(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 15: ER IS MEER GEBEURD DAN DE KOMST VAN DE QUAGGAMOSSEL

 

| 25-01-2015 | 12:45 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 15

 

Er is meer gebeurd dan de komst van de quaggamossel 


blauwalgDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.
 

In de ontwerp-rijksstructuurvisie en in bijbehorende stukken wordt steeds gesteld dat de quaggamossel verantwoordelijk is voor de sterk verminderde blauwalgproblematiek op het Volkerak-Zoommeer. En vaak wordt er dan bij vermeld dat deze verbetering niet blijvend hoeft te zijn omdat ook het quaggamosselbestand kwetsbaar zou kunnen blijken. Hiermee wordt de indruk gewekt dat zonder de quaggamossel er geen verbetering zou kunnen zijn optreden. Dat is echter slechts een deel van de werkelijkheid.

Het vaak vergeten deel is dat ook voor blauwalgen geldt dat ze alleen overvloedig kunnen voorkomen als ook hun eten in overvloed beschikbaar is. Hoe hoger de stikstof- (N) en fosfaat- (P) gehalten in het water hoe meer kans op overvloedige blauwalgengroei. De stikstofaanvoer naar het Volkerak-Zoommeer systeem is de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald. In de milieurapportage uit 2012 zijn daarvan cijfers op de pagina’s 64/65 te vinden. Die spreken boekdelen. Was de aanvoer van stikstof in de jaren 1989/95 voor het Krammer-Volkerak nog gemiddeld 1450 kg/ha/j in de jaren 2000/2009 was dat gemiddelde gedaald naar 1000 kg/ha/j. Een daling met 31 %. Voor het Zoommeer was die daling gemiddeld zelfs 37 %. Ook de fosfaataanvoer in het Krammer-Volkerak daalde. Van gemiddeld 46 kg/ha/j in de jaren 1989/95 tot 25 kg/ha/j in de jaren 2000/2009. Een daling van 46 %. Ook in het Zoommeer was er sprake van een significante daling, zij het dat deze beperkt bleef tot 13 %. Wetgeving, zoals de nitraatrichtlijn en een ander bemestingsbeleid in de landbouw, begint steeds meer effect te sorteren. Maar er is ook sprake van een afnemende nalevering van orthofosfaat uit de waterbodems. Kortom, de hoeveelheid voedsel in het water van het Volkerak-Zoommeer voor de blauwalgen is de afgelopen jaren geleidelijk gedaald en daalt verder. Gesteld mag worden dat ook de daling van de stikstof- en fosfaatgehalten een bijdrage heeft geleverd aan de geconstateerde afname van bloei van blauwalgen. De totale waterkwaliteit van het zoete Volkerak-Zoommeer is al jaren aan het verbeteren en er is geen reden om aan te nemen dat die geleidelijke verbetering nu zou stoppen. 

Louis van der Kallen 

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE: TUSSENSTAND PETITIE – 2

 

| 21-01-2015 | 17:00 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE: TUSSENSTAND PETITIE – 2

 

karperDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

Op 14 oktober zijn wij de petitie “STOP DE VERZILTING VAN HET VOLKERAK-ZOOMMEER” gestart. Op 1 januari 2015 hadden 931 mensen deze ondertekend.
Er werden in 2014 bij de petitie 95 opmerkingen gemaakt die vrijwel allen de wens tot zoet blijven van het Volkerak-Zoommeer onderschreven c.q. motiveerden. Wij zullen de komende weken een aantal van de opmerkingen via de facebook pagina van Ons Water onder uw aandacht brengen. De onderstaande drie opmerkingen van even zovele ondertekenaars waren alle gedateerd 15 oktober 2014:

