscheldebekken. Het zal dan haast onmogelijk blijken om ook nog eens op het Volkerak-Zoommeer (beperkt) getij te realiseren via een doorlaat in de Philipsdam. Een landinwaarts uitstervend stukje zeegatdynamiek voegt niets toe aan natuurwaarden. Het is niet te verklaren waarom het Deltaprogramma kiest voor een volkomen zinloze inrichting, in plaats van te gaan voor een integrale oplossing met de Zuidwestelijke Delta als één estuarium.

Conclusie
De loze plannen voor het Volkerak-Zoommeer verhogen het risico dat verzilting doordringt tot in het Brabantse land, vergroten de wateronveiligheid en veroorzaken onvoorspelbare milieuwisselingen. Erger kan je het niet maken. En weer de overheid als opdrachtgever die kennelijk niet in staat is om te leren van vastlopende  projecten zoals de Fyra en de Betuwelijn. We zijn op weg naar ‘nieuwe Kamervragen’, want het debacle van de Zuidwestelijke Delta is volop in de maak. Waterschappen en gemeenten, die momenteel hun achterstallig onderhoud nog kunnen laten meefinancieren, houden zich alsnog koest. Jammer dat wederom de belastingbetalers voor de kosten op mogen draaien en de gevolgen niet te onderschatten zijn.

Geoorde Fuut.11-04-14.07Dat waterspecialist Louis van der Kallen uit Bergen-op-Zoom een petitie is gestart tegen verzilting is dan ook geen verrassing: https://www.petities24.com

Iedereen zou deze moeten ondertekenen om het naderend onheil te weren.

Wil Borm
Cor Huijgens
Adviesgroep Borm & Huijgens
integraal waterbeheer  –  oktober 2014


PLANVORMING VOOR ESTUARIENE DYNAMIEK


PLANVORMING VOOR ESTUARIENE DYNAMIEK

Het Nationaal Waterplan kiest voor estuariene dynamiek als belangrijkste ecologische doelstelling. Kan een Nationaal Deltaprogramma 2015-2100 dit realiseren en zijn de lopende projecten voor de zuidwestelijke delta hier al op gericht?
Deze analyse geeft aan dat realisatie mogelijk is, hoe beperkt de keuzemogelijkheden zijn en schetst de randvoorwaarden.

Het veranderend estuarium
Estuaria, brede rivieruitmondingen in zee, zijn kenmerkend voor de lage landen. De zuidwestelijke delta veranderde echter door de Deltawerken in een verzameling van door dammen van elkaar gescheiden bekkens. Alleen de Westerschelde bleef open. Door deze compartimentering kreeg ieder deltawater haar aandachtspunten van zorg, zoals eutrofiëring, zuurstofloosheid, milieuwisselingen en zandhonger. Oevers en schorren gingen eroderen, platen en slikken verdwenen. Op diverse plaatsen is sprake van een harde milieuovergang. Dammen en sluizen vormen er barrières voor migrerende organismen. Het gebrek aan ruimtelijke samenhang tussen de bekkens leidde tot ecologische en economische problemen.
De Deltawerken waren puur gericht op waterveiligheid. Inmiddels heeft er een kentering in denken plaatsgevonden gericht op integraal waterbeheer, waarbij het veiligheidsaspect primair aanwezig blijft. Een zoete doorstroom kan de huidige stilstaande, zieltogende deltameren weer tot leven brengen.

Estuaria vormen een overgang tussen rivieren en zee. Een geleidelijke overgang van zoet naar zout is een randvoorwaarde voor verbetering van de migratiemogelijkheden en de verhoging van de natuurkwaliteit. Dit is alleen mogelijk door het verbinden van de grote wateren met zowel de Noordzee en als met de rivieren, waarna de rivieren weer vrijelijk kunnen afstromen.

Bruinvis. Stompe Toren.02-03-08.Cor Huijgens.

