(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 24: WAT IS DE WAARHEID -4

 

| 28-03-2015 | 00:10 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 24

 

Wat is de waarheid? – 4

 

roode vaart 2De landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

In het kader van het schriftelijk overleg over de ontwerp-rijksstructuurvisie hebben de Tweede Kamer fracties van de VVD, de PvdA, de SP en het CDA schriftelijke vragen gesteld, die door de Minister van Infrastructuur en Milieu, Schultz van Haegen, zijn beantwoord.

Op pagina 6 van het antwoord gaat de minister in op het scenario “waarbij de quaggamossel zich permanent en in voldoende mate kan vestigen in het Volkerak-Zoommeer”. Zij erkent dan dat “de waterkwaliteit blijvend kan verbeteren.” Zij geeft daarbij aan dat bij een scenario waarbij de quaggamossel in aantal terugloopt de overlast aan blauwalgen kan toenemen. Dat is een open deur! Wat je in de visie van Ons Water moet doen is het de quaggamossel makkelijk maken zich te vestigen door bijvoorbeeld harde ondergronden toe te voegen aan zijn biotoop waarop hij zich graag hecht. 

Op pagina 6 merkt de VVD fractie op dat het scenario dat er niets zal gebeuren niet ondenkbaar is. “De financiering is immers nog niet rond.”

In het antwoord op pagina 7 stelt de minister dat “Als er geen financiering komt dan blijft de verwezenlijking van het ontwikkelperspectief (voorlopig) beperkt tot realisatie van de projecten Flakkeese spuisluis en Roode Vaart (1e fase) en uitvoering van de deltabeslissing Zoetwater.”

Verzilting is dus nog lang geen gelopen race! 

De VVD-fractie wilde op pagina 7 graag weten “op welke wijze de waterkwaliteit van het Volkerak-Zoommeer op peil blijft zolang het zoet is”. Het antwoord is deels verbijsterend en zeker openhartig: “Zolang het Volkerak-Zoommeer zoet is zal Rijkswaterstaat de afspraken nakomen die zijn opgenomen in het Waterakkoord Volkerak-Zoommeer (2001) over het chloridegehalte in het meer. Om dit te kunnen doen is groot onderhoud aan het zoet-zout scheidingssysteem in het Krammersluizencomplex nodig. Dit is enige jaren uitgesteld in afwachting van een besluit over een zoet of zout Volkerak-Zoommeer. Hierdoor is er sprake van een grotere lek van zout door deze sluizen.” Hier erkent de minister feitelijk dat Rijkswaterstaat zich de afgelopen jaren niet heeft gehouden aan het afgesloten Waterakkoord. Er is weliswaar getracht om de in de zomer oplopende chloridegehaltes te beteugelen met extra doorspoelen met zoet water uit het Hollands Diep maar dat was er niet altijd in voldoende mate en dan liepen de chloride gehaltes alsnog op.

Als bewijs hiervan een citaat uit Milieueffectrapport waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer (april 2012) pagina 87/88: “In het “droge” jaar 2003 werd door het stopzetten van de inlaat voor doorspoeling de norm voor het chloridegehalte bij de meetpunten Bathse Brug en mond van het spuikanaal herhaaldelijk overschreden.”. Dit laat ook zien wat de term “enige jaren uitgesteld” betekent in het antwoord van de minister. Minimaal 10 jaar!!

Positief in het antwoord is dat de minister toezegt te gaan onderzoeken of naast het herstel van het zoet-zoutscheidingssysteem “het mogelijk is via extra doorspoelen van het meer voorafgaande aan het groeiseizoen, het zoutgehalte in het Volkerak-Zoommeer omlaag te brengen”. 

Louis van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 23: GENERALITEITSLAND

 

| 21-03-2015 | 10:30 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 23

 

Generaliteitsland

generaliteitslandDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.

