OVER WATER – 164: GELEZEN BOEKEN EN VOORBEELDEN UIT DE ‘OUDE DOOS’

 

| 24-11-2018 | 11.00 uur |


 

OVER WATER – 164: GELEZEN BOEKEN EN VOORBEELDEN UIT DE ‘OUDE DOOS’

 

Recent heb ik de hand kunnen leggen op een drietal RIZA boeken, waarvan twee alle onderzoeken bevatten “naar den toestand van openbare wateren” in Nederland in de jaren 1931 tot en met 1937. Ze bevatten een schat van informatie, ook over het werkgebied waarvoor ik een bijzondere aandacht heb: het huidige waterschap Brabantse Delta.

Enkele voorbeelden uit het werkgebied van het waterschap Brabantse Delta:
– In 1931 vroeg het gemeentebestuur van Dongen aan het RIZA advies over het lozen door een aantal haardrogerijen van afvalwater en de gevolgen voor de slibbanken in de rivier de Donge en over de lozingen van een lijmfabriek die kalkslib loosde met als gevolg de naderende afsluiting van een “ganschen Donge-arm” met kalkslib. Het RIZA advies pleitte voor reiniging van zwevende stoffen alvorens over te gaan tot toelating tot het aan te leggen centrale gemeentelijke afvoer. Het werd een bezinktank (Dortmund-type) met de verplichting tot het neutraliseren van zure afvalvloeistoffen. In 1931 was Dongen hiermee een voorloper.
– In 1932 vroeg het gemeente bestuur van Halsteren, na klachten van bewoners uit de Theodorus-polder, advies aan het RIZA over een eventuele rioolwaterzuivering. De Gezondheidscommissie, gezeteld te Bergen op Zoom, had een “septic-tank van grooten inhoud” geadviseerd. Het RIZA vond een septic-tank niet het juiste advies. Zij adviseerde “Emscher-brunnen” een mechanisch proces met uiteindelijk een gistingsproces. Uiteindelijk besloot het gemeente bestuur van Halsteren een krediet beschikbaar te stellen en het RIZA te vragen een plan te maken. De toenmalige gemeente Halsteren was bereid de problemen echt aan te pakken en ging daarmee veel verder dan de Gezondheidscommissie uit Bergen op Zoom nodig vond.     
– In 1933 bracht het RIZA op verzoek van de gemeente Dongen advies uit over de verlening van een Hinderwetaanpassing ten aanzien van een haarwasscherij “strekkende tot terughouding uit het afvalwater van zand en kalkdelen vóór de loozing in de Donge.”
– In 1933 passeerde ook een verzoek van de gemeente Teteringen voor de aanleg van een riolering naar en lozing op de Mark via het Gallooische Gat welke ook afvalwater van de Hero-fabrieken zou afvoeren. Dit bleek niet de goedkeuring van de Mark-Commissie te hebben. De Minister van Sociale Zaken werd geadviseerd aan de eventuele vergunning voorwaarden te verbinden die er toe zou leiden “dat te zijner tijd de door de Hoofdingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat in de Directie Noord-Brabant noodig geachte zuivering van het rioolwater onverwijld kan worden gevorderd.” Het gemeentebestuur van Teteringen trok snel de aanvraag in. Formeel wegens de “moeilijkheden met een spoorwegkruising.” De moderne tijd liet, rond Breda, nog even op zich wachten.
– In 1933 werd ook door het RIZA het plan gemaakt voor de gemeente Halsteren “voor de behandeling van afvalwater in een inrichting, bestaande uit een overstortputje, een zandvang en een bezinkinrichting, gecombineerd met een gistingskelder voor het afgescheiden slib; deze laatste volgens het Emscher-brunnen principe.” De kosten exclusief grondaankoop werden begroot op 4200 gulden. Halsteren liep in 1933 duidelijk voor op de gemeenten Teteringen en Breda!
In een volgende Over Water nog meer voorbeelden uit de ‘oude doos’.

