| jaar 2 | nr. 020 | 28-02-2019 |
| DE BOOM |
(geluid aanzetten in video).
Over een levend stuk cultuurhistorie.
| jaar 2 | nr. 020 | 28-02-2019 |
| DE BOOM |
(geluid aanzetten in video).
Over een levend stuk cultuurhistorie.
| 01-09-2018 | 10.30 uur |
OVER WATER – 152: DE PRIJS VAN CO2 EN HET PAS PROJECT WESTELIJKE LANGSTRAAT
De prijs van CO2
De prijs van de CO2 heffing in het ETS-systeem was deze week veel in het nieuws. De afgelopen jaren ging de discussie over een te lage prijs, die niet effectief genoeg was om CO2 uitstoot te reduceren en daarom in het huidige regeerakkoord verhoogd wordt.
Na een stevige stijging in de afgelopen maand is de vraag wat de effecten van een hoge CO2-prijs zijn? Hierover werd de afgelopen week geschreven in zowel het FD als de NRC. De NRC kop was “uitstoten gaat nu echt geld kosten”. De stijging komt vooral omdat de Europese Commissie het mes gaat zetten in de ‘rechten’ die geveild mogen worden. In het regeerakkoord is een minimumprijs genoemd van € 18 per één ton CO2 uitstoot, het FD noemt een prijs van € 50 “excessief”. In de NRC wordt een noodzakelijke prijs van 40 dollar in 2020 genoemd om in de richting te komen van de 2 graden die afgesproken is in het klimaatakkoord van Parijs en 50 tot 100 dollar in 2050. De kosten van de uitstootrechten worden uiteindelijk doorberekend aan de consument, die hiervan de koopkrachteffecten zal gaan ondervinden. Het gaat iedereen veel geld kosten, tenzij de opbrengsten uit de verkoop van uitstootrechten als dividend uitgekeerd zouden worden aan de burgers of andere belastinginkomsten evenredig zouden dalen. De opbrengsten zouden ook één op één gebruikt kunnen worden om de investeringen aan de eigen woning te doen die noodzakelijk zijn om de uitstoot te beperken.
Er zijn ook andere manieren om het CO2 probleem aan te pakken. Ik schreef daar eerder in Over Water 149 over. Bijvoorbeeld het gebruik van het mineraal olivijn, een magnesium-ijzersilicaat. Olivijn reageert snel met het CO2 in de atmosfeer. De eindproducten van de reactie zijn, afhankelijk van de samenstelling van het olivijn, magnesiumcarbonaat, siliciumoxide (zand) en ijzeroxide. Door op grote schaal olivijn te vermalen en het maalsel uit te strooien, bijvoorbeeld op onze stranden, wordt CO2 uit de lucht gehaald. De opbrengst van de CO2 heffing zou gebruikt kunnen worden om effectief en op grote schaal CO2 uit de lucht te halen door olivijn te vermalen en uit te strooien. We kunnen er onze kustverdediging mee versterken of gronden ophogen en tegelijkertijd de CO2 reductie doelstellingen van Parijs halen. Er is wel een neveneffect. Onze stranden worden dan groen. Dat is even wennen maar we zijn wel toe aan een ‘vergroening’ van onze samenleving. Wilt u als burger al aan de slag met uw eigen CO2 reductie? Olivijn is in Nederland verkrijgbaar bij GreenSand.
Het PAS project Westelijke Langstraat e.o.
Afgelopen week bezocht een informatie bijeenkomst over het Natura 2000 en PAS project Westelijke Langstraat in de Bloemenboerderij “de Langendam” te Waspik.
De natuur in Brabant heeft te lijden onder een teveel aan stikstof. Dit wordt vooral veroorzaakt door de industrie, verkeer en door landbouwactiviteiten. Noord-Brabant wil graag mooie natuur en een sterke, zich zelf ontwikkelende economie. Meer economische ontwikkeling betekent echter ook meer stikstofuitstoot. Dit is niet goed voor de natuur. Natura 2000-gebieden, zoals de Westelijke Langstraat, hebben veel last van teveel stikstof. De provincie Noord-Brabant heeft daarom een PAS project voor Noord-Brabant gestart waar de Westelijke Langstraat een onderdeel van is.