Veel van wat vandaag de dag gebeurt kent vaak oude parallellen. Mijn analyse over de plannen met het Volkerak- Zoommeer van de regering is dat Den Haag wel zijn oren laat hangen naar de Zeeuwse belangen maar dat de West-Brabantse belangen onderbelicht blijven omdat West-Brabant lang een Generaliteitsland was dat toen bestuurd werd vanuit Den Haag door de Generale Staten van de zeven provinciën. En nu gebeurt dit vaak door bestuurders afkomstig uit het dominante westen van ons land of door eigen bestuurders die de gedweeheid van hun voorgeslacht nog niet hebben afgeworpen. E. Härtel omschreef het in “Bergen op Zoom, proeve van een sociaal-geografische stadsanalyse” als volgt: “Het resultaat van de vorming van grotere politieke eenheden en het optreden van de scheuring in de Nederlanden, was er mede oorzaak van, dat Bergen op Zoom aan de periferie van het vrije noordelijke deel kwam te liggen en dat Bergen op Zoom als vestingstad belangrijk werd.  Bovendien was Bergen op Zoom en haar omgeving een deel geworden van het Generaliteitsland, het door de Republiek geëxploiteerde gebied, dat van veel rechten verstoken was en zware lasten moest dragen.”

Het gegeven Generaliteitsland te zijn speelde keer op keer op bij conflicten over rechten. Als voorbeeld de eeuwen durende discussies over de visrechten tussen Thoolse en Bergse vissers in het gebied van het verdronken land van Reymerswael. Een deel van de vissers die de overstromingen op Reymerswael overleefde, had zich in Tholen gevestigd en een ander deel in Bergen op Zoom. Wie had de visrechten geërfd Bergen op Zoom of Tholen was de vraag? Tholen beschikte als stemhebbende in de Staten van Zeeland, één der belangrijkste en rijkste gewesten in de Republiek, uiteindelijk over meer macht dan een stad in het Generaliteitsland. “Het resultaat was, dat Zeeland Bergen op Zoom, “van veele visserijen” beroofde, zoals het in 1778 heette.” aldus E. Härtel. 

Hoewel sinds ruim twee eeuwen Noord-Brabant formeel zich zelf mag besturen, heb ik vaak het gevoel dat onze belangen nog steeds ondergeschikt zijn aan die van de Randstad en soms ook Zeeland. Zeeland dreigt nu weer het beste weg te komen met een Rijksbesluit over de verzilting van het Volkerak-Zoommeer. Zij krijgen met de verzilting vooral de baten, zoals de uitbreiding van de schelpdierteelt en de toeristisch uitbreidingen in de vorm van jachthavens. West-Brabant betaalt wederom de hoofdprijs: dit gebied verdwijnt achter de sluizen, verliest veel zoetwaterinlaten, gaat verzilten en dient het water te bergen om de Randstad droog te houden. Voor mijn gevoel denken ze in Zeeland en de Randstad dat West-Brabant er alleen is om doorheen te rijden. De geest van de oude Staten Generaal ,die ons als Generaliteitsland bestuurde, waart nog steeds rond in de bestuurskamers van  Den Haag. Het wordt tijd dat er een ander Brabants geluid gaat klinken in de discussies met het Rijk en de Zeeuwen.  

Louis van der Kallen

 


VOORLOPIGE UITSLAG WATERSCHAPSVERKIEZING

 

| 19-03-2015 | 12:30 uur |


 

Voorlopige uitslag waterschapsverkiezing
(definitieve volgt 23 maart a.s.)

 

Wij zijnDANK trots op het behaalde resultaat en samen met onze collega’s West-Brabant Waterbreed vormen wij straks een ijzersterke fractie (7 zetels) in het bestuur van het waterschap Brabantse Delta 

Dit resultaat is natuurlijk alleen mogelijk geweest dankzij de steun van onze kiezers. Hartelijk dank hiervoor. 
Wij zullen er zijn voor burgers en bedrijven.

