(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 24: WAT IS DE WAARHEID -4

 

| 28-03-2015 | 00:10 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 24

 

Wat is de waarheid? – 4

 

roode vaart 2De landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

In het kader van het schriftelijk overleg over de ontwerp-rijksstructuurvisie hebben de Tweede Kamer fracties van de VVD, de PvdA, de SP en het CDA schriftelijke vragen gesteld, die door de Minister van Infrastructuur en Milieu, Schultz van Haegen, zijn beantwoord.

Op pagina 6 van het antwoord gaat de minister in op het scenario “waarbij de quaggamossel zich permanent en in voldoende mate kan vestigen in het Volkerak-Zoommeer”. Zij erkent dan dat “de waterkwaliteit blijvend kan verbeteren.” Zij geeft daarbij aan dat bij een scenario waarbij de quaggamossel in aantal terugloopt de overlast aan blauwalgen kan toenemen. Dat is een open deur! Wat je in de visie van Ons Water moet doen is het de quaggamossel makkelijk maken zich te vestigen door bijvoorbeeld harde ondergronden toe te voegen aan zijn biotoop waarop hij zich graag hecht. 

Op pagina 6 merkt de VVD fractie op dat het scenario dat er niets zal gebeuren niet ondenkbaar is. “De financiering is immers nog niet rond.”

In het antwoord op pagina 7 stelt de minister dat “Als er geen financiering komt dan blijft de verwezenlijking van het ontwikkelperspectief (voorlopig) beperkt tot realisatie van de projecten Flakkeese spuisluis en Roode Vaart (1e fase) en uitvoering van de deltabeslissing Zoetwater.”

Verzilting is dus nog lang geen gelopen race! 

De VVD-fractie wilde op pagina 7 graag weten “op welke wijze de waterkwaliteit van het Volkerak-Zoommeer op peil blijft zolang het zoet is”. Het antwoord is deels verbijsterend en zeker openhartig: “Zolang het Volkerak-Zoommeer zoet is zal Rijkswaterstaat de afspraken nakomen die zijn opgenomen in het Waterakkoord Volkerak-Zoommeer (2001) over het chloridegehalte in het meer. Om dit te kunnen doen is groot onderhoud aan het zoet-zout scheidingssysteem in het Krammersluizencomplex nodig. Dit is enige jaren uitgesteld in afwachting van een besluit over een zoet of zout Volkerak-Zoommeer. Hierdoor is er sprake van een grotere lek van zout door deze sluizen.” Hier erkent de minister feitelijk dat Rijkswaterstaat zich de afgelopen jaren niet heeft gehouden aan het afgesloten Waterakkoord. Er is weliswaar getracht om de in de zomer oplopende chloridegehaltes te beteugelen met extra doorspoelen met zoet water uit het Hollands Diep maar dat was er niet altijd in voldoende mate en dan liepen de chloride gehaltes alsnog op.

Als bewijs hiervan een citaat uit Milieueffectrapport waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer (april 2012) pagina 87/88: “In het “droge” jaar 2003 werd door het stopzetten van de inlaat voor doorspoeling de norm voor het chloridegehalte bij de meetpunten Bathse Brug en mond van het spuikanaal herhaaldelijk overschreden.”. Dit laat ook zien wat de term “enige jaren uitgesteld” betekent in het antwoord van de minister. Minimaal 10 jaar!!

Positief in het antwoord is dat de minister toezegt te gaan onderzoeken of naast het herstel van het zoet-zoutscheidingssysteem “het mogelijk is via extra doorspoelen van het meer voorafgaande aan het groeiseizoen, het zoutgehalte in het Volkerak-Zoommeer omlaag te brengen”. 

Louis van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 20: WAT IS DE WAARHEID?

 

| 28-02-2015 | 11:00 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 20

Wat is de waarheid? 

 

oestersDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

In het kader van het schriftelijk overleg over de ontwerp-rijksstructuurvisie hebben de Tweede Kamer fracties van de VVD, de PvdA, de SP en het CDA schriftelijke vragen gesteld, die door de Minister van Infrastructuur en Milieu, Schultz van Haegen, zijn beantwoord.

In de komende afleveringen van (natte/zoute) droom of nachtmerrie zal ik de inhoud van die antwoorden nader beschouwen.  

Op pagina 2 van het antwoord is gesteld: “De uitgevoerde analyses in het kader van de MKBA leiden wel tot de conclusie dat er substantiële mosselbaten zijn omdat het terugbrengen van getij op de Grevelingen en zout en getij op het Volkerak-Zoommeer kweekcondities voor schelpdieren (met name mosselen en oesters) creëert, die vergelijkbaar zijn met die van vóór de Deltawerken.” De vraag is of dit waar kan zijn? Voor de Deltawerken was het zoutgehalte  van de Oosterschelde, de Krammer, het Vokerak en wat nu het Zoommeer is, aanzienlijk lager. Ook was het water voedselrijker omdat zoet voedselrijk Rijn en Maas water deze wateren bereikte en voor een zoet/zout overgangsmilieu zorgde. Het komt mij voor dat hier de wens de vader van de gedachte is.  

Op pagina 4 van het antwoord is gesteld: “De zoetwatermaatregelen maken onderdeel uit van het pakket maatregelen behorend bij Deltabeslissing Zoetwater. Deze maatregelen zijn geprogrammeerd en geagendeerd in het kader van het Deltafonds. Daarbij is alleen sprake van een financiële bijdrage van regionale overheden en dus niet van een separate bijdrage van ondernemers.” Dit is een deels misleidend antwoord. Als regionale overheden een bijdrage leveren, zal die zich altijd vertalen naar hogere belastingen. Soms is dat zelfs één op één het geval. Bijvoorbeeld hoe een eventuele bijdrage door het waterschap vertaald zou worden in de tarieven. Als het waterschap in het kader van de zoetwatervoorziening voor de landbouw geld investeert, zal dat rechtstreeks en volledig doorwerken in de tarieven (hectareheffing) voor de landbouwers. Dus ook al betaalt het waterschap, uiteindelijk betalen dan de landbouwondernemers dit voor de volle 100 % terug. Dus dat ondernemers geen ‘separate’ bijdrage leveren is op papier juist, maar in harde euro’s op termijn feitelijk een onwaarheid.  