Het derde boek was “Niet bang voor water” over 75 jaar RIZA en 1500 Rizanezen, uitgeven in 1995. Voor een ‘overheidsboek’ een verrassend boek met veel mooie elementen zoals: foto’s, gedichten en zelfs illustraties die bij een enkeling de wenkbrauwen kan doen oplichten zoals die bij het gedicht “De Watervrouw”.  Het lezen waard. Mijn eindverzuchting: als ik dit allemaal in 1965 had geweten had ik er wel willen werken. 

Ook gelezen: “Waterwerk, het maritiem bedrijf als moeder van de welvaart” Een Teleac cursus uit 2000. Het boek geeft een prachtig inzicht over hoe havens, scheepvaart, scheepsbouw en waterbouw door de eeuwen heen voor Nederland belangrijke pijlers van  onze economie zijn.

Ook nu vraag ik aandacht voor de waterschapsverkiezingen in maart 2018. Ons Water doet in het waterschap Brabantse Delta weer mee. We hebben een puike lijst met kandidaten met vele jaren ervaring in het waterschapsbestuur. We kunnen echter alle steun gebruiken om deze verkiezingen voor ons weer tot een succes te maken. Interesse? Bekijk dan eens ons programma of lees eens wat wij de afgelopen jaren wekelijks Over Water hebben gepubliceerd. Ook u kunt ons steunen door op onze lijst te gaan staan en voor ons wat stemmen te sprokkelen. Dat kost u niets en u helpt ons te blijven bouwen aan een veilige toekomst van West-Brabant. Ik krijg graag van u bericht via [email protected]

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 163: DE WATERSCHAPSVERKIEZINGEN EN BOEKEN OVER GEBIEDSONTWIKKELING

 

| 17-11-2018 | 9.30 uur |


 

OVER WATER – 163: DE WATERSCHAPSVERKIEZINGEN EN BOEKEN OVER GEBIEDSONTWIKKELING

 

In maart 2019 zijn er waterschapsverkiezingen. Ons Water doet in het waterschap Brabantse Delta weer mee. We hebben een puike lijst met kandidaten met vele jaren ervaring in het waterschapsbestuur. We kunnen echter alle steun gebruiken om deze verkiezingen voor ons weer tot een succes te maken. Interesse? Bekijk dan eens ons programma of lees eens wat wij de afgelopen jaren wekelijks Over Water hebben gepubliceerd. Ook u kunt ons steunen door op onze lijst te gaan staan en voor ons wat stemmen te sprokkelen. Dat kost u niets en u helpt ons te blijven bouwen aan een veilige toekomst van West-Brabant. Ik krijg graag van u bericht via [email protected]

Gelezen boeken over gebiedsontwikkeling
Voor de komende 50 jaar zal waterbeheer en gebiedsontwikkelingsprojecten hand in hand moeten gaan. Ons Water verdiept zich daarom in dit thema door kennis te nemen en te leren van de goede voorbeelden.

“Waterfronten in Nederland” met foto’s van Esther van Leeuwen en Rink Torn en teksten van Peter Nijhof, uitgeven door Stichting Uitgeverij DuoDuo in 1996. Het boek is een mooi fotoboek van waterfronten langs de grote rivieren, de Noordzee en het IJsselmeer. Waterfronten langs kleinere wateren komen in het boek niet voor. Dat vind ik jammer want juist in het kader van nieuwe gebiedsontwikkelingen kunnen dat mooie voorbeelden zijn. Willemstad aan het Hollands Diep (zicht op de Benedenkade) is de enige foto van binnen het gebied van het waterschap Brabantse Delta (WBD).

“Belvedere.nu” met als subtitel “Praktijkboek cultuurhistorie en ruimtelijke ontwikkeling” is een uitgave in 2009 van uitgeverij Matrijs in samenwerking met het Projectbureau Belvedere. Een boek waarin tal van projecten zijn beschreven. Echter slechts één die voor een deel betrekking heeft op het werkgebied van het WBD. Ontwerpatelier Brabantstad (Brabantstad Mozaïek Metropool).
Een leerzaam boek.