 

Voorlopige verkiezingsuitslag:

 

Partij

Stemmen

Aantal zetels

VVD

43.234

4

CDA

42.762

4

Ons Water

41.685

4

West-Brabant Waterbreed

30.285

3

Water Natuurlijk

26.570

3

PvdA

24.385

2

50Plus

20.947

2

Algemene Waterschapspartij

9.845

1

 

VOORLOPIGE UITSLAG GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

Kiesgerechtigden: 53.649; opkomstpercentage 38,21 %

Partij

Stemmen

 

VVD

3.279

 

CDA

2.079

 

Ons Water

7.557

 

West-Brabant Waterbreed

1.432

 

Water Natuurlijk

1.234

 

PvdA

1.628

 

50Plus

1.531

 

Algemene Waterschapspartij

1.284

 

In Bergen op Zoom dus ver uit de grootste partij! 

Bekijk hier de voorlopige uitslagen van alle gemeenten in het waterschapsgebied

Louis van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 22: VOEDSELSCHAARSTE OOSTERSCHELDE

 

| 13-03-2015 | 19:30 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 22

 

Voedselschaarste Oosterschelde

 


mosselsDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 
 

Het (basisvoedsel) de nutriëntengehalten zoals nitraten en fosfaten dalen al tientallen jaren in de Europese kustwateren en dus ook in de Oosterschelde. De hoofdoorzaak van die daling is dat vanaf de jaren zeventig de Europese landen op grote schaal rioolwaterzuiveringsinstallaties zijn gaan bouwen en er vrijwel geen ongezuiverde lozingen meer zijn op oppervlaktewateren. Toen was het hard nodig dat die rioolwaterzuiveringsinstallaties er kwamen want de vervuiling door riolen was ontzettend en een bedreiging voor al het leven in onze wateren en voor de volksgezondheid. Maar die ongezuiverde lozingen bevatten wel grote hoeveelheden nutriënten die het voedsel waren voor de onderkant van de voedselketen. Het lijkt er op dat het zuiveren is doorgeschoten en er feitelijk een tekort is ontstaan aan deze nutriënten. Tal van micro-organismen hebben te weinig te eten en als zij te weinig te eten hebben dan daalt de biomassa in de Oosterschelde en daarmee de beschikbaarheid van voedsel voor tal van vissoorten zoals wijting, dikkoppen en kabeljauw die weer tot voedsel dienen voor de bruinvissen en de zeehonden. Ook de omvangrijke schelpdierenteelt begraast de afgenomen biomassa aan micro-organismen. In de zomer van 2014 werden hierover vragen over gesteld in de staten van Zeeland.

Nu hoor je geluiden dat verzilting van het Volkerak-Zoommeer hier de oplossing voor is. Dat is slechts ten dele waar. Natuurlijk is het zo dat het water van het Volkerak-Zoommeer nu nog rijker is aan nutriënten dan het water van de Oosterschelde. Maar een getijdeslag op het Volkerak-Zoommeer van enkele decimeters zal niet tot een relevante toename leiden van de hoeveelheid nutriënten in de Oosterschelde. Terwijl al jaren ook de hoeveelheid nutriënten in het Volkerak-Zoommeer dalende is. Wat voor de Oosterschelde de oplossing kan zijn is het soepeler omgaan met de rigide wetgeving op rioollozingen. Beperkte lozingen van huishoudelijk rioolwater kan hier een oplossing zijn. Wetten en verordeningen verbieden dat echter. Ook de beheersing van de risico’s verbonden aan bijvoorbeeld de voedselveiligheid ten aanzien van commerciële visvangst en de mosselteelt spelen hiermee. Helder moet zijn dat aan alle maatregelen die we in het verleden hebben genomen, buiten voordelen, ook nadelen zitten. Dat betreft de afsluitingen van de zeegaten en de compartimentering, maar ook aan het zuiveren van al het rioolwater. Als straks alles voldoet aan de Kader Richtlijn Water dan zal blijken dat we het kind (rijke visgronden voor de kust en bloeiende mosselcultures) met het waswater hebben weggegooid en dat de rol van de Oosterschelde als kraamkamer vrijwel stil is gevallen. Het wordt tijd voor meer integraal denken in plaats van hapsnap oplossingen voor een deelbelang/deelprobleem. Het wordt misschien wel tijd voor wat ‘woeste gedachten’ zoals het bemesten van de Oosterschelde met bijvoorbeeld rioolslip uit een selecte groep van zuiveringsinstallaties (bijvoorbeeld waar we zeker van zijn dat er uitsluitend huishoudelijk afvalwater opgeloosd is). Hier is misschien wel geld te besparen in plaats van de uitgave van honderden miljoenen aan de verzilting van het Vokerak-Zoommeer.