  • “Als Bergenaar heb ik deze kwestie vol verbazing gevolgd. Altijd gedacht dat de minister van I en M toch nooit groen licht zou geven, dus toch wel! Met de huidige ontwikkelingen wat betreft de waterkwaliteit totaal 350 miljoen uitgeven lijkt me volstrekt verkeerd, belachelijk zelfs. Als recreant van het gebied kan ik meepraten over de huidige waterkwaliteit, minstens 5 jaar helder, waterplanten en vrijwel geen overlast van blauwalg. Dat het nog niet structureel ”goed” is weten we, maar geeft het een ieder geval een kans…
  • “Als visser is het al triest te zien dat de visstand zwaar onder druk staat door (beroepsmatige) overbevissing. Helemaal een doodzonde dat potentieel een van de mooiste viswateren waar heel lang een goede en mooie populatie vissen van diverse soorten wordt verkwanseld voor feitelijk niets anders dan nostalgie.”
  • “Je ziet het gewoon aan de vissen in het Volkerak dat ze het daar goed naar hun zin hebben momenteel. Ze zien er gezond en wel doorvoed uit, waarom dan nu nog ingrijpen? Verzilting is echt niet meer nodig. Het zou jammer zijn als dit gebied terug zout zou worden.” 

Als voorbeeld een mooi filmpje van Franse vissers op het Volkerak.

Louis van der Kallen 

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 14: EEN BUITENLANDSE BLIK

 

| 17-01-2015 | 16:00 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 14

 

Een buitenlandse blik 

 

Albert-Einstein-2De landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

Nederlanders denken dat, als het over water gaat, we de ’top’ van de wereld zijn en misschien zijn we dat ook wel. Maar de vraag is of dat ook zo is als het over verzilting gaat. Verzilting van landbouwgronden is al decennia een mondiaal probleem. In dat kader is het misschien toch goed om te kijken wat buitenlandse experts geschreven hebben over verzilting in Nederland. Dat kan ook interessant zijn als je beseft dat Nederland als deltagebied altijd heeft beschikt over grote voorraden en aanvoer van zoet water wat zou kunnen leiden tot onderschatting van de problematiek van verzilting of het denken over zoet watertekorten. 

In het kader van de eventuele verzilting van het Volkerak-Zoommeer is in april 2012 verschenen het Milieueffectrapport waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer

Op pagina 145 onder het kopje ‘Expert review oktober 2006′ wijzen buitenlandse deskundigen op de mogelijke risico’s en bijwerkingen van verzilting van het Volkerak-Zoommeer. Hierbij enkele memorabele citaten:

  • “Een zout Volkerak-Zoommeer zou een habitat kunnen gaan vormen voor schadelijke mariene algensoorten.”
  • “Langdurige perioden van sterke gelaagdheid en een gering zoutgehalte in de bovenste waterlaag zouden kunnen leiden tot een hoge concentratie van micro-algen, die buiten het bereik blijven van algenetende bodemdieren, zoals mosselen.”

Eveneens hebben de experts gemeld dat de spontane herintroductie van mosselen etc. te positief is geschat.” 

In maart 2014 is verschenen de OECD studie “Water Governance in the Netherlands, Fit for the future.”. Dat is een studie van de OECD uitgevoerd door een keur van internationale deskundigen naar het totale waterbeheer in Nederland. Ook daaruit enkele citaten: pagina 57

  • “In the past, water supplies have been abundant and the abstraction regimes used in the Netherlands have focused on ensuring flood safety an protecting water quality. However, there is a growing risk of shortage due to a lack of water and increasing salinity as sea water intrudes into the delta and saline groundwater rises.”
  • “According to Jeuken et al. (2012), estimates of economic loss to the Dutch agricultural sector may reach EUR 700 million in a ‘dry year’ (frequency of 1/10 years) and EUR 1800 in an ‘extreme dry year’ (frequency of 1/100 years)”

En te vinden op pagina 187: 

  • “In fact, since 2006, the quality of the Volkerak-Zoommeer has unexpectedly improved due to the introduction of the quagga mussel that filters the water and removes algae.” 