Op pagina 5 van het antwoord is gesteld: “De waterkwaliteit in de Grevelingen verbetert autonoom niet. Voor het Volkerak-Zoommeer is er de afgelopen jaren wel sprake van een lichte verbetering van de waterkwaliteit. Dat komt door de dalende nutriëntenbelasting (fosfaat en stikstof) vanuit de omringende wateren en gebieden. Deze daling is het gevolg van de uitvoering van de Nitraatrichtlijn en de emissiewetgeving die onder de Kaderrichtlijn Water valt. De prognose is echter dat de gehaltes aan nutriënten in het Volkerak-Zoommeer in ieder geval tot 2021 te hoog blijven om te voldoen aan de eisen die de Kaderrichtlijn Water aan stilstaande zoete meren stelt.” Het antwoord klopt, maar toch is enige relativering op zijn plaats. Impliciet erkent het antwoord dat de gehaltes aan nutriënten vermoedelijk blijven dalen. Bij de waterkwaliteit is echter geen sprake van “een lichte verbetering van de waterkwaliteit” maar van een forse! (zie natte 15). Het is juist dat de kans groot is dat tot 2021 de KRW eisen niet gehaald zullen worden. Maar dat is voor misschien wel 90 % van de KRW wateren in Nederland het geval. Die gaan we dan toch niet allemaal verzilten?? 

Louis van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 18: STEEDS MEER NATUURORGANISATIES GAAN OOK VOOR ZOET!

 

| 15-02-2015 | 11:30 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 18

 

Steeds meer natuurorganisaties gaan ook voor zoet!

 

gele lisDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.  

Nu meer zienswijzen inzake de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” bekend worden, blijken steeds meer natuurorganisaties ook voor behoud van de huidige zoete situatie te zijn. Voorbeelden zijn de Stichting Sirene, Natuur en Landschap Goeree Overflakkee (NLGO) en Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland (NVSD) 

De hoofdconclusies in de zienswijze van Stichting Sirene zijn:

1. Het is geen goed besluit. De voordelen wegen niet op tegen de nadelen
2. Het besluit is onzorgvuldig voorbereid
3. Het besluit is niet uitvoerbaar.
Sirene concludeert dat dit besluit voor de natuur meer nadelen heeft dan voordelen en (deels los daarvan) in de juridische zin niet uitvoerbaar is.

Uit de gecombineerde zienswijze van Natuur en Landschap Goeree Overflakkee (NLGO) en Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland (NVSD) zijn de navolgende citaten afkomstig: “We zijn tot de conclusie gekomen dat de RGV eerder een politiek spoor dan een ecologisch spoor beloopt, terwijl het uitgangspunt toch was het verbeteren van zowel de ecologische kwaliteit als de waterkwaliteit van beide gebieden. Dat eerste blijkt niet te gebeuren en het tweede is in ieder geval in het KVZM geen verbetering maar een systeemverandering met alle risico’s van dien. Daarbij is nauwelijks ruimte geboden aan de veranderde inzichten door de ontwikkelingen in de laatste 5 jaren. De ecologische onderbouwing van de MER en natuur effecten studie (NES) zijn naar onze mening onvoldoende en gezien de huidige snelle veranderingen in het KVZM ook sterk gedateerd. Het sterk verminderen van soorten waarvan internationaal waardevolle aantallen in het KVZM voorkomen wordt naar onze mening weggemoffeld en weggeschreven. Wij betreuren de lichtvaardige onderbouwing en gebrekkige inhoud van de MER en de NES. Dit doet geen recht aan de huidige ecologische waarden in beide systemen.”

“Zoet Volkerak-Krammer-Zoommeer behouden, om huidige positieve ontwikkelingen kans te geven.” 

Waren 10 jaar geleden de natuurorganisaties nog eensgezind voor verzilting van het Volkerak-Zoommeer, onder hen zijn er nu steeds meer die vinden dat je niet om de enorme verbetering van de waterkwaliteit heen kunt. Ook zij zijn gaan inzien dat het belangrijk is de huidige zoete natuurwaarden te behouden en een verdere verbetering van de waarden af te wachten en een kans te geven.   

Louis van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 17: HET STOPT NOOIT

 

| 08-02-2015 | 11:30 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 17

 

Het stopt nooit

 

werediDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

In artikel 6 in deze reeks omschreef ik reeds de honger naar zoet water en de gevolgen van het Rotterdamse beleid rond de Nieuwe Waterweg vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw. Ik eindigde dat artikel met een verzuchting: “Het wordt tijd dat de landelijke politiek zijn werk gaat doen en doorkrijgt dat vanaf eind jaren vijftig van de vorige eeuw de rest van Nederland gebruikt wordt als zoetwaterleverancier voor de eeuwig hongerige Nieuwe Waterweg. Rotterdam moet ophouden de problemen die haar havenactiviteiten veroorzaken af te wentelen op de rest van Nederland.” 

Deze week werd duidelijk dat Rotterdam gewoon doorgaat met anderen op te zadelen met de gevolgen van haar beleid. Het Havenbedrijf Rotterdam wil de Nieuwe Waterweg wederom verdiepen om de scheepvaart een betere toegang te geven tot het Botlekgebied. Uit een voorbereidende rapportage van november jl. blijkt dat dieper water leidt tot meer instroom vanaf de Noordzee, waardoor de instroom van zout water richting Rotterdam toeneemt en de zoutindringing en de bodemerosie versterkt. Dit zal op termijn weer leiden tot een grotere zoet water vraag vanuit de regio Rotterdam, omdat weer meer inlaatpunten van zoet water voor drinkwater en de landbouw daar zullen verzilten. Het wordt dan zeer de vraag of er voor ons gebied net als in het verleden steeds minder zoet water beschikbaar zal zijn.

Op 4 februari gaf de heer P. Hordijk (provincie Zuid-Holland) in het stadhuis van Bergen op Zoom een presentatie over de plannen met het Volkerak-Zoommeer. Nu kijk ik altijd kritisch naar de betogen van mensen die op de loonlijst staan van de provincie Zuid-Holland en daarmee, voor mij, primair verbonden zijn met de belangen van Rotterdam. Dus ook naar de inhoud of het gebrek daaraan van een presentatie over de voor West-Brabant belangrijke veranderingen aan de waterkwaliteiten van het Volkerak-Zoommeer.

