OVER WATER – 5

 

| 04-07-2015 | 19:00 uur |


 

22 juni
De eerste dag na de vakantie werd ik als DB lid uitgebreid ‘bijgepraat’ over de stand van zaken met betrekking tot de Overdiepse Polder, de komende uittreding van het waterschap uit de gemeenschappelijke regeling van het Regionaal Archief West-Brabant (RAWB) en de projecten in de gemeenten Gilze-Rijen, Dongen en Loon op Zand.

23 juni
Een symposium/workshop van PPSnetwerk Nederland te Utrecht over ‘asset management’ en  geïntegreerde contractvormen voor het aanbesteden van onderhoud.

24 juni
Stuurgroep overleg Hart van Brabant in Tilburg over de stand van zaken van diverse samenwerkingsprojecten in het kader van doelmatig waterbeheer.
Daarna in Oudenbosch de vergadering van het algemeen bestuur van het RAWB.
In de avond in Breda de bijeenkomst van de werkgroep cultuur waar, nu met ambtelijke ondersteuning, met drie andere algemeen bestuursleden van het waterschap wordt na gedacht over hoe het algemeen bestuur meer aan het begin bij de beleidsvorming betrokken kan worden. 

26 juni
Weer even bij praten op het waterschap over de toekomstige status van de dijk langs het Drongelens Kanaal en over de afwikkeling van de waterschapsdeelname aan het Regionaal Archief West-Brabant. Maar ook uitleg over de werking van mijn telefoon. Ik ben niet zo handig met z’n apparaat.

27 juni
waterzuivering bathVandaag op excursie geweest met het Algemeen Bestuur met o.a. uitleg over afvalwater zuiveren en een bezoek aan de waterzuivering bij Bath. En een bezoek, met uitleg en wandeling, aan het anti-verdrogingsproject Jagerslust op de Brabantse Wal. Een exposé van onze muskusratvangers. En tot slot een bezoek aan de dijkverbeteringswerken in het kader van de waterberging op het Volkerak-Zoommeer met een busrit over de Markiezaatskade. Speciaal voor het gezelschap gingen de hekken even open. Wat dan opvalt is dat slechts gedeelten van de Markiezaatskade versterkt worden. Wat uiteindelijk qua landschappelijk schoon geen schoonheidsprijs zal opleveren. Wat ik zo mooi vond aan de compartimenteringswerken, die uitgevoerd werden in het kader van de Deltawerken, waren de strakke uniforme lijnen in het landschap. Dit nu is met de Markiezaatskade straks niet meer het geval. Terwijl er formeel in het kader van de Ruimte voor de Rivierprojecten een kwaliteitsteam van Rijkswaterstaat is voor de landschappelijke schoonheid, heb ik nu de indruk dat ze bij de beoordeling van dit project alleen oog hebben gehad om voor zo weinig mogelijk geld de veiligheidsnormen te halen. Een gemiste kans.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 4: SAMENSTELLING DB’S VAN DE WATERSCHAPPEN

 

| 22-06-2015 | 13:15 uur |


 

waterschapswetVan 6 juni tot 20 juni was ik op vakantie naar de Orkney eilanden. Over enkele weken zal mijn reisverslag te zien zijn op https://louisvanderkallen.nl/ onder vakanties. Dat betekent niet dat ik in die tijd niets aan ‘water’ heb gedaan. Ik heb in deze vakantie het boek “De waterschapswet een artikelsgewijs commentaar” uitgegeven door de Unie van Waterschappen gelezen. Maar ik heb ook geanalyseerd wat de samenstelling is geworden van de dagelijkse besturen (DB) van de 23 waterschappen. Dit mede omdat er politieke partijen zijn die keer op keer de discussie oprakelen over de geborgde zetels in de algemene besturen (AB) van waterschappen.