Louis van der Kallen

 


RAP BATTLE AD VAN DER WEGEN / LOUIS VAN DER KALLEN

 


 

RAP BATTLE AD VAN DER WEGEN / LOUIS VAN DER KALLEN

 

 

BINNENSCHELDE(N)

 

A:
Ik ben Ad van der Wegen
De Partij van de Arbeid
Ik ben ’t helemaal zat
Met die blauwalgenstrijd
Al die ecologen
Met hun natuurlijk behoud
Hebben jammerlijk gefaald
Maak het Zoommeer weer zout! 

L:
Ik ben Louis van der Kallen
De partij is Ons Water
De natuur vraagt geduld
Dat evenwicht komt later.
Opnieuw investeren
Lijkt me helemaal niet goed
Hou je hand op de knip
En laat het dus zoet!

A:
O daar heb je ‘m weer
Hij vind echt alles te duur
Hij is niet van ’t zoet
Maar meer van het zuur.
De eeuwige criticaster
Zó recalcitrant
De mini-luis in de pels
Van Nederland waterland. 

L:
Ach de oud-wethouder
Wil ook in de krant
Maar wie is nou deskundig?
Wie heeft het verstand?
Ik heb die ervaring
In ’t dagelijks bestuur
Dus nu een beetje dimmen
Met dat forse postuur. 

A:
Lekker belangrijk hoor
Al die vergadertijd
Ik ben het wachten beu
Kom op met de geit
Veel teveel bestuurders
Hebben sprookjes verteld
Ik wil zo snel mogelijk weer
Lekker zwemmen in ’t Scheld 

L:
Wacht nou eens even
Met dat zoet of dat zout
Ik heb een idee
Waar ook jij wel van houdt
Geen gekissebis en
Beweeg je stijve kop
We gaan samen eerst graven
Slaan de hand aan de schop 

A:
Ja daar zouden we zeker
Mee kunnen beginnen
Zo’n zes meter diep
Binnenschelde ontginnen
Maar dat kost wel heel veel
Zo’n enorme hoop grond
Met wat huizen erop
Krijgen we ’t misschien rond 

L:
Uitdiepen die bak.
Ja, daar kunnen we elkaar vinden
We zijn niet voor niets
Sociaal-democratische vrinden
We sluiten de rijen
En staken de strijd
Op de Brabantse Wal
Verrijst een nieuwe tijd 

Samen:
We sluiten de rijen
En staken de strijd
Op de Brabantse Wal
Verrijst een nieuwe tijd

 


VERZILTING ANTWERPS KANAALPAND, KENMERK 0066

 


Bergen op Zoom, 10 maart 2015

 

Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen
 T.a.v Marc Van Peel
Havenhuis
Entrepotkaai 1
2000 Antwerpen (B) 

 

Betreft:          Verzilting Antwerps Kanaalpand, kenmerk 0066 

 

Geachte heer van Peel,

De Nederlandse regering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.

Voor het Gemeentelijk Havenbedrijf  Antwerpen kan het van belang zijn deze ontwikkelingen te volgen om dat de verzilting van het Volkerak-Zoommeer (de Rijn-Scheldeverbinding) gevolgen kan hebben voor het beheer van de haven van Antwerpen.  

