OVER WATER – 55: STOF TOT NADENKEN

 

| 27-08-2016 | 15.30 uur |


 


OVER WATER – 55

 

STOF TOT NADENKEN

aardbevingStof tot nadenken is voor mij vaak het combineren van zaken die ik lees of hoor. Soms op dezelfde dag. Afgelopen donderdag was zo’n dag. Bij het lezen van BNdeStem die morgen trof mij het bericht met de kop: “Seismologen vrezen woede van Italianen”.

Nu kennen we de Italianen als een soms heetgebakerd en emotioneel volk. Bij de beving die in 2009 L’Aquilla trof liepen de emoties tegen wetenschappers, die de aardbeving niet voorzagen, zo hoog op dat zij in eerste instantie voor de rechter werden gesleept en aanvankelijk werden veroordeeld tot straffen tot zes jaar. Gelukkig werden deze onfortuinlijke wetenschappers na een lang vervolgproces alsnog vrijgesproken. Wetenschappers/experts kunnen met de kennis van vandaag helaas geen betrouwbare voorspellingen doen over aardbevingen. Toch laat het voorval zien dat ‘deskundigen’ niet altijd meer op het vertrouwen van het publiek, de burger, meer kunnen rekenen.

Later op de dag woonde ik de netwerkbijeenkomst bij van de Noord-Brabantse Waterschapsbond. Hier noteerde ik de volgende opmerking van watergraaf Peter Glas van waterschap de Dommel: “Als je het water ‘verprutst’, pleeg je een misdaad”.  Dat belooft wat. Ik zie het al voor me. Waterschapsbestuurders die verantwoordelijk worden gehouden voor wateroverlast. Of gemeentebestuurders die aangeklaagd worden voor dood door schuld bij oversterfte door een hittegolf onder suikerpatiënten, ouderen, zwaarlijvigen en trimmers die ondanks de hitte gaan sporten. Want we weten dat de huidige inrichting van de openbare ruimte niet optimaal is om hittestress in de stedelijke gebieden te voorkomen. De mooiste opmerking vond ik die over steden als ‘intensieve menshouderij’, waarbij de stedelijke gebieden de waterproblemen over de ‘schutting gooien’ naar het (agrarisch) buitengebied. Er wordt door overheden nog redelijk veel op watergebied en stedelijke inrichting en onderhoud ‘verprutst’. Als de burger en de rechter dat tot een misdaad gaan verklaren zullen er heel wat bestuurlijke ‘misdadigers’ in de cel belanden. Gelukkig is de gemiddelde Nederlander iets nuchterder dan de gemiddelde Italiaan. Maar op zich is met het ter verantwoording roepen van bestuurders niets mis. 

25 augustus

jeroen boschDe netwerkdag NBWB met het thema “Water en Stad”, met onder andere een lezing van Kees van Leeuwen van KWR City Bleuprint. En een verhaal van Peter Glas, watergraaf van waterschap De Dommel die een wel heel bijzondere uitleg gaf over het middenpaneel van het schilderij “Tuin der Lusten” van Jeroen Bosch. Het water in het midden zou de Maas zijn. Het water dat aan de linkerzijde in de Maas stroomt is de Aa. Het water dat aan de rechterzijde in de Maas stroomt is de Dommel. Het provinciehuis staat op de waterbol in het midden. En de lustige activiteiten van de waternimfen vinden plaats in het waterrijke Bossche Broek. In het Jeroen Bosch jaar vind ik dit een prachtige uitleg van een doek dat zich helaas in het Prado te Madrid bevindt.

Wat ik heel leuk vond was de demonstratie van de opblaasbare waterkering bij het Van Abbemuseum, zie hieronder.

Louis van der Kallen 

waterkering 01

 

waterkering 02

 


OVER WATER – 54: BLAUWALG

 

| 23-08-2016 | 07.30 uur |


 


OVER WATER – 54

 

