(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 32: LESSEN UIT HET VERLEDEN
Affiche van de Commissie voor de Bestrijding van de Malaria in Noord-Holland, circa 1925
In het Nationaal Waterplan 2009-2015 was het bestrijden van verzilting nog één van de belangrijkste wateropgaven. De argumenten van toen zijn nog steeds geldig! Ook de aanleg van de Afsluitdijk was niet alleen om op termijn nieuw land aan te winnen en de omliggende gebieden beter te beschermen tegen de dreiging van stormvloeden, maar ook voor de kansen die verzoeting van de Zuiderzee zou kunnen geven voor de landbouw en de bestrijding van de Hollandse malariamug die alleen in brak water kon overleven en zich voortplanten.
Bijna geheel Noord-Holland boven het Noordzee Kanaal was verzilt en kende jaarlijks duizenden malariapatiënten. In 1946 waren er nog circa 9000 malariapatiënten, voornamelijk veroorzaakt door de Hollandse malariamug. Zie het artikel in de Elsevier van die tijd “In 1946 rond 9000 patiënten.” De jaren 1880, 1902 en 1922 waren topjaren. De Hollandse malariamug is vrijwel uitgestorven en de parasiet, die de malaria-epidemieën toen veroorzaakten, is al jaren niet meer aangetroffen. Maar als de mug weer meer brak water ter beschikking krijgt, kan ook de parasiet weer een bedreiging vormen. Toen schreef de Elsevier: “Men verlieze echter niet uit het oog, dat de ontzilting van Noord-Holland de beste manier van malariabestrijding is. Wij zien met spanning uit naar de dag, waarop het water in Noord-Holland verzoet zal zijn. De strijd tegen het zoute water zal moeilijk zijn en blijvend, ook door de zoute kwellen in Noord-Holland. Maar wij hopen toch, dat de blijvende verzoeting binnen 10 jaar bereikt zal zijn. Er staan enorme belangen mee op het spel, voor de welvaart en voor de volksgezondheid.”
Welke lessen trekken we uit de geschiedenis van onze strijd tegen verzilting? Of worden die lessen veronachtzaamd?
22 juli In de avond in Breda de bijeenkomst van de werkgroep cultuur waar, met ambtelijke ondersteuning, met een aantal algemeen bestuursleden van het waterschap wordt nagedacht over hoe het algemeen bestuur meer aan het begin bij de beleidsvorming betrokken kan worden.
23 juli In de morgen een werkbezoek met ambtelijke ondersteuning aan recreatieboerderij Pukkemuk om te praten met een ondernemer die zijn bedrijf verder wil uitbreiden en daarbij samen met het waterschap een ontbrekend stuk in een ecologische verbindingszone (EVZ) wil aanleggen. Een dergelijk initiatief past in het beleid dat we in het laatste bestuursprogramma hebben geformuleerd om zoveel mogelijk samen met derden de doelen van het waterschap te realiseren. De plannen zien er op papier goed uit. Nu is het zaak dat deze ondernemer samen met de gemeente en het waterschap de plannen verder uitwerkt.
Na de bespreking een rondleiding over het bedrijf waar een enthousiaste ondernemer de ontwikkeling laat zien van een (volle grond) tuinbouwbedrijf naar een recreatieonderneming, die nu jaarlijks meer dan 50.000 bezoekers trekt. De oorsprong, het boerenbedrijf, is het terugkerend thema waaraan binnen deze onderneming tal van recreatie elementen zijn vormgegeven. Ook zonder de voorgenomen uitbreidingsplannen is dit bedrijf, met een ruime gratis parkeergelegenheid, een bezoek zeker waard.
De komende weken is het ook voor het waterschapsbestuur zomerreces. Voor mij de tijd om vooral met stukken lezen de achterstand in te halen.
10 juli Een BBQ voor de fractie en steunfractieleden van Ons Water/Waterbreed op de boerderij van onze fractievoorzitter Niels Mureau te Wagenberg.
12 juli Vandaag ben ik naar de Big Jump (springen voor proper water) op de grens van Nederland en België geweest bij de brug over de Mark bij Meersel-Dreef, georganiseerd door de Natuurvereniging Mark en Leij. De Big Jump is een evenement waarbij over heel Europa mensen in het water springen om aandacht te vragen voor schoner/proper water. Vanuit het AB deden Karin van den Berg en oud AB lid Joop van Riet mee. Mede om deze sportievelingen aan te moedigen waren DB collega Jacques van der Aa en ik aanwezig. Circa 90 personen gingen voor de gelegenheid te water.