De rechtstreeks gekozen vertegenwoordigers voor ingezetenen bezetten in de AB’s 462 zetels. De vertegenwoordigers van ongebouwd (de agrariërs) bezetten  in de AB’s 79 zetels. De vertegenwoordigers van de bedrijven bezetten 69 zetels en die van natuurterreinen 30 zetels. Die verdeling is bij wet/provinciale verordening vastgelegd. Partijen zoals de PvdA vinden dat de geborgde zetels (voor de agrariërs, bedrijven en natuurterreinen) zouden moeten verdwijnen. Ik deel die mening niet. Niet zonder reden heeft de wetgever in zijn wijsheid besloten dat bepaalde belangen altijd vertegenwoordigd moeten zijn in het functionele bestuur van het waterschap. Juist voor die geborgde belangencategorieën is de beschikbaarheid van wateren en een goede werking van het watersysteem van heel groot belang voor hun voortbestaan. Wat opvalt is dat de vertegenwoordiging van ingezetenen in de DB’s (72 van de 101 zetels) globaal overeen komt met hun percentage zetels (72 %) in de AB’s. Wat wel opvalt is de verdeling van de 29 DB zetels over de geborgde categorieën. De vertegenwoordigers van natuurterreinen hebben geen enkele DB zetel kunnen bemachtigen. De vertegenwoordigers van bedrijven hebben met hun 11 % van de zetels in de AB’s 9 % van de zetels in DB’s verworven en zijn dus net als de vertegenwoordigers van natuurterreinen ondervertegenwoordigd in de DB’s. De vertegenwoordigers van de agrariërs hebben met 12 % van de zetels in de AB’s 20 % van de zetels verworven in de DB’s. Ten opzichte van de vorige periode is vooral de vertegenwoordiging van bedrijven in DB’s achteruit gegaan en die van ingezetenen gestegen.  Wat dit feitelijk betekent zal moeten blijken. In het verleden beheerden de vertegenwoordigers van bedrijven vooral de portefeuilles financiën en brachten daarmee hun kennis van bedrijfsvoering en geld in. In ons waterschap is dat gelukkig zo gebleven.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 3: O.A. OVER MIJN VOG

 

| 13-06-2015 | 04:30 uur |


 

4 juni

 

 

ministerie van v en jIn de morgen was er een bijeenkomst van de Noord-Brabantse waterschapsbond voor de 4 DB’s van de in Noord-Brabant actieve waterschappen. Kennismaken was het devies en kijken hoe we de samenwerking kunnen versterken en wat onze inzet zal zijn in de gezamenlijke overleggen met maatschappelijke organisaties. Gastheer was het waterschap Aa en Maas.

Om 19.30 uur was het overleg van de werkgroep cultuur. Dit keer in Bergen op Zoom. In het gehele AB leeft de opvatting dat in procedures het één en ander moet veranderen om het meer mogelijk te maken het AB aan de voorkant van de besluitvorming te betrekken bij de ontwikkeling van beleid.

Bij het openmaken van de post bleek op deze dag dat er voor mij een opsteker in de stapel  zat. Een brief van de Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie met mijn Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Het verkrijgen van dit ‘papiertje’ was niet eenvoudig. Buiten de kosten (€ 30,05 kan het voor een veroordeelde leek een heel gedoe worden. Ik moest eerst een formulier invullen en daarmee naar de gemeente. Daar vulde een welwillende ambtenares, op 20 maart, het allemaal in op de computer en maakte zij een uitdraai ter ondertekening. Alles was ingevuld behalve het vakje advies van de burgemeester. Als leek denk je dan dat gebeurt later. Maar dat bleek een misvatting. Toen ik een brief van de Dienst Justis kreeg met het bericht dat ze voornemens waren mijn aanvraag voor een VOG af te wijzen en ik een zienswijze kon inzenden ging ik op onderzoek om uit te vinden wat het advies van de burgemeester was, zodat ik dit eventueel kon gebruiken bij mijn zienswijze. Er bleek geen advies en het bleek ook niet gebruikelijk. Het gebeurde alleen op uitdrukkelijk verzoek en dat was, zo bleek, nog niet eerder voorgekomen. Wel een beetje vreemd dacht ik. Een vakje op het scherm bij een ambtenaar dat niet wordt ingevuld! Bij navraag elders bleek ook daar dat burgemeesters niet standaard gevraagd worden om het advies. Ik vind dat vreemd. Want soms is de burgemeester bekend met zaken waar de ambtenarij niet van op de hoogte is en kan die kennis wel relevant zijn. Voor mij was het geen drempel om een zienswijze in te dienen. De wettelijke termijn om op een aanvraag te beslissen is acht weken. Ik had dus verwacht dat ik op 15 mei de beslissing zou hebben ontvangen. Op 27 mei de dag van de benoeming van het DB door het AB was er nog geen beslissing en moest ik er vanuit gaan dat ik geen VOG zou ontvangen. Het was een pittige discussie in het AB over de veroordeelde zonder VOG, die wel voor mij goed afliep. Ik kreeg van een ruime meerderheid toch het mandaat. Toch hoopte ik dat de VOG wel af zou komen. En hij kwam tot groot genoegen van mij en mijn (bestuurlijke) omgeving. Eind goed al goed!  