Op pagina 134 van de Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie (oktober 2014) is te lezen: “Een zout Volkerak-Zoommeer leidt tot hogere zoutgehaltes in de havendokken van Antwerpen en het Antwerps Kanaalpand.” De verzilting van het Antwerps Kanaalpand kan gevolgen hebben voor de scheepvaart en de bescherming van schepen en installaties tegen corrosie. De Rijn-Scheldeverbinding is nu in principe een geheel zoetwatersysteem. Als dat gedeeltelijk zout wordt, vergt dat een andere benadering van de corrosieproblematiek voor bijvoorbeeld de schepen die afwisselend door zoet en zout water varen. Dit gaat fors meer geld aan onderhoud van de schepen vergen. Het overgrote deel van de vrachtschepen, die gebruik maken van het Volkerak-Zoommeer, zijn ontworpen en worden onderhouden voor zoet water.   

Als waterpartij die zich keert tegen de verzilting en de desastreuze gevolgen daarvan op de natuur en het economische verkeer tussen Nederland en België hebben wij de vrijheid genomen u op deze ontwikkeling te wijzen.  

hoogachtend,

Namens Ons Water

L.H. van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 21: TOEKOMSTIGE BEDREIGING

 

| 07-03-2015 | 09:45 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 21

 

Toekomstige bedreiging 


ouwerkerkse kreek bij 20De landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.
 

In droom of nachtmerrie 2 en droom of nachtmerrie 3 ben ik reeds ingegaan op de dreiging van mariene algensoorten zoals ze onder andere in de Oostzee voorkomen en ook in een verzilt Volkerak-Zommeer voor zouden kunnen gaan komen. Dat leidde tot een paar ver van ons bed reacties. Toch is het de afgelopen jaren ook in de regio herhaald voorgekomen dat een mariene algensoort Alexandrium Ostenfeldii in de Ouwerkerkse Kreek Oost tot bloei kwam.

In augustus 2012 werd zelfs groot alarm geslagen nadat duidelijk was geworden dat een hond was overleden. In de maag van het dier werden de algen aangetroffen. De hond had gezwommen in de Ouwerkerkse Kreek. Het zwemmen in de kreek werd verboden. Tegelijkertijd werd het opvissen van mosselen uit een deel van de Oosterschelde voor korte tijd stopgezet. Herhaald werd het water van de kreek behandeld met waterstofperoxide.

De betrokken algensoort Alexandrium Ostenfeldii komt veel voor in de noordelijke zoute en zilte wateren in Europa. Alexandrium Ostenfeldii kunnen giftige stoffen produceren (paralytische schelpdieren toxine PST). PST is een verzameling neurotoxines die werken door het blokkeren van zenuwen. Zij zijn gevaarlijk voor de mens en kunnen zelfs leiden tot ademstilstand en de dood. De 2012 uitbraak was zo ernstig dat de noodzaak ontstond tot een multidisciplinaire aanpak, daarom werd besloten op te schalen naar GRIP 3. Om lering te kunnen trekken uit deze casus is een evaluatierapport opgesteld. GRIP 3 werd afgekondigd omdat er veel partijen betrokken waren, er mogelijk een risico was voor de volksgezondheid en de waterkwaliteit in het geding was. Daarnaast speelde de mogelijke economische impact van het incident op de schelpdierensector mee.  

De Ouwerkerkse Kreken zijn zilt door zoute kwel en rijk aan nutriënten en organisch materiaal. Een verzilt Volkerak-Zoommeer gaat tal van plaatsen bevatten die ideaal zijn voor de Alexandrium Ostenfeldii. Duidelijk zal zijn dat een relatief kleine kreek met een beperkt watervolume nog te behandelen is met waterstofperoxide. Dat is echter voor een groot watervolume als het Volkerak-Zoommeer bijna een illusie en in ieder geval een kostbare aangelegenheid. 

