IL PARTIGIANO 11 (GEBREK AAN LIEFDE)


| 2023 |

 

Het vernieuwde Algemeen Bestuur wordt ingewerkt. Op woensdag 10 mei 2023 vond de vierde inwerkbijeenkomst plaats, dit keer met als thema ‘de waterketen’.

De presentaties blonken niet uit in historisch inzicht. Er was wat gestuntel met de leeftijd van onze eigen installaties. Maar wat ik erger vond, is dat bleek dat een presentator de indruk wekte dat het zuiveren van afvalwater pas begon na de komst van de wet verontreiniging oppervlaktewateren in 1970.

Helder is dat de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Bath ouder is dan de genoemde 30 jaar. Uitgaande van de “INVENTARIS VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP VAN WEST-BRABANT 1976-1990” is te stellen dat de bouw van de persleiding in 1971 begon en dat deze in 1976 in gebruik werd genomen. De persleiding van de rioolwaterzuiveringsinstallatie naar een lozingspunt nabij Waarde werd omstreeks 1980-81 in gebruik genomen. Er zijn rapporten betreffende geluidshinder van de rioolwaterzuiveringsinstallatie te vinden over de jaren 1981-1982. En het oudste overzicht zuiveringstechnologische gegevens dat ik heb kunnen vinden is van 1984. Dus de RWZI Bath werkt vermoedelijk circa 40 jaar en niet pas 30 jaar!

In oktober 1897 werd er bij besluit van de Koningin-regentes een Staatscommissie ingesteld met de opdracht “te onderzoeken, welke maatregelen behooren te worden genomen ter voorkoming van, voor de volksgezondheid schadelijke, verontreiniging der openbare wateren en van dit onderzoek aan Hoogst Derzelve verslag uit te brengen, eventueel onder bijvoeging van één of meer wetsontwerpen”.  Het was de Staatscommissie tot voorbereiding van maatregelen tegen verontreiniging van openbare wateren, met als hoofdonderwerpen: Waterstaat, Ruimtelijke ordening & Natuur.

De commissie stelde vijf subcommissies in die elk een belangrijk aspect moesten onderzoeken en daarover moesten rapporteren. Op 29 juni 1901 werd een lijvig en degelijk rapport van ruim 200 pagina’s uitgebracht met als bijlagen onder meer de rapporten van de subcommissies.

Het geheel was “getuigend van inzicht en een ver vooruitziende blik.” Het bijgevoegde wetsontwerp, afgestemd op het ontwerp Gezondheidswet, werd in 1903-04 ingediend, maar nimmer behandeld en het is in 1905 ingetrokken. Toen begonnen overheden reeds met achter de feiten aan blijven lopen. Wel plannen maken maar die slechts deels uitvoeren.

De gemeenten daarentegen – die toen middels hun riool overstorten de belangrijkste veroorzakers waren van de overlast – gingen vaak wel aan de slag. Zij begonnen maatregelen te nemen en uiteindelijk RWZI’s te bouwen.

Als voorbeeld de RWZI Moerenburg aan de oostkant van Tilburg. Lang loosden de Tilburgse fabrieken hun afvalwater op de waterlopen. Omdat dit veel overlast gaf werd zuivering van het afvalwater noodzakelijk. Al vanaf het begin van de 20ste eeuw werden op Moerenburg proeven gedaan om het water van de Leij te zuiveren. In 1937 was deze installatie aan de Hoevense Kanaaldijk gereed, één van de eerste RWZI’s in Nederland. RWZI Moerenburg is nu een rijksmonument en een werkbezoek zeker waard!

De Nederlandse regering droeg in de jaren negentig de verantwoordelijkheid voor het zuiveren van afvalwater op aan de bestaande waterschappen en koos in het kader van de Richtlijn Stedelijk Afvalwater voor verwijderingspercentages per gebied. Daarvoor zuiverden de gemeenten hun afvalwater, vaak in samenwerking met waterschappen of zuiveringsschappen.

Waar is de liefde voor de geschiedenis van het eigen vakgebied?

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano like dan de pagina II partigiano 22/11  op facebook. Dan mist u niks.

 

il partigiano

 

Louis van der Kallen.


IL PARTIGIANO 12


| 2023 |

 

In de NRC van 13 mei 2023 staat een artikel met de kop “Groene Macron wil pauze inlassen op milieuregels EU”. In juli 2014 schreef ik het artikel “DOORSLAANDE REGELGEVING” te vinden op de site van Ons Water https://onswater.com/2014/07/doorslaande-regelgeving/

Eindconclusie in dat artikel:

“Een rekenmodel wordt door de wetgever belangrijker gevonden dan de werkelijkheid. Het gevolg is dat aan zeven boeren eisen worden gesteld die volstrekt onnodig zijn en hen wel belemmeren in hun bedrijfsvoering. Dit laat zien dat Europese wetgeving die de overheid klakkeloos uitvoert Nederlandse boeren soms onnodig belemmert. In Brussel denken ze het beter te weten dan de natuur zelf en worden boeren in de nabijheid van natuurgebieden, zoals op Schiermonnikoog, onnodig belemmerd in hun bedrijfsvoering.