De Westelijke Langstraat is een bijzonder en waardevol landschap tussen Waalwijk en Waspik met veel natuur en cultuurhistorie. Als gevolg van afgraven van het veen ontstond er een landschap met sloten en bewerkbare grond. Dit is het zogeheten ‘Slagenlandschap’ met lange smalle percelen omringd met elzenhagen. Een gebied waar het fijn wonen en werken is.
Verdroging en vervuiling door stikstof tasten de natuur in de Westelijke Langstraat aan. Daarom heeft de provincie Noord-Brabant het initiatief genomen om samen met Waterschap Brabantse Delta, Staatsbosbeheer en de gemeente Waalwijk de komende jaren nieuwe natuur te ontwikkelen en ervoor te zorgen dat de bestaande natuurwaarden behouden blijven. Hiervoor worden onder andere landbouwpercelen omgevormd naar natuur. Cultuurhistorie, recreatie en landbouw krijgen ook ruime aandacht binnen het project. Accenten in dit project zijn kranswierwateren en blauwgraslanden.
In mijn perioden als DB lid was ik portefeuillehouder voor het project Westelijke Langstraat. Ik was dan ook zeer benieuwd hoe het project, nu het steeds meer in de uitvoeringsfase komt, vorm wordt gegeven. De informatie bijeenkomst gehouden in het gebied en op een inspirerende locatie stelde mij niet teleur. De twee inloopbijeenkomsten werden goed bezocht en alle betrokken organisaties waren goed vertegenwoordigd. Het waterschap combineert het PAS project met het ook toekomstbestendig maken van de waterhuishouding door het aanpassen van de waterhuishouding in het omliggende gebied.
Natuurlijk keek ik vooral naar de vertegenwoordiging van het waterschap goed herkenbaar, inclusief roze stropdas, die correspondeerde met de roze pijlen op de projectkaart.
Louis van der Kallen
| 01-07-2017 | 23.00 uur |
OVER WATER – 98
26 juni
Vandaag de bestuurdersdag van de Unie van waterschappen in Veghel in het oude CHV gebouw aan de Noordkade. Het heeft wel iets om bijeen te komen in een industriële omgeving. Het parkeerterrein maakte al indruk met de oude meng/gietpotten in een rij.
Soms begint de verwondering al bij het binnen komen van de zaal. Op ieder stoeltje een flesje Spa. Voor een zichzelf als duurzaam presenterende organisatie, zoals de Unie, vind ik flessenwater al niks, maar dan ook nog uit het buitenland terwijl er niets mis is met water uit de Brabantse grond. Foei!. Maar de verwondering ging door. We werden per video welkom geheten door de dijkgraaf van het waterschap Aa en Maas, onze gastheer Lambert Verheijen. In het filmpje was een oever te zien met distels en berenklauw. Twee planten die we als waterschap toch zouden moeten verwijderen. Daarna waren er een tweetal interessante lezingen van Liesbeth de Theije over het programma ’transitie landbouw’. Zij deponeerde de stelling dat waterschappen zich naar de omgeving zouden moeten presenteren als kennispartner/kenniscentrum. Daar heb ik zelf wat twijfels bij. In tegenstelling tot wat waterschappen zelf beweren, zijn ze door hun risicomijdend gedrag niet echt vernieuwend. De andere spreker was rector magnificus Arthur Mol van de Wageningen Universiteit en Research over water en voedsel. Wat op mij indruk maakte waren zijn klimaatvoorspellingen ten aanzien van de neerslaghoeveelheden en hun invloed op de productie van voedsel. Met name in Spanje en Portugal in Europa en Turkije, Syrië en Irak in het Midden-Oosten zouden de komende eeuw wel eens te maken kunnen krijgen met dalingen van de neerslag met 40 tot 60 %. Wat dit gaat beteken voor de leefbaarheid en voedselproductie in die gebieden, waar ook de bevolkingstoename de afgelopen jaren hoog is geweest en de problemen voor de bevolking al immens zijn, laat zich raden.