De heer Hordijk stelde dat de waterkwaliteit van het Volkerak-Zoommeer niet geworden was wat men er in 1987 van verwachtte. Wat mij dan altijd opvalt is dat na z’n constatering men niet uitlegt wat de oorzaken daarvan zijn. In artikel 7 in deze reeks heb ik al een tipje van de sluier opgelicht. De hoofdoorzaak is het steeds oplopende gebrek aan zoet water om het Volkerak-Zoommeer door te spoelen en op die wijze de verzilting en de ontwikkeling van blauwalgen tegen te gaan. Dat gebrek aan zoet water kent maar één oorzaak en die is begonnen met de aanleg van de Nieuwe Waterweg en het keer op keer verdiepen daarvan en de aanleg van meer havens langs die Nieuwe Waterweg en het daardoor steeds toenemende (zoute) vloedvolume. Als dit proces niet stopt zal er straks vaker, zelfs voor de inlaat via de Roode Vaart, geen zoet water zijn voor onze landbouw en industrie.

Het wordt tijd dat de oude strijdkreet van de Hertog van Brabant “Were Di” over het Hollands Diep zal klinken. En wij onze kaarten gaan aanpassen en het Hollands Diep veranderen in Brabants Water! Het lijkt nooit op te houden. De heren van Holland blijven proberen zich Brabants bezit toe te eigenen.

Was het eind van de 15e eeuw de graaf van Nassau die de gorzen ten noorden van Gastel en ten westen van Zevenbergen opeisten (hetgeen bestreden werd door de heer van Bergen op Zoom), nu zijn het de havenbaronnen van Rotterdam die ons van het kostbare zoete water willen beroven. Moge de geest van Hertog Jan weer over ons komen. Nu is het niet meer aan de Grote Raad van Mechelen om recht te spreken maar aan het parlement om recht te doen. Helaas is dat voornamelijk een Randstad bedoening. Were Di!

Louis van der Kallen 

 


ONNATUURLIJKE MAXIMALE VERZILTING ZEELAND DREIGT!

 

| 03-02-2015 | 15:00 uur |


 

ONNATUURLIJKE MAXIMALE VERZILTING ZEELAND DREIGT!

 

Deltabeszeeuws wapenlissing legt Zeeland buitensporig in de pekel en verlegt zoutindringing  onnodig landinwaarts naar de West-Brabantse rivieren met effecten voor het grondwater. De Deltabeslissing lost twee oude wensen van biologen in: beperkt getij op het Grevelingen en een zout Volkerak-Zoommeer (VZM). Daarnaast zijn er lobby’s met een heel beperkt belang in vergelijking tot deze rigoureuze en uiterst kostbare ingreep. Hoe verhoudt zich dit tot het algemeen belang en wat is dat algemeen belang? Welke argumenten hebben de beleidsmakers om daar geen rekening mee te houden?

Biologen zeggen getij en zout horen bij Zeeland, maar vergeten dat bij Zeeland ook een belangrijk deel van de afvoer van de grote rivieren hoort en dat er zeer grote verschillen in zout water zijn.

Zout water
In Nederland varieert het zoutgehalte van water van bijna 0 tot 19 gr Cl’/l (Noordzee). Zoet water voor de landbouw heeft een zoutgehalte van 0 tot 0,3 gr Cl’/l. Het maakt slechts 1,5% uit van het gehele interval aan zoutgehaltes. Zoet water is dus uiterst gevoelig en een kostbaar goed. Het zo goed en zo lang mogelijk zoet houden van oppervlakte- en bodemwater is het algemene belang en gaat boven groepsbelangen. De mens leeft op het land en van zoet water en wil net als elke andere soort zo lang mogelijk overleven in de delta. Groepen met tegengestelde belangen moeten zich dat goed bewust zijn. Daarbij komt dat zout water zwaarder is dan zoet water en het zoete(re) water gemakkelijk kan verdringen.

Natuurkrachten
In onze delta zijn we onderhevig aan het spel van natuurkrachten op land en water en op de interactie van zee- en rivierwater. Krachten die vele malen groter zijn dan de mens en die we alleen met inzicht en kennis zo goed mogelijk kunnen geleiden. Inmiddels zijn we de redenen voor het aloude visionaire deltaplan voor de veiligheid en de waterhuishouding weer vergeten. Men heeft totaal geen benul meer van de kracht en de macht van het water. Toch zal zo goed mogelijk aan die lijn moeten worden vastgehouden om op lange termijn te kunnen overleven. Er kleven wellicht bepaalde onvolkomenheden aan het plan in biologische zin, maar deze hoeven niet te leiden tot dit soort onnodige tegendraadse ingrepen met schier onomkeerbare effecten. De laatste vier eeuwen zijn onze zeearmen steeds sterker gaan uitschuren en dieper geworden. De verzilting nam daarmee in het geheel sterk toe. Het zoutgehalte bleef evenwel vanaf de monding afnemen naar de Brabantse wal, waar het zoutgehalte het laagst is onder invloed van de rivierafvoeren. De eilanden konden zich goed redden met de zoetwaterbellen in de duinen en de werpzanden, die hoger dan de zeespiegel lagen. Hoe lager het zoutgehalte in de omgeving van die zoetwaterbellen hoe omvangrijker die zoetwaterbellen waren en kunnen zijn.

Het deltaplan voorzag in het weer sluiten van de kustlijn voor optimale veiligheid en compartimentering om de zoetwaterhuishouding te versterken en een gericht gebruik van zoet water voor de eilanden, zoete Zeeuwse wateren, waaronder een zoet Grevelingenmeer. Daarmee werd vooruit verdedigd, zowel wat de veiligheid betrof als tegen de verzilting.

Met de blijvende toename van de zeespiegel (Nederland kantelt ook) zet de verzilting zich sluipend en ondermijnend door. Primair van belang is het zoete(re) water zoveel mogelijk naar de kust te brengen om de toenemende verzilting van bodem en oppervlaktewater landinwaarts zoveel mogelijk te vertragen. Daar zou maximaal op gestuurd moeten worden. Pas daarna komen de deelbelangen met voorop de landbouw, die de mens voedt. Onder invloed van belangenlobby’s wordt daarentegen de verzilting juist in hoge mate gestimuleerd. Die is landelijk niet uniform van aard en niet van gelijke omvang.

