OVER WATER – 60: ALBERT LAUBENSTEIN

 

| 01-10-2016 | 14.00 uur |


 


OVER WATER – 60

 

26 september
canadees-01In de middag een bijeenkomst waar de stand van zaken werd doorgenomen met betrekking tot het project Overdiepse Polder. Het project loopt ten einde en we bespraken de laatste zaken die nog moeten worden afgerond, zoals onder andere de herplant van bomen op de terpen. We hebben, naar aanleiding van een vraag van de dijkgraaf, teruggeblikt op de persoonlijke hoogte- en dieptepunten en te vermelden anekdoten. Voor mij kende het project vele hoogte-, dieptepunten en spannende momenten. Maar voor mij was het meest imponerende de begrafenis van een bij de werkzaamheden in de Overdiepse Polder gevonden Canadese soldaat. Bij de besprekingen over de vraag of het waterschap dit project in opdracht van Rijkswaterstaat wel uit zou gaan voeren en de daarbij beschikbare budgetten en verantwoordelijkheidsverdeling, was mijn inbreng dat er een stevig budget moest komen voor ‘bommen en granaten’ en voor de juiste berging en identificatie van eventueel te vinden stoffelijke resten. Ik wist dat er in dit gebied nog veel vermisten waren als gevolg van de slag om Kapelsche Veer. Mijn pleidooien vielen toen niet direct in vruchtbare aarde en de dijkgraaf van toen liet mij zelf met de programmadirecteur van Ruimte voor de Rivier bellen om die zaken te bespreken. Mijn harde motivatie was: “laat niemand vanwege de geldelijke gevolgen bij zo’n vondst de andere kant opkijken.” Uiteindelijk kwamen er voor deze zaken de geëigende budgetten. canadees-02Toen dan ook op 29 september 2015 soldaat Albert Laubenstein na meer dan 70 jaar op het Canadese militaire ereveld bij Bergen op Zoom ter ruste werd gedragen, door militairen van nu van zijn regiment, en met alle militaire eer in aanwezigheid van zijn familieleden begraven bij zijn regimentswapenbroeders, had ik een goed gevoel dat de werkzaamheden in de Overdiepse Polder en mijn bescheiden bijdrage daarbij er toe hadden geleid dat Albert Laubenstein van een anoniem veldgraf zijn herkenbare plek kreeg bij zijn kameraden.

27 september
Portefeuillehouders overleggen over de komende bestuurlijke overleggen met de gemeenten Oosterhout en Goirle, het havenproject in Waalwijk en over de kwaliteit en procesaanpak van de waterkering aan de Kerkvaartse Haven in Waspik.

30 september
isabella-02Ter gelegenheid van het Zuiderwaterliniecongres 2016 heb ik de gehele dag doorgebracht in Fort Isabella te Vught. De locatie van de voormalige Isabella kazerne, waar lang geleden het regiment wielrijders gelegerd was.

Een hele dag Zuiderwaterlinie dus. Een voor mij opvallende bijdrage was  die van Arnoud-Jan Bijsterveld. Hij citeerde James Joyce “places remerber events”. Op bepaalde plaatsen ervaar ik dat ook. Ook zijn definitie van identiteit: “gedeelde opvatting van wat ons bindt” sprak mij aan. Daarna een rondgang langs de ideeën voor de vijf stellingen van de linie en een aantal gesprekken over de Keenesluis. Maar liefst twee provinciale ambtenaren en de gedeputeerde cultureel erfgoed spraken mij als portefeuillehouder cultureel erfgoed aan op de positie van het waterschap in deze. In de middag drie presentaties over het toeristisch potentieel, over de ontwikkelingen in de driehoek natuur, cultuur en economie en over anders denken, meer zien en beter besluiten. Vooral de presentatie van Petra van Egmond van het PBL met het accent op de economische waarde van de natuur sprak mij aan.

isabella-03De presentatie van Susan van ’t Klooster van Savia liet mij beseffen dat besluitvorming niet meer het alleenrecht was van de kennisdragers/de wetenschappers. Beleidsbeïnvloeding door belanghebbenden en leken via de (sociale) media en allerlei overlegstructuren is belangrijk voor ‘draagvlak’. Centrale sturing is een gepasseerd station. Nu komt het aan op ‘gezamenlijke verhalen maken’. Voor mij klinkt het als: de leken aan de macht! Of de wereld daar nu echt beter van wordt waag ik te betwijfelen. In mijn beleving is de besluitvorming en de kwaliteit van de besluiten er echt niet beter op geworden door de introductie van de politiek (relatieve leken) in de waterschapsbesturen. Maar ik zal er mee moeten leven. Om ‘draagvlak’ te creëren zal er nog heel wat water in de wijn van de beste (technische) oplossingen moeten.isabella-01

Tot slot een workshop gegeven door een studente van de NHTV, Janneke Vermulst over ‘storytelling’. Een enthousiaste jongedame die net haar werkstuk over de Zuiderwaterlinie Noord-Brabant had ingeleverd. Ze hoopte op een goed cijfer en beloofde mij het rapport toe te sturen. Daarover in een volgende Over Water vast meer. In een groepje van vier was ik de enige man. Met een jongedame van het Heusdens bureau voor toerisme, een ambtenares van de provinciale afdeling RO en met Lyanne de Laat, die een waterwandelarrangement organiseert vanuit gemaal Haastrecht, spraken we over te vertellen verhalen in verband met de Zuiderwaterlinie Noord-Brabant. Als verhalenverteller was ik zowel met het onderwerp als de gesprekspartners in mijn nopjes.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 56: OVERHEIDSPARTICIPATIE

 

| 03-09-2016 | 22.00 uur |


 


OVER WATER – 56

 