Ons Water staat voor een beleid dat uitgaat van de werkelijkheid en boeren en bedrijven niet onnodig beperkingen oplegt.”

Sinds juli 2014 is er bar weinig veranderd! Misschien is het idee van Macron zo slecht nog niet. Eerst maar is kijken of de bestaande milieuregels goed worden toegepast voor dat er nieuwe milieuregels worden toegevoegd aan de bestaande.

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano like dan de pagina II partigiano 22/11 op facebook. Dan mist u niks.

.

il partigiano

 

Louis van der Kallen.


IL PARTIGIANO 10 (ÉÉN MILJOEN ONDER BUDGET)


| 2023 |

 

Mijn einde als lid van het Dagelijks Bestuur nadert en dan wordt het tijd even terug te kijken op de afgelopen 10 tot 11 maanden. Ik nam de portefeuille watersysteembeheer over van Kees de Jong.

Bij de stukken van de jaarrekening  – die binnenkort naar het Algemeen Bestuur wordt gezonden –  bevindt zich ook een tabel met de financiële gegevens van de projectevaluaties 2022. Van de 19 projecten vielen er acht onder mijn verantwoordelijkheid. Dat waren: de renovatie Keenesluis, vervanging materieel, stedelijk baggeren, renovatie/modificatie kleine kunstwerken, kwaliteitsimpuls legger, cofinanciering plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) water, bestrijding blauwalgenoverlast en het installeren van een bedienpost vaarwegen. Zeven van de acht werden volledig binnen het budget gerealiseerd. Alleen bij de renovatie Keenesluis was er een budgetoverschrijding van bijna 3 %. Bij het totaal van de acht projecten bleven we ruim één miljoen onder het budget.

Natuurlijk is dat niet alleen van mij een prestatie, veel is te danken aan de inzet van het personeel van het waterschap en van mijn voorganger Kees de Jong.

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano like dan de pagina II partigiano 22/11 op facebook. Dan mist u niks.

il partigiano

 

Louis van der Kallen.


IL PARTIGIANO 9 (EEN MOOI, VITAAL EN DUURZAAM MARKDAL)


| 2023 |

 

Mijn einde als lid van het Dagelijks Bestuur nadert, dan wordt het tijd even terug te kijken op de afgelopen 10/11 maanden. Ik nam de portefeuille, watersysteembeheer, over van Kees de Jong aangevuld met het project Markdal. Een project dat eerder was vastgelopen. Dit mede op verzoek van de Dijkgraaf. Binnen het waterschap heb ik de reputatie lastige projecten op tijd en binnen budget te volbrengen. De Overdiepse Polder was daar een mooi voorbeeld van.

Met enige trots kan ik vermelden dat het Dagelijks Bestuur ingestemd heeft met het Ontwerp-projectplan Waterwet Markdal-Zuid en dit plan vrij heeft gegeven voor de inspraak. De dag ervoor is het Ontwerp-projectplan goedgekeurd door het Breed Bestuurlijk Overleg Markdal (BBOM). Dat laatste was niet zonder slag of stoot.

Het probleem is dat het over de eigenschaduw heen stappen niet voor iedereen even gemakkelijk is. Als je met veel partijen probeer te komen tot een totaalplan voor een mooi, vitaal en duurzaam Markdal zijn de door iedereen gesproken woorden mooi, maar als het op de daden aankomt is het moeilijk om daartoe te komen. De ‘plussen’ voor de eigendoelstelling accepteert men met gemak, maar de ‘minnen’ die voor een ander ‘plussen’ zijn blijft men in een aantal gevallen afwijzen. Daarbij het risico lopend dat ook de ‘plussen’ niet binnen gehaald worden.

Vertraging was van het begin af aan voor mij, vanwege de subsidie deadline (midden 2024), niet acceptabel. Eén onderdeel (aanpassing noord-zuid fietspad) is dan ook uit het plan gehaald. Omdat één grondeigenaar (Natuur Monumenten) een verbreding, om het fietspad veiliger, te maken afwijst en daarmee realisering van een aantal belangrijke natuurdoelen, waaronder 19 ha. nieuwe natuur en herstel van 47.5 ha. van de natte natuurparel, in gevaar brengt.