Daarna heb ik een bezoek gebracht aan de ‘Verspillingsfabriek’, waar ik een lezing bijwoonde over hun inzet om verspilling van voedsel te voorkomen. Het motto van de spreker was: ‘van betekenis zijn’. Dat is zeker wat de Verspillingsfabriek en de initiatiefnemers proberen te zijn!
27 juni
DB met onder andere de agendapunten: reactie DB op de algemene beschouwingen bij de kadernota, prognose en realisatie projecten zuiveringsbeheer, begroting 2018 muskusrattenbestrijding, aanvullende toetsing regionale keringen 2017 en de aanpak 2e toetsing regionale keringen.
En PHO cultuurhistorie en PHO over de bestuursovereenkomst A27.
In de namiddag een overleg samen met onze dijkgraaf Huub Hieltjes met gedeputeerde Johan van den Hout en wethouder Kevin van Oort over de Slikpolder.
28 juni
PHO ter voorbereiding van het bestuurlijk overleg met de gemeente Waalwijk.
PHO ter voorbereiding van het bestuurlijk overleg met de gemeente Rucphen.
Oordeelsvormende bijeenkomst van het AB over waterkwaliteit. Daarna de voortzetting van het reguliere AB.
29 juni
Bestuurlijk overleg gemeente Rucphen over met name de verdeling van kosten bij een aantal werkzaamheden.
In de middag een gesprek met 9 kinderen van de Zonneberg school in Kruisland in het kader van hun Lego challenge welke in 2017/2018 over water zal gaan.
30 juni
Raadsexcursie van de gemeente Moerdijk over de centrumontwikkelingen inclusief de Roode Vaart waar ik een toelichting gaf over de inbreng en het belang van het waterschap bij dit project.
Louis van der Kallen
| 26-11-2016 | 00.05 uur |
OVER WATER – 67
Op de inspiratiedag innovatie van de Unie van vorige week kreeg ik het boekje “Waterinnovaties in Nederland” uitgereikt met tal van voorbeelden van vernieuwingen in het hoe om te gaan met water, ingedeeld in thema’s als: water en voedsel, waterveiligheid, water en energie, waterkwantiteit, de waterketen, waterkwaliteit, watergorvernance, ecologie, stedelijk water, water en ICT en maritiem. Het boekje is zeker het lezen waard en kan een inspiratiebron zijn bij het komen tot vernieuwingen in het werken met water. De voorbeelden zijn ook te vinden op www.waterwindow.nl
21 november
In mijn hoedanigheid als portefeuillehouder cultuurhistorie heb ik een bezoek gebracht aan de Keenesluis, waar Ineke Peters-van de Weijgaert door gedeputeerde Henri Swinkels de gouden duim kreeg uitgereikt voor haar inspanningen de Keenesluis in zijn glorie te herstellen. We werden in een keet in de achtertuin van Ineke vergast op Keenethee en Keenekoek, streekproducten om de aandacht te vestigen op het belang van de restauratie van de Keenesluis. Ineke hield een gloedvolle presentatie en leidde het gezelschap daarna naar de naast haar woning gelegen Keenesluis. Het waterschap Brabantse Delta is eigenaar van de Keenesluis en is bereid een basis restauratie uit te voeren. De Stichting Beleef de Keenesluis wil echter meer en daarvoor is veel geld nodig en is men op zoek naar middelen. Helder is dat de basis restauratie ter conservering van de Keenesluis voor het waterschap al een hele opgave is, die buiten de kerntaken van het waterschap valt. Voor het ‘meer’ wordt dan ook gekeken naar andere bronnen, zoals de gemeente (de Keenesluis is een gemeentelijk monument) en de provincie en anderen. Stichting Beleef de Keenesluis is dan ook op zoek naar sponsors en ondersteuners. Kijk eens op hun website en/of like hen op facebook. Tijdens het bezoek heb ik ook kennisgemaakt met Gerhard Mark van der Waal van de stichting Water Heritage, een stichting die zich sterk maakt voor historische waterobjecten, zoals de Keenesluis.