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 2

 

| 06-06-2015 | 04:00 uur |


 

 

1 juni

Op maandag 1 juni was de jaarlijkse bestuurdersdag van de Unie van waterschappen. Dit keer gehouden in Slot Loevestein. Dr. Laurens de Graaf docent Bestuur en beleid van de Universiteit van Tilburg gaf een presentatie over burgerbewust besturen. Hij verraste de aanwezige waterschapsbestuurders met een Youtube filmpje van “Zondag met Lubach” over de waterschapverkiezingspromotie.

De persiflage was niet alleen leuk maar ook confronterend. Hoewel ik soms mijn eigen gedachten bij de vertoning had. Want toen Lubach verzuchtte over de waterschappen: “geen idee dat ze nog bestonden”, was mijn gedachte: dat dit voor een land grotendeels onder de zeespiegel eigenlijk goed nieuws was. Dijkgraaf Geluk van waterschap Hollandse Delta was helder: “wij doen ons werk zo goed dat het bijna niet opvalt.” Ik ben het daar van harte mee eens. Maar politieke bestuurders willen juist wel opvallen. Want anders is je bekendheid naatje en is de kans groot dat je niet gekozen wordt vanwege onbekendheid.

Dijkgraaf Glas van waterschap de Dommel sloeg de spijker op zijn kop met zijn verzuchting: “naarmate we het beter doen, wordt het politiek stiller om je heen.” Dat is zo. Maar kijk naar het nieuws. Waar bestaat dat uit? Vooral over zaken die niet goed gaan. Dan kom ik als waterschapsbestuurder liever niet in het nieuws, want dan gaat het goed en is Nederland veilig.

De zaal was vooral gevuld met nieuw gekozenen. De meeste oudgedienden waren thuis gebleven. Ze hadden naar mijn beleving ongelijk. De presentatie over vooral burgerparticipatie was de moeite waard en bevatte veel suggesties hoe bestuurders het konden aanpakken. Maar veel was toch nog geredeneerd vanuit het openbaar bestuur en niet vanuit de burger. Ik voel meer voor ‘bestuurdersparticipatie’. Niet de burger te gast bij de overheid en haar plannen, maar de bestuurder te gast bij de plannen van de burgerij om te kijken hoe burger initiatieven beter ondersteund zouden kunnen worden.

Aan het begin van de avond was ik uitgenodigd om voor de leden van de Markiezaatskamer in de Draak een presentatie te geven over het waterschap en haar activiteiten. Dat doe ik graag en het is altijd leuk om oud bekenden en nieuwe mensen te ontmoeten en ze iets te mogen vertellen over wat me bezighoud en over het grote onbekende waterschap. De discussie liet zien dat het voorzorgprincipe, zoals ik dat hanteer bij mijn werk als raadslid en waterschapsbestuurder, niet bij iedereen tussen de oren zit. Ook is er onder de leden van de Markiezaatskamer, die veel al bij het ouder worden de Juniorkamer moesten verlaten, nog veel van het vooruitgangsdenken bewaard gebleven. Maar verschillen in denken en achtergronden maken een discussie interessant en zinvol. 