Bewuste verzilting Zeeland
Er is inmiddels geen estuariene natuur meer op de Oosterschelde en in het zoute Grevelingenmeer. Er komt immers geen zoet water van de grote rivieren meer. De Oosterschelde en Grevelingen zijn nog nooit zo zout geweest en zouden dat met de bedoeling van het deltaplan en ook zonder de infrastructuur van het deltaplan in geen eeuwen geweest zijn. (Hoewel buiten dit kader: de Westerschelde is ook nooit zo zout geweest als door de verdiepingswerken voor de haven van Antwerpen en de zandwinning.)  Door de deltabeslissing zal het Grevelingenmeer nog wat in zoutgehalte toenemen, maar het VZM dat al dertig jaar, een mooie ecologische leeftijd, als zoet meer bestaat in het verlengde van een brak leven met mooie ontwikkelingen, wordt volledig ecologisch te niet gedaan voor een echt zout meer met een zoutgehalte van 10 tot 16 gr Cl’/l. Dat is een aanmerkelijk hoger zoutgehalte dan waaraan de west Brabantse rivieren bloot stonden vóór de delta infrastructuur. Hoewel men enerzijds 45 m3/sec aan zoet water denkt te besparen, heeft men anderzijds voor deze rivieren weer 20 m3/sec extra nodig voor verziltingsbestrijding. Het open water (oppervlaktewater) in Zeeland wordt kunstmatig maximaal verzilt. Vanuit het zo zoute open water vindt verdringing van het zoetere grondwater langzaam maar zeker plaats. De vraag naar zoet water op de eilanden en langs de rand van de lagere delen van de Brabantse wal zal daardoor gaan toenemen. Op de eilanden ontstaat steeds meer open water door afgravingen van natuurorganisaties, die een grote drang hebben om parken voor trekvogels te maken zonder respect voor de natuur van het bestaande land en zonder oog te hebben voor negatieve consequenties. Daardoor wordt steeds meer bodemweerstand tegen verzilting weggehaald, worden plas dras gronden maximaal verzilt en wordt het zoetere grondwater in de omgeving verdrongen. Dit heeft grote negatieve consequenties voor de mogelijkheden van zoetwaterbellen van enige omvang. Bovendien worden juist in de duinen en de hoog gelegen randen vakantieparken aangelegd. Niet bevorderlijk voor waterkwalitatief betrouwbaar zoet grondwater en beperkt de omvang. Al met al een sinister vooruitzicht zonder duurzame oplossingen. Het aanleggen van pijpleidingen vanuit het Brabantse om de eilanden van zoet water te voorzien en ’s winters te injecteren in de bodem voor de landbouw is lokaal slechts beperkt haalbaar en niet duurzaam. Technisch interessant, maar geen wezenlijke oplossing. Het is schone schijn. Biologen zien het niet zo zwaar in, want de landbouw kan met de huidige mogelijkheden met minder zoet water toe en de toekomst voor de voeding is voor hun de zilte teelt en schelpdieren. Alsof een niche markt de bevolking zou kunnen voeden.

Een zout VZM 
Om een doel te bereiken, signaleert men doorgaans een waterkwaliteitsprobleem en vervolgens wil men dan een robuuste en duurzame oplossing (voor het eigen doel). Dat geldt ook hiervoor en evenzeer voor het Grevelingenmeer. (N.B. Een waterkwaliteitsprobleem kan zich voor doen als in de gegeven geografische omstandigheden door het handelen van de mens de waterkwaliteit een naar het gevoelen van de mens negatieve wending neemt en men er last van krijgt. Objectivering is dus een eerste vereiste.) Men constateerde blauwalgenbloei  in een beperkte periode in de zomer op het VZM. Esthetisch niet plezierig voor de pleziervaart  en locaal bij stranden veroorzaakt het huidirritatie bij waterminnaars. Bij het groeien naar een ecologische evenwicht komen er altijd uitbarstingen van soorten voor. De blauwalgen bloei is zeer sterk teruggedrongen, niet alleen door mosselen. Men noemde dit een waterkwaliteitsprobleem, maar is in wezen een ecologische eruptie. (Hartekreet: De kunst is geduld te hebben met de natuur en zoveel mogelijk met de vingers er van af te blijven. Het huidige fenomeen van de industrie van maakbare natuur vernielt ten onrechte zeer veel natuur, omdat men zichzelf belangrijker vindt dan de natuur. In die zin is bezinning bij de natuurorganisaties brood nodig. Liever geen aaibare natuur dan parken.) De blauwalg kan dus geen reden zijn voor zo’n drastische maatregel. Blijft de stelling dat men zoet water zou besparen en dat men op termijn te weinig zoet water zou hebben om aan het afgesproken criterium van max. 450 mg Cl’/l te voldoen. Men vergeet dat er vóór de aanleg van de delta infrastructuur er heel veel meer zoet water van de grote rivieren ten goede kwam aan de Zeeuwse wateren, waardoor er een grote schakering aan lagere zoutgehaltes was, van belang voor het grondwater en de zoetwaterhuishouding op de eilanden. Men vergeet dat men aan het potverteren gaat van een gemengde overgangslaag in de bodem, die een buffer vormt tegen een te snelle verzilting. Men rekent zich ten onrechte rijk en waarvoor? Voor een schijntje meer zoet water voor midden- en west Nederland? In kringen van biologen is de noodzaak van een zout VZM ook omstreden en Vlaanderen wenst het ook niet. Tevens wordt door een zout VZM een zoet Grevelingenmeer onmogelijk. Het benodigde zoete water om het VZM zoet te houden is er wel degelijk. Bovendien mag het criterium van 450 mg Cl’/l best wel eens tijdelijk wat hoger zijn.  Men verlaat nu zonder noodzaak een zoet water zone en brengt bewust verzilting verder het land in. Conclusie:  Een zout Volkerak-Zoommeer is onzinnig.