22 november
Een portefeuillehoudersoverleg over onder andere de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak ter voorbereiding van het bestuurlijk overleg met de wethouders van de betrokken gemeenten.
23 november
Overdag heb ik bijna 5 uur geluisterd naar het “wetgevingsoverleg water” van 14 november 2016 tussen leden van de 2e Kamer en de minister. Voor onze regio zijn vooral van belang wat gezegd is tussen de tijdspanne 3.18 uur en 3.43 uur. Ik beveel het regionale bestuurders van harte aan dit deel van het overleg te beluisteren. Kort en goed komt het er op neer dat er ten aanzien van het Volkerak-Zoommeer wel procesafspraken kunnen worden gemaakt, maar nog geen uitvoeringsplannen. Het verzilten van het Volkerak-Zoommeer valt bij de acties in het kader van de KRW, volgens de minister, uit de planning omdat de maatregel “niet kosteneffectief is”. Ook spelen mee de hoge kosten en het tekort aan (regionale) financiering. Realisatie voor 2027 wordt daarmee onwaarschijnlijk. Er werden over de Grevelingen, noch over het Volkerak-Zoommeer moties ingediend. De gereserveerde 30 miljoen blijven wel beschikbaar. De aanwezige 2e Kamerleden deelden de conclusie van de minister dat het financiële gat voor beide watersystemen te groot is om nu al tot de planvoorbereiding voor de realisering over te gaan.
In de avond een themabijeenkomst van het AB over klimaatadaptatie met onder andere een presentatie van de aanpak van de Dommel door een medewerker van de Dommel en een toelichting van een medewerkster van de gemeente Tilburg over klimaatadaptatie. Hoofdonderwerpen waren de samenwerking in de waterketen tussen gemeenten en het waterschap, de ruimtelijke adaptatie en de zoetwaterbeschikbaarheid.
24 november
Een portefeuillehoudersoverleg ter voorbereiding van het bestuurlijk overleg met de gemeente Drimmelen
In de middag een lezingenmiddag bezocht bij de TU Delft, faculteit Bouwkunde over “Integral and Adaptive Planning of Deltas.” Bij het betreden van het monumentale gebouw valt gelijk de
gastvrije uitstraling op. Het gehele gebouw is vrij toegankelijk. Ik was te vroeg en heb dan ook de gelegenheid te baat genomen het gebouw te verkennen en een college deels bij te wonen. Een verademing als je dit vergelijkt met de gebouwen waar de gemiddelde overheid in gehuisvest is. Soms lijkt het dan of Fort Knox betreed wordt en of je alle goud en overheidsgeheimen wilt stelen. De lezingen gingen niet over de Nederlandse delta, maar over delta’s in Vietnam, Indonesië en Bangladesh/India. Op mij maakte de lezing van Leon Hermans de meeste indruk, omdat deze liet zien dat een adaptieve aanpak vooral een ontwikkelingsaanpak zou moeten zijn. De aanpak van delta’s in West-Europa is vooral een conserverende, terwijl kenmerkend voor een delta juist de dynamiek is van zowel de natuur als de menselijke invloed daarop. Voor meer informatie over dit onderwerp verwees hij naar: https://strategic-delta-planning.unesco-ihe.org/
Louis van der Kallen
| 11-06-2016 | 03.33 uur |
OVER WATER – 44
VAN PLAAG TOT LEKKERNIJ!
Eerder schreef ik over de toename en graafoverlast van de oprukkende Amerikaanse rivierkreeft. Ik sloot toen af met: “Het wordt tijd dat deze beestjes op de menukaart komen van ons mensen en van liefhebbers van kreeftenvlees in de natuur.”