OVERHEIDSPARTICIPATIE

overdiepse polderRecent heb ik het boek “overheidsparticipatie” van Peter de Rooy gelezen. Voor iedereen die werkt bij de overheid of bij de overheid een bestuurlijke functie vervult een lezenswaardig boek. In het boek wordt met regelmaat de loftrompet geblazen over wat herhaaldelijk het ‘showcase’ project Overdiepse polder wordt genoemd. Voor mij als portefeuillehouder van dat project (op een onderbreking van 15 maanden na, van het begin ( 2009) tot de oplevering eind 2015) is daar wel enige nuancering op zijn plaats. Het startte zeker niet als een showcase project. Het werd er door de enorme media aandacht van gemaakt. De basis van het succes was dat het idee (terpen in plaats van totale ontpoldering) van de bewoners zelf kwam. Als portefeuillehouder was het een project naar mijn hart. Ik heb er dan ook onevenredig veel aandacht aan gegeven. Zeker de eerste 18 maanden vanaf de start van de realisering besteedde ik er circa 50 % van mijn tijd aan. Ik kwam wekelijks in de polder. Deels voor gestructureerde overleggen met bewoners, uitvoerenden en andere bestuurders, deels omdat ik het leuk vond veel presentaties voor binnen- en buitenlandse belangstellenden te doen. Het effect was dat je keer op keer ook informeel benaderd kon worden door de bewoners, die vooral in die beginperiode vaak contact zochten met de bestuurder. Het succes van het project werd ook stevig bepaald door de enorme inzet van de projectleidster die van de start een succes maakte. De tweede belangrijke factor was dat voor één van de bewoners (Nol Hooijmaijers) niets teveel was. Met wie je ook aanklopte voor informatie of uitleg, hij en zijn boerderij stonden altijd ter beschikking. Dat waren wat mij betreft de sleutels naar het succes van het project.

Nu wacht ons om van de afhechting van het project nog een succes te maken. Nu de media aandacht wegebt, moet de Overdiepse polder weer een ‘gewone polder’ in het waterschap Brabantse Delta worden. Voor mij zijn de sleutels tot een succesvolle overheidsparticipatie:

  • betrokkenheid van bewoners/belanghebbenden
  • bevlogen projectleiders
  • bestuurders die bereid zijn er veel tijd en aandacht aan te besteden
  • overheden/vergunningverleners die wegen vinden om met een zekere flexibiliteit snelheid te maken

Overheidsparticipatie dient, mijn inziens, voor een belangrijk deel bewegen in de wind te zijn. Dat blijkt helaas vaak moeilijk voor overheden die gewend zijn regels te maken en te volgen.

30 augustus
In de avond de bijeenkomst van de werkgroep bestuurlijke vernieuwing met als belangrijkste agendapunt: sturen op hoofdlijnen. Hierbij is gekeken naar hoe de huidige wijze van agenderen van de algemeen bestuursvergadering zou kunnen veranderen om meer op hoofdlijnen te gaan besturen.

1 september
In de morgen de drielagen-bespreking Hart van Brabant op de rioolwaterzuivering in Tilburg van waterschap De Dommel over hoe de samenwerking tussen de gemeenten en de waterschappen in Hart van Brabant verder vorm te geven.

2 september
De BBQ van de achterban en fractie van Ons Water/West-Brabant Waterbreed op de boerderij van Niels Mureau nabij Made.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 36

 

| 09-04-2016 | 10.00 uur |


 


OVER WATER – 36

 

4 april
Bestuurlijk overleg met wethouder Jan Willem Stoop van de gemeente Drimmelen inzake het waterschapsproject ‘inhaalslag Keur en oneigenlijk grondgebruik’.  

5 april
PHO over de A27 en een introductiegesprek met de nieuwe contactambtenaar van het waterschap voor de gemeenten Drimmelen, Geertruidenberg en Oosterhout.

Daarna een bestuurlijk overleg met een ingehuurde vertegenwoordiger van RWS inzake onze zienswijzen/inzichten met betrekking tot de waterschapsbelangen bij de voorgenomen verbreding van de A27. Onder andere: de zorgen over de gehanteerde normen voor de waterkeringen bij de afrit Geertruidenberg en bij de mogelijke tracé varianten bij de afrit Raamsdonksveer (A59), de waterstuwende effecten door de realisering van een nieuwe brug bij Geertruidenberg (afstemming RWS droog, RWS nat), de beschermingszone van onze afvalwaterpersleiding langs de A27, voldoende bergingscapaciteit en de juridische status van de wateradviezen van de betrokken waterschappen.    

7 april
De informatiebijeenkomst in Waspik over de inzet van de Overdiepse Polder als waterberging bij hoog water met onder andere de presentatie van ons draaiboek bij hoog water en inundatie van de polder en uitleg over de procedure van het claimen van schade als gevolg van een eventuele inundatie.

treurwilg 01

De treurwilg vóór behandeling

treurwilg 03

De treurwilg na behandeling

Voorafgaand aan deze bijeenkomst ben ik bij de treurwilg gaan kijken in de Overdiepse Polder waarover ik vorige week schreef. De boom bleek goed onderhanden genomen door de boomploeg van de gemeente Waalwijk. Hij is gehavend,  maar nu hij gestabiliseerd is kan hij een eventuele zomerstorm vermoedelijk goed doorstaan. Gezien zijn geschiedenis is de kans groot dat hij zal herstellen. Samen met het opnieuw op te bouwen oorlogsmonument zal hij door zijn aanwezigheid de wereld kond blijven doen van wat er gebeurd is in de strijd van de slag om Kapelscheveer, maar ook van de levenskracht van deze boom en de samenleving waarin hij zich bevind.

De afgelopen week heb ik het boekje “Building blocks for good water governance” gelezen. Ik kan het, één ieder die belangstelling heeft voor water en de bestuurlijke invulling daarvan in de wereld, aanbevelen.