“Nederland Bovenwater” met als subtitel “praktijkboek gebiedsontwikkeling”. De schrijvers waren Peter van Rooy, Ab van Luin en Emile Dil, uitgeven in 2006 onder verantwoordelijkheid van Habiforum, NIROV en VROM. Het boek bevat twaalf praktijkprojecten, waarvan ik er met twee te maken heb gehad. Als dagelijks bestuurder/portefeuillehouder was ik nauw betrokken bij de realisering van het Ruimte voor de Rivier project Overdiepse Polder. Een project dat in nauwe samenwerking tussen bewoners en overheden is ontwikkeld en tot uitvoering is gekomen. Terugkijkend kan ik constateren dat het project op tijd en ruim binnen budget is gerealiseerd en dat de oorspronkelijk bergingsdoelen vrijwel zijn gerealiseerd. Neveneffecten zijn er ook. Recreatieve- en milieudoelstellingen zijn meegenomen en de landbouwbedrijven zijn nu ook toekomstbestendiger geworden. Kortom: de samenwerking tussen burgers, bedrijven en overheden heeft gewerkt. Ik voel mij nog steeds betrokken bij de Overdiepse Polder en als ik over de A59 rij maak ik met regelmaat een lusje om even te kijken hoe de polder er nu bijligt.

Het andere project dat in “Nederland Bovenwater” vermeld staat: de Bergse Haven roept bij mij heel andere gevoelens op. Als raadslid was ik van het begin af buitengewoon kritisch ten aanzien van de financiering van het project. Al is een plan nog zo mooi het moet wel betaalbaar zijn. Als ik, terugkijkend de teksten uit 2006 lees, voel ik vooral walging over zoveel zelfgenoegzaamheid. “Ontwerpen als procesvaardigheid is het thema binnen het project Bergse Haven. Het ontwerp en de ontwerpers hebben inderdaad een rol van betekenis gehad in het proces, maar meer nog is Bergse Haven leerzaam vanuit het ontwerp van het proces. Dat proces is onderscheidend doordat het snelheid had en betrokkenheid en enthousiasme koesterde. Maar ook door de wijze waarop de verschillende overheden betrokken waren en worden en door de intelligente inschakeling van marktpartijen. Elke partij deed waar hij het best in was en het dynamische ontwerp van dan proces is de kunst van Bergse Haven.” De kop boven het hoofdstuk dat ging over de Bergse Haven was: “Samen Uit Samen Thuis.”

Wat was de werkelijkheid? Dat zodra het financieel uit de hand liep en de verliezen snel opliepen niemand meer thuis was. De landelijke, noch de provinciale overheid waren niet meer beschikbaar om de verliezen, die al snel vele tientallen miljoenen bedroegen, mede te dekken. De ‘intelligent’ ingeschakelde marktpartijen maakten dankbaar gebruik van het ‘dynamische ontwerp’ om wel snel de winstgevende elementen te realiseren, maar gaven niet thuis toen de financiering uit de hand liep. De verliezen waren voor de gemeente. Van ‘samen uit, samen thuis’ was geen sprake. Achteraf bezien was het project Bergse Haven zeker geen succesproject wat in een praktijkboek gebiedsontwikkeling thuis hoort. Mijn conclusie Nederland is misschien wel Bovenwater, Bergen op Zoom financieel zeker niet!

Op de openingspagina van het boek staat een citaat van Confucius:  “Vertrouwen is het beste medicijn tegen complexiteit”. Confucius was een intelligent mens. Maar mijn werkelijkheid als Bergs raadslid heeft mij toch geleerd dat als zaken te complex worden en de belangen te veel verweven, wantrouwen gerechtvaardigd kan zijn. 

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 162: KENNISCONGRES OOSTERSCHELDE 

 

| 10-11-2018 | 17.00 uur |


 

OVER WATER – 162: KENNISCONGRES OOSTERSCHELDE 

Afgelopen maand was het “KennisCongres Oosterschelde” in het Ir Topshuis te Vrouwenpolder. Alleen al het gebouw is voor mij bijzonder. Het is één van de RWS gebouwen in Nederland waar het gebeurt. Vanuit dit gebouw wordt het waterbeheer van de grote wateren en de waterveiligheid van de Delta geregeld. Al bij de betreding van de centrale hal word je al trots bij het waterbeheer betrokken te zijn. Het ” EAU YEAH! Bring in the Dutch EAU YEAH! ” springt je tegemoet.