Getij op het Grevelingen
Met een brede bres van 4 meter diep in het noordelijk deel van de Brouwersdam wil men gedempt getij terug brengen op het Grevelingenmeer. Dat meer staat al in open verbinding middels een kokersluis in het zuidelijk deel. Door die verbinding met de Noordzee blijft het meer in hoge mate zout, wat minder dan de Noordzee. Die kokersluis was eigenlijk ontworpen om het Grevelingenmeer zoet te maken en te houden. In het verlengde van een ander beleid inzake de Oosterschelde is ook de beslissing genomen om het Grevelingenmeer vooralsnog zout te houden en niet zoet te maken. Een zoet Grevelingenmeer zou met name voor Schouwen-Duiveland van grote betekenis zijn. Nu doet zich in een deel van het meer thermische en zout gelaagdheid in het water voor. Het gevolg is een zuurstofloze onderlaag met een eigen niet aaibare natuur. Dit fenomeen doet zich in alle diepere meren in Nederland voor. De wind zorgt voor stroming in de meren en kan de zuurstof tot een bepaalde diepte brengen. In Nederland beweegt het grensvlak zich ongeveer tussen de 10 en 15 meter diepte. Door bepaalde omstandigheden wat hoger, maar niet hoger dan 7 meter diep. Bijkomend verschijnsel is dat het onder bepaalde windomstandigheden zeer tijdelijk scheef kan gaan staan en lokaal hoger komen (en elders dieper).  In het Grevelingenmeer bevinden zich in het westelijk deel twee oude diepe zeegeulen tot 35 meter diep en het grensvlak schijnt in de loop van de tijd omhoog gekomen tot ca. 6 meter diep. Er is geen reden te bedenken waarom dit nog verder omhoog zou komen.  Dit voor deze situatie natuurlijke fenomeen wordt alleen hier nu als een waterkwaliteitsprobleem aangemerkt. Waarom mag van de beleidsmakers deze natuurvorm niet bestaan? Duikers (hoeveel?) willen graag dieper duiken en een aaibare natuur zien. Mosselkwekers die in het meer zijn neergestreken willen graag hun oppervlakte aan percelen verder uitbreiden. Voor strandgangers kan, de hele kleine kans bij een bepaalde wind, op een ervaring met zuurstofloos water op zich minder plezierig zijn door stank. De kansen dat men verjaagd wordt door stortbuien is vele malen groter. Wettigen deze hele beperkte belangen zo’n fundamentele grote ingreep, waarbij b.v. een zoet Grevelingenmeer in de toekomst onmogelijk wordt. Een deltabeslissing, die honderden miljoenen kost? (Ook nog met de wens van de pleziervaart om ook een opening in de Grevelingendam te krijgen, waarvoor in de plaats een brug moet komen.) Na uitvoering van de bres in de Brouwersdam is er een mogelijkheid om turbines voor getijde-energie te plaatsen. Ook dat gaat nog eens met extra overheidssubsidie en zal ondanks alle voorinvesteringen nauwelijks rendabel kunnen zijn. Bovendien is onbekend wat die turbines in de bres aan schade aan de zeedieren toebrengt.

Aan de hand van 3D-berekeningen wordt verwacht, dat het getij door de bres een zodanige menging te weeg zal brengen, dat de zuurstofloze laag wordt opgeruimd. Helaas zal dit niet het geval zijn. Deze berekeningen kunnen het verschijnsel gelaagdheid in relatie tot menging niet aan. Wel zal het grensvlak van de zuurstofloze onderlaag om laag worden gebracht. Er zijn echter andere mogelijkheden, dan een bres in de Brouwersdam, om dit te bewerkstelligen, zoals het aanbrengen van een dichtheidsscherm voor de kokersluis. Zo’n scherm is aan de onderkant open en zuigt als een stofzuiger in de laagwaterfase het zuurstofloze water aan de bodem naar de Noordzee en in de hoogwaterfase wordt zuurstofrijk water vanuit de Noordzee naar de onderlaag gevoerd. De kosten hiervoor zijn veel lager en houdt de mogelijkheid van een zoet Grevelingenmeer open. Ook hiervoor is een dichtheidsscherm effectief. Voorts wordt er op gewezen dat afgestorven organisch materiaal naar de bodem zakt en mogelijk eens kan leiden tot stankoverlast. Ook de recreatie veroorzaakt een zekere belasting. Het is maar zeer de vraag of dit als last zal optreden, omdat aan het grensvlak al processen optreden, die een mogelijke stankbelasting tegengaan. Van andere diepe meren in Nederland hoor je hier niets over. In een zoet Grevelingenmeer zou dit een aanleiding voor veenvorming kunnen zijn. Conclusie: een bres in de Brouwersdam is onnodig en ongewenst.

Geen eenheid in zout-zoetbeleid
Een zoet Grevelingemeer zou kunnen functioneren als zuidelijke zoetwaterbuffer, mocht er iets mis gaan met onze enige nationale buffer, het IJsselmeer. De beleidsmakers achten echter de buffer aan zoet water op het Haringvliet en Hollands Diep wel voldoende. Merkwaardig genoeg weerhoudt het hen niet om met een kierbesluit Haringvliet weer zout water op het Haringvliet te brengen, waardoor tegendraads inlaatpunten voor zoet water naar het oosten worden verplaatst.

De voorlopige besparing van 25 m3/sec aan zoet water door een zout VZM komt ten goede aan midden en west Nederland, een druppel op een gloeiende plaat en weinig zinnig. Te meer daar dit gebied planologisch de tering niet naar de nering zet met betrekking tot het zoet water verbruik. Door uitbreidingswijken te blijven plannen en realiseren in dit gebied, waar polders rond de kernen nogal eens op N.A.P.- 5m liggen, wordt alleen maar zout water door onderbemaling aangetrokken en vergt meer een meer zoet water. Daarnaast is er de strijd om het veen te beschermen, dat veel zoet water vergt.  Er wordt hier al lang een achterhoede gevecht geleverd tegen verzilting, terwijl de druk evident is met de ligging beneden de zeespiegel. Het zou veel logischer zijn om zich in dit gebied te gaan voorbereiden, dat het gebied lokaal echt verzilt. Dat zou heel veel zoet water kunnen uitsparen.

Er zijn andere mogelijkheden om aanzienlijke hoeveelheden zoet water te besparen en geen druppels, zoals een kering met schutsluizen in de Nieuwe Waterweg en de inpoldering van de Markerwaard.

Een zout VZM om zoet water te besparen kan geen issue zijn. Men snijdt zich in de vingers!

Ir W.B.P.M. Lases, 02.02.2015

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 15: ER IS MEER GEBEURD DAN DE KOMST VAN DE QUAGGAMOSSEL

 

| 25-01-2015 | 12:45 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 15

 

Er is meer gebeurd dan de komst van de quaggamossel 


blauwalgDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.
 