Het beestje verovert ons water en is een plaag geworden. Het vreet de sloten kaal, waardoor de traditionele flora en fauna verdwijnt. De kreeften veroorzaken schade aan de oevers van sloten en andere wateren en ondergraven ook waterkeringen. Het ministerie van Economische Zaken wil daarom de vissers in Nederland de mogelijkheid geven om grootschalig en gericht op de smakelijke rivierkreeft te vissen. Circa dertig jaar geleden kwam de Amerikaanse rivierkreeft niet voor in Nederland. Nu schatten kenners dat er vele honderdduizenden van deze kreeften in de Nederlandse wateren zitten. Ze zitten vooral in stil of langzaam stromend water zoals sloten en grachten. Vooral in het Groene Hart zijn er veel. Daar wordt per hectare oppervlaktewater tot 800 kilo rivierkreeft gevonden. Lees verder het item van de NOS met twee korte filmpjes en krijg trek in deze kwade rakkers.
3 juni
Vandaag de Unie Commissie Waterkeringen in een zaal in restaurant de Vier op de IJsselkade te Kampen. Een voor een waterschapsbestuurder prachtige locatie met een mooi zicht op de rivier. Agendapunten waren onder andere: een presentatie over de zorgplicht waterkeringen, het wettelijke beoordelingsinstrumentarium, het draaiboek 1e beoordelingen 2017-2022, de herijking subsidieregeling HWBP naar aanleiding van de nieuwe normen, het kennisplatvorm risicobenadering en de handreiking ‘omgaan met piping’.
In de middag een excursie naar het gebied ten zuiden van Kampen waar in het kader van Ruimte voor de Rivier een overlaat, de hoogwatergeul Reevediep, wordt gemaakt tussen de IJssel (ter hoogte van Wilsum op de oosteroever) en het Drontermeer (vlak ten noorden van de Reevedam). Hier wordt een oud plan uit de tijd van Koning Willem 1 alsnog gerealiseerd. Nu wel in het kader van een totaal plan voor de IJsseldelta.
7 juni
DB vergadering met als agendapunten onder andere: de omgevingswet, de Green Deal Fruitteelt en de portefeuilleverdeling (ik krijg er bij: de aankoop en verkoop van gronden die mijn projecten betreffen en ik word, buiten de vervanger van Jacques van de Aa, ook de vervanger van Theo Schots voor zover het zijn portefeuille zuivering betreft, verder is er aan mijn portefeuille niets veranderd). Na de DB vergadering hebben we een jaar na dato afscheid genomen van Jan Slenders als DB lid. In het verhaal van de Dijkgraaf was de kernvraag: kunnen we een geschiedenisleraar missen als DB lid? Gelukkig is Jan als AB lid gebleven. Daarna werd mijn bijdrage opgenomen voor een filmpje over de EVZ ‘Om Dongen’.
8 juni
In de avond de werkgroep bestuurlijke vernieuwing, onder andere over de BOB-systematiek, een start met de discussie over ‘sturen op hoofdlijnen en een gesprek met de dijkgraaf over haar rol als voorzitter bij de diverse BOB onderwerpen.
9 juni
Om 8.00 uur de eerste afspraak in het gemeentehuis van Waalwijk, de Stuurgroep Westelijke Langstraat met wethouder Keijzers-Verschelling en gedeputeerde van der Hout en de heer de Wit van Staatsbeheer over de gebiedsontwikkeling van het Natura 2000 gebied. Hier gaan we werken aan de verbetering van leefbaarheid, cultuurhistorie, recreatie en landbouwstructuur, maar vooral aan de te halen natuurdoelen zoals het verbeteren en versterken van de biodiversiteit. Dit middels o.a. het aankopen en omvormen van landbouwgronden tot ‘nieuwe natuur’. Voor het waterschap ligt hier de taak om in dit gebied tot een inrichting te komen die de verdroging tegengaat en de hoeveelheid stikstof in de natuur vermindert. Dit in het kader van PAS.
Daarna in Boxtel in het gebouw van waterschap de Dommel het 4 DB overleg over de wateronderlegger voor de Brabantse Omgevingsvisie. En een presentatie van Hans van der Vlist over het Advies Waterkwaliteit van de Advies Commissie Water, dat recent is uitgebracht aan de minister van I&M. De hoofdlijn van de presentatie was de verwachting van de heer van der Vlist dat op termijn ‘Europa’ Nederland in gebreke zal gaan stellen voor het niet (tijdig) gaan halen van de doelen van de KRW, hetgeen een schande zou zijn voor een land dat de ambitie heeft het toonaangevende waterland te zijn.