Het congres was bedoeld om samen met belanghebbenden, deskundigen en bestuurders na te denken over de toekomst van de Oosterschelde. Nu helder wordt dat de stormvloedkering, mede door de verwachte klimaatveranderingen en de zeespiegelstijging, niet de levensduur zal hebben die de ontwerpers voor ogen hadden, is het tijd om in een vroeg stadium na te gaan denken over de toekomst van het gebied met de Oosterschelde als stralend middelpunt. Het eerste wat mij aan de congresgangers opviel, is de bijna totale afwezigheid van West-Brabanders. Alsof West-Brabant geen belang heeft bij de toekomst van dit deel van onze regio.

De eerste spreker was Prof. Dr. Sybren Drijfhout van de universiteiten Utrecht en Southampton en verbonden aan het KNMI. Hij is een toponderzoeker op het gebied van de klimaatdynamica. Voor mij was zijn kern statement “hoelang zijn Holland en Zeeland nog houdbaar?”.

Daarna was de beurt aan Prof. Dr. Peter Herman van de TU Delft en Deltaris. Hij sprak als ecoloog over de veiligheid en veerkracht van de Oosterschelde en de Delta in historisch perspectief. Belangrijke wenselijkheden van zijn lezing en van de discussie daarna waren: een integrale oplossing met een breed draagvlak, respecteer en aanvaard dat de natuur, in bouwen met de natuur, een eigen tempo heeft en kweek een urgentiegevoel. Voor mij het meest aansprekend was zijn kwalificering van buitendijks bouwen: ” kruipverrommeling “.

De derde spreker was Prof. Ir. Adriaan Geuze van de Wageningen Universiteit. Deze landschapsarchitect slingerde tal van uitdagende scenario’s de zaal in. Prachtige vergezichten. Maar ook het pleidooi om ze mogelijk te houden. “Wij hebben meer zand dan Egypte”. Honderden meters dikke pakketten zand op ons deel van de Noordzee. Wat doen ze in Den Haag? Ze leggen er ongecontroleerd leidingen in en plaatsen er windmolens op. Nu kunnen we er relatief eenvoudig eilanden van aanleggen of de keringen of duinen er mee versterken. Dat was de globale inhoud van zijn betoog. De discussie na zijn bijdrage richtte zich op de vele scenario’s en vooral op riviersediment. Hoe krijgen we dat rijke sediment uit de grote rivieren weer in de Oosterschelde?

Algemeen bleek de behoefte aan meer onderzoek en de wenselijkheid te komen tot scenario ontwikkeling. Een soort van Delta Dienst 2.0. Het instituut van de Delta Commissaris en het Delta programma werden meer geduid als politiek/bestuurlijke organen en niet als wetenschappelijk instituten, die in vrijheid gedachten ontwikkelen voor de toekomst van de Delta. Wie ontwikkelt de kennis van de hydrologische systemen van de toekomst?

In de middag waren er sessies met als thema’s: veiligheid (keringen en sediment), voeding & natuur, beleving (onder en boven water) en energietransitie & landschap. Ik bezocht de sessie over veiligheid. Veel kwam voorbij, allerlei gedachten borrelden op. Ir Frank Spaargaren stelde dat er al 130 jaar geen riviersediment de Oosterschelde bereikte. Mijn conclusies: misschien zijn er zaken als doorgraving van de Philipsdam of herstel van de verbinding met de Westerschelde die door de aanleg van de spoordijk ‘definitief’ werd afgesloten, in de toekomst te overdenken. Bij circa 10 verschillende scenario’s waren er zeker belangen van Bergen op Zoom en West-Brabant aan de orde. Het is dan ook jammer dat er, naar mijn waarneming, buiten mij, geen bestuurders of ambtenaren uit die regio aanwezig waren. Jammer, een gemiste kans om kennis op te doen en om mee te denken over een gebied dat ook voor West-Brabant van groot belang kan zijn en voor de verre toekomst tal van kansen kan bieden.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 161: IS UITSTEL NU EINDELIJK AFSTEL? (HOERA!?)