In de ontwerp-rijksstructuurvisie en in bijbehorende stukken wordt steeds gesteld dat de quaggamossel verantwoordelijk is voor de sterk verminderde blauwalgproblematiek op het Volkerak-Zoommeer. En vaak wordt er dan bij vermeld dat deze verbetering niet blijvend hoeft te zijn omdat ook het quaggamosselbestand kwetsbaar zou kunnen blijken. Hiermee wordt de indruk gewekt dat zonder de quaggamossel er geen verbetering zou kunnen zijn optreden. Dat is echter slechts een deel van de werkelijkheid.

Het vaak vergeten deel is dat ook voor blauwalgen geldt dat ze alleen overvloedig kunnen voorkomen als ook hun eten in overvloed beschikbaar is. Hoe hoger de stikstof- (N) en fosfaat- (P) gehalten in het water hoe meer kans op overvloedige blauwalgengroei. De stikstofaanvoer naar het Volkerak-Zoommeer systeem is de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald. In de milieurapportage uit 2012 zijn daarvan cijfers op de pagina’s 64/65 te vinden. Die spreken boekdelen. Was de aanvoer van stikstof in de jaren 1989/95 voor het Krammer-Volkerak nog gemiddeld 1450 kg/ha/j in de jaren 2000/2009 was dat gemiddelde gedaald naar 1000 kg/ha/j. Een daling met 31 %. Voor het Zoommeer was die daling gemiddeld zelfs 37 %. Ook de fosfaataanvoer in het Krammer-Volkerak daalde. Van gemiddeld 46 kg/ha/j in de jaren 1989/95 tot 25 kg/ha/j in de jaren 2000/2009. Een daling van 46 %. Ook in het Zoommeer was er sprake van een significante daling, zij het dat deze beperkt bleef tot 13 %. Wetgeving, zoals de nitraatrichtlijn en een ander bemestingsbeleid in de landbouw, begint steeds meer effect te sorteren. Maar er is ook sprake van een afnemende nalevering van orthofosfaat uit de waterbodems. Kortom, de hoeveelheid voedsel in het water van het Volkerak-Zoommeer voor de blauwalgen is de afgelopen jaren geleidelijk gedaald en daalt verder. Gesteld mag worden dat ook de daling van de stikstof- en fosfaatgehalten een bijdrage heeft geleverd aan de geconstateerde afname van bloei van blauwalgen. De totale waterkwaliteit van het zoete Volkerak-Zoommeer is al jaren aan het verbeteren en er is geen reden om aan te nemen dat die geleidelijke verbetering nu zou stoppen. 

Louis van der Kallen 

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE: TUSSENSTAND PETITIE – 2

 

| 21-01-2015 | 17:00 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE: TUSSENSTAND PETITIE – 2

 

karperDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

Op 14 oktober zijn wij de petitie “STOP DE VERZILTING VAN HET VOLKERAK-ZOOMMEER” gestart. Op 1 januari 2015 hadden 931 mensen deze ondertekend.
Er werden in 2014 bij de petitie 95 opmerkingen gemaakt die vrijwel allen de wens tot zoet blijven van het Volkerak-Zoommeer onderschreven c.q. motiveerden. Wij zullen de komende weken een aantal van de opmerkingen via de facebook pagina van Ons Water onder uw aandacht brengen. De onderstaande drie opmerkingen van even zovele ondertekenaars waren alle gedateerd 15 oktober 2014:

  • “Als Bergenaar heb ik deze kwestie vol verbazing gevolgd. Altijd gedacht dat de minister van I en M toch nooit groen licht zou geven, dus toch wel! Met de huidige ontwikkelingen wat betreft de waterkwaliteit totaal 350 miljoen uitgeven lijkt me volstrekt verkeerd, belachelijk zelfs. Als recreant van het gebied kan ik meepraten over de huidige waterkwaliteit, minstens 5 jaar helder, waterplanten en vrijwel geen overlast van blauwalg. Dat het nog niet structureel ”goed” is weten we, maar geeft het een ieder geval een kans…
  • “Als visser is het al triest te zien dat de visstand zwaar onder druk staat door (beroepsmatige) overbevissing. Helemaal een doodzonde dat potentieel een van de mooiste viswateren waar heel lang een goede en mooie populatie vissen van diverse soorten wordt verkwanseld voor feitelijk niets anders dan nostalgie.”
  • “Je ziet het gewoon aan de vissen in het Volkerak dat ze het daar goed naar hun zin hebben momenteel. Ze zien er gezond en wel doorvoed uit, waarom dan nu nog ingrijpen? Verzilting is echt niet meer nodig. Het zou jammer zijn als dit gebied terug zout zou worden.” 

Als voorbeeld een mooi filmpje van Franse vissers op het Volkerak.

Louis van der Kallen 

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 3

 

| 09-11-2014 | 11:00 uur |


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 3

 

OOSTZEE

Satelietopname van de blauwalg in de Oostzee

De landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. In het artikel van vorige week over de gevolgen/risico’s verbonden aan de verzilting liet ik zien dat blauwalgen ook voor komen in zout water. Met als voorbeeld de blauwalg ellende in de Oostzee (Baltic-Sea).

Bij een ontwerp-rijksstructuurvisie wordt ook altijd een Milieueffectrapport gepresenteerd waarin normaliter alle mogelijke effecten en risico’s van een maatregel, zoals het verzilten, door deskundigen is geïnventariseerd. Dat is ook nu het geval. In 190 pagina’s komen tal van mogelijke en soms ook te verwachten risico’s en effecten aan het bod, behalve mijn stelling en uitleg dat met het verzilten van het Volkerak-Zoommeer de blauwalgproblematiek weer op kan duiken. Ben ik nu gek of onwetend of is het voor veel geld tot stand gekomen nieuwe milieueffectrapport mogelijk onvolledig of gezuiverd van alles wat over het verkondigde ‘heil’ van de verzilting twijfel op kan roepen?

Ik ben iemand die al heel lang, volgens sommigen te lang, zich verdiept in het Volkerak-Zoommeer en steeds heeft verkondigd dat de natuur het blauwalgprobleem zou oplossen en dat verzilting van een meer, met beperkte doorstroming en veel voedingsstoffen als nitraten en fosfaten, de problemen niet met zekerheid hoeft op te lossen. Omdat ik zolang meedraai en me niet door duur betaalde ‘deskundigen’, die geneigd zijn te vertellen wat de betaler wil horen, het zwijgen op laat leggen en gewoon blijf nadenken, heb ik eens gekeken wat in een eerder milieurapport over het Volkerak-Zoommeer met betrekking tot de risico’s van verzilting werd geschreven.