Duidelijk is dat internationale deskundigen zien dat er aan verzilting, en daarbij het verloren gaan van zoet watervoorraden, ook in Nederland risico’s verbonden zijn. Hieronder het optreden van een zoet watertekort dat grote verliezen kan betekenen voor onze landbouwproductie. Ook is helder dat er problemen kunnen ontstaan met mariene (zout water) algensoorten. Kortom verzilting van het Volkerak-Zoommeer is risicovol en kan een forse schade betekenen voor onze landbouwproductie. 

Louis van der Kallen 

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE: TUSSENSTAND PETITIE – 1

 

| 13-01-2015 | 12:00 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE: TUSSENSTAND PETITIE – 1

 

vrouw in zoet waterDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten. 

Op 14 oktober zijn wij de petitie “STOP DE VERZILTING VAN HET VOLKERAK-ZOOMMEER” gestart. Op 1 januari 2015 hadden 931 mensen deze ondertekend. Van de ondertekenaars hadden 20 % dat gedaan zonder hun naam en adres kenbaar te maken. Van de wel bekende ondertekenaars kwam
13 % uit het buitenland, voornamelijk België en Duitsland
42 % kwam uit het werkgebied van het waterschap Brabantse Delta
9 % uit Zeeland
22 % uit Zuid-Holland
14 % uit de rest van Nederland.
Wat qua woonplaatsen van de ondertekenaars opviel was dat 8,5 % uit Bergen op Zoom en ruim 4 % uit de Heen kwam. Het lijkt erop dat nogal wat recreanten, natuurliefhebbers en agrarische ondernemers de petitie tekenden. Zij zien klaarblijkelijk als geen ander de nadelen van verzilting.
Verder werden er in 2014 bij de petitie 95 opmerkingen gemaakt die vrijwel allemaal de wens tot zoet blijven van het Volkerak-Zoommeer onderschreven c.q. motiveerden. Wij zullen de komende weken een aantal van deze opmerkingen via de facebook pagina van Ons Water onder uw aandacht brengen. De eerste was gedateerd 15 oktober 2014:
 “Als voormalig waterbouwer, betrokken bij de aanleg van de secundaire deltawerken, heb ik met grote verbazing kennisgenomen van de beslissing van dit kabinet. Met heel veel miljoenen guldens (euro’s) belastinggeld van de inwoners is een veilig en prachtig Volkerak-Zoommeer ontstaan dat nu plotsklaps weer teniet wordt gedaan. Hierbij moet bedacht worden dat het 30 jaar geduurd heeft om tot dit moois te komen. Verzilting vraagt wederom een tijdsspanne van 30 jaar of meer om eenzelfde?? natuur terug te krijgen. Verzilting heeft alleen zin als het volledige getij terugkeert want anders verkrijgen de omwonenden een stinkende en rottende waterplas ervoor terug. De omliggende gemeenten dienen hiervan goed bewust te zijn omdat dit ook ten koste gaat van het alom gepropageerde (water)toerisme in deze regio.”

Louis van der Kallen 

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 13: HET RAMMEGORS VOORLOPIG WEER ZONDER GETIJ

 

| 10-01-2015 | 12:15 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 13

Het Rammegors voorlopig weer zonder getij

 

rammegorsHet terugbrengen van een zout getij vanuit de Oosterschelde in het natuurgebied Rammegors bij Sint Philipsland is voorlopig gestopt. Rijkswaterstaat heeft de doorlaat die in de Krabbenkreekdam was gecreëerd gesloten. Dit is uit voorzorg gedaan omdat de bodem van de Oosterschelde voor de dam veel sneller blijkt te eroderen dan gedacht. Zolang niet duidelijk is wat daar de gevolgen van zijn, wordt er geen zout water doorgelaten. 