13 juli PHO’s (portefeuillehouderoverleggen) over de Westelijke Langstraat, de Overdiepse Polder en bijpraten over de projecten in de gemeenten: Goirle, Drimmelen, Geertruidenberg, Tilburg en Waalwijk. Voorbereiden DB vergadering.
14 juli DB vergadering met o.a. de kadernota, een tweetal kredieten, het ontwerp waterbeheersplan en de begroting 2016 van de gemeenschappelijke regeling muskusrattenbestrijding.
15 juli Het AB met o.a. de gewijzigde financiering vervanging bedrijfsauto’s wat de nodige discussies opleverde en het eerste uitvoeringskrediet ten behoeve van de verbetering van de regionale keringen met voor mij het leermoment dat bij de bestuurlijke overleggen met de gemeenten in mijn gebied (Waalwijk, Geertruidenberg en Drimmelen) nadrukkelijk de koppelkansen met (gemeentelijke) projecten aan bod dienen te komen.
20 juli Een werkbezoek gebracht aan de lacune in de dijk bij Terheijden langs de Mark ter hoogte van de timmerfabriek aan de Bredaseweg. Hier werd ik rondgeleid door de eigenaar/directeur en een werkbezoek aan de boerderijen van de familie de Bont in de Overdiepse Polder. Hierbij heb ik, net als bij het gesprek met een boer op 9 juli in de polder, gesproken over hun ervaringen met de realisering van het project. Uiteraard zijn zowel de plussen als de minnen aan bod gekomen. De klachten van beide boeren hebben veel gemeen. Dat vergt dan ook de nodige aandacht. Wat leuk was dat ik een rondleiding kreeg op het bedrijf waarbij het waarom van de keuzen uitgebreid gemotiveerd werd. Uit de rondleiding bleek de trots en de liefde voor het bedrijf, de dieren en de omgeving. Een voorbeeld voor velen lijkt mij de manier waarop in dit bedrijf met de mest wordt omgegaan. De dunne en dikke delen worden gescheiden en de dikke fase in het bedrijf hergebruikt op een wijze die navolging verdient. De bedoeling is om ook de dunne fase verder te bewerken waardoor deze geschikt wordt voor export. Fijn was het aanbod om beschikbaar te zijn voor (internationale) rondleidingen.
Soms wordt je als waterschapsbestuurder verrast door een burger die je uitnodigt om een cadeautje in ontvangst te nemen. Hij deed mij een plezier met een zelf gemaakt model van een watermolen. Ik ben dan ook bij de heer van der Graaf op bezoek geweest om de kleurrijke van klei vervaardigde watermolen in ontvangst te nemen. De molen krijgt, in afwachting van een bestemming, een plaatsje in mijn huis.
29/30 juni Twee dagen heisessie in landgoed de Rosep te Oisterwijk. Inhoud: teambuilding, verwerken van de ergernissen, bij de onderhandelingen over een nieuw bestuursakkoord opgedaan, begin maken van het meer concreet maken van de daarin gemaakte afspraken.
2 juli PHO (portefeuillehouderoverleg) over de Waalwijkse plannen voor een nieuwe insteekhaven. En even bijpraten inzake de Overdiepse Polder. Later op die dag overleg met twee wethouders en enkele ambtenaren van de gemeente Waalwijk over die plannen en de rol van ons waterschap daarbij. Het voelde vertrouwd. Het onderwerp was al in mijn vorige periode als DB lid voorbij gekomen. Het is fijn dat er nog gemeenten zijn die vooruit kijken en nieuwe economische ontwikkelingen willen faciliteren. Een nieuwe haven graven, die een dijk doorbreekt, betekent ook voor het waterschap werk aan de winkel. Niet alleen om de veiligheid te verzekeren, maar ook om bij de nieuwe situatie de waterafvoer goed te regelen.
3/5 juli Inlezen en voorbereiden van het bestuurlijk overleg met de gemeente Gilze en Rijen. Ook hier speelt het één en ander.