Uiteindelijk ging het BBOM unaniem, maar met de nodige ‘misten en maren’ akkoord. Zo blijft Natuur Monumenten ernstig bezwaar maken tegen het extensief kanoën op de hoofdstroom. Terwijl zij heel goed kunnen weten dat dit voor anderen partijen een belangrijk element is.

Als we als samenleving een project als het Markdal tot een succes willen maken, zullen we moeten aanvaarden dat er plussen en minnen kunnen zijn die voor iedere deelnemer anders kunnen zijn. In een vol landje als het onze, met veel functies op iedere vierkante meter, is het geven en nemen om vooruit te komen. Als de optelsom voor iedere deelnemer een plus is moet iedere partij (gemeente, vereniging, eigenaar of terreinbeheerder)  de bereidheid hebben aan zijn of haar achterban uit te leggen dat er soms water bij de wijn moet worden gedaan. Zeker als het gerecht, een mooi, vitaal en duurzaam Markdal lonkt. Ik wens mijn opvolger of opvolgster veel wijsheid en doorzettingskracht toe.

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano like dan de pagina II partigiano 22/11 op facebook. Dan mist u niks.

il partigiano

 

Louis van der Kallen.


IL PARTIGIANO 8 (EXOTEN ZIJN OM OP TE ETEN)


| 27-12-2023 |

 

“Exoten zijn om op te eten” was op 6 mei 2023 de kop van een artikel in de NRC. In het artikel gaat culinair journalist Joël Broekaert in op de culinaire mogelijkheden van exoten uit de Nederlandse wateren, in dit artikel in het bijzonder wat de mogelijkheden zijn met de zwartbekgrondel. Wat ondergetekende betreft is dit de beste aanpak. Sommige exoten zijn er nu eenmaal en ze zijn niet meer uit te roeien. Veel exoten nemen feitelijk de biotoop van een inlandse soort over.

Eén van de boosdoeners is de genoemde zwartbekgrondel. Dit Kaukasische visje heeft veel wateren met stortstenen tussen grofweg 2010 en 2015 overgenomen. In korte tijd is de zwartbekgrondel een bedreiging geworden van de inheemse rivierdonderpad, een bodemvisje dat nu dreigt te verdwijnen.

Joël Broekaert laat zien dat een zwartbekgrondel  – mits op de juiste wijze bereid – een heerlijk hapje kan zijn. Ik hoop dat een volgend artikel zal gaan over de Amerikaanse rivierkreeftjes. In de Uniecommissie Watersystemen werd in dit kader gememoreerd dat er na twee jaar weer een werkgroep aan de slag gaat met de aanpak van de Amerikaanse rivierkreeftjes. Het voornaamste punt was weer: wie gaat het betalen?

Dat verbaast mij keer op keer. Uiteindelijk is dat namelijk altijd de Nederlandse belastingbetaler. Mijn angst is dat de waterschappen – als ze keer op keer de hand op willen houden voor het maken van beleid – afhankelijk worden van anderen. Het effect op termijn kan zijn ‘wie betaalt bepaalt’. Hoedt het eigen belastinggebied, want de afgelopen eeuw hebben de provincies en gemeenten grotendeels hun belastinggebied verloren met als gevolg toegenomen afhankelijkheid van het rijk.

Als de waterschappen de waterdeskundigen bij uitstek willen zijn, dan pleit ondergetekende voor het nemen van verantwoordelijkheden inclusief de financiële gevolgen.

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano like dan de pagina II partigiano 22/11 op Facebook. Dan mist u niks.

il partigiano

 

Louis van der Kallen.


IL PARTIGIANO 7 (PFAS, ONNOZEL, ONWETEND OF BEWUST DE KOP IN HET ZAND)


| 26-12-2023 |

 

In december 2016 bestond de STOWA 45 jaar en dat was de reden om eens goed te laten zien wat zij aan kennisontwikkeling voor de waterschappen doen. Er waren presentaties/discussies over: de aanpak van nieuwe stoffen, energie- en grondstoffenterugwinningen en over wateroverlast. Wat mij het meeste trof was de discussie over ‘nieuwe stoffen’ die pas recent (geactiveerd door de PFAS-discussie) de aandacht krijgen die ze verdienen. Het verbaast mij dat men zich keer op keer laat verleiden tot discussies over normeringen. Alsof we voor de ruim 200.000 verschillende stoffen (Europees Agentschap voor chemische stoffen, ECHA), die nu al in het afvalwater voorkomen, normen kunnen stellen en die dan ook stuk voor stuk tegen redelijke kosten kunnen meten en reduceren.