Blauwalg
quaggaIk schreef er al vele malen over, vooral in relatie met het Volkerak-Zoommeer. Het is keer op keer een onderwerp van gesprek in gemeenteraden en dagelijkse en algemene besturen van waterschappen. Veel plannen tot aanpak worden door waterschappen gemaakt. Zelf hou ik bij wat er op dit gebied in de literatuur voor (goede) ideeën voorbij komt. Zo schreef ik eerder over de proef met geluidsgolven in de Zoetermeerse Plas (systeem LG Sonic) en wat de komst van de quaggamossel betekent voor de ontwikkeling van de blauwalgoverlast in het Volkerak-Zoommeer. Mijn eigen waterschap Brabantse Delta neemt in Waalwijk proeven met cilinders met aluminium waarmee de blauwalgen samenklonteren en dan naar de bodem zouden zakken. Waterschap de Dommel heeft de Jan van Galenvijver in Vught leeggevist, waarna een deel van de vissen weer is teruggeplaatst. De rest wordt uitgezet in een andere vijver. Naast het afvissen van de vijver worden, om de waterkwaliteit te verbeteren, dit jaar micro-organismen en waterplanten aan de vijver toegevoegd om zodoende meer te leren over de invloed van de biotoopsamenstelling op de ontwikkeling van de blauwalgen. Het Hoogheemraadschap van Delftland pakt de blauwalgen aan met verdund waterstofperoxide in de zwemplas de Delftse Hout (blijkt slechts een paar weken te werken) en in de Krabbeplas in Vlaardingen. Het waterschap Noorderzijlvest neemt in het Paterswoldsemeer een proef met een algensensor om daarmee te leren hoe de algen zich ontwikkelen en onder andere de doorstroming van het meer daar op af te stemmen. Kortom: de waterschappen en gemeenten zoeken samen naar succesvolle methoden om de blauwalgproblemen aan te pakken. Tegelijkertijd is de inzet de belasting van wateren met fosfaten en nitraten met algemene maatregelen terug te dringen en daarmee het voedselaanbod voor de blauwalgen te verminderen. Ook de komst en verspreiding van de quaggamossel leidt door hun algenvraatzucht vaak tot vermindering van de blauwalgoverlast.  Dat geeft optimisme voor de toekomst.

16 augustus
In morgen overleg met collega DB lid Huub Hieltjes over de voortgang kaderrichtlijnwater, en de ontwikkelingen rond het Volkerak-Zoommeer.

18 augustus
Een morgen nadenken en overleg met een deel van de leden van de CWK in Amersfoort over de ontwikkelingen rond de Commissie Waterkeringen van de Unie ter voorbereiding van de strategie sessie op 23 september. 

Louis van der Kallen 

 


KEERT STEENBERGEN HET TIJ?

 

| 19-08-2016 | 19.55 uur |


 

KEERT STEENBERGEN HET TIJ?

 

wapen van steenbergenNiet de waan van de dag, maar inzicht leidt tot verantwoord waterbeheer. Met dit als uitgangspunt hield de Stadsraad Steenbergen op 25 mei 2016 een informatiebijeenkomst over het wel of niet verzilten van het Volkerak-Zoommeer.

Tijdens de avond kwam geen enkel steekhoudend argument op tafel dat pleitte voor verzilting en ook de aanwezige programmadirecteuren en de vertegenwoordiging van Rijkswaterstaat bleken niet in staat hun planvorming op enig overtuigende wijze toe te lichten. Na het aanhoren van alle informatie trachtte de vertegenwoordiger van de provincie een voorgestelde stemming alsnog te voorkomen. De zaal, met tal van belanghebbenden en deskundigen, koos vrijwel unaniem voor een zoet meer. Het lijkt inmiddels of dit standpunt weerklank heeft gevonden, want zowel landelijk als regionaal gaat het verhaal al rond dat verzilting van de baan is. Minder dan een tienduizendste van al het water op aarde is zoet oppervlaktewater. Van dit water in rivieren en meren is veel leven en welvaart afhankelijk. Niets is waardevoller dan de kwaliteit, behoud en toename van dit milieu. Vanwege de aanvoer van zoet water, in combinatie met voedselrijkdom, leeft een groot deel van de wereldbevolking in de delta’s. Maar de dreiging van zeespiegelstijging en klimaatverandering is er al merkbaar. In Nederland, een delta die grotendeels beneden het zeepeil ligt en waar het meeste zoete water ongebruikt passeert, worden zoetwatertekorten en verzilting spoedig problematisch. Deels is dit het gevolg van een waterbeheer dat zee en zout steeds verder landinwaarts haalt: het megaproject “Ruimte voor de zee”. Nu spreekt men liever over “Ruimte voor de rivier”, zoals ze dat ook bij de Schelde beginnen te doen, of over estuariene dynamiek, robuuste natuur of natuurherstel. Dat heeft allemaal een positieve klank en lijkt de projecten te legitimeren. “Ruimte voor de zee”, de enige juiste term voor de huidige plannen voor de Zuidwestelijke Delta , ligt immers gevoelig. Want wie wil er nu ruimte en polders opofferen aan de zee? Ruimte voor de zee is uiterst ongunstig wat betreft verzilting en zoetwatervoorziening en vormt een regelrechte bedreiging voor de landelijke leefbaarheid.