6 juli In de middag twee gesprekken met wethouders van de gemeente Gilze en Rijen. Met wethouder Starreveld over de samenwerking bij wat er moet gebeuren in het watersysteem en de afvalwaterketen en een gesprek met wethouder van der Veen over de voortgang van de realisering van de ecologische verbindingszone voor de boomkikker. Vroeg in de avond een gesprek samen met collega Jaap van Dam van het algemeen bestuur (AB) over het waterschap voor de radio zuidwest. Daarna een gesprek met collega raadsleden bij het natuurpodium Brabantse Wal in de Stayokay over de realisering en invulling van het bezoekerscentrum met o.a. aandacht voor de natuurontwikkeling en de waterwinning in dit gebied.
7 juli Vergadering van de fractie Ons Water/Waterbreed in een tuin te Sprang-Capelle van fractielid en agrarisch ondernemer Wim Spierings, die na een val en ziekenhuisopname op deze wijze weer paraat kon zijn.
8 juli Thema AB over de kadernota waarbij de AB leden kleur moesten bekennen en moesten laten zien wat voor accent er gelegd moet worden bij de vormgeving van een duurzaam financieel beleid. Er moest gekozen worden tussen de meeste aandacht voor: de heffingen, de wettelijke taken/ambities of voor beperking van de schulden. Ik was nieuwsgierig of ik, net als bij de heisessies voor het DB, als enige zou kiezen voor beperking van de schulden. Van de ongeveer 30 aanwezige AB leden en steunfractieleden waren er slechts twee (ik en fractiegenoot de Ger de Neve) die kozen voor beperking van de schulden. Alle anderen kozen voor beperking van de heffingen of voor de wettelijke taken/ambities. Van belang is te beseffen dat er een samenhang is tussen die accenten. Als we de wettelijke taken als dijkverbeteringen en zuivering als minimale norm nemen zal het duidelijk zijn dat de investeringen daarin nu (middels de heffingen) of straks (gefinancierd met leningen) betaald zullen moeten worden.
9 juli In de morgen een gesprek met één van de boeren in de Overdiepse Polder over zijn ervaringen met de realisering van het project. In de middag heb ik een presentatie gegeven over het project Overdiepse Polder aan een 22 Chinese topambtenaren belast met waterbeheer in de provincie Jiangsu.
22 juni De eerste dag na de vakantie werd ik als DB lid uitgebreid ‘bijgepraat’ over de stand van zaken met betrekking tot de Overdiepse Polder, de komende uittreding van het waterschap uit de gemeenschappelijke regeling van het Regionaal Archief West-Brabant (RAWB) en de projecten in de gemeenten Gilze-Rijen, Dongen en Loon op Zand.
23 juni Een symposium/workshop van PPSnetwerk Nederland te Utrecht over ‘asset management’ en geïntegreerde contractvormen voor het aanbesteden van onderhoud.
24 juni Stuurgroep overleg Hart van Brabant in Tilburg over de stand van zaken van diverse samenwerkingsprojecten in het kader van doelmatig waterbeheer. Daarna in Oudenbosch de vergadering van het algemeen bestuur van het RAWB. In de avond in Breda de bijeenkomst van de werkgroep cultuur waar, nu met ambtelijke ondersteuning, met drie andere algemeen bestuursleden van het waterschap wordt na gedacht over hoe het algemeen bestuur meer aan het begin bij de beleidsvorming betrokken kan worden.
26 juni Weer even bij praten op het waterschap over de toekomstige status van de dijk langs het Drongelens Kanaal en over de afwikkeling van de waterschapsdeelname aan het Regionaal Archief West-Brabant. Maar ook uitleg over de werking van mijn telefoon. Ik ben niet zo handig met z’n apparaat.
27 juni Vandaag op excursie geweest met het Algemeen Bestuur met o.a. uitleg over afvalwater zuiveren en een bezoek aan de waterzuivering bij Bath. En een bezoek, met uitleg en wandeling, aan het anti-verdrogingsproject Jagerslust op de Brabantse Wal. Een exposé van onze muskusratvangers. En tot slot een bezoek aan de dijkverbeteringswerken in het kader van de waterberging op het Volkerak-Zoommeer met een busrit over de Markiezaatskade. Speciaal voor het gezelschap gingen de hekken even open. Wat dan opvalt is dat slechts gedeelten van de Markiezaatskade versterkt worden. Wat uiteindelijk qua landschappelijk schoon geen schoonheidsprijs zal opleveren. Wat ik zo mooi vond aan de compartimenteringswerken, die uitgevoerd werden in het kader van de Deltawerken, waren de strakke uniforme lijnen in het landschap. Dit nu is met de Markiezaatskade straks niet meer het geval. Terwijl er formeel in het kader van de Ruimte voor de Rivierprojecten een kwaliteitsteam van Rijkswaterstaat is voor de landschappelijke schoonheid, heb ik nu de indruk dat ze bij de beoordeling van dit project alleen oog hebben gehad om voor zo weinig mogelijk geld de veiligheidsnormen te halen. Een gemiste kans.