 

2 juni

overdiepse polderOm de veertien dagen is dinsdag weer Dagelijks Bestuurdersdag. Vandaag de eerste van deze periode. Voor mij was het belangrijkste agendapunt de portefeuilleverdeling. Ik ga in grote lijnen doen waar ik van 2009 tot februari 2014 ook mee bezig was. De waterschapsprojecten in de gemeenten: Drimmelen, Oosterhout, Waalwijk, Dongen, Loon op Zand, Tilburg, Gilze en Rijen, Goirle en Geertruidenberg, alsmede het Ruimte voor de rivier project Overdiepse Polder, cultuurhistorie en het regionaal archief. Er bij is gekomen de uitvoeringprojecten primaire keringen. Dat zijn de komende dijkverbeteringen langs de Maas, Bergse Maas het Hollands Diep en de Amertak. En voor zover het mijn projecten en taken betreft: duurzaamheid, innovatie en klimaatadaptatie. Vooral ten aanzien van dat laatste ben ik blij dat de waterschapsinzet voor klimaatadaptatie de komende tientallen jaren zichtbaar zal gaan worden en dat ik daarmede een rol in mag spelen. 

Voor de verder portefeuilleverdeling kijk eens op de website van het waterschap.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER

 

| 01-06-2015 | 14:00 uur |


 

27 mei

Groene-BoomkikkerVooruitlopend op de benoeming in de avond had ik in de middag een portefeuilleoverleg met de ambtenaar die mij gaat ondersteunen bij de commissie waterkeringen van de Unie van waterschappen en een overleg met de ambtenaren die het project Boomkikker (een EVZ die twee populaties van boomkikkers verbindt) begeleiden.

Vrijdag 29 mei stond de commissievergadering op de agenda de en zaterdag 30 mei een paneldiscussie georganiseerd door de golfclub Toxandria over de boomkikker. Ik werd goed voorbereid voor beide bijeenkomsten.

Na een stevige discussie over mijn veroordeling voor het openbaar maken van stukken van de gemeente Bergen op Zoom die naar de mening van de rechtbank geheim hadden moeten blijven, werd ik door de algemene vergadering toch benoemd tot lid van het dagelijks bestuur. Ik haalde 21 van de uitgebrachte 29 stemmen. Ik zelf mocht niet meestemmen. Na een afwezigheid van ruim 15 maanden mocht ik weer gaan doen wat ik leuk vind en waar ik denk een goede bijdrage aan te kunnen leveren. Kiezers op Ons Water, kandidaten en AB leden bedankt. Ik ga weer mijn best doen voor een veilig en mooi West-Brabant, waar het voor mens, dier en plant goed toeven is.    

29 mei

Vandaag eerst naar de commissie waterkeringen van de Unie in Amersfoort. Hier stond het ontwerp van de nieuwe waterwet op de agenda met onder andere de nieuwe normering primaire waterkeringen. Voor ons waterschap was vooral belangrijk dat in ons gebied de status van de Drongelens kanaaldijk niet zou veranderen. Die dijk willen we graag van Rijkswaterstaat (RWS) overnemen, maar dan wel in een goede en veilige staat van onderhoud. De discussie over die dijk voerde het waterschap en ik al jaren met RWS en wij willen die snel afronden zodat bewoners en ondernemers achter die dijk zich weer terecht veilig kunnen voelen.  Na de commissie als een haas naar de Overdiepse Polder voor een presentatie aan ongeveer 50 studenten van een hoge school. Het ging als vanouds. Een student vroeg in de bus tijdens de rondleiding of ik wel eens een carrière in het onderwijs had overwogen? Mijn waterdag kon niet beter eindigen.