De afbrokkeling van het Deltaplan
Door afname van de minimum zomerafvoeren wordt West-Europa steeds meer afhankelijk van de zoetwatervoorraden. Dat zijn voor ons de stuwmeren in de Alpen, het IJsselmeer en de zoete Zeeuwse en Zuid-Hollandse meren, voor zover deze bekkens aanwezig zijn en er nog zullen komen. Het is van groot belang deze opties te behouden. Het Deltaplan beoogde daarom niet alleen waterveiligheid door kustlijnverkorting, maar ook zoetwatervoorziening door middel van een zoet zuidwestelijk merengebied. Met het afdammen van zeegaten zou de zee weer aan de kust komen te liggen en kon zoet water voor de landbouw en industrie blijvend gegarandeerd worden. Maar het liep totaal anders. De Westerschelde en de Nieuwe Waterweg mochten niet gesloten worden. De zee bedreigt het Scheldebekken en een open Waterweg geeft in toenemende mate problemen wat betreft waterveiligheid, verzilting en zoetwatervoorziening. De Oosterschelde werd niet zoet. De brakwaternatuur die men er met een stormvloedkering in stand dacht te houden verdween en alles is er nu volledig zeewater. Bij de Grevelingen, een gepland zoet meer, werd de verzoeting afgebroken en kwam er alsnog een zout meer. Aanvoer van rivierwater stopte en alleen het Volkerak en het Haringvliet bleven nog zoet. Maar als het aan de Rijksstructuurvisie Grote Wateren en de Rijksstructuurvisie Grevelingen-Volkerak-Zoommeer ligt, wordt ook daar de zee met open armen binnengehaald. Zo bedreigt het megaproject “Ruimte voor de zee” de realisatie van de doelen van het Deltaprogramma en doet fors afbreuk aan de verworvenheden van de Deltawerken. 

Centrale regie ontbreekt
Het doel van het Deltaprogramma is dat Nederland de extremen van het klimaat kan blijven opvangen. De afsluiting van de Nieuwe Waterweg is hierbij een eerste vereiste. Daarna stopt de externe verzilting en kan zoet water naar het zuidwesten stromen. Doorstroming zal de kwaliteit verbeteren en ook verdunning draagt ertoe bij dat het oppervlaktewater meer voldoet aan de normen. Met een toename van het zoete areaal, kan de nationale noodberging voor rivierwater aanzienlijk uitgebreid worden. De onvoorspelbare regenval en sterk wisselende rivieraanvoeren vragen immers om een veel grotere capaciteit en een centrale regie van berging. 

Uitstel breekt op
Zoetwatervoorziening is een item dat mondiaal hoog op elke politieke agenda hoort te staan. Nederland is de enige dichtbevolkte delta waar het meeste zoete water ongebruikt passeert. Het enorme verlies aan zoet water via de Nieuwe Waterweg vormt een bedreiging voor al het land beneden zeeniveau en houdt het hele Nederlandse waterstelsel in de tang. De ernst van de situatie is blijkbaar niet tot de eindverantwoordelijken doorgedrongen. We vragen ons bezorgd af hoe lang de problemen van toenemende zoetwatertekorten en voortschrijdende verzilting nog worden vooruit geschoven. De meeste havenbedrijven zijn zeer kapitaalsintensief en hanteren daarom lange termijn doelstellingen. Dat betekent dat bedrijfsplannen tientallen jaren omvatten. Een handelingsperspectief is daarom ook voor hen van essentieel belang zijn. Pas gaan studeren als de klimaatontwikkelingen daartoe nopen, betekent dat mogelijke uitkomsten wellicht sneller moeten worden gerealiseerd en kan ingrijpende gevolgen hebben voor deze havenbedrijven. 

Nieuwe inzichten
Een herenakkoord uit 2009 tussen de programmadirecteur ZWD en enkele burgervaders, die er wel brood in zagen om het Volkerak-Zoommeer te verzilten, bepaalde niet alleen de koers van het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta, maar had ook grote invloed op het landelijke Deltaprogramma, met name op het deelprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Het Manifest Waterpoort geeft regionaal vorm aan de stimulering van deze zoutlobby. Daarentegen verschijnen er jaarlijks meer berichten over de toename van de natuurwaarden van het zoete meer. Dit heeft ertoe geleid dat de gemeente Steenbergen intussen een kritische en zeer genuanceerde visie heeft op de voorgenomen verzilting. Wijziging in beleid kan een kentering betekenen van het Deltaprogramma.