Van 6 juni tot 20 juni was ik op vakantie naar de Orkney eilanden. Over enkele weken zal mijn reisverslag te zien zijn op https://louisvanderkallen.nl/ onder vakanties. Dat betekent niet dat ik in die tijd niets aan ‘water’ heb gedaan. Ik heb in deze vakantie het boek “De waterschapswet een artikelsgewijs commentaar” uitgegeven door de Unie van Waterschappen gelezen. Maar ik heb ook geanalyseerd wat de samenstelling is geworden van de dagelijkse besturen (DB) van de 23 waterschappen. Dit mede omdat er politieke partijen zijn die keer op keer de discussie oprakelen over de geborgde zetels in de algemene besturen (AB) van waterschappen.
De rechtstreeks gekozen vertegenwoordigers voor ingezetenen bezetten in de AB’s 462 zetels. De vertegenwoordigers van ongebouwd (de agrariërs) bezetten in de AB’s 79 zetels. De vertegenwoordigers van de bedrijven bezetten 69 zetels en die van natuurterreinen 30 zetels. Die verdeling is bij wet/provinciale verordening vastgelegd. Partijen zoals de PvdA vinden dat de geborgde zetels (voor de agrariërs, bedrijven en natuurterreinen) zouden moeten verdwijnen. Ik deel die mening niet. Niet zonder reden heeft de wetgever in zijn wijsheid besloten dat bepaalde belangen altijd vertegenwoordigd moeten zijn in het functionele bestuur van het waterschap. Juist voor die geborgde belangencategorieën is de beschikbaarheid van wateren en een goede werking van het watersysteem van heel groot belang voor hun voortbestaan. Wat opvalt is dat de vertegenwoordiging van ingezetenen in de DB’s (72 van de 101 zetels) globaal overeen komt met hun percentage zetels (72 %) in de AB’s. Wat wel opvalt is de verdeling van de 29 DB zetels over de geborgde categorieën. De vertegenwoordigers van natuurterreinen hebben geen enkele DB zetel kunnen bemachtigen. De vertegenwoordigers van bedrijven hebben met hun 11 % van de zetels in de AB’s 9 % van de zetels in DB’s verworven en zijn dus net als de vertegenwoordigers van natuurterreinen ondervertegenwoordigd in de DB’s. De vertegenwoordigers van de agrariërs hebben met 12 % van de zetels in de AB’s 20 % van de zetels verworven in de DB’s. Ten opzichte van de vorige periode is vooral de vertegenwoordiging van bedrijven in DB’s achteruit gegaan en die van ingezetenen gestegen. Wat dit feitelijk betekent zal moeten blijken. In het verleden beheerden de vertegenwoordigers van bedrijven vooral de portefeuilles financiën en brachten daarmee hun kennis van bedrijfsvoering en geld in. In ons waterschap is dat gelukkig zo gebleven.
In de morgen was er een bijeenkomst van de Noord-Brabantse waterschapsbond voor de 4 DB’s van de in Noord-Brabant actieve waterschappen. Kennismaken was het devies en kijken hoe we de samenwerking kunnen versterken en wat onze inzet zal zijn in de gezamenlijke overleggen met maatschappelijke organisaties. Gastheer was het waterschap Aa en Maas.
Om 19.30 uur was het overleg van de werkgroep cultuur. Dit keer in Bergen op Zoom. In het gehele AB leeft de opvatting dat in procedures het één en ander moet veranderen om het meer mogelijk te maken het AB aan de voorkant van de besluitvorming te betrekken bij de ontwikkeling van beleid.