Met oxidatie en actieve koolabsorptie kunnen voor sommige van de nu gemeten stoffen soms bemoedigende resultaten worden behaald. Maar is dat genoeg? In mijn beleving zijn het grotendeels zinloze discussies tussen bestuurders en politici die zelden kaas hebben gegeten van de aard en mogelijke effecten van die meer dan 200.000 stoffen die we nu al in afvalwater kunnen detecteren. Voor mij is het helder: uitgangspunt zou de nul norm moeten zijn. En het rare is die is haalbaar!

In 2004 werd door het waterschap Rijn en IJssel te Varsseveld een zuivering uitgerust met membraantechnologie. Bij het gebruik van membraantechnologie kan men echt alle stoffen uit het water halen tot de nul norm. Die technologie heeft zich de afgelopen jaren enorm ontwikkeld en is mede daardoor steeds goedkoper geworden en kan nog verder ontwikkeld worden. De winst voor de ecologie en de volksgezondheid is potentieel groot. Maar deels niet in geld te berekenen. Ik zou graag zien dat de STOWA en de waterschappen deze ‘ideale’ oplossing voor alle verontreinigingen samen met de membraanindustrie verder zouden ontwikkelen.

Toxicologen vrezen voor een cocktaileffect. Zo was op 6 mei 2023 te lezen in de NRC. We lijken anno 2023 niets geleerd te hebben van het pcb-dossier (gestart in 1966), met de constateringen van Zweedse wetenschappers. Of van de Bisfenol-A discussie. Maakt REACH (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemicaliën) ons wel wakker.? Zij brengen de zeer zorgwekkende stoffen in kaart. Er is veel onzekerheid. Dat zou de waterschappen ertoe moeten brengen op een andere manier naar zuiveringen te kijken. Anders is de toepassing van effluent ten behoeve van drinkwater of in de landbouw het oplaten van een luchtballon.

Er wordt veel gepraat in dit land en zelden iets uitgevoerd. Doorschuiven is een politieke kwaal van alle tijden, met steeds een nieuwe lading gekozenen die zonder kennis van de geschiedenis weer ‘mooie’ verhalen vertellen zonder zich te verdiepen in onze geschiedenis of de onderwerpen. En zij zich daarna afvragen waarom de bevolking geen vertrouwen meer in hen heeft.

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano like dan de pagina  II partigiano 22/11 op facebook. Dan mist u niks.

il partigiano

 

Louis van der Kallen.


IL PARTIGIANO 5 (WETEN EN NIETS DOEN)


| 2023 |

 

Begin augustus 2018 was een groot deel van een NOS-journaal gewijd aan een persconferentie van onder andere Rijkswaterstaat en de Unie van waterschappen over de droogte en de verzilting. Ik ergerde mij toen omdat korte termijnproblemen niet werden vertaald naar lange termijn oorzaken en oplossingen.

De afgelopen jaren werden we geconfronteerd met grote droogte problemen. 1976 werd steeds beschouwd als een incident. De deskundigen voorspellen nu een meer dan hete toekomst. De recente zomers kunnen wel eens de standaard worden. Was dit te voorzien? JA!!!!

In 1965 verscheen “De toekomstige drinkwatervoorziening van Nederland van de centrale commissie voor drinkwatervoorziening 1965” en “De waterhuishouding van Nederland”, samengesteld door Rijkswaterstaat 1968, werden met een vooruitziende blik een aantal (toen toekomstige) problemen in beeld gebracht. Verzilting stond toen al hoog op de agenda van Rijkswaterstaat. Niet vanwege de klimaatverandering en de zeespiegelstijging, want die waren toen politiek nog niet aan de orde. Natuurlijk spelen de klimaatverandering en de zeespiegelstijging een rol bij de droogte en de verzilting. Maar als de grootste oorzaak toen werd een andere schuldige aangewezen: de veranderingen rond de Nieuwe Waterweg!

Vanaf eind vijftiger jaren van de vorige eeuw tot 1968 zijn er belangrijke ontwikkelingen geweest die de zoetwatervraag, om de verzilting via de Nieuwe Waterweg tegen te gaan, hebben doen toenemen van circa 300 m3/s naar circa 700/800 m3/s. De uitbreiding van het havenareaal (Europoort, Botlekhavens, Eemhaven) en de verdieping van de vaarweg naar deze havens, alsmede de verdieping van de oliegeul vanuit zee naar de monding van de Nieuwe Waterweg hebben het vloedvolume toen enorm doen toenemen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de rivier zich aangepast heeft aan het toegenomen getijvolume op het traject van de rivier tussen de mond en de betreffende havens. Hierdoor ontstond een verdieping van de rivier in de periode 1958/1964 van circa 2 meter door een proces van terugschrijdende erosie op het traject Hoek van Holland – Maassluis. De verwachting in 1968 was dat dit proces voort zou gaan. Als aanpassing op dit proces werd de norm van het chloridegehalte ter hoogte van de Parkhaven (300mg/l) losgelaten en de toetsplek werd verlegd naar de mond van de Hollandsche IJssel en werd het advies gegeven: “de bodem van de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg te verhogen en vast te leggen.” (Bron: “De waterhuishouding van Nederland” samengesteld door Rijkswaterstaat 1968).