Louis van der Kallen

 


ZOUTE LESSEN

 

| 04-03-2015 | 10:30 uur |


 

ZOUTE LESSEN

 

vrede van utrecht 02Verzilting is in grote delen van Nederland al eeuwen een probleem. In de moderne tijd, waarin we steeds meer kennis hebben van de problemen in de wereld, blijkt dat verzilting van kust- en woestijngebieden een mondiaal probleem is. Grote landbouwgebieden, die bevloeid werden, zijn zodanig verzilt dat ze onbruikbaar zijn geworden. 

 
In grote delen van Nederland is verzilting al heel lang een probleem. Een probleem waar voor wij eeuwen zoeken naar oplossingen en manieren om er mee om te gaan. Zo is er een ziltproefbedrijf op Texel waar onderzoek wordt gedaan naar zilte teelten. In december 2013 is Perry de Louw gepromoveerd op een proefschrift met als titel ‘Saline Seepage in deltaic areas‘, met als één van de belangrijkste conclusies dat ‘zoute wellen de belangrijkste verziltingsbron zijn in onze polders’. Deltares wijdde er ter gelegenheid van de promotie een symposium aan.
 
Is het allemaal nieuw? Zeker niet. Het verdrag van de Vrede van Utrecht (1713) bevatte al een artikel: de grens moest zodanig worden vastgelegd dat er bij dreigende vijandelijkheden zoet waterinundaties konden worden uitgevoerd in plaats van zoute om verzilting van rijke landbouwgronden te voorkomen. Dit werd vormgegeven in het Barrièretraktaat van 1715, waarin 22 polders werden toegevoegd aan Staats-Vlaanderen (nu ons Zeeuws-Vlaanderen). Verzilting door de inundaties met zout water was verwoestend gebleken voor de kwaliteit van de landbouwgronden en zelfs strijdende partijen begrepen dat, als ze welvaart en eten wilden, ze met het verzilten van goede landbouwgronden moesten stoppen en waren zelfs bereid (veroverde) polders daarvoor op te geven. 

Een ander voorbeeld van de strijd tegen verzilting is te vinden in een advies van de opzichter-generaal van ’s lands zeewercken’ uit 1777, toen op 6 januari 1777 de heren van de heerlijkheid Zaamslag het recht kregen om de schorren ten noorden van de Groote Huissenspolder te bedijken. In zijn rapport aan de Raad van State was de motivering: dat de achterliggende Groote Huissenspolder bevrijd zou worden van de  ‘quellinge’ van het zoute water.  

Het grote belang van het tegengaan van verzilting van West-Brabant is reeds eerder door de landsregering terzijde geschoven. Als voorbeeld: Toen Engelse troepen in de zomer van 1809 landden in Zeeland, viel Schouwen snel in hun handen. Het opperbevel was van mening dat de landerijen van West-Brabant geïnundeerd moesten worden. De toenmalige Heemraad Van der Pluym (tevens wethouder van Breda) van het Heemraadschap van de Mark en Dintel spoedde zich naar de Generale Staf met het verzoek aan de Koning niet de sluizen bij Dintelsas te openen vanwege de rampzalige gevolgen voor de sluis in aanbouw en de inundatie met verzilt water. De Koning luisterde. Maar vijf dagen later gaf de minister van oorlog alsnog het bevel de onvoltooide sluizen te openen met alle verwoestende gevolgen voor het bouwwerk van dien en de verzilting van de kostbare landerijen, terwijl de inundatie volgens de waterstaatsdeskundigen net zo goed via de Roode Vaart had plaats kunnen vinden. Sluismeester Jan van Haaften moest onder druk van overste Hennekin de sluizen openen, waarna de vloed “als een veelvraat zijn verloren domein hernam en de sluis in aanbouw grote schade opliep de oogst verloren ging en de bodem voor jaren verzilte”. (Bron: de geschiedenis van het Hoogheemraadschap van de Mark en de Dintel van de hand van G.W.G. van Bree).  