Bij het openmaken van de post bleek op deze dag dat er voor mij een opsteker in de stapel zat. Een brief van de Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie met mijn Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Het verkrijgen van dit ‘papiertje’ was niet eenvoudig. Buiten de kosten (€ 30,05 kan het voor een veroordeelde leek een heel gedoe worden. Ik moest eerst een formulier invullen en daarmee naar de gemeente. Daar vulde een welwillende ambtenares, op 20 maart, het allemaal in op de computer en maakte zij een uitdraai ter ondertekening. Alles was ingevuld behalve het vakje advies van de burgemeester. Als leek denk je dan dat gebeurt later. Maar dat bleek een misvatting. Toen ik een brief van de Dienst Justis kreeg met het bericht dat ze voornemens waren mijn aanvraag voor een VOG af te wijzen en ik een zienswijze kon inzenden ging ik op onderzoek om uit te vinden wat het advies van de burgemeester was, zodat ik dit eventueel kon gebruiken bij mijn zienswijze. Er bleek geen advies en het bleek ook niet gebruikelijk. Het gebeurde alleen op uitdrukkelijk verzoek en dat was, zo bleek, nog niet eerder voorgekomen. Wel een beetje vreemd dacht ik. Een vakje op het scherm bij een ambtenaar dat niet wordt ingevuld! Bij navraag elders bleek ook daar dat burgemeesters niet standaard gevraagd worden om het advies. Ik vind dat vreemd. Want soms is de burgemeester bekend met zaken waar de ambtenarij niet van op de hoogte is en kan die kennis wel relevant zijn. Voor mij was het geen drempel om een zienswijze in te dienen. De wettelijke termijn om op een aanvraag te beslissen is acht weken. Ik had dus verwacht dat ik op 15 mei de beslissing zou hebben ontvangen. Op 27 mei de dag van de benoeming van het DB door het AB was er nog geen beslissing en moest ik er vanuit gaan dat ik geen VOG zou ontvangen. Het was een pittige discussie in het AB over de veroordeelde zonder VOG, die wel voor mij goed afliep. Ik kreeg van een ruime meerderheid toch het mandaat. Toch hoopte ik dat de VOG wel af zou komen. En hij kwam tot groot genoegen van mij en mijn (bestuurlijke) omgeving. Eind goed al goed!
Op maandag 1 juni was de jaarlijkse bestuurdersdag van de Unie van waterschappen. Dit keer gehouden in Slot Loevestein. Dr. Laurens de Graaf docent Bestuur en beleid van de Universiteit van Tilburg gaf een presentatie over burgerbewust besturen. Hij verraste de aanwezige waterschapsbestuurders met een Youtube filmpje van “Zondag met Lubach” over de waterschapverkiezingspromotie.
De persiflage was niet alleen leuk maar ook confronterend. Hoewel ik soms mijn eigen gedachten bij de vertoning had. Want toen Lubach verzuchtte over de waterschappen: “geen idee dat ze nog bestonden”, was mijn gedachte: dat dit voor een land grotendeels onder de zeespiegel eigenlijk goed nieuws was. Dijkgraaf Geluk van waterschap Hollandse Delta was helder: “wij doen ons werk zo goed dat het bijna niet opvalt.” Ik ben het daar van harte mee eens. Maar politieke bestuurders willen juist wel opvallen. Want anders is je bekendheid naatje en is de kans groot dat je niet gekozen wordt vanwege onbekendheid.
Dijkgraaf Glas van waterschap de Dommel sloeg de spijker op zijn kop met zijn verzuchting: “naarmate we het beter doen, wordt het politiek stiller om je heen.” Dat is zo. Maar kijk naar het nieuws. Waar bestaat dat uit? Vooral over zaken die niet goed gaan. Dan kom ik als waterschapsbestuurder liever niet in het nieuws, want dan gaat het goed en is Nederland veilig.
De zaal was vooral gevuld met nieuw gekozenen. De meeste oudgedienden waren thuis gebleven. Ze hadden naar mijn beleving ongelijk. De presentatie over vooral burgerparticipatie was de moeite waard en bevatte veel suggesties hoe bestuurders het konden aanpakken. Maar veel was toch nog geredeneerd vanuit het openbaar bestuur en niet vanuit de burger. Ik voel meer voor ‘bestuurdersparticipatie’. Niet de burger te gast bij de overheid en haar plannen, maar de bestuurder te gast bij de plannen van de burgerij om te kijken hoe burger initiatieven beter ondersteund zouden kunnen worden.