Gebeurde dit? Nee, het was volgens de politiek immers niet nodig en volgens Rotterdam en de havenbaronnen ongewenst. De Deltawerken kwamen eraan en het zoete water kon door de dammen gestopt worden en doorgeleid worden naar zee via de Nieuwe Waterweg. Maar de Rotterdamse groot muil werd nog groter. Sinds 1968 bleven er gewoon havens bij komen. Dit leidde ertoe dat van oude afspraken steeds minder terecht kwam. Als voorbeeld de geschiedenis van de afspraken rond het Volkerak-Zoommeer: “Direct na de afsluiting in 1987 werd het Volkerak-Zoommeer doorgespoeld met water uit het Hollandsch Diep (zoet), teneinde op korte termijn te kunnen beschikken over zoet water voor de regionale watervoorziening in de omliggende gebieden. Hierdoor daalde het gemiddelde chloridegehalte van het Volkerak-Zoommeer binnen één jaar tot de gestelde norm van 0,4 g Cl/l. Het handhaven van deze chloridenorm wordt geregeld door middel van een doorspoelbeheer vanuit het Hollandsch Diep. Zout aanvoer vindt nog plaats als gevolg van schutverliezen, zoute kwel en uitspoeling uit buitendijkse gronden. In 1993 werd de chloride norm bijgesteld tot 0,45 g/l. Door deze verhoging kon de inlaat vanuit het Hollandsch Diep via de Volkeraksluizen worden beperkt”

“In het waterakkoord is in 2001 vastgelegd gedurende het groeiseizoen te sturen op 450 mg cl/l bij de meetlocatie Bathse Brug, met uitzondering van perioden van droogte.”

“In het ‘droge’ jaar 2003 werd door het stopzetten van de inlaat voor doorspoeling de norm voor het chloridegehalte bij de meetpunten Bathse Brug en mond van het spuikanaal herhaaldelijk overschreden.” (Bron: pagina’s 87/88 van de Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie, oktober 2014).

Het wordt tijd dat het advies gegeven in “De waterhuishouding van Nederland” (samengesteld door Rijkswaterstaat in 1968) wordt opgevolgd. Het luidde: “de bodem van de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg te verhogen en vast te leggen.”

HET WORD TIJD VOOR ECHTE ACTIE!!! Weten en niets doen moet eens stoppen. 55 jaar na een goed advies is laat, maar beter laat dan nooit!

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano like dan de pagina Studio 578 op facebook. Dan mist u niks.

il partigiano

 

 

Louis van der Kallen.


| 2023 |

 

Begin augustus 2018 was een groot deel van een NOS-journaal gewijd aan een persconferentie van onder andere Rijkswaterstaat en de Unie van waterschappen over de droogte en de verzilting. Ik ergerde mij toen omdat korte termijnproblemen niet werden vertaald naar lange termijn oorzaken en oplossingen.

De afgelopen jaren werden we geconfronteerd met grote droogte problemen. 1976 werd steeds beschouwd als een incident. De deskundigen voorspellen nu een meer dan hete toekomst. De recente zomers kunnen wel eens de standaard worden. Was dit te voorzien? JA!!!!

In 1965 verscheen “De toekomstige drinkwatervoorziening van Nederland van de centrale commissie voor drinkwatervoorziening 1965” en “De waterhuishouding van Nederland”, samengesteld door Rijkswaterstaat 1968, werden met een vooruitziende blik een aantal (toen toekomstige) problemen in beeld gebracht. Verzilting stond toen al hoog op de agenda van Rijkswaterstaat. Niet vanwege de klimaatverandering en de zeespiegelstijging, want die waren toen politiek nog niet aan de orde. Natuurlijk spelen de klimaatverandering en de zeespiegelstijging een rol bij de droogte en de verzilting. Maar als de grootste oorzaak toen werd een andere schuldige aangewezen: de veranderingen rond de Nieuwe Waterweg!