30 mei

Het eerste deel (die we fase 2 noemen) van een ecologische verbindingszone (EVZ) voor de boomkikker op het landgoed Toxandria werd op 30 mei feestelijk in gebruik genomen. In mijn eerste periode als DB-lid had ik de samenwerkingsovereenkomst voor dit project namens het waterschap mogen tekenen. Dus, ondanks dat ik er 15 maanden tussenuit was geweest, was ik redelijk goed op de hoogte van wat er in de tussentijd gerealiseerd was. Het eerste deel was gereed en was samen met het gerealiseerde ‘Boomkikkerpad’ door boomkikker en wandelaar in gebruik genomen. Heel leuk was dat het geluid van de boomkikker al werd gehoord. De EVZ werkte dus. Alle aanleiding om nu met de andere drie deeltrajecten aan de slag te gaan. Werk dus aan de winkel voor het waterschap en de gemeenten Breda en Gilze en Rijen. De paneldiscussie tussen de vijf ‘deskundigen’, vertegenwoordigers van belanghebbende organisaties, werd deskundig geleid door de betrokken wethouder Aletta van der Veen van de gemeente Gilze en Rijen. Ik vermaakte me uitstekend als panellid, hoewel de eindconclusie van de afsluitende voorzitter van de golfclub over mij was; “niet strak in het pak wel strak in de regels”. We willen als waterschap best flexibel zijn over de ‘aanbesteding’ van het onderhoud en de inzet van vrijwilligers. Maar het moet wel goed gebeuren zodat de EVZ goed blijft/gaat functioneren en de waterbergende functies ook in stand blijven en dit ook nog binnen de regels, deels opgelegd door de wetgever als het gaat over aanbesteden,  die wij hebben te volgen. Dit laat onverlet dat de realisering en onderhoud van dit soort projecten heel goed en met derden en vrijwilligers moet kunnen. Alleen al om zaken betaalbaar te houden zal dat moeten. Maar dat vergt meer dan alleen een cultuuromslag. Ook de wettelijke regels dienen dan aangepast te worden.

Louis van der Kallen

 


LEREN

 

| 26-05-2015 | 9:00 uur |


 

LEREN

 

mosesAls waterschapsbestuurder en als gemeenteraadslid bezoek ik vaak lezingen en symposia om te leren van de goede voorbeelden en denkwerelden van anderen. Zo bezocht ik vrijdag 22 mei de PAL lezing (Provinciale Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit Zuid-Holland) in het provinciehuis van Zuid-Holland.

Dit keer gingen de lezingen over ruimtelijke kwaliteit. In de lezing Abe Veenstra kwamen tal van voorbeelden voorbij en werden adviezen gegeven hoe ruimtelijke kwaliteit vorm gegeven kan worden bij projecten in de openbare ruimte.

Voor mij, als Bergenaar, was het leuk dat de Mosesbrug gepresenteerd werd als goed voorbeeld van hoe een ontwerp van een brug kan bijdrage aan de kwaliteit van het vormgeven in de openbare ruimte. Voor mij als waterschapsbestuurder was het mooi dat het project Ruimte voor de Rivier, met als één van de projecten de rivier verruiming Overdiepsepolder werd genoemd als een project waarbij kwaliteitsteams meedachten en het project begeleidden om ook het begrip ruimtelijke kwaliteit een plaats te geven in het denken over en realiseren van een project.