Aan het begin van de avond was ik uitgenodigd om voor de leden van de Markiezaatskamer in de Draak een presentatie te geven over het waterschap en haar activiteiten. Dat doe ik graag en het is altijd leuk om oud bekenden en nieuwe mensen te ontmoeten en ze iets te mogen vertellen over wat me bezighoud en over het grote onbekende waterschap. De discussie liet zien dat het voorzorgprincipe, zoals ik dat hanteer bij mijn werk als raadslid en waterschapsbestuurder, niet bij iedereen tussen de oren zit. Ook is er onder de leden van de Markiezaatskamer, die veel al bij het ouder worden de Juniorkamer moesten verlaten, nog veel van het vooruitgangsdenken bewaard gebleven. Maar verschillen in denken en achtergronden maken een discussie interessant en zinvol.
2 juni
Om de veertien dagen is dinsdag weer Dagelijks Bestuurdersdag. Vandaag de eerste van deze periode. Voor mij was het belangrijkste agendapunt de portefeuilleverdeling. Ik ga in grote lijnen doen waar ik van 2009 tot februari 2014 ook mee bezig was. De waterschapsprojecten in de gemeenten: Drimmelen, Oosterhout, Waalwijk, Dongen, Loon op Zand, Tilburg, Gilze en Rijen, Goirle en Geertruidenberg, alsmede het Ruimte voor de rivier project Overdiepse Polder, cultuurhistorie en het regionaal archief. Er bij is gekomen de uitvoeringprojecten primaire keringen. Dat zijn de komende dijkverbeteringen langs de Maas, Bergse Maas het Hollands Diep en de Amertak. En voor zover het mijn projecten en taken betreft: duurzaamheid, innovatie en klimaatadaptatie. Vooral ten aanzien van dat laatste ben ik blij dat de waterschapsinzet voor klimaatadaptatie de komende tientallen jaren zichtbaar zal gaan worden en dat ik daarmede een rol in mag spelen.
Voor de verder portefeuilleverdeling kijk eens op de website van het waterschap.
Vooruitlopend op de benoeming in de avond had ik in de middag een portefeuilleoverleg met de ambtenaar die mij gaat ondersteunen bij de commissie waterkeringen van de Unie van waterschappen en een overleg met de ambtenaren die het project Boomkikker (een EVZ die twee populaties van boomkikkers verbindt) begeleiden.
Vrijdag 29 mei stond de commissievergadering op de agenda de en zaterdag 30 mei een paneldiscussie georganiseerd door de golfclub Toxandria over de boomkikker. Ik werd goed voorbereid voor beide bijeenkomsten.
Na een stevige discussie over mijn veroordeling voor het openbaar maken van stukken van de gemeente Bergen op Zoom die naar de mening van de rechtbank geheim hadden moeten blijven, werd ik door de algemene vergadering toch benoemd tot lid van het dagelijks bestuur. Ik haalde 21 van de uitgebrachte 29 stemmen. Ik zelf mocht niet meestemmen. Na een afwezigheid van ruim 15 maanden mocht ik weer gaan doen wat ik leuk vind en waar ik denk een goede bijdrage aan te kunnen leveren. Kiezers op Ons Water, kandidaten en AB leden bedankt. Ik ga weer mijn best doen voor een veilig en mooi West-Brabant, waar het voor mens, dier en plant goed toeven is.
29 mei
Vandaag eerst naar de commissie waterkeringen van de Unie in Amersfoort. Hier stond het ontwerp van de nieuwe waterwet op de agenda met onder andere de nieuwe normering primaire waterkeringen. Voor ons waterschap was vooral belangrijk dat in ons gebied de status van de Drongelens kanaaldijk niet zou veranderen. Die dijk willen we graag van Rijkswaterstaat (RWS) overnemen, maar dan wel in een goede en veilige staat van onderhoud. De discussie over die dijk voerde het waterschap en ik al jaren met RWS en wij willen die snel afronden zodat bewoners en ondernemers achter die dijk zich weer terecht veilig kunnen voelen. Na de commissie als een haas naar de Overdiepse Polder voor een presentatie aan ongeveer 50 studenten van een hoge school. Het ging als vanouds. Een student vroeg in de bus tijdens de rondleiding of ik wel eens een carrière in het onderwijs had overwogen? Mijn waterdag kon niet beter eindigen.