In april 2012 verscheen de Ontwerp MER “Milieueffectrapportage waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer”. 298 pagina’s dik en vol met mogelijke effecten en risico’s van onder andere een mogelijke verzilting. In tegenstelling tot het nieuwste rapport hadden opdrachtgevers van toen ook een aantal buitenlandse deskundigen om hun mening gevraagd. Op pagina 145 van de rapportage uit 2012 is in een “Expert review” d.d. oktober 2006 onder het kopje ‘risico’s en bijwerkingen’ te lezen:

  • “Een zout Volkerak-Zoommeer zou een habitat kunnen gaan vormen voor schadelijke mariene algensoorten.
  • Langdurige perioden van sterke gelaagdheid en een gering zoutgehalte in de bovenste waterlaag zouden kunnen leiden tot een hoge concentratie van micro-algen, die buiten het bereik blijven van algenetende bodemdieren, zoals mosselen.”

Eveneens hebben de experts gemeld dat de spontane herintroductie van mosselen etc. te positief is geschat. Die buitenlandse deskundigen achten het dus mogelijk dat (blauw)algen ook in een zoutmilieu op zouden kunnen gaan treden en overlast kunnen gaan veroorzaken. Moeten we voor verzilting en het beperkt getij dan 280 miljoen euro uitgeven? Terwijl we nu vrijwel van de blauwalg overlast verlost zijn en de zoete natuur zich prachtig heeft ontwikkeld! Het antwoord van de BSD is helder: de onnodige verspilling van geld en de vernietiging van de mooie natuur kan nog voorkomen worden. 

Louis van der Kallen 

 


 

VRAGEN MOGELIJK TOEKOMSTIGE JAARLIJKSE KOSTEN VERBONDEN AAN VZM 2, KENMERK 0059

 


Bergen op Zoom, 7 november 2014

 

Aan het Dagelijks Bestuur van het

Waterschap Brabantse Delta

Per e-mail

 

Betreft:          vragen mogelijk toekomstige jaarlijkse kosten verbonden aan VZM 2, kenmerk 0059

 

Geacht Dagelijks Bestuur,

Op 3 november j.l zond ik u een brief met vragen over de toekomstige jaarlijkse kosten verbonden aan het Volkerak-Zoommeer, kenmerk 0058. Deze brief is te beschouwen als een aanvulling op die van 3 november.

De afgelopen dagen heeft ondergetekende kennis kunnen nemen van de DHV Projectnota inzake de “Waterkwaliteit Volkerak- Zoommeer” d.d. april 2012,waarin de overdracht van taken als beheer, onderhoud en exploitatie aan het waterschap Brabantse Delta reeds is aangegeven:

  • Inrichting kwelsloten langs Volkerak-Zoommeer (pag. 41/42),
  • Nieuw gemaal Roode Vaart Noord (pag. 52/53),
  • Aanpasing Roode Vaart Noord voor inlaat Mark-Vliet (H) (pag. 53/56),
  • Aanpassing inlaat Oosterhout (pag.56/57),
  • Aanpassing watergangen Vossemeer en Auvergnepolder (K) (pag.58/59),
  • Verplaatsing inlaatpunten Dintel en Steenbergse Vliet (J) (pag. 64/66),
  • Gebruik effluent RWZI Bath (P) (pag.69/70),
  • Ontmanteling bestaande inlaatpunten langs Volkerak-Zoommeer (F/G) (pag. 72/73).

Het bevreemdt de fractie Ons Water/Waterbreed dat tot op heden die kennis en de mogelijke financiële consequenties niet gedeeld is met het AB en naar mijn herinnering ook niet met het DB. Gezien de te voorziene jaarlijkse kosten van 1.570.000 euro had het naar de mening van de fractie van Ons Water/Waterbreed wel voor de hand gelegen dit ter kennis van het AB/DB te brengen en te betrekken, als claim, bij de gesprekken met Rijkswaterstaat c.q. de landsregering. Het kan naar de opvatting van de fractie Ons Water/Waterbreed niet zo zijn dat het budget van het watersysteembeheer van ons waterschap, en daarmee de tarieven van het watersysteembeheer, belast worden als gevolg van een externe beslissing zoals het verzilten van een water dat buiten ons werkgebied valt. We hebben immers de ‘afspraak’ met onze overheidspartners dat er niet afgewenteld zal worden.

De fractie Ons Water/Waterbreed heeft naar aanleiding van het voorgaande de volgende vragen:

  • Waarom is de DHV Projectnota inzake de “Waterkwaliteit Volkerak- Zoommeer” d.d. april 2012 niet ter kennis gebracht van het AB/DB?
  • Waarom zijn de mogelijke financiële consequenties niet ter kennis gebracht van het AB/DB, terwijl deze in grote lijnen al vanaf april 2012 bekend hadden kunnen zijn?

De fractie van Ons Water/Waterbreed is van mening dat volgens het vervuiler betaalt principe de veroorzaker van de kosten van de verzilting tot in lengte van jaren de daaruit voortkomende lasten zal dienen te dragen.

De fractie Ons Water/Waterbreed verzoekt het DB onze brieven kenmerk 0058 en 0059 op de agenda van het AB van 12 november te plaatsen, zodat alle AB leden er kennis van kunnen nemen en de inhoud kunnen betrekken bij de bespreking van de Ontwerp-Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer.

In afwachting van uw beantwoording,

hoogachtend,

Namens de fractie Ons Water/Waterbreed

L.H. van der Kallen

 


NADEREND ONHEIL VOOR HET VOLKERAK-ZOOMMEER

 

| 30-10-2014 | 12:15 uur |


NADEREND ONHEIL VOOR HET VOLKERAK-ZOOMMEER

Eb en vloed op het Volkerak. Het stond in vele kranten en is zelfs opgenomen in de ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer. Men wilde indertijd met verzilting op goedkope wijze blauwalgen bestrijden. Deze visie is echter gebaseerd op een verkenning uit 2002 en 2003.

Door vermindering van fosfaat en nitraat, is de waterkwaliteit inmiddels sterk verbeterd.  Blauwalgen zijn vrijwel verdwenen en de natuur ontwikkelt zich in de goede richting. De noodzaak tot verzilting is dan ook volledig van de baan. Men heeft zich echter zo sterk op het verzilten gericht dat we haast zouden vergeten dat niet de zoute variant, maar de zoete en getijloze variant, de voorkeursvariant is van het ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer.