Vanaf eind vijftiger jaren van de vorige eeuw tot 1968 zijn er belangrijke ontwikkelingen geweest die de zoetwatervraag, om de verzilting via de Nieuwe Waterweg tegen te gaan, hebben doen toenemen van circa 300 m3/s naar circa 700/800 m3/s. De uitbreiding van het havenareaal (Europoort, Botlekhavens, Eemhaven) en de verdieping van de vaarweg naar deze havens, alsmede de verdieping van de oliegeul vanuit zee naar de monding van de Nieuwe Waterweg hebben het vloedvolume toen enorm doen toenemen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de rivier zich aangepast heeft aan het toegenomen getijvolume op het traject van de rivier tussen de mond en de betreffende havens. Hierdoor ontstond een verdieping van de rivier in de periode 1958/1964 van circa 2 meter door een proces van terugschrijdende erosie op het traject Hoek van Holland – Maassluis. De verwachting in 1968 was dat dit proces voort zou gaan. Als aanpassing op dit proces werd de norm van het chloridegehalte ter hoogte van de Parkhaven (300mg/l) losgelaten en de toetsplek werd verlegd naar de mond van de Hollandsche IJssel en werd het advies gegeven: “de bodem van de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg te verhogen en vast te leggen.” (Bron: “De waterhuishouding van Nederland” samengesteld door Rijkswaterstaat 1968).

Gebeurde dit? Nee, het was volgens de politiek immers niet nodig en volgens Rotterdam en de havenbaronnen ongewenst. De Deltawerken kwamen eraan en het zoete water kon door de dammen gestopt worden en doorgeleid worden naar zee via de Nieuwe Waterweg. Maar de Rotterdamse groot muil werd nog groter. Sinds 1968 bleven er gewoon havens bij komen. Dit leidde ertoe dat van oude afspraken steeds minder terecht kwam. Als voorbeeld de geschiedenis van de afspraken rond het Volkerak-Zoommeer: “Direct na de afsluiting in 1987 werd het Volkerak-Zoommeer doorgespoeld met water uit het Hollandsch Diep (zoet), teneinde op korte termijn te kunnen beschikken over zoet water voor de regionale watervoorziening in de omliggende gebieden. Hierdoor daalde het gemiddelde chloridegehalte van het Volkerak-Zoommeer binnen één jaar tot de gestelde norm van 0,4 g Cl/l. Het handhaven van deze chloridenorm wordt geregeld door middel van een doorspoelbeheer vanuit het Hollandsch Diep. Zout aanvoer vindt nog plaats als gevolg van schutverliezen, zoute kwel en uitspoeling uit buitendijkse gronden. In 1993 werd de chloride norm bijgesteld tot 0,45 g/l. Door deze verhoging kon de inlaat vanuit het Hollandsch Diep via de Volkeraksluizen worden beperkt”

“In het waterakkoord is in 2001 vastgelegd gedurende het groeiseizoen te sturen op 450 mg cl/l bij de meetlocatie Bathse Brug, met uitzondering van perioden van droogte.”

“In het ‘droge’ jaar 2003 werd door het stopzetten van de inlaat voor doorspoeling de norm voor het chloridegehalte bij de meetpunten Bathse Brug en mond van het spuikanaal herhaaldelijk overschreden.” (Bron: pagina’s 87/88 van de Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie, oktober 2014).

Het wordt tijd dat het advies gegeven in “De waterhuishouding van Nederland” (samengesteld door Rijkswaterstaat in 1968) wordt opgevolgd. Het luidde: “de bodem van de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg te verhogen en vast te leggen.”

HET WORD TIJD VOOR ECHTE ACTIE!!! Weten en niets doen moet eens stoppen. 55 jaar na een goed advies is laat, maar beter laat dan nooit!

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano like dan de pagina Studio 578 op facebook. Dan mist u niks.

il partigiano

 

 

Louis van der Kallen.

 

IL PARTIGIANO 6 (DE SLACHTOFFERS, VERVOLG OP IL PARTIGIANO 5)


| 25-12-2023 |

 

Wie zijn de slachtoffers van de zoet water honger van de Nieuwe Waterweg? De boeren en tuinders van Zuid-Holland, Zeeland en West-Brabant en de drinkwaterleidingbedrijven in laag Nederland en daarmee alle consumenten van dat drinkwater. Zij lijden de schades veroorzaakt door de verzilting in de vorm van mindere opbrengsten en hogere kosten. Natuurlijk erken ook il partigiano dat Rotterdam en zijn havens voor de BV Nederland van onschatbare waarde zijn. Maar het jaar na jaar afwentelen van de verziltingproblemen op boeren, tuinders en drinkwaterbedrijven en het laten verzilten van zoete natuurgebieden zoals laagveen moerassen kan niet blijven voortduren. Het gat dat de Nieuw Waterweg heet moet vergaand gedicht worden. Door sluizen die, als er gebrek is aan zoet water, geschut kunnen worden en door maatregelen die al in 1965 en 1968 werden genoemd als alternatieven, zoals het verhogen/vastleggen van de bodem van de Nieuwe Waterweg eventueel met een drempel en luchtbellenschermen, die nu nog steeds als innovatief door Rijkswaterstaat worden betiteld maar in 1968 al in de grote schutsluizen te IJmuiden werden gebruikt (bron: pagina 33 “De waterhuishouding van Nederland” samengesteld door Rijkswaterstaat 1968).”