Ik heb tijdens mijn rondrit door de Overdiepse Polder ook genoten van de aangelegde ecologische verbindingszone (EVZ) langs het Oude Maasje. Over een paar seizoenen zal dit zowel voor de natuur (bevers) en voor de (fiets)recreanten een aanwinst blijken te zijn.

oude maasje

Ecologische verbindingszone Oude Maasje

 

 


OVER WATER – 23: “HENK SAEIJS – STORMLOPER IN EEN DELTA” EN UITDIEPING VAN DE WEZER MONDING

 

| 01-01-2016 | 15:45 uur |


 

23 december tot 2 januari

De kerst/oud jaar-periode is een periode van lezen voor mij en van achterstanden inhalen. Ook van het lezen van artikelen die anderen mij toesturen of bij mij in de brievenbus gooien. Zo werd ik gewezen op een artikel in het Streekblad Zoetermeer dat gaat over een milieuvriendelijke aanpak van blauwalg in de Zoetermeerse Plas. Het betreft een systeem (van LG Sonic) dat met ultrasone geluidsgolven als het ware op maat de eventuele blauwalgen bestrijdt. Het is een project dat in de gaten gehouden moet worden om, bij bewezen succes, in de Nederlandse situatie verdere navolging te krijgen. 

Ik heb een boek met de titel: “Henk Saeijs” “Stormloper in een delta” opgetekend door Leo Santbergen gelezen. Het is het levensverhaal van Henk Saeijs die een indrukwekkende carrière maakte binnen Rijkswaterstaat. Een lezenswaardig boek. Henk Saeijs promoveerde op het proefschrift “Changing Estuaries”. Hij stelde in dat proefschrift onder andere dat ‘het onverstandig was geweest dat begeleiding van ecosysteemtransformaties geen onderdeel zijn geweest van het ontwerp van het Deltaplan. Ze werden beschouwd als neveneffecten’. Ik onderschrijf die bemerking van harte. De majeure ecosysteemtransformatie van zout naar zoet van zowel het Markiezaatsmeer als van het Volkerak/Zoommeer is niet tot onvoldoende begeleid, noch waren optredende gevolgen voorzien, noch is er adequaat op gereageerd. Zoals ieder proefschrift bevatte ook het van Henk Saeijs een aantal stellingen. Een stelling waarvan ik het belang onderschrijf was: “Als een noodzakelijke stap op weg naar een verantwoord bestuur en beheer van groot oppervlaktewateren dient er in deze gebieden een op functionele ecosystemengrenzen gebaseerde, bestuurlijke (her)indeling plaats te vinden”. Dat is iets wat ook nog steeds niet is gebeurd. Voor mij afschrikwekkende voorbeelden zijn onder andere het Markiezaatsmeer (2 provincies, 2 gemeenten) en de Molenplaat (2 provincies en drie gemeenten). Beide gebieden zijn onbewoond! Dit kan effectiever! 

Henk Saeijs heeft ernstige kritiek op het Nederlandse poldermodel. Terwijl de zeespiegel stijgt en de Nederlandse polders dalen. worden de dijken alsmaar hoger en breder met alsmaar grotere gevolgen bij een eventuele dijkdoorbraak. Het houdt in zijn denken een keer op. Het volgende citaat komt uit het boek van Henk Saeijs. Zij is mij uit het hart gegrepen.

“Terwijl het Deltaprogramma tot 2050 inzet op een optimalisatie van de huidige waterveiligheidsstrategie, kan worden nagedacht over het ingang zetten van een transitie naar een ruimtegebruik waarbij de mens, de ‘polderblindheid’ voorbij, weer de hogere, drogere delen opzoekt. Er zijn immers fysieke en financiële grenzen aan alsmaar hogere en bredere dijken langs steeds dieper wegzakkende ‘badkuippolders’. De dijken langs onze rivieren kunnen op langere termijn, in het bieden van veiligheid en om de kosten betaalbaar te houden, niet wedijveren met ruimte voor levende rivieren. Vragen ruimte voor de rivier maatregelen op korte termijn relatief hogere investeringskosten, de maatschappelijke baten zullen zich tot in lengte van jaren ‘uitbetalen’. Ik voorzie, al dan niet noodgedwongen door worst-case klimaatscenario’s, een migratiestroom van het westelijk gelegen sociaal-economisch hart naar de oostelijk en zuidelijk gelegen hogere gronden in Nederland en zijn buurlanden. Terpeneren (zoals in de Overdiepse Polder) en ruimte voor de rivier zullen doorbreken als de dominante combinatiestrategie.”

europees hofDe meest interessante ‘literatuur’ die ik deze weken gelezen heb was een Europees arrest van het Hof (Grote kamer) over de KRW en de uitdieping van de rivier(mond) van de Wezer tussen de open zee en Bremerhaven. Zowel in het licht van de KRW, een voor de waterschappen een majeure opgave, als voor de eeuwige discussie rond verdiepingen van de Westerschelde is dit arrest van grote waarde. 

H.F.M.W. van Rijswick schreef over dit arrest in een noot: “De uitkomst zal velen verrassen, verblijden of tot wanhoop drijven. Het arrest zal in ieder geval enorme consequenties dienen te hebben voor de praktijk van het Nederlandse en het Europese waterbeheer en de rechtspraak zal haar huidige lijn in de jurisprudentie op een aantal wezenlijke punten bij dienen te stellen. Zowel de huidige wetgeving als de in voorbereiding zijnde Omgevingswet zal aangepast dienen te worden aan de uitleg die het Hof geeft aan de KRW, tenzij de wetgever er voor zou kiezen te wachten tot er in een procedure een beroep op de KRW wordt gedaan. Daarmee wordt het probleem echter gelegd op het bordje van de bestuursorganen die de komende jaren besluiten en maatregelen moeten nemen op het terrein van het waterbeheer. Dat is niet erg chique.” De essentie  van de uitspraak is: “Lidstaten zijn verplicht om goedkeuring voor een project te weigeren indien het project kan leiden tot een achteruitgang van de toestand van een oppervlaktewaterlichaam.”

Onderstaand een aantal citaten uit het arrest en de noot van Van Rijswick (die voor mij de kern van het arrest en de komende discussies bevatten inzake de mogelijke impact van dit arrest op het beleid van waterbeherende instanties bevatten. Ze zijn slechts een greep uit vele!