Kraanvogels
Gunzer Zee. 26-10-12.53
Het Markiezaat, een belangrijk natuurgebied aan het Zoommeer, wordt beheerd door het Brabants Landschap en ontwikkelt zich tot een duurzaam natuurgebied. Jaarlijks strijken er honderdduizenden trekvogels neer en het broedvogelaantal neemt zienderogen toe. Het behoort als gevarieerd moerasecosysteem tot de vijf belangrijkste vogelgebieden van Nederland. Vanaf 2013 tonen zelfs kraanvogels belangstelling voor het natuurgebied Markiezaat. Alle natuurbeschermers en biologen zouden dan ook een gat in de lucht moeten springen. Kraanvogels komen echt niet zomaar naar een willekeurig natuurgebied. Dat moet immers aan vele voorwaarden voldoen. Maar in plaats van de vlag uit te steken blijft het nog muisstil bij de natuurorganisaties. Ze lijken verstrikt in de plannen voor de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer. Deze zijn echter gebouwd op luchtkastelen en vernietigen ook het prille kraanvogelbiotoop.

Gesmoord door een herenakkoord
Begin 2009 kwamen onder meer enkele burgervaders en de programmadirecteur Zuidwestelijke Delta tot een ‘herenakkoord’ om het Volkerak-Zoommeer te verzilten. Dit zette meteen de toon. De hierop volgende Werkconferentie Zuidwestelijke Delta werd zwaar gemanipuleerd. Na uitbesteding verscheen het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en later volgde het Manifest Waterpoort. Beide bedenkelijke rapporten voerden de politieke druk richting Den Haag zo hoog op, dat de minister onlangs verzilting van het Volkerak-Zoommeer heeft voorgesteld.

Toenemende kosten
De geraamde kosten van verzilting zijn inmiddels van 250 gestegen naar 350 miljoen euro, een bedrag waarvan overigens pas een derde is toegezegd. En bij deze kosten blijft het niet, want de voorzieningen en de oeverbescherming zijn niet berekend op getij en de diepte van de vaargeulen zijn afgesteld op een peil van ± nul NAP en moeten uitgebaggerd worden. En hoe zit het met de doorvaarhoogte bij de bruggen? Tal van zoetwatermaatregelen zijn na de verzilting nodig om het voorzieningenniveau op een minimaal peil te houden. Zeeuwse eilanden moeten aan het zoetwaterinfuus worden gelegd, om droogte en verzilting enigszins te voorkomen.

Schadeclaims zullen volgen
Een getijloze en zoete Schelde-Rijnverbinding is een van de verworven zekerheden van de Deltawerken en als dit gaat veranderen, zullen vanuit de havenbedrijven en scheepvaart schadeclaims volgen. Het binnendijks karakter verdwijnt, met alle gevolgen voor de infrastructuur en waardevermindering van onroerend goed. Ook van waterschappen, landbouw en industrie zijn claims te verwachten en de repeterende schade voor toerisme, visserij en schelpdierkweek wordt enorm. Bijna een halve eeuw na de Deltawerken, nu de natuur hier een nieuw evenwicht nadert, gaat door de voorgenomen verzilting het hele milieu er aan. Ongetwijfeld zal ook de natuurbescherming bij de overheid aankloppen voor de ontstane schade en de reeds gemaakte kosten.

Dood en verderf
Nu is het Volkerak-Zoommeer ook nog eens aangewezen als eerste noodberging. Deze te kleine en kwetsbare noodberging gaat nooit goed functioneren en veroorzaakt bij elk gebruik een milieuramp. Zoet water wordt immers op een zout milieu geborgen. Het ecosysteem zal afsterven en de stank van dode vis is dan niet te harden. Het gebied wordt keer op keer een regelrecht sterfhuis, met uitstoot van CO2 en methaan (moerasgas). Verzilting en verzoeting zorgen voor een herhaling van rampen. Wie kiest er nu voor een strategie waarbij het ecologisch evenwicht telkens weer wordt verstoord!

Beperkt getij zonder toekomst
Het belangrijkste natuurdoel van het Nationaal Waterplan is estuariene dynamiek. Men suggereert deze doelstelling door zout en getij in het Volkerak-Zoommeer binnen te halen, maar van enig toekomstperspectief naar een estuarium is hier geen sprake. Er blijft immers een harde grens tussen zout en zoet bij de Volkeraksluizen. De doorlaat van de stormvloedkering was al bij aanleg onvoldoende voor een stabiel  milieu in het resterende Oosterscheldebekken. Het zal dan haast onmogelijk blijken om ook nog eens op het Volkerak-Zoommeer (beperkt) getij te realiseren via een doorlaat in de Philipsdam. Een landinwaarts uitstervend stukje zeegatdynamiek voegt niets toe aan natuurwaarden. Het is niet te verklaren waarom het Deltaprogramma kiest voor een volkomen zinloze inrichting, in plaats van te gaan voor een integrale oplossing met de Zuidwestelijke Delta als één estuarium.

Conclusie
De loze plannen voor het Volkerak-Zoommeer verhogen het risico dat verzilting doordringt tot in het Brabantse land, vergroten de wateronveiligheid en veroorzaken onvoorspelbare milieuwisselingen. Erger kan je het niet maken. En weer de overheid als opdrachtgever die kennelijk niet in staat is om te leren van vastlopende  projecten zoals de Fyra en de Betuwelijn. We zijn op weg naar ‘nieuwe Kamervragen’, want het debacle van de Zuidwestelijke Delta is volop in de maak. Waterschappen en gemeenten, die momenteel hun achterstallig onderhoud nog kunnen laten meefinancieren, houden zich alsnog koest. Jammer dat wederom de belastingbetalers voor de kosten op mogen draaien en de gevolgen niet te onderschatten zijn.

Geoorde Fuut.11-04-14.07Dat waterspecialist Louis van der Kallen uit Bergen-op-Zoom een petitie is gestart tegen verzilting is dan ook geen verrassing: https://www.petities24.com

Iedereen zou deze moeten ondertekenen om het naderend onheil te weren.

Wil Borm
Cor Huijgens
Adviesgroep Borm & Huijgens
integraal waterbeheer  –  oktober 2014