30 mei
Het eerste deel (die we fase 2 noemen) van een ecologische verbindingszone (EVZ) voor de boomkikker op het landgoed Toxandria werd op 30 mei feestelijk in gebruik genomen. In mijn eerste periode als DB-lid had ik de samenwerkingsovereenkomst voor dit project namens het waterschap mogen tekenen. Dus, ondanks dat ik er 15 maanden tussenuit was geweest, was ik redelijk goed op de hoogte van wat er in de tussentijd gerealiseerd was. Het eerste deel was gereed en was samen met het gerealiseerde ‘Boomkikkerpad’ door boomkikker en wandelaar in gebruik genomen. Heel leuk was dat het geluid van de boomkikker al werd gehoord. De EVZ werkte dus. Alle aanleiding om nu met de andere drie deeltrajecten aan de slag te gaan. Werk dus aan de winkel voor het waterschap en de gemeenten Breda en Gilze en Rijen. De paneldiscussie tussen de vijf ‘deskundigen’, vertegenwoordigers van belanghebbende organisaties, werd deskundig geleid door de betrokken wethouder Aletta van der Veen van de gemeente Gilze en Rijen. Ik vermaakte me uitstekend als panellid, hoewel de eindconclusie van de afsluitende voorzitter van de golfclub over mij was; “niet strak in het pak wel strak in de regels”. We willen als waterschap best flexibel zijn over de ‘aanbesteding’ van het onderhoud en de inzet van vrijwilligers. Maar het moet wel goed gebeuren zodat de EVZ goed blijft/gaat functioneren en de waterbergende functies ook in stand blijven en dit ook nog binnen de regels, deels opgelegd door de wetgever als het gaat over aanbesteden, die wij hebben te volgen. Dit laat onverlet dat de realisering en onderhoud van dit soort projecten heel goed en met derden en vrijwilligers moet kunnen. Alleen al om zaken betaalbaar te houden zal dat moeten. Maar dat vergt meer dan alleen een cultuuromslag. Ook de wettelijke regels dienen dan aangepast te worden.
Als waterschapsbestuurder en als gemeenteraadslid bezoek ik vaak lezingen en symposia om te leren van de goede voorbeelden en denkwerelden van anderen. Zo bezocht ik vrijdag 22 mei de PAL lezing (Provinciale Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit Zuid-Holland) in het provinciehuis van Zuid-Holland.
Dit keer gingen de lezingen over ruimtelijke kwaliteit. In de lezing Abe Veenstra kwamen tal van voorbeelden voorbij en werden adviezen gegeven hoe ruimtelijke kwaliteit vorm gegeven kan worden bij projecten in de openbare ruimte.
Voor mij, als Bergenaar, was het leuk dat de Mosesbrug gepresenteerd werd als goed voorbeeld van hoe een ontwerp van een brug kan bijdrage aan de kwaliteit van het vormgeven in de openbare ruimte. Voor mij als waterschapsbestuurder was het mooi dat het project Ruimte voor de Rivier, met als één van de projecten de rivier verruiming Overdiepsepolder werd genoemd als een project waarbij kwaliteitsteams meedachten en het project begeleidden om ook het begrip ruimtelijke kwaliteit een plaats te geven in het denken over en realiseren van een project.
De lezing van Michel Heesen richtte zich op ruimte en mobiliteit. Het trof mij in zijn verhaal dat er sinds de tijd van Cornelis Lely zoveel veranderd is. Toen in 1915 er wegen werden aangelegd gebeurde dat volledig binnen de bouwdienst van Rijkswaterstaat. En als het ging over de inpassing van wegen in het landschap werd Staatsbosbeheer ingeschakeld. Toen was het: overheid ontwerpt, aannemer bouwt. Nu is het: de overheid als manager, en risico en ontwerp bij aannemer. Met alle risico’s van dien. Denk aan wat er nu gebeurt bij de verbreding van de A15 bij Europoort. Ruimtelijke kwaliteit lijkt nu een ondergeschoven kindje. Het wordt hooguit gecamoufleerd met een beeldkwaliteitsplan. Maar kijk je naar de gekozen aanlegmotto’s in Zuid-Holland: “niet horen, niet ruiken en niet zien” voor de laagste prijs, dan is ruimtelijk kwaliteit in de weegfactoren bij de aanbesteding nauwelijks ter zake doende. Dit heeft tot gevolg dat we tussen muren van beton en glas rijden. Geen landschap of stedelijke uitzichten meer ervaren, maar kunnen ‘genieten’ van vervuilde graffiti. Wat mij betreft komt de tijd van Lely snel terug. Het wachten is op nog een aantal debacles zoals de A15 en het inzicht dat ruimtelijke kwaliteit iets anders is dan “niet horen, niet ruiken en niet zien”.