Het wordt tijd dat de landelijke politiek nu echt zijn werk gaat doen en doorkrijgt dat vanaf eind jaren vijftig van de vorige eeuw de rest van Nederland gebruikt wordt als zoetwaterleverancier voor de eeuwig hongerige Nieuwe Waterweg. Rotterdam moet ophouden de problemen die haar havenactiviteiten veroorzaken af te wentelen op de rest van Nederland. De laksheid om de wijze raad uit de jaren zestig niet te vertalen in sluizen in de Nieuwe Waterweg kost onze economie nu miljarden euro’s en kan boeren aan de bedelstaf brengen. Ga nu aan de slag dan kunnen we mogelijk over 15 tot 20 jaar de stop op het gat van de Nieuwe Waterweg drukken en daarmee dit zoetwaterlek feitelijk dichten. Nu stroomt er per seconde circa 800 kubieke meter kostbaar zoet water weg. De voorraad in het IJsselmeer is immers niet oneindig. Als we dan toch over de toekomst en zoet water gaan nadenken stoft dan ook het “Waterbeleid voor de 21e eeuw”, het advies van de Commissie waterbeheer 21e eeuw onder voorzitterschap van oud-gedeputeerde Tielrooij eens af en herlees eens pagina 74 onder het kopje verzilting: “Door toenemende verzilting en drogere zomers zal de vraag naar zoet water voor doorspoeling en beregening in West-Nederland toenemen. De aanvoer van zoet water in de zomer zal echter juist afnemen in Zuidwest-Nederland, de Wieringermeer en in de droogmakerijen zal de beschikbaarheid van zoet water in toenemende mate een knelpunt worden voor de daar aanwezige glastuinbouw, vollegrondstuinbouw, bollenteelt en ook de akkerbouw. De Commissie wil daarom aandringen op het aanleggen van zoetwatervoorraden binnen de regio’s.”  Geschreven in het jaar 2000.

Tenslotte hoopt il partigiano dat men in Den Haag nu eindelijk bereid is de adviezen uit het verleden van wijze mensen op waarde te schatten. Na de adviezen van Rijkswaterstaat uit 1968 en van de commissie Tielrooij (2000) is er kostbare tijd verspild. Daar betalen de boeren, transporteurs over water en industrieën nu een grote prijs voor. Ga denken en handelen, zodat het waterbeheer in Nederland echt toekomstbestendig wordt.

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano like dan de pagina II partigiano 22/11 op facebook. Dan mist u niks.

il partigiano

 

Louis van der Kallen.


IL PARTIGIANO 4 (WIJ WERD ZIJ)

 


| 2023 |

 

Bij het afscheid van de vorige bestuursperiode roemde menigeen de bestuurscultuur van die periode. Er was een groot ‘wij’-gevoel. Nog geen maand verder is het ‘wij’-gevoel verdwenen en is het ‘zij’ in ons mooie waterschap verschenen. Het monistische karakter van het waterschap Brabantse Delta is met één verkiezing, en de aanwijzing en rapportage van één verkenner verdwenen.

Het rare is dat bijna niemand zich afvraagt: waarom was die bij het afscheid zo geroemde, bestuurscultuur zoals die was? Het antwoord is simpel: de bestuursprogramma’s bij Brabantse Delta kenden tot voor kort een breed draagvlak. In de vorige periode was zelfs een bestuursbreed programma tot stand gekomen. In die periode haakte de PvdD weliswaar vroegtijdig af, maar het idee van samenwerking bleef in stand.

En dan is het 15 maart 2023. Vanuit het niets is er een nieuwe leidende partij, de BBB. In mijn beleving een voortbrengsel van de voortrazende onvrede in de samenleving over het bestuurlijk functioneren van de Haagse politiek. Een nieuwe partij is per definitie ontstaan vanuit andere partijen. Maar de ‘nieuweling’ ontbeert de ervaring van samenwerking. Bij de start van het proces om te komen tot een nieuw bestuursprogramma en de vorming van een Dagelijks Bestuur wordt gestart met een verkenner die van de tradities in de Brabantse Delta geen kennis heeft en als bestuurder gevormd is in duaal gemeenteland. En daarmee gewend is te denken aan coalities.