Tenslotte de ledenvergadering van de Noord-Brabantse Waterschapsbond waar ik het waterschap Brabantse Delta vertegenwoordigde. De financiële stukken over 2015 en de begroting voor 2017 werden vastgesteld.
10 juni
In de morgen de opnames voor een filmpje dat gemaakt wordt voor vertoning op de informatieavond over de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak.
Louis van der Kallen
| 14-11-2015 | 10:00 uur |
9 november
Aan het eind van de morgen bijpraten over alle lopende zaken in de gemeente Drimmelen.
Daarna doorgereden naar Den Bosch voor het bestuurlijk overleg over de verbreding van de A27. Ik was te vroeg en bij de wandeling in de buurt van het kantoor van Rijkswaterstaat (RWS) aan de Westwal kwam ik in het Oud-Bogardenstraatje in een blinde muur een prachtig reliëf tegen van het Nederlandse Rijkswapen. In de vergadering zelf deed ik een laatste poging om de aanwezigen duidelijk te maken dat, nu de weg aangepakt wordt, ook de brug bij Keizersveer aangepakt zou moeten worden. Deze brug met zijn bruggenhoofden is voor een snelle afwatering van de Bergse Maas bij hoogwater een sta in de weg. Met de huidige constructie zullen in de toekomst bovenstrooms dure dijkverzwaringen nodig zijn die met een aanpak van de brug dan grotendeels vermeden kunnen worden. Nu lijkt het dat RWS droog (wegen) en RWS nat (rivieren/dijken) niet echt kijken wat voor de BV Nederland op termijn de goedkoopste oplossing is. De eigen potjes zijn heilig. De pech was ook dat de brug bij Keizersveer, hoewel de oudste in het traject A27 Utrecht- Breda, in veruit de beste conditie is. Hoewel van voor de oorlog en verplaatst van Moerdijk naar zijn huidige plek kan hij, in tegenstelling tot de andere bruggen in dit traject, nog zeker tot 2053 zonder groot onderhoud mee. Ze wisten voor de oorlog nog hoe ze bruggen voor een eeuwigheid konden bouwen. Dat was in een tijd dat kwaliteit en duurzaamheid belangrijker waren dat een ‘paar’ dubbeltjes nu besparen.
10 november
In de morgen de tweewekelijkse DB vergadering met onder andere een discussie over de procedures bij de aanpak van blauwalgen. Ook al is het ondertussen echt herfst geworden Bouvigne is altijd een prachtige plek om te mogen werken. Het uitzicht van de werkkamer van de bestuursleden op het kasteeltje waar de DB vergaderingen zijn, is ook in de herfst prachtig.
In de middag een foto sessie in het gebied waar de dijkverzwaring Geertruidenberg/Amertak wordt voorbereid.
11 november
In de avond eerst coalitie overleg. De Kadernota 2016-2025 en de begroting stonden op de agenda van het Algemeen Bestuur (AB). Plooien tussen de coalitiepartijen worden dan in een beraad vooraf gladgestreken en uitgewisseld, zodat het DB niet voor verrassingen komt te staan.