De lezing van Michel Heesen richtte zich op ruimte en mobiliteit. Het trof mij in zijn verhaal  dat er sinds de tijd van Cornelis Lely zoveel veranderd is. Toen in 1915 er wegen werden aangelegd gebeurde dat volledig binnen de bouwdienst van Rijkswaterstaat. En als het ging over de inpassing van wegen in het landschap werd Staatsbosbeheer ingeschakeld. Toen was het: overheid ontwerpt, aannemer bouwt. Nu is het: de overheid als manager, en risico en ontwerp bij aannemer. Met alle risico’s van dien. Denk aan wat er nu gebeurt bij de verbreding van de A15 bij Europoort. Ruimtelijke kwaliteit lijkt nu een ondergeschoven kindje. Het wordt hooguit gecamoufleerd met een beeldkwaliteitsplan. Maar kijk je naar de gekozen aanlegmotto’s in Zuid-Holland: “niet horen, niet ruiken en niet zien” voor de laagste prijs, dan is ruimtelijk kwaliteit in de weegfactoren bij de aanbesteding nauwelijks ter zake doende. Dit heeft tot gevolg dat we tussen muren van beton en glas rijden. Geen landschap of stedelijke uitzichten meer ervaren, maar kunnen ‘genieten’ van vervuilde graffiti. Wat mij betreft komt de tijd van Lely snel terug. Het wachten is op nog een aantal debacles zoals de A15 en het inzicht dat ruimtelijke kwaliteit iets anders is dan “niet horen, niet ruiken en niet zien”.

Louis van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 31: TEGENSTRIJDIGHEDEN

 

| 16-05-2015 | 10:40 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 31: TEGENSTRIJDIGHEDEN

 

zoet waterDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

Soms publiceert  Rijkswaterstaat artikelen waarvan je denkt: en hoe rijmt dit nu met het besluit het Volkerak-Zoommeer te verzilten. Zo ook het artikel watertekort-en-zoetwatervoorziening, dat te vinden is op een website van de Rijksoverheid. Opzettelijk iets gaan verzilten, terwijl je weet dat zoet water in de wereld, maar ook in Nederland, een kostbaar goed is waar zuinig mee moet worden omgegaan.

De commissie waterbeheer 21e eeuw onder leiding van de oud-gedeputeerde Tielrooij besteedde daar reeds aandacht aan. In het rapport van die commissie van augustus 2000 is te lezen: “Specifiek voor Laag Nederland speelt het probleem van de verzilting. Door de zeespiegelstijging en de bodemdaling neemt de verzilting toe in de lage polders langs de kust in Zuidwest-Nederland, achter de Hollandse duinenrij, in de Wieringermeer en Noord-Nederland. Dit zal consequenties hebben voor het grondgebruik, met name voor landbouw en natuur. Door toenemende verzilting en drogere zomers zal de vraag naar zoet water voor doorspoeling en beregening in West-Nederland toenemen. De aanvoer van zoet water in de zomer zal echter juist afnemen. In Zuidwest-Nederland, de Wieringermeer en in de droogmakerijen zal de beschikbaarheid van zoet water in toenemende mate een knelpunt worden voor de daar aanwezige glastuinbouw, vollegrondstuinbouw, bollenteelt en ook de akkerbouw. De commissie wil daarom aandringen op het aanleggen van zoetwatervoorraden binnen de regio’s “!!

Hoe tegenstrijdig mag de overheid zijn?

Louis van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 30: TUSSENSTAND PETITIE 4

 

| 09-05-2015 | 10:40 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 30: TUSSENSTAND PETITIE 4

 

JH Schapenput 240411-130aDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.   

Op 14 oktober 2014 zijn wij de petitie “STOP DE VERZILTING VAN HET VOLKERAK-ZOOMMEER” gestart. Op 1 mei 2015 hadden 978 mensen deze ondertekend.
Tot 1 mei 2015 werden er bij de petitie 104 opmerkingen gemaakt die vrijwel allen de wens tot zoet blijven van het Volkerak-Zoommeer onderschreven c.q. motiveerden. Wij zullen de komende tijd een aantal van de opmerkingen via deze website onder uw aandacht brengen. 

16 oktober 2014
“Een besluit wat een doodsteek voor de regio zal zijn qua toerisme en waterrecreatie. Doodzonde van dit prachtige water waar ik graag 1.5 uur voor in de auto zit.” 

16 oktober 2014
“Het is van het grootste belang dat deze unieke zoetwater biotoop bewaard blijft waardoor ook de toekomstige generatie mag genieten van de exceptionele vissport waarvan wij thans momenteel mogen genieten!” 