Opmerkingen van partijen (onder andere):
“De verwijzende rechter stelt in essentie de vraag of de KRW als beginsel een verbod instelt op achteruitgang van de toestand van alle oppervlaktewaterlichamen, behoudens de uit de KRW voortvloeiende uitzonderingen.”

“De Nederlandse regering is daarnaast van mening dat het KRW een ‘programmatische’ aanpak voorschrijft, in die zin dat de lidstaten bij de uitvoering een grote bewegingsvrijheid hebben.”

“Het staat namelijk vast dat het uiteindelijke doel van de KRW is de vervulling van het criterium van een ‘goede toestand’ van alle oppervlaktewateren en grondwater van de Unie tot 2015.”

Conclusies: A-G N. Jääskinen (onder andere):
“Gezien het voorgaande moet worden vastgesteld dat de KRW weliswaar geen volledige harmonisatie bewerkstelligt, maar evenmin beperkt blijft tot een uitsluitend ‘programmatische benadering’, die aan de lidstaten een grote discretionaire bevoegdheid zou overlaten wat beleidskeuzes en beoogde of vast te stellen maatregelen betreft.” 

“Het verbod van achteruitgang vormt in feite zowel een verbod als een stimulerende norm, gericht op het bereiken van de in de KRW in haar geheel voorgeschreven resultaten. De lidstaten zijn zodoende niet slechts gehouden om iedere achteruitgang te verbieden, maar ook om dit verbod op doeltreffende wijze te handhaven. De doeltreffende tenuitvoerlegging van de doelstelling om alle achteruitgang te voorkomen, hetgeen de concrete vertaling vormt van de algemene beschermingsverplichting in artikel 1 KRW, is uitsluitend mogelijk door middel van concrete maatregelen die gericht zijn op het voorkomen van achteruitgang en van verstoringen die significante effecten kunnen hebben op de mogelijkheid de in de richtlijn vastgestelde doelstellingen te bereiken.”

Het kan haast niet anders of dit arrest zal forse gevolgen gaan krijgen op het beleid van waterbeheerders en mogelijk ook op (toekomstige) verdiepingen van de Westerschelde.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 22: PRIJSVRAAG “WATERSCHAPPEN IN HET JAAR VAN DE RUIMTE”

 

| 24-12-2015 | 12:00 uur |


 

16 december
In de ochtend twee boerenbedrijven bezocht in de Overdiepse Polder om te praten over de nog te regelen zaken, zodat ook voor hen het project goed en tot genoegen afgerond kan worden.

17 december
In de ochtend weer een gesprek met een boerengezin over hun punten die nog afgerond moeten worden. Stapje voor stapje worden de resterende zaken geregeld en komt het project tot een afronding. De laatste loodjes wegen altijd het zwaarst.
In de middag het regionaal ruimtelijk overleg Midden Brabant (Hart van Brabant) op de locatie Bosrijk/Efteling met gedeputeerde Erik van Merrienboer als voorzitter. Voor mij als vertegenwoordiger van een waterschap in dit gezelschap van wethouders, waren de agendapunten over de omgevingswet en de totstandkoming van gemeentelijke en provinciale omgevingsvisies van belang en de werkafspraken ‘kwaliteitsverbetering landschap Hart van Brabant’. Als waterschappen willen wij daar graag bij betrokken worden omdat we denken dat de inbreng van de waterschappen daar waardevol kan zijn en er door meer integraal te werken geld bespaard kan worden en kwaliteit worden toegevoegd.

22 december
Vandaag de laatste DB vergadering van het jaar met een forse agenda met onder andere een evaluatie van het afkoppelbeleid en een onderzoek op grond van artikel 109A van de Waterschapswet. Een belangrijk verbeterpunt is dat de normen/ beleidsregels inzake dit beleid transparanter samengevat dienen te worden. Nu is het voor bijvoorbeeld gemeenten niet altijd helder wat de normen zijn voor afkoppelen c.q. de eisen qua retentie bij nieuwe ontwikkelingen. Er zou, afgestemd met de gemeenten, een lange termijn visie integraal beleid stedelijk water moeten komen, waarbij, om meer kosteneffectief te worden, de maatwerkgedachte centraal zou moeten staan. Doelmatiger zou ook zijn als het waterschap bij nieuwe gemeentelijke bouwplannen eerder bij het planproces en de projectvoorbereiding wordt betrokken. Het handhavingsuitvoeringsprogramma 2016, alsmede het ontwerp projectplan ‘natte natuurparel Lage Vuchtpolder’ werden vastgesteld.

Besproken werd ook het juryrapport van de prijsvraag “waterschappen in het jaar van de ruimte”.  In Over Water 20 schreef ik al over de prijsvraag. Toen schreef ik: “De winnaar was het HoWaBo project van waterschap Aa en Maas. Een prachtig project naar mijn mening en die van de jury. Maar smaken verschillen. Op 13 november werden dezelfde ingediende projecten beoordeeld door een ‘publieksjury’ bestaande uit waterschapsbestuurders. De uitslag was geheel anders. De winnaar van toen, de waterberging Zundert, behoorde nu niet eens tot de genomineerden. Voor mij leidt dit tot de conclusie dat, als we werkelijk een ruimtelijke kwaliteitsslag willen maken, we de bestuurders op cursus moeten sturen, want die schijnen er dus niets van te snappen terwijl ze wel de beslissingen nemen. Of zijn de geleerde dames en heren van de jury op een eiland terecht gekomen en leven ze in een andere wereld? Zowel de winnaar van toen (mijn eigen waterschap) als de echte winnaar het HoWaBo project verdienen wat mij betreft de hoofdprijs.”