Dan het AB. Voor mij was het belangrijkste punt niet de begroting of de kadernota, die voor het eerst in jaren met algemene stemmen werden aanvaard. Voor mij was het belangrijkste punt de beëindiging van de deelname aan de gemeenschappelijke regeling Regionaal Archief West-Brabant (RAWB). Toen ik begin 2009 aantrad als DB lid, met in de portefeuille onder andere archieven, waren de archieven van ons waterschap en haar rechtsvoorgangers over een aantal plaatsen in ons gebied en zelfs daarbuiten verspreid. Er was een achterstand van circa 10 jaar ten aanzien van een juiste archivering, was niet altijd de toegankelijkheid goed geregeld en was de opslag soms niet onder de omstandigheden die wet en regelgeving voorschrijven. Kortom we voldeden niet aan de archiefwet! Dat wenste ik aan te pakken en als het kon uiteindelijk tegen lagere jaarlijkse kosten. Door twee ambtenaressen werd het karwei opgepakt. De achterstand werd aangepakt. Bepaald werd wat we wel c.q. niet gingen bewaren. De wettelijke taak werd het uitgangspunt, aangevuld met wat qua erfgoed en cultuurhistorie voor de regio belangrijk was. Want de waterschapsgeschiedenis moest wel in beeld blijven. Bewaarcontracten werden doorgelicht en een eigen ruimte voor het archief werd ingericht conform de wettelijke vereisten. Geleidelijk werd de achterstand ingelopen en de archieven opgeschoond. Contracten werden beëindigd en de spullen werden naar Bouvigne gehaald. De gemeenschappelijke regeling RAWB te Oudenbosch was de laatste plek, buiten Bouvigne, waar in dit geval het archief van één van de rechtsvoorgangers (het voormalige waterschap Land van Nassau) was opgeslagen. Beëindigen van deelname aan die gemeenschappelijke regeling was onder normale omstandigheden een dure aangelegenheid. Toen het RAWB echter aankondigde een fusie aan te gaan met twee grote gemeentelijke archiefdiensten was er een natuurlijk moment om uit te treden. De scoop van het RAWB veranderde aanzienlijk naar een organisatie die minder passend was voor het waterschap.
De wijze waarop derden gebruik maken van de diensten van een archief is bij een waterschap wezenlijk anders en minder kostbaar dan bij een gemeente. Het afscheid werd financieel draaglijker. Per 1 juli 2016 is het dan zover dat niet alleen al onze archieven zich op één plek bevinden (op Bouvigne), maar dat ook het aantal benodigde ambtelijke en bestuurlijke uren benodigd voor de archieven fors is gedaald. We hebben de achterstanden ingelopen en voldoen aan alle vereisten van de archiefwet. De bewaarkosten zijn dan fors gedaald (zonder de RAWB met circa 1 miljoen euro over de periode 2013-2022). Met het afscheid van de RAWB besparen we nog eens circa 70.000 euro per jaar. Hier past een woord van dank naar de betrokken ambtenaren en naar Jan Slenders mijn partijlid die in de circa 15 maanden dat ik uit het DB was teruggetreden het bestuurlijke werk heeft voortgezet. Ik ben tevreden met het mooie resultaat.
12 november
Bestuurlijk overleg gehad met wethouder van der Put van de gemeente Goirle. Agendapunten waren onder andere: inhaalslag handhaving keur en de voortgang in de realisering van EVZ’s (Rillaersebaan en langs de Oude Leij) en de gemeentelijke inzet daarbij.
13 november
In de morgen de Unie commissie Waterkeringen te Amersfoort met als agendapunten onder andere de samenwerking bij de toetsing van primaire waterkeringen, de nieuwe normeringen waterveiligheid en windturbines op/nabij waterkeringen.
In de middag een unie bijeenkomst over ruimtelijke kwaliteit in relatie met de projecten van waterschappen. Onderdeel was een beoordeling van een zestiental projecten van waterschappen. Met enige trots kan ik vermelden dat een project van het waterschap Brabantse Delta, de waterberging Zundert, bij deze beoordeling door de collega waterschapsbestuurders als eerste eindigde. Een mooi compliment voor alle daarbij betrokkenen.
Louis van der Kallen
Bergen op Zoom, 3 januari 2008
Dagelijks Bestuur van het
Waterschap Brabantse Delta
per e-mail [email protected]
Geacht Bestuur,
Het culturele erfgoed langs het water biedt zich gaandeweg aan als een gemeenschappelijke drager voor plannen waarmee waterbeheer, recreatie, natuur en landbouw een forse impuls krijgen. Met als effect een toenemende kans op de realisatie van waterplannen. Ondergetekende zou graag zien dat het waterschap er nadrukkelijk voor zou kiezen in te spelen op de kansen die monumenten en andere cultuurhistorische elementen bieden. Dat zou een bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van de omgeving van de bewoners en bedrijven in ons werkgebied. De cultuurhistorische waarde van een locatie, gebied of streek kan dienen als inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen. Hierbij kan de hedendaagse visie op cultuurhistorie centraal staan: niet meer behoud door bescherming, maar behoud door ontwikkeling.