16 oktober 2014
“Dit is typisch een geval van verspilling van gemeenschapsgelden en afbraak van een prachtig natuurlijk gebied met alle flora en fauna, zowel onder als boven water. De problematiek die er in het verleden was is er niet meer, maar wordt nog steeds gebruikt om dit oliedomme plan door te drukken. Dat dit gebied enige betekenis zou krijgen voor toerisme, watersport of beroepsmatige teelt van mossels en/of oesters is onzinnig! Deze wateren hebben 0,0 voorzieningen voor toerisme en recreatie en zijn zeer druk bevaren door zware beroepsvaart. De andere wateren in die regio die zilt zijn tonen nagenoeg geen tekenen van leven en zijn stinkende dode plassen. Dat is waar ook deze wateren in zullen veranderen! Echt zout water van zee zal nooit deze doodlopende wateren bereiken. Deze wateren zullen bestaan uit viezig brakkig stikkend water…… Daarnaast lijkt het of men structureel bezig is de sportvisserij branche de nek om te draaien door de vismogelijkheden in de regio te vernietigen, de visserij in het Hollandsdiep en Haringvliet wordt op dit moment vernietigd door een kleine groep beroepsvissers die op korte termijn alle vis oogst die daar zwemt. Dure projecten om zalmen, steuren e.d. te herintroduceren ten spijt. Deze gaan kapot aan quota loze beroepsvisserij. Aan de ene kant worden miljoenen gepompt om de natuur beter te maken, maar deze honderden miljoenen hebben alleen een vernietigende werking!” 

17 oktober 2014
“Als ligplaatshouder in de Schapenput ontmoet ik in het vaarseizoen veel passanten die de Schapenput aandoen. De reacties over de haven, met zijn hele mooie en goede faciliteiten maar ook het prachtige vaargebied zijn altijd zeer positief. Zelf neem ik vaak gasten mee om voor een dag op het Volkerak mee te varen. Het zou eeuwig zonde zijn dit prachtige gebied met zijn zeer grote diversiteit aan leven, weer om zeep te helpen. Jammer, jammer, jammer.”

Louis van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 29: GROTE LEUGENS

 

| 03-05-2015 | 11:30 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 29: GROTE LEUGENS

  

oestersDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.   

In het kader van het schriftelijk overleg over de ontwerp-rijksstructuurvisie hebben Tweede Kamer fracties aanvullende schriftelijke vragen gesteld, die door de Minister van Infrastructuur en Milieu, Schultz van Haegen, aanvullend zijn op 9 maart 2015 beantwoord

Soms denk je: waar halen ze het vandaan! Zouden rechtgeaarde parlementariërs de antwoorden van de minister geloven of nemen ze het voor zoete koek aan, omdat de minister van dezelfde club (de VVD) is?

Zo vroeg de VVD zich af of na het verzilten er extra betaald zou moeten worden voor zoet water?

De minister stelde: “Op voorhand kan niet worden uitgesloten dat de prijzen voor zoet water in de toekomst zullen stijgen.” In het antwoord wordt tevens herhaald dat de leverzekerheid zal stijgen en er een betere kwaliteit beschikbaar komt. In Natte 5 ben ik op deze fabel al in gegaan: niks verbetering van de leverzekerheid en alleen een kwaliteitsverbetering ten aanzien van het chloridegehalte, maar ook een verhoogde kans op bruinrot. Voor de gemiddelde (poot)aardappelteler een regelrechte nachtmerrie.

In het antwoord betoogt de minister dat op basis van de hogere leverzekerheid en de betere kwaliteit voor de landbouw “jaarlijks circa 86 miljoen euro aan extra baten zijn berekend”. Zij en haar ambtenaren moeten wel een hele dikke duim hebben om in deze extra opbrengst te geloven.

Wat de dikke duim overstijgt is het ministeriële antwoord op het VVD verzoek de “nieuwe inkomsten van de Rijksoverheid via bijvoorbeeld de afdracht van visserijrechten of de waarde van Rijksvastgoed te kwantificeren”.