Uit het totale juryrapport bleek nu dat de winnaar in de ogen van de waterschapbestuurders onze waterberging Zundert niet eens bij de eerste juryselectie zat (10 projecten uit de 16 ingestuurde projecten). Het verschil tussen de beslissers over projecten (de bestuurders) en de ‘deskundige’ jury is wel heel groot. Wat veruit de NUMMER 1 was voor de bestuurders zat niet eens bij de eerste tien (van zestien) bij de jury. De jury, bestaande uit: Prof. Ir. Eric Luiten (Voorzitter en Rijksadviseur Landschap en Water), en Jannemarie de Jonge (geassocieerd lid van de Raad voor de Leefomgeving), en Hamit Karakus (oud wethouder van Rotterdam en nu algemeen directeur van Platform 31), en Paul van Eijk (lector duurzame watersystemen aan de Hogeschool VHL), kwam dus tot totaal andere conclusies dan de waterschapbestuurders!

grumpyMisschien ben ik een grumpy die slecht tegen zijn verlies kan, maar het is geen goede zaak dat tussen beslissers en ‘deskundigen’ zo’n groot verschil van mening is over wat ruimtelijke kwaliteit is. Wel kan ik constateren dat de ambtenaren van ons waterschap heel goed weten wat hun bestuurders willen en mooi vinden. Waterschapsprojecten moeten vooral functioneel zijn maar, als het kan, ook kwaliteit toevoegen aan de ruimte die in ons land zo schaars is.

Zelf heb ik het idee dat de juryleden wel heel ver afstaan van de kerntaken van een waterschap. Maar anderzijds kunnen waterschapsbestuurders en ambtenaren leren van wat anderen ruimtelijke kwaliteit vinden. 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 16

 

| 08-11-2015 | 10:00 uur |


 

2 november
In de middag een gesprek met Annet van Brughem en Judith van den Berg over de toekomst van de samenwerking vitaal leisure landschap in Hart van Brabant.

3 november
In de morgen heb ik aan een Colombiaanse delegatie een presentatie mogen geven over en een rondleiding verzorgd in de Overdiepse Polder.

4 november
In gesprek met Tamanna Wahdat een vierdejaars rechtenstudente aan de Juridische Hogeschool Avans-Fontys te Tilburg die, samen met een aantal studiegenoten, een bestuursrechtelijk onderzoek gaat doen naar de mogelijke aanpak van wateroverlast.

5 november
congresEen dagje deltacongres in de Brabant Hallen te Den Bosch. Een dag met veel gesprekken en een tweetal interessante lezingen en discussies. Het waterschap Brabantse Delta was goed vertegenwoordigd, ook door AB leden.

6 november
In de morgen een uitgebreid gesprek over de wijze van aanpak van de uitvoering van het in oktober door een unaniem AB vastgesteld Waterbeheerplan 2016-2021. Kernvraag was: hoe gaan we de prioriteiten stellen en hoe betrekken we het AB daarbij?

7/8 november
Voorbereiding DB en de unie commissie Waterkeringen. De laatste met een aantal agendapunten die de nodige discussies zullen opleveren zoals: windturbines op/nabij waterkeringen, de samenwerking bij de toetsing van primaire waterkeringen en de voortgang van de nieuwe normering waterkeringen.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 15

 

| 31-10-2015 | 09:50 uur |


 

20 oktober
Vroeg in de middag een gesprek met de projectleider van de Overdiepse Polder ter voorbereiding van de bewonersbijeenkomst op 21 oktober. Het project nadert de oplevering en nu is het zaak om de resterende (pijn) punten inzichtelijk te maken en zo snel mogelijk af te ronden of goede afspraken te maken over afronding in de nabije toekomst. De werkzaamheden verlopen nu, door het weer (veel regen) en de grondsoort (klei), moeizaam.
Later die middag een gesprek ter voorbereiding van een AB stuk over de beëindiging van de deelname van het waterschap aan de gemeenschappelijke regeling Regionaal Archief West Brabant, wat het slotstuk is van een bundeling van onze archief activiteiten op Bouvigne met een forse besparing als gevolg. 

21 oktober
Vandaag om 7.45 uur vertrokken naar de bestuurlijke ontwikkeldag van de provincie in Eindhoven. Het thema was de bereikbaarheid van zuid Nederland. Het ging onder andere over de mogelijke toekomstige ontwikkelingen rond de Brabant corridor, de A2 en de A67. Mijn interesse bij dit soort bijeenkomsten is gelegen in de vraag: wat kunnen dit soort ontwikkelingen betekenen voor het watersysteem en bestaande of toekomstige ecologische verbindingszones? Liggen hier kansen of bedreigingen?
Van 17.00 tot 19.00 uur woonde ik de bijeenkomst bij voor AB leden over de waterschapsfinanciën.
Om 20.00 uur begon de bewonersbijeenkomst in de Overdiepse Polder, waar vele vragen om een antwoord vroegen. Om 23.00 uur was ik weer thuis. Een lange, maar leerzame dag.

22 oktober
scharloo waspikIn de morgen het bestuurlijk overleg met Waalwijk. Altijd een prettige bijeenkomst, zelfs als het gaat over moeilijke onderwerpen. Daarbij helpt dat ik wethouder van Groos al vanaf mijn statenperiode ken. Wat moeilijker onderwerpen waren hun havenplannen of de schade aan de havendijk haven van Waspik. Andere onderwerpen waren: klimaatadaptatie, wateroverlast en naar aanleiding van een concrete calamiteit: hoe om te gaan met (verontreinigd) bluswater.
Eind van de middag was er een extra regionaal ruimtelijk overleg van Hart van Brabant, mede om de nieuwe gedeputeerde van Merrienboer bij te praten over de regionale plannen.