Ondergetekende pleit dan ook voor een inventarisatie van: archeologisch waardevolle ondergronden en historische landschappelijke elementen, als aanvulling op de reeds geschiede inventarisatie van de cultuurhistorische objecten. Die een prachtige start zijn voor verdere stappen naar beleidsvorming op dit gebied.
Een dergelijke inventarisatie acht ondergetekende nodig om goed zicht te krijgen op wat er aan archeologische waarden en historische landschappelijke elementen in het werkgebied van het waterschap Brabantse Delta aanwezig is. Daarbij zou ook een globale schets van de kansen voor (her)ontwikkeling meegenomen kunnen worden. Met een dergelijke inventarisatie kan voorkomen worden dat waardevolle archeologische waarden en historische landschapselementen verloren gaan en wordt behoud tot in lengte van jaren bevorderd.
Ondergetekende beseft dat behoud van archeologische waarden en historische landschappen alsmede het culturele erfgoed toe op heden niet vanzelfsprekend meegenomen wordt bij de taakuitoefening van het waterschap. Het verdrag van Malta heeft op dit punt aan aantal aandachtspunten toegevoegd waarmee het waterschap bij de uitoefening van haar taken, door wet en regelgeving gedwongen, rekening dient te houden. Laat ook op dit punt het waterschap haar verantwoordelijkheid in en aan de maatschappij ten volle op zich nemen.
Restauratie of (her)ontwikkeling van cultuurhistorisch waardevolle elementen en objecten aan of nabij het water, het zogeheten watererfgoed kan daarin een rol spelen. Ondergetekende pleit er voor om te komen tot de opstelling van een cultuurhistorisch beleid door het waterschap. De motivatie in deze is tweeledig:
1. het voldoen aan de nieuwste wettelijke eisen
2. het actief bijdragen aan het behouden van het watererfgoed.
Elementen van dat beleid dienen dan te zijn:
1. monumenten (historische bouwkunst),
2. elementen en structuren in het landschap van cultuurhistorische waarde en
3. archeologie
Cultuurhistorische aspecten krijgen, net als water, binnen de ruimtelijke ordening steeds meer gewicht. Provincies en gemeenten zijn bezig hier voor beleid te ontwikkelen. In actuele waterhuishoudingsplannen van provincies is cultuurhistorie dan ook als actueel thema opgenomen (zie bijvoorbeeld het nieuwe waterhuishoudingsplan van Gelderland). Het is de verwachting dat ook bij de komende vernieuwing van het waterhuishoudingsplan van Noord Brabant dat het geval zal zijn. Het gevolg voor het waterschap zal zijn dat het steeds vaker om een degelijke onderbouwing van plannen op het vlak van cultuurhistorie gevraagd zal worden.
Nu op elk overheidsniveau regels zijn of worden opgesteld en beleid is of wordt ontwikkeld om ons cultuurhistorisch erfgoed te beschermen, is het voor de uitvoering en financiering van toekomstige waterschapsplannen raadzaam om met die regelgeving en beleidsvorming rekening te gaan houden. In de eerste plaats omdat de wet dit in toenemende mate vereist. Maar ook en vooral om, waar mogelijk, andere overheden als ‘partners’te kunnen betrekken bij het behouden of (her)ontwikkelen van het watererfgoed en de financiering van waterschapsplannen.
Ondergetekende heeft het gevoelen dat tot op heden binnen de organisatie en het bestuur onvoldoende wordt beseft dat, sinds de Nederlandse uitwerking van het verdrag van Malta o.a. middels de vaststelling van de Wet op de archeologische monumentenzorg, niet alleen werking heeft op archeologische monumenten boven water, maar ook van kracht is voor archeologische monumenten onder water!
Uw reacties tegemoet ziende,
met vriendelijke groet,
Louis van der Kallen