Het antwoord: “Eventuele nieuwe inkomsten voor het rijk zijn door zo veel onzekerheden omgeven dat deze niet te kwantificeren zijn. Vooralsnog zijn geen andere nieuwe rijksinkomsten voorzien dan de in de vraag genoemde voorbeelden.”

In Natte 19 heb ik geschreven over het rapport “Verdienpotentieel zout-Volkerak-Zoommeer” van Royal Haskoning. Dit rapport laat zien dat verzilting een groot voordeel betekent voor de schelpdierenteelt en daardoor ook voor de verpachter: het Rijk. In dit rapport worden de extra inkomsten van het Rijk en de besparingen, zoals het niet meer hoeven bouwen van een derde kolk bij de Krammersluizen, keurig gekwantificeerd (de besparing voor het Rijk van onder andere de derde kolk is 74 miljoen). Hoezo de opbrengsten en besparingen niet kunnen kwantificeren? Voor mij een dikke leugen. 

Louis van der Kallen

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 28: TUSSENSTAND PETITIE 3

 

| 25-04-2015 | 9:45 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 28

 

TUSSENSTAND PETITIE – 3

 

karperDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

Op 14 oktober 2014 zijn wij de petitie “STOP DE VERZILTING VAN HET VOLKERAK-ZOOMMEER” gestart. Op 1 april 2015 hadden 972 mensen deze ondertekend. Tot 1 april 2015 werden er bij de petitie 103 opmerkingen gemaakt die vrijwel allen de wens tot zoet blijven van het Volkerak-Zoommeer onderschreven c.q. motiveerden. Wij zullen de komende tijd een aantal van de opmerkingen via deze website onder uw aandacht brengen. 

15 oktober 2014:
“Als voormalig waterbouwer, betrokken bij de aanleg van de secundaire deltawerken, heb ik met grote verbazing kennisgenomen van de beslissing van dit kabinet. Met heel veel miljoenen guldens (euro’s) belastinggeld van de inwoners is een veilig en prachtig Volkerak-Zoommeer ontstaan dat nu plotsklaps weer teniet wordt gedaan. Hierbij moet bedacht worden dat het 30 jaar geduurd heeft om tot dit moois te komen. Verzilting vraagt wederom een tijdsspanne van 30 jaar of meer om eenzelfde?? natuur terug te krijgen. Verzilting heeft alleen zin als het volledige getij terugkeert want anders verkrijgen de omwonenden een stinkende en rottende waterplas ervoor terug. De omliggende gemeenten dienen zich hiervan goed bewust te zijn omdat dit ook ten koste gaat van het alom gepropageerde (water)toerisme in deze regio.” 

15 oktober 2014:
“Verzilten betekent einde van glashelder zoet water met alle mooie natuur die erbij hoort! Verzilten is voor de waterkwaliteit overbodig en brengt geen robuustheid, enkel onzekerheid voor de toekomst.”

15 oktober 2014:
“Zoet water is al schaars in de wereld, daar moeten we zuinig op zijn. Ook de landbouw zal last krijgen van indringend brak water.” 

16 oktober 2014:
“Den Haag is bezig met het stelselmatig overboord gooien van gemeenschapsgelden, door onzinnige en nutteloze projecten zoals dit, de problematiek die er in het verleden was is er niet meer, en de andere wateren in die regio die zilt zijn tonen nagenoeg geen tekenen van leven en zijn stinkende dode plassen.
Daarnaast lijkt het of men structureel bezig is de sportvisserij branche de nek om te draaien door de vismogelijkheden in de regio te vernietigen, de visserij in het Hollandsdiep en Haringvliet wordt op dit moment vernietigd door een kleine groep beroepsvissers die op korte termijn alle vis oogst die daar zwemt. Terwijl er aan de andere kant miljoenen gepompt worden om de natuur beter te maken, maar onder water is het leeg……”

Louis van der Kallen