23 oktober
Ik ben naar de PAL lezing in Den Haag geweest. Sprekers waren Kees Linse (voorzitter van de commissie MER) en Egbert Dijk van de provincie Overijssel. Beiden spraken over de leefomgevingskwaliteit en wat de nieuwe omgevingswet betekent voor de MER praktijk. Voor veel zaken is straks geen MER advies meer vereist en kan men zaken intern regelen. Het inschakelen van de commissie is dan niet meer vereist! Gepleit werd door de deskundigen voor het handhaven van het twee-ogen-principe zodat bijvoorbeeld een gemeente, als bevoegd gezag, straks niet haar eigen plannen keurt en van milieu adviezen voorziet. Van MER naar OER (omgevingseffect rapportage). Wat de toekomst met de omgevingsvisies gaat brengen zal de tijd leren. Hopelijk zijn de gemeenten en de provincies zo wijs ook de waterschappen te betrekken bij hun visies. Ook als ze mogen verwachten dat de ideeën van de waterschappen de gemeenten niet altijd uitkomen.

26 oktober
Over de dag verspreid drie PHO’s over de projecten in Goirle, de werkzaamheden rond de N260 ten oosten van Gilze en een discussie over een mogelijke scopeverandering bij de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak.

27 oktober
DB vergadering met als onderwerpen onder andere de voorbereiding op de algemene beschouwingen, inbesteding SNB, uitvoeringskredieten voor de gemalen Emilia en Westland, het Regionaal Archief West-Brabant en projectplan Keenehaven 2  

Louis van der Kallen

 


OVER WATER 11

 

| 26-09-2015 | 16:15 uur |


 

14 september
In de middag een PHO (portefeuillehouderoverleg) ter voor bereiding van het bestuurlijk overleg met de gemeente Oosterhout.

15 september
noordschansDe morgen was geheel gevuld met de vergadering van het DB (dagelijks bestuur) waarin de voorbereiding van de diverse vergaderingen op Unie niveau een belangrijk onderdeel waren. Maar ook onderwerpen als: het projectplan Keenehaven 2 (een ecologische verbindingszone, EVZ), de legger oppervlaktewaterlichamen in de gemeente Halderberge, diverse uitvoeringskredieten en het projectplan zomerkade langs het Hollands Diep tussen Willemstad en Noordschans.
In de avond een vergadering met de werkgroep cultuur van het Algemeen Bestuur van het waterschap. Langzaam maar zeker ontwikkelen we voorstellen tot systeem/procedurewijzigingen voor het bestuur.

16 september
In de avond de vergadering van het AB (algemeen bestuur) met helaas geen onderwerpen uit mijn portefeuille op de agenda.

17 september
De hele middag Hart van Brabant overleg met onder andere het ROV (regionaal overleg Hart van Brabant Ruimtelijke ordening en Volkshuisvesting & Economische Zaken, Recreatie en Toerisme). Mijn inbreng in dit soort overleg is vooral de rol om water in de ruimtelijke ordening bij de aanwezige wethouders in beeld te brengen en te kijken hoe gemeentelijke taken te combineren zijn met die van het waterschap.

18 september
Weer eens naar Amersfoort naar de Commissie Waterkeringen van de Unie van Waterschappen met onderwerpen als o.a.: de toetsing primaire waterkeringen (dijken), het positionpaper MIRT (het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport), de nieuwe normeringen waterveiligheid en de prioriteringslijst  programma 2017-2022. Dat laatste is voor ieder waterschap belangrijk omdat iedereen zijn dijkverbeteringsprogramma voor de jaren tot 2050 zo hoog mogelijk op de lijst wil hebben. Des te eerder zijn er de centen voor dat programma en des te eerder is de veiligheid in hun werkgebied zo optimaal mogelijk. Voor ons waterschap gaat het om de dijkverbeteringsprojecten: Geertruidenberg/Amertak, de Noordschans en een damwand Buitenpand Wilhelminakanaal (nabij Oosterhout).

21 september
Twee PHO’s ter voorbereiding van de bestuurlijke overleggen met de gemeenten Loon op Zand en Geertruidenberg. Met op de agenda wat er op watergebied allemaal speelt bij deze gemeenten.

23 september
In de morgen ben ik naar de nationale groendag bijeenkomst geweest. Ik kan er lopend naar toe. Het was in de Maagd en Bergen op Zoom. Een interessante spreker: Shyam Khandekar, afkomstig uit India maar al 40 jaar werkend en wonend en Nederland. De architect Khandekar liet met tal van voorbeelden zien hoe stedenbouw op tal van plaatsen in de wereld vorm wordt gegeven met als belangrijke elementen de combinatie met groen, water en landschapsarchitectuur. Voor de gelegenheid was ik in het groen gegaan. Maar groen bleek zeker geen mode kleur! Wat mij opviel was de totale afwezigheid van waterschappers.  De voornaamste spreker noemde als voorbeelden, waar Nederland nog ambities lijkt te hebben als het gaat over kwaliteit, programma’s zoals Ruimte voor de Rivier (hij noemde de Overdiepse Polder en de ontwikkelingen in de rivier bij Nijmegen) en het nieuwe Hoogwater Beschermingsprogramma. Ook opvallend was dat op de uitgebreide lijst van sponsors de Unie van Waterschappen  ontbrak. Het was puur een gemeentelijk feestje, omlijst met vele ingenieurs/architectenbureaus en adviesorganisaties. Ik was duidelijk een vreemde eend in de bijt! Ik was toch blij er geweest te zijn. Zo leer je toch iedere dag weer.
In de middag de stuurgroep vergadering Overdiepse Polder. Bij afwezigheid van de gedeputeerde mocht ik de symbolische voorzittershamer hanteren. Het was leuk te zien dat in mijn afwezigheid er weinig veranderd was. De veelal afrondende besluiten werden in een goede sfeer afgehandeld. In de eerste helft van volgend jaar komen we in deze samenstelling nog éénmaal bij elkaar om het hele proces van dit prachtige project te evalueren en te kijken wat we bij de komende projecten anders en beter kunnen doen.  

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 10

 

| 17-09-2015 | 11:30 uur |


 

1 september

Het laatste portefeuillehouderoverleg over de oplevering op 9 september van de Overdiepse Polder en over de open dag op 12 september. De minister kan rekenen op een mooie ontvangst en de burgers kunnen op 12 september genieten van veel leuke en mooie activiteiten. 