Vanaf 22 november 1819 werd er een plan van aanpak van wederdichting (herstel van de sluis) en een kanaalplan voor het Mark/Dintel systeem voor belangstellenden op het gemeentehuis van Oudenbosch gedurende dertig dagen ter visie gelegd. De reacties bleven niet uit. Eén van de vele die reageerden was de stad Breda met tal van suggesties en grieven. Breda was ongerust voor de lange droge zomers en het daardoor droogvallen van de rivier. “Men zal dan om de scheepvaart te gerieven de sluis te Dintelsas openen en zout water inzetten, onbruikbaar voor de behoeften van menschen en vee; verwoestend voor de weinige fabrijken en trafijken, die aan de stad van haren vorigen welvaart zijn overgebleven; en verderfelijk voor de gezondheid van allen.”

Toen leidde inspraak al tot rake opmerkingen over zout water en haar bedreigingen.   

Verzilting is altijd een aandachtspunt geweest voor waterschappen in hun zorg voor de kwaliteit en productiviteit van landbouwgronden. Als voorbeeld dat ik recent gelezen heb in “Van water tot land, Polders en waterschappen in midden Zeeuws-Vlaanderen 1600-1999” op pagina 135, handelend over de start in 1965 van het waterschap De verenigde Braakmanpolders:
“Aanvankelijk bleef de taak van het nieuwe waterschap beperkt tot de traditionele waterstaatstaken, te weten de wering van het buitenwater, het beheer van het binnenwater, het beheer van de polderwegen en waterlopen en het tegengaan van de verzilting.”
Ook de waterschappen van nu hebben wat Ons Water betreft nog steeds de taak verzilting tegen te gaan.
 
Louis van der Kallen

 


CORNÉ WELTEN

 


 

 CORNÉ WELTEN

 

Drie en een halve meter. Zo hoog komt bij mij het water in huis op het moment dat de dijken het begeven (https://www.overstroomik.nl)

De dijken, onze dijken, de dijken van het waterschap. Eén van de kerntaken van het waterschap Brabantse Delta. Maar ook het zuiveren van het rioolwater, de waterhoogten en de bescherming van de natuur. Zij doet dit niet alleen. In de voortdurende veranderende waterwereld is momenteel sprake van een intense samenwerking met waterschappen onderling en gemeenten. Ook de gemeente Drimmelen.  

In de gemeente Drimmelen ben ik werkzaam in het prachtige werkgebied van het water. Zeg maar gerust in de breedste zin van het woord. Hier kwam ik, jaren geleden voor het eerst in aanraking met het waterschap. De interesse was snel gewekt naar dit overheidsorgaan. Vandaar dat ik in 2005 mee heb gedaan met de waterschapsverkiezingen. Op eigen titel ben ik destijds gekozen in het algemeen bestuur. De vorige ronde heb ik door studie helaas over moeten slaan. De MBA is echter met goed gevolg afgerond en ik heb weer tijd en energie voor wat anders. Een rol in het bestuur van het waterschap past wederom perfect in het plaatje.

Stem daarom op 15 maart op ONS WATER.

 


MARC AUGUSTIJN


IMG_7118

MARC AUGUSTIJN: 48 jaar en fanatiek sportvisser.

 
De reden dat ik me beschikbaar heb gesteld is de geplande verzilting van het Volkerak – Zoommeer. Jarenlang heb ik de discussie hierover langs de zijlijn gevolgd. Steeds hopende dat men wel zou inzien dat dit plan onverantwoord is, ecologisch maar ook financieel.
 
Groot was dan ook mijn verbazing dat de regering toch besloten heeft om het Volkerak Zoommeer te verzilten.
Ondanks dat de overlast van blauwalgen geheel is verdwenen, blijft de politiek vasthouden aan achterhaalde plannen. Het dreigt een prestige project te worden dat kost wat kost door moet gaan.
 
Afgelopen jaar kwam ik in contact met Louis van der Kallen, die zich enorm inspant om dit plan als nog van tafel te krijgen. Ik vind het dan ook een eer om op de lijst te staan en wil me graag inzetten om dit prachtige natuurgebied te behouden.