Bruinvissen bezoeken estuaria vanwege de visrijkdom, ontstaan door voedselaanbod en milieuovergangen. Foto: C. Huijgens

De Griekse letter delta is het wiskundig symbool voor verandering. Delta’s zijn steeds onderhevig aan verandering. Niets blijft hetzelfde onder invloed van estuariene dynamiek. De delta zoals wij die kennen is slechts een momentopname. Het is een illusie te denken dat de oude delta, de situatie zoals voor de Deltawerken, kan worden hersteld. Plannen om het Land van Saeftinghe af te plaggen, om geulen in hun ´oorspronkelijke´ loop uit te graven, om verdwenen zoetwatergetijdengebieden te herstellen, om zeldzame pioniersvegetaties te behouden en ook de instandhoudingsdoelen van Natura 2000 zijn doorgaans strijdig met de voortgaande natuurlijke processen.
Herstel van estuariene dynamiek klinkt dan ook vreemd in de oren. Zodra estuariene dynamiek weer een kans krijgt, zullen de processen verder gaan. Van natuurbehoud en natuurherstel is in een delta nauwelijks sprake. De morfologische processen dient men vervolgens grotendeels aan de natuur zelf over te laten. Deze hebben een positief effect op de biodiversiteit, het ecologisch systeem, de waterkwaliteit en de economie. Aanpassing van de Natura 2000 doelen aan estuariene dynamiek is dan ook gewenst.

De keuze voor estuariene dynamiek
Estuariene dynamiek is op de lange termijn de meest natuurlijke en duurzame oplossingsrichting.
Het Nationaal Waterplan kiest dan ook voor estuariene dynamiek. Dit vanwege de zeldzaamheid van dit milieu, de unieke locatie van de delta en de sleutelpositie tussen zee en rivieren. Estuariene dynamiek ontstaat door een open verbinding van de zee met de rivieren. Deze verbetert de kwaliteit van de delta en de stroomgebieden van Rijn en Maas en geeft een enorme impuls aan de West Europese natuur.
Hoe indrukwekkend het resultaat ook moge zijn, men mag de dijken niet doorsteken en half Nederland onder water zetten. Maar kan estuariene dynamiek wel de ruimte krijgen zonder afbreuk te doen aan de waterveiligheid die de Deltawerken ons bieden? De vraag is inmiddels nog veeleisender: Kan in samengaan met estuariene dynamiek de waterveiligheid ten opzichte van de huidige situatie sterk worden verbeterd? Zeespiegelstijging en veranderend riviergedrag vragen immers om ingrijpende maatregelen. De estuariene dynamiek dient samen te gaan met de eisen voor waterveiligheid, zoals een korte lengte aan primaire zeewering, maximale noodberging en spuimogelijkheden.

Blokkade door regionale planvorming
Het besef dat de estuariene dynamiek moet terugkeren is inmiddels algemeen aanvaard. Toch worden door regionale planvorming blokkades opgeworpen. Het experiment de Kier is het langst lopende voorbeeld. Vanwege de wisselende rivierafvoer, de zeespiegelstijging en het behoud van het Haringvliet als zoetwatervoorraad, zal deze maatregel vanaf het begin disfunctioneren en uiteindelijk verdwijnen. Een verzilting van het Volkerak-Zoommeer betekent niet alleen dat deze zoetwatervoorraad verdwijnt, maar er ontstaat tevens een harde grens tussen zout en zoet. Hierdoor moeten de Volkeraksluizen voor altijd gehandhaafd blijven om verzilting van het Haringvliet te voorkomen. Daarentegen maakt doorstroming met zoet water van het Volkerak-Zoommeer wel een open verbinding met het Hollandsch Diep mogelijk. Zowel het milieu als de scheepvaart hebben veel baat bij een getijloze en zoete Rijn-Schelde corridor, zonder Volkeraksluizen.
Plannen waarbij de Oosterschelde en de Grevelingen als gescheiden en eenzijdig geopende zee-inhammen worden ingericht, sluiten bij voorbaat het merendeel van de deltawateren uit van estuariene dynamiek.
Elk van de hier genoemde planvorming is in beginsel bedoeld als een eerste stap in de richting van estuariene dynamiek, maar biedt geen uitzicht op een vervolgstap. Bij nadere beschouwing blijken de plannen tegengesteld aan de vermeende doelstelling. Het uitvoeringsprogramma voor de korte termijn opgaven, behoort dan ook gewijzigd en afgestemd te worden op het plan van aanpak voor de lange termijn.