Eindelijk komen er kansen in zicht om de doelen waterveiligheid, zoetwatervoorziening en milieu op een adequate wijze aan te pakken. Wellicht worden er al dit najaar nieuwe inrichtingssuggesties gepresenteerd voor een toekomstbestendige Zuidwestelijke Delta. 

Wil Borm
Adviesgroep Borm & Huijgens 

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 39: ACTUALITEITEN

 

| 19-08-2016 | 17.45 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 39: ACTUALITEITEN

 

strandplevierHet is tijd om in deze reeks de stand van zaken rond de (voorgenomen) verzilting van het Volkerak-Zoommeer toe te lichten. De afgelopen maanden komen er steeds meer berichten dat de financiering van het regionale deel, ruim honderd miljoen euro (NATTE 27) problemen geeft.

Op 8 juli verscheen het toetsingsadvies Rijksstructuurvisie Grevelingen Volkerak-Zoommeer van de Commissie voor de milieueffectrapportage inclusief een persbericht. “Het nieuwe rapport gaat uitgebreid in op de huidige toestand van de natuur en de effecten van de geplande maatregelen (namelijk het terugbrengen van eb en vloed in de Grevelingen en het zout maken van het Volkerak-Zoommeer). Uit het rapport blijkt dat sommige negatieve gevolgen voor de huidige natuur groter zijn dan eerder verwacht en dat de positieve gevolgen van het terugbrengen van eb en vloed in de Grevelingen en het zout maken van het Volkerak-Zoommeer nog onzeker zijn. De Commissie constateert dat sommige negatieve effecten in het nieuwe rapport mogelijk zijn onderschat. Ook landelijke natuurdoelstellingen voor enkele soorten komen in gevaar, bijvoorbeeld voor kustbroedvogels (bijvoorbeeld Strandplevier, grote stern en dwergstern) in de Grevelingen. De Commissie adviseert daarom eerst nader te onderzoeken welke maatregelen nodig zijn om natuurschade tegen te gaan en daarmee negatieve gevolgen voor de natuurdoelstellingen te voorkomen en daarna pas een besluit over de structuurvisie te nemen.” Kortom buiten het gebrek aan geld, is er alle reden om het plan op de zeer lange baan te schuiven. De kwaliteit van het water in het Volkerak-Zoommeer is al jaren aan het verbeteren en daarmee van zelfsprekend de natuurwaarden, zoals die nu door de Commissie zijn vastgesteld. In deze reeks werd daar eerder over geschreven

Vorige maand heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen voor het terugbrengen van het getij in het Grevelingenmeer. De Kamer heeft verder de beslissing over de verzilting van het Volkerak-Zoommeer uitgesteld. Goed voor de natuur en het toerisme, zeggen voorstanders, maar boeren en tuinders zijn bang voor extra kweldruk langs het Grevelingenmeer en oplopende chloridegehaltes van het Volkerak-Zoommeer. In de Staat van Ons Water over 2015 is ten aanzien van de aanpak van de oplopende chloridegehaltes te lezen: 
“Planuitwerking Innovatieve Zoet-Zoutscheiding Krammersluizen
Nadat eerst een pilot in de Krammerjachtensluis was uitgevoerd, is Rijkswaterstaat in maart 2015 is gestart met het project Planuitwerking Innovatieve Zoet-Zoutscheiding Krammersluizen. Aanleiding vormt de vraag of de huidige zoet-zoutscheiding, die aan groot onderhoud toe is, kan worden vervangen door een innovatieve zoet-zoutscheiding. Dit innovatieve systeem gaat de uitwisseling van zoet en zout water tegen door het creëren van een fijn gordijn van luchtbelletjes, in combinatie met het spoelen met zoet water. Daarmee wordt verzilting van het Volkerak-Zoommeer tegengegaan. Het nieuwe systeem zorgt naar verwachting ook voor Pilot bellenscherm Krammersluis een aanzienlijk sneller schutproces en een forse besparing op beheer- en onderhoudskosten. De resultaten van de planuitwerking dienen als basis voor een definitief besluit in 2016. Daarna is duidelijk of kan worden gestart met de realisatie van de innovatieve zoet-zoutscheiding in alle Krammersluizen.” Ons Water heeft hier vaak over geschreven (het laatst in december 2015) en Ons Water zal de voortgang zeker volgen en zonodig zal Ons Water hierover bij de bestuurders aan de bel trekken. 