2 september
Op de agenda voor de thema AB stond de kadernota 2016-2025. Er was een goede discussie en voor het eerst werden echte keuzen aan het AB voorgelegd. Het was vooral voor de nieuwe AB leden lastig om de merkwaardigheden van de kostentoedeling te begrijpen en wat dit voor beperkingen oplevert voor wie betaalt waarvoor en hoeveel? Welke categorie (ingezetenen, bedrijfgebouwd, ongebouwd, natuurterreinen) is de kostendrager van het systeembeheer (watergangen/dijken) of voor de waterkwaliteit (zuivering van afvalwater)?

Het viel mij op dat de zorgen over de schuldontwikkeling door vooral de grote investeringen in dijkverbeteringen door velen gedeeld werd. Er kwamen zelfs suggesties om na 2021, wanneer de tariefstijgingen af lijken te nemen, te kijken of de tariefstijgingen dan door kunnen gaan ten bate van de aflossing van schulden. Er was zeker een basis om eventuele meevallers niet te gebruiken voor tariefegalisatie, wat tot nu toe gebruikelijk is, maar te gebruiken voor het verminderen van de stijgende schulden.

4 september
snbDe jaarlijkse excursie van het AB. Dit keer werd de slibverbranding Moerdijk (SNB) bezocht. We kregen een uitvoerige presentatie over het bedrijf, waar het waterschap mede-eigenaar van is en een rondleiding door het bedrijf. Daarna werd in Drimmelen de lunch genoten en nader met elkaar kennisgemaakt. Na de terugreis naar Bouvigne hadden we een werkgroep cultuuroverleg. Dit keer met een vertegenwoordiging van het directieteam met als doel te komen tot voorstellen waardoor het AB meer betrokken wordt bij de beleidsvoorbereiding.

7 september
Een portefeuillehouderoverleg over de verbreding van de A58 en de mogelijke gevolgen voor het waterbeheer in ons werkgebied.
In de middag een brainstormsessie over vismigratie in het deltagebied, georganiseerd door de Adviesgroep Borm & Huijgens, met deelname van: Martin Kroes (vismigratiedeskundige), Sjoerd Beljaars (redacteur vistijdschrift Beet), Ger de Jonge (voorzitter algemene waterschapspartij), Cor Huijgens, Wil Borm en Clemens de Witte (alle drie van de adviesgroep) en Martin Boelaars. De discussie ging over de mogelijke alternatieven voor de vismigratie vanuit zee de rivieren op.

9 september
De formele oplevering van het Ruimte voor de Rivier project Overdiepse Polder. In de morgen door de minister met veel officiële vertegenwoordigers, in de middag feestelijke oplevering met vooral de bewoners en de werkers aan het project. Een aantal mensen kregen uit handen van Hein van Stokkom (de secretaris/directeur van het waterschap Brabantse Delta) twee boeken over de realisering van het project uitgereikt. Ook ik behoorde, als bestuurlijke portefeuillehouder van het project, tot de gelukkigen. Vanaf het begin van de realisatie was ik er bij betrokken en heb in de afgelopen vijf jaar vele bezoekers mogen rondleiden en menig presentatie voor tal van nationale en internationale groepen mogen geven. Ze kwamen werkelijk overal vandaan.
In de avond een vergadering met de werkgroep cultuur van het Algemeen Bestuur van het waterschap. Langzaam maar zeker ontwikkelen we voorstellen tot systeem/procedure wijzigingen voor het bestuur.

10 september
In de vroege ochtend een overleg met Rob Sjoukes over de (bestuurlijke) belemmeringen om te komen tot innovatie bij het waterschap.Daarna een bestuurlijk overleg met belanghebbende overheden, betrokken bij de dijkversterking Geertruidenberg en Amertak. In de avond een fractieoverleg van Ons Water/ West-Brabant Waterbreed.

11 september
Een aantal presentaties gevolgd in het waterschapshuis te Amersfoort over de afgelopen waterschapsverkiezingen. Leerzaam en met veel tips voor de volgende verkiezing in 2019, waaronder een presentatie door Aart Paardekooper van How About You. Zijn presentatie ging over de effectiviteit van het benaderen van doelgroepen. Kort en goed kwam zijn betoog er op neer: benader alleen de groepen die vermoedelijk gaan stemmen. Wijken met lage opkomstcijfers zou je dan moeten mijden en je energie moeten richten op die wijken met (relatief) hoge opkomstcijfers. Hij zal best gelijk hebben, maar ik vind toch dat het in een democratie ook moet gaan om het stimuleren van de opkomst en je dus wel ook energie moet stoppen in de wijken met lagere opkomst cijfers.   

12 september
De open dag in de Overdiepse Polder. Ik ben een uurtje geweest om toch vooral de medewerkers van ons waterschap te laten zien dat ik hun inzet waardeer. Er waren leuke/leerzame activiteiten georganiseerd waarbij ook de deelnemende bedrijven zich van hun beste en innoverende kant lieten zijn. Prachtig als overheden en burgers laten zien wat er met belastinggeld allemaal ten behoeve van de bescherming tegen overstromingen in ons land tot stand komt.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 9: HET GROENE HART

 

| 05-09-2015 | 10:30 uur |


 

De tweede helft van juli en een groot deel van augustus is bij het waterschap het zomerreces. Bestuurlijk is dat een rustige tijd. Buiten een enkele bijeenkomst over de Overdiepse Polder is er bestuurlijk dan weinig te doen. Voor mij de tijd om vooral met stukken lezen de achterstand in te halen. 