De kernvraag die de verkenner in zijn aanpak formuleerde was dan ook: “Welke coalitie doet volgens u recht aan de verkiezingsuitslag?”. Degenen met wie hij gesprekken voerde, waren in die rol bijna allemaal nieuw. Met mij werd – hoewel ik 30 jaar ervaring in het waterschapsbestuur heb – niet gesproken. Mijn afspraak werd ingepland op een tijdstip dat ik in een vergadering van de landelijke Unie van Waterschappen zat.

Weg traditie van samenwerken op monistische basis. De deur werd opengezet voor een duaal bestuur, voor politisering en polarisatie.

Voor mij is er een déjà vu-gevoel. Na de raadsverkiezingen in 2014 was het voor mij de eerste keer dat ik mij liet verleiden tot deelname aan een proces met een informateur/verkenner. Dat was toen ook geen succes. Destijds liet men mij wachten voor een dichte deur. Een oude onderhandelingstruc om de gesprekspartner te laten beseffen “wie op wie wacht”. Nu was het geen dichte deur maar minachting voor de afspraken die in mijn agenda stonden. Feitelijk vormt dit een effectieve uitsluiting. Dat gevoel van uitsluiting is er nu ook bij andere partijen die niet meepraten.

Weg een traditie van ‘wij’. Voor Ons Water heeft dit als gevolg dat de traditionele samenwerking met WBWB en het vormen van één fractie moet wachten tot na de formatie. We wachten ook eerst op eventuele veranderingen in het reglement van orde. Want er kan best uitkomen dat er per agendapunt maar één spreker kan zijn per fractie. Dan is het samensmelten van twee fracties niet logisch meer.

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano: like dan de pagina Studio 578 op Facebook. Dan mist u niks.

il partigiano

 

 

Louis van der Kallen.


IL PARTIGIANO 3 (TOEN WATER EN BODEM STUREND WAREN)


| 2023 |

 

Ten tijde van de Staatsregeling voor het Bataafse Volk 1798 was bestuurlijk water en bodem werkelijk sturend! Er kwam in 1798 een afdeling nationale waterstaatszorg en er werd gestart met de technische rijksdienst (vanaf 1810 Corps Ingenieurs). Deze vielen onder het agentschap (=ministerie van) Binnenlandse zaken.

Wat op mij als waterschap bestuurder (vanaf 1993) de meeste indruk maakte, was de impliciete erkenning van het belang van water bij de (bestuurlijke) inrichting van ons land.

De Staatsregeling verdeelde het grondgebied der Bataafsche Republiek niet in provincies maar in “Agt Departementen, met namen als:

  • Het Eerste Departement: van de Eems.
  • Tweede Departement: van den Ouden Yssel.
  • Derde Departement: van den Rhijn.
  • Vierde Departement: van den Amstel.
  • Vijfde Departement: van Texel.
  • Zesde Departement: van de Delf.
  • Zevende Departement: van de Dommel.
  • Achtste Departement: van de Schelde en Maas.” (Zie foto)

 

Bij de indeling waren de waterstaatkundige grenzen in hoge mate bepaald door de loop van de rivieren en stroomgebieden. Buiten het starten van de afdeling nationale waterstaatszorg werd er in 1805 een waterbouwkundige vakopleiding toegevoegd aan de militaire academies. De waterstaatkundige kennisopbouw was tot 1805 vooral een taak van de hoogheemraad- en waterschappen. De vakopleiding bij de militaire academies was de start van de bundeling en borging van de waterstaatkennis die Nederland op dit vlak wereldleider zou gaan maken.

In de Bataafse Republiek en in het koninkrijk Holland van Lodewijk Napoleon begreep het landelijk bestuur, gezien de naamgeving van de departementen, dat water wel degelijk het ordenend principe was.

Soms is het goed zaken, die de fundering zijn van ons waterbeleid, eens aan de graftomben der herinnering in ontrukken en in het volle licht te zetten, in de hoop dat deze de landelijke en waterschap bestuurders van nu tot inspiratie dienen.

De afgelopen jaren is heel veel verloren gegaan. Waar zijn de ingenieurs van Rijkswaterstaat? Opgeheven en vervangen door managers. Het bedrijfsleven kon, volgens de politici van de afgelopen drie decennia, het immers beter en efficiënter. Dat idee is mede gegroeid sinds we iedere vernieuwing of verandering innovatie zijn gaan noemen. De politici zijn uiteindelijk in deze retoriek, deze zelf gecreëerde mythe gaan geloven.

Laten we de waterschappen afbreken of gaan we beseffen dat als we het kwijt zijn, de weg terug vrijwel onbegaanbaar zal blijken?

Wilt u op de hoogte blijven van de geschriften van il partigiano like dan de pagina Studio 578 op facebook. Dan mist u niks.

il partigiano

 

 

Louis van der Kallen.