De plannenmakerij duurt al meer dan tien jaren. Met boeren en tuinders is in het verleden de afspraak gemaakt: eerst het zoet, dan het zout. De onzekerheid over de verzilting van het Volkerak-Zoommeer duurt voort en dat is meer dan vervelend. Het wordt tijd dat de overheid bij zinnen komt en het project afblaast als volkomen overbodig en te risicovol. 

Voor Ons Water is helder: de onnodige verspilling van geld en de vernietiging van de mooie natuur kan nog voorkomen worden. Stop de verzilting. Teken de petitie via https://www.petities24.com

Chris Ooms

 


OVER WATER – 53

 

| 13-08-2016 | 08.30 uur |


 


OVER WATER – 53

 

Goede voorbeelden
maaiselOnder het motto “Van Berm tot Bladzijde” hebben achttien partners (bedrijven en overheden) uit de regio Veluwe in mei dit jaar een biomassa-alliantie gevormd. Organisaties als het waterschap Vallei en Veluwe, Rijkswaterstaat en de gemeente Apeldoorn leveren maaisel aan, dat wordt ingekuild. NewFoss uit Uden heeft een techniek ontwikkeld waarmee het maaisel verwerkt kan worden tot lignocellulose vezels. Deze vezels kunnen worden verwerkt tot papier, karton en verpakkingsmateriaal. Papierfabriek Parenco gevestigd in Renkum start eind 2016 een proef om de vezels te gebruiken voor de papier- en kartonproductie. Dat moet in ons mooie Brabant toch ook kunnen!

Bergen op Zoom werkt aan een actieplan om de aanpak van de klimaatadaptatie en de hittestress samen met bewoners en bedrijven vorm te geven. Ik werk daar graag aan mee en speur stad en land af naar goede voorbeelden. Voor mij startte dit project met de eerste bijeenkomst over “water in de tuin”. Ik schreef er eerder over. In de speurtocht naar goede voorbeelden kwam ik een animatiefilmpje tegen van de stad Gent over klimaatadaptatie het bekijken zeker waard.

Een tweede inspirerend voorbeeld wat wij tegenkwamen was een actie bij onze zuiderburen in 2012 waar in 180 steden en dorpen clips werden opgenomen van een lied om burgers bewust te maken van de klimaatproblemen, waarvoor de wereld is gesteld. Wat mij betreft iets om ook in Bergen op Zoom en elders na te volgen. Ter inspiratie “Sing for the Climate”  en een compilatie van de 180 opnames.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 52

 

| 06-08-2016 | 10.00 uur |


 


OVER WATER – 52 

 

bolle akkerEen boekwerkje dat ik gelezen heb is het maatregelenboek “optimalisatie bodem en water“, “praktische tips voor bodem en water in de agrarische bedrijfsvoering”, een uitgave van landbouw op peil. Hierin staan veel praktische suggesties voor maatregelen die agrariërs zelf kunnen treffen om de bedrijfsvoering, ook bij een veranderend klimaat, rendabel te houden. De suggesties zijn zowel gericht op water vasthouden, als op voorkoming van langdurig water op het land, van bolle (akker)percelen, grondverbetertechnieken tot drainage technieken, inclusief zaken als ‘boeren-berging’, grondwatergestuurd peilbeheer, egaliseren en vlaklegging, verbeteren bodembiologie, enzovoorts. Kortom voor iedere waterschapsbestuurder, die met landgebruikers als boeren wilt samenwerking om te komen tot een klimaatadaptief beleid, een boekwerkje dat je gelezen moet hebben.  

Deze week ook gelezen een boek met de fraaie titel “Ambtenaren!” met de subtitel: “200 jaar werken aan Nederland in 100 portretten”. Voor bestuurders van provincies, gemeenten en waterschappen het lezen waard. Water komt ruim aan bod. Ook de waterschappen zijn terug te vinden in de portretten. Twee wil ik in het bijzonder vermelden. Hendrik Jan Eggink met de titel: “Schoon water in onze sloten en beken”, en Jan Kienhuis met de titel: “Metamorfose van de waterschappen”. Het boek is een Sdu uitgave. 

Louis van der Kallen