25 augustus
De eerste DB vergadering na het reces. Deze stond in het tekenen van de kadernota (de voorbereiding van de begroting voor 2016 en het vormgeven van de in het bestuursakkoord geformuleerde doelstellingen). Hierbij is het belangrijk de tariefstijgingen te beperken en tegelijkertijd te komen tot een meer duurzaam financiële toekomst (beperken schuldenlast). Door de grote noodzakelijke en wettelijke investeringen om zowel de KRW als de dijkverbeteringen te realiseren is de druk op de tarieven en de toename van de schulden een continue punt van zorg en aandacht. Na het DB, een overleg over de projecten in de gemeente Oosterhout en een overleg over de aanpak van de dijkverbeteringen en alternatieven rond Geertruidenberg en de Amertak.

27 augustus
De gehele dag een masterclass over de nieuwe normering van de waterveiligheid te Utrecht bijgewoond georganiseerd door de STOWA en Rijkswaterstaat. Met lezingen van: Matthijs Kok van het HKV Lijn in Water (advies/onderzoek bureau), Annemiek Roeling- Fauvel van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Leontien Barends van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard  en van Erik Kraaij van het hoogwaterbeschermingsprogramma. Na een lange dag van lezingen en discussies toog ik naar huis met een heus bewijs dat ik aan de masterclass had deelgenomen. Ondertekend door de directeur van de STOWA en door de directeur Veiligheid en watergebruik RWS-Water, Verkeer en Leefomgeving. Ik ben deze dag weer een stuk wijzer geworden als het gaat over de nieuwe veiligheidsnormen en als het gaat over de bescherming tegen hoog water. Ik kan de masterclass aan de collega’s zeker aanbevelen.

Wierickerschans-na-verbouwing

Wierickerschans

28 augustus
Het PAL symposium bijgewoond, georganiseerd door de Zuid-Hollandse Provinciale Adviescommissie voor de Leefomgevingskwaliteit. Dit keer stond het Groene Hart centraal. Het werd gehouden in het Fort Wierickerschans nabij Bodegraven. Het fort en de omgeving zijn al een bezoek waard. Er waren een viertal sprekers. Paul Langeweg (vereniging Deltametropool), Nico Pieterse (Planbureau voor de Leefomgeving), Chris Kalden (Stichting Groene Hart en Jan Zeeman van Zeeman textiel en Landal Greenparks Reeuwijkse Plassen.

Als waterschapsbestuurder en als gemeenteraadslid bezoek ik vaak dit soort symposia om te leren van de goede voorbeelden en denkwerelden van anderen. Ook van wat er gebeurt met en in het Groene Hart kan leerzaam zijn voor mijn functioneren als waterschapsbestuurder. Het meest leerzaam vond ik de lezing van Nico Pieterse, die inging op de bodemdaling in het Groene Hart, voor een belangrijk deel veroorzaakt door het waterbeheer (het eeuwenlang zorgen voor voldoende droge voeten). Pakweg de afgelopen duizend jaar is de bodem in delen van het Groene Hart met circa 5 meter gedaald. Voor de komende 35 jaar is de verwachting tot 90 centimeter (0,25 tot 3 centimeter per jaar). Dat leidde de afgelopen jaren tot stevige wateroverlast. Bijvoorbeeld in het dorp Kockengen waar de bodemdaling 3 á 4 centimeter per jaar is. Op termijn een haast onmogelijke opgave voor de waterschappen.

Zijn lezing was voornamelijk gebaseerd op het rapport “Het Groene Hart in Beeld” van het Planbureau voor de Leefomgeving waar Nico Pieterse een medeauteur van is. Wat op mij de meeste indruk maakte was de stijging van de kosten voor het beheer van het gebied veroorzaakt door de bodemdaling. De kosten voor: het verpompen, de stuwen, de nutsvoorzieningen, de keringen, de wegen, de huizen en rioleringen stijgen fors. Maar ook en vooral de kosten van de uitstoot van CO2, als deze in geld uitgedrukt zouden worden, zijn fors (tot € 28.000 per hectare tot het jaar 2100). Wat mij opviel in het debat over de toekomst van het gebied was dat niemand inging op de stijgende kosten. In mijn ogen maken die stijgende kosten het haast onmogelijk maken om als melkveebedrijf daar te blijven functioneren op een wijze die nu het landschap zo aantrekkelijk maakt. Kernopgave voor het gebied zal moeten worden het stoppen van de bodemdaling. Als dat niet gebeurt, is al het gepraat over de toekomst in termen van behoud van wat er is voor de (politieke) bühne. Dan zal blijken: na mij de zondvloed.

Soms is het ook lachen op z’n bijeenkomst. De ondernemer Jan Zeeman liet in een lezing, doorspekt met humor, zien wat zijn gedachten waren voor het gebied en het ondernemerschap in het algemeen. Als goede bijbelvaste protestant gaf hij het voorbeeld: Hij ‘kleedde de naakte, zij het tegen een kleine vergoeding’. Ook in het Groene Hart viel voor de ondernemer ook in de toekomst geld te verdienen! 

30 augustus
Vandaag naar de open dag geweest van het waterschap en naar de filmpremière van “Het water en de stad” een film van Marijke van der Putten. De film vertelde uitermate vriendelijk de geschiedenis van Breda en het water (de Mark). Het had van mij wel wat kritischer gemogen. De Heren van Breda en hun rechtsopvolgers, de vroede vaderen, waren tot voor kort niet zo betrokken bij de Mark en de kwaliteiten van haar wateren. Noch waren ze van het meebetalen aan het bevaarbaar houden van de Mark of het verdedigen tegen het water dat soms vanuit zee de stad bedreigde. Maar de film is zeker het bekijken waard.

Bij het verlaten van het terrein werd ik vriendelijk uitgezwaaid door een jongedame, met een glimlach van oor tot oor, die me vroeg of ik wel wist dat er nog een open dag aan zat te komen. Ik antwoordde dat ik als portefeuillehouder van de Overdiepse Polder zeker wist dat er op 12 september daar een open dag was. Ze kleurde een beetje rood en de man van de beveiliging moest er ook om lachen. Ingehuurd of niet ze zette zich met enthousiasme in voor haar taak. 

Louis van der Kallen