 

| 03-11-2018 | 09.30 uur |


 

OVER WATER – 161: IS UITSTEL NU EINDELIJK AFSTEL? (HOERA!?)

 

De kogel lijkt door de kerk. De kop in BNdeStem was “het Volkerak-water wordt (nog) niet zout”. “Zeker tot 2031 is er geen geld voor”. Op het Kennis Congres Oosterschelde sprak ik afgelopen week diverse ‘belanghebbenden’, zoals mensen van Rijkswaterstaat, Zeeuwse bestuurders en vertegenwoordigers van natuur- en cultuurorganisaties. Ik kreeg zelfs een enkele felicitatie. Hun bijna algemene opinie was: het zijn nu nog achterhoede schermutselingen met losse flodders om de gezichten te redden. Ik wil niet te vroeg juichen. Maar ik heb met mijn ruim 15 jaar lange strijd tegen de verzilting wel wat punten gescoord. Het Volkerak-Zoommeer dossier op mijn website en op de website van Ons Water kent 77 bijdragen, meer dan 70 van mijn hand.

Mijn eerste bijdrage aan dat dossier was in het debat in de Staten van Noord-Brabant in juni 2003 bij de bespreking van de Integrale visie deltawateren. Voor het eerst in 12 jaar statenwerk had ik mijn bijdrage op papier gezet. In mijn laatste Staten vergadering wilde ik een statement maken en niets vergeten. Want ik beschouwde het onderwerp als van uiterst belang voor de toekomst van mijn gemeente en regio. Ik stond toen alleen. Geen andere fractie steunde mij. Van de natuur- en cultuurorganisaties kreeg ik het verwijt dat ik er ‘niets van begreep’. Een enkeling verklaarde mij gek en een notoire dwarsketel. Maar in de daarop volgende 15 jaar kreeg ik steeds meer medestanders. Ook steeds meer mensen die actief waren in de milieubeweging gingen erkennen dat ik een aantal goede argumenten had. Mogelijk heeft de droge zomer van 2018 er nog een aantal over de streep gehaald, waardoor de prioriteiten steeds meer verschoven en men het eminente belang van de in omvang tweede zoetwater voorraad in Nederland steeds meer gaat inzien. Het is jammer dat 15 jaar discussie nodig was om meer neuzen de goede kant uit te krijgen. 15 jaar dat er niet adequaat is omgegaan met het waterbeheer. Veel onderhoud aan sluizen en waterwerken zijn uitgesteld, met een sluipende verzilting als gevolg. Ook veel beleid van provincies, gemeenten en waterschappen is niet optimaal gericht geweest op de met zoet water te behalen doelstellingen, want men dacht dat het Volkerak-Zoommeer systeem zout zou worden. Er is veel tijd en geld verspild. Kansen niet gegrepen. Het wordt tijd dat politici meer gericht op de langere termijn gaan denken en gaan beseffen dat ‘bouwen met de natuur’ een andere tijdshorizon kent dan de door mensen gewenste. De natuur ken haar eigen tempo en dat zullen wij mensen meer moeten gaan beseffen. Ik wil niet victorie kraaien. Want politici doen veel naar de waan van de dag. Twee warme-natte zomers en hun wereld is weer een andere. Ik ben voorlopig blij met het uitstel dat volgens vele ‘belanghebbenden’ afstel is. Ik hoop wel dat de betrokken provincies, waterschappen en gemeenten zich nu realiseren dat men rekening moet gaan houden met zoet blijven. Ook een zoet Volkerak-Zoommeer heeft een aantal rijke potenties. Ga ze gebruiken en begin met het achterstallig onderhoud snel in te halen. De natuur zal ons dan in haar eigen tempo belonen.         

Louis van der Kallen