Alle beschikbare ruimte is nodig
Een delta is groots. Voor een geleidelijke overgang van zout naar zoet is lengte en ruimte nodig. De voortgang van morfologische processen in de komende eeuwen vraagt nog eens om extra reservering van ruimte. Ook de waterveiligheid claimt ruimte. Hoe groter de tijdelijke waterberging voor rivierwater, des te hoger de veiligheid. Een maximale waterberging kan voorkomen dat het bedreigende rivierwater bij hoge afvoeren niet ophoopt in Haringvliet, Hollandsch Diep en Biesbosch. Daarnaast is er de steeds sterker wisselende rivierafvoer. Hoe blijft het mogelijk om onder alle omstandigheden een aanvaardbare stabiele estuariene dynamiek te behouden? De marges zijn klein en dat beperkt de keuzemogelijkheden.

Om zowel de toenemende rivieropwaartse invloed van de zee terug te dringen en tevens een blijvende estuariene dynamiek mogelijk te maken is een lange stroomroute voor het rivierwater naar zee noodzakelijk. Hiervoor bestaan twee mogelijkheden: het rivierwater laten meanderen in de bestaande deltawateren en de route verlengen met een lagune in zee.

doorstroming ZWD 4

Inrichtingsvoorstel zuidwestelijke delta Adviesgroep Borm & Huijgens, oktober 2008

Middels een brede doorsteek bij de kop van Goeree kan het rivierwater via een grote S-bocht door de Grevelingen en de Oosterschelde naar zee stromen. Zo wordt het stroomtraject aanzienlijk verlengd. Na de noodzakelijke en hopelijk spoedig gerealiseerde afsluiting van de Nieuwe Waterweg stroomt het merendeel van het rivierwater straks door de zuidwestelijke delta. Hierdoor kan de estuariene dynamiek volledig terugkeren. Het ontstane estuarium fungeert als kraamkamer voor vis en verhoogt de productie van schelpdieren. Dit in combinatie met het behoud van de zoetwatervoorraden van het Haringvliet en het Volkerak-Zoommeer. Bij wisselende afvoeren kunnen onder meer de Haringvlietsluizen regulerend werken ten gunste van ecologie en veiligheid. Op het overzichtskaartje is de reguliere stroming in blauw aangegeven en met rood de noodafvoer bij extreem hoge rivierafvoeren. De noodberging omvat hierbij alle deltawateren, behalve de Westerschelde.

De vraag naar een integraal en nationaal programma
“Een bestuurlijke verkenning door het VU Athena Instituut bracht aan het licht dat bestaande initiatieven die gericht zijn op het (gedeeltelijke) herstel van de estuariene dynamiek, zoals het programma ‘Delta in Zicht’ en pilots rond het Volkerak-Zoommeer, onvoldoende van de grond komen omdat zij een nationale context missen over zoet- en zoutwaterbeheer. Het procesdeel van het concept is primair bedoeld om een impuls te geven aan het afstemmen van locale initiatieven met het regionale en landelijke beleid. Voorgesteld wordt om een integraal en nationaal georiënteerd programma in te richten dat zich richt op de interactie tussen zoet en zout water(beheer), waarbij betrokken partijen samenwerken en waardoor de regionale visies en lokale projecten commitment, sturing en een meerjarenperspectief krijgen.” (bron: InnovatieNetwerk, Werkprogramma 2009)

Het streven is dat de zuidwestelijke delta zich op termijn ontwikkelt tot een natuurlijk veerkrachtig watersysteem, dat tevens extreme waterstanden weet op te vangen. De herinrichting van de zuidwestelijke delta speelt een cruciale rol bij de landelijke waterveiligheid en het ecologisch herstel van de internationale stroomgebieden. Dit overschrijdt in hoge mate het aandachtsgebied van de betreffende regionale stuurgroep.
Nadere invulling is gewenst. Er is een grote behoefte aan een integrale visie op de zoetwaterverdeling van heel Nederland ter ondersteuning en sturing van de regionale projecten. De korte termijn maatregelen en de lange termijn visie kunnen niet los van elkaar worden gezien.

Adviesgroep Borm & Huijgens, maart 2010