Vanaf 5 december 2014 liet de sluis in de Krabbenkreekdam weer zout water uit de Oosterschelde in het natuurgebied Het Rammegors lopen. Op 19 december is de sluis weer afgesloten vanwege de snelle erosie aan de bodem. De fundering waar de sluis op staat kan hierdoor worden aangetast. Het is nog onduidelijk hoeveel tijd het onderzoek vraagt en hoe lang de doorlaat gesloten blijft.

Rijkswaterstaat wilde weer zout water in het Rammegors toelaten, zodat er weer slikken en schorren ontstaan. De huidige afsluiting heeft nog geen grote gevolgen voor de flora en fauna in het Rammegors, omdat er na twee weken getijdenstroming nog slechts beperkte verzilting heeft plaatsgevonden. Van het weer zout maken van natuurgebied Rammegors bij Sint Philipsland komt voorlopig dus niets terecht. Zolang nog wordt onderzocht wat de gevolgen van de erosie aan de bodem kan zijn, wordt geen zout water doorgelaten. 

Was de erosie te verwachten? Ik denk het wel. Een erosie-effect kan ook op gaan treden in geval het getij, zoals nu is voorgesteld, terug wordt gebracht in het Volkerak-Zoommeer.

In haar zienswijze heeft de Stichting Sirene nadrukkelijk gewezen op het risico dat, bij het terugbrengen van het getij in het Volkerak-Zoommeer, de zandhonger (erosie) in de Oosterschelde versterkt zal gaan worden waardoor slikken en schorren in omvang zullen afnemen. Feitelijk is de optredende erosie bij de doorlaat naar het Rammegors in het klein wat straks bij in het noordelijke deel van de Oosterschelde kan gaan gebeuren. Hopelijk leert Rijkswaterstaat hier iets van met betrekking tot de risico’s verbonden aan de plannen voor het Volkerak Zoommeer. 

 

Louis van der Kallen 

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 12: WAT IS DE WAARHEID? – 2

 

| 04-01-2015 | 11:00 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 12

Wat is de waarheid? – 2

 

jachthaven 2De landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.  

De ontwerp-rijksstructuurvisie is bijna juichend over de door de verzilting te verwachten positieve effecten voor het toerisme. Als dat werkelijk voor het hele gebied zo zou zijn waarom hebben dan maar liefst zes jachthaven/watersport bedrijven, die afhankelijk zijn van het watersporttoerisme dan een zienswijze ingediend met de volgende vier verzoeken:

  1. Voorlopig af te zien van verzilting van het VZM, totdat duidelijk is of de overlast van blauwalg terugkeert.
  2. Geheel af te zien van verzilting van het VZM als in een later stadium blijkt dat de kans dat overlast van blauwalg terugkeert nihil is.
  3. Te onderkennen dat verzilting van het VZM forse negatieve effecten met zich meebrengt voor de havens achter de Manderssluis en het Benedensas.
  4. De rijksstructuurvisie en de onderliggende MER en MKBA te heroverwegen en zo nodig aan te passen op de punten zoals in de bijlage bij deze brief genoemd.  

Zouden de zes bedrijven: Jachthaven Waterkant te Dinteloord, Jachtcentrum te Dintelmond, Jachthaven de Vlije te Steenbergen, het Bunkerstation AM van der Kolk te Dinteloord, Stevens Nautical te Heijningen en Jachthaven de Schapenput in de Heen, hun belangen niet zien? Of is het zo dat in de stukken vooral de voordelen aan bod zijn gekomen.  

Volgens hen is het voornaamste nadeel voor de waterrecreatie het opnieuw in bedrijf nemen van de Manderssluis en het Benedensas. Daarmee vermindert de bereikbaarheid van de Brabantse binnenwateren, omdat geschut moet worden om de havens achter de sluizen (zes jachthavens met gezamenlijk zo’n 1.550 ligplaatsen) te bereiken. Daarnaast voorzien zij stankoverlast van rottende zeesla, juist bij de Manderssluis en het Benedensas. 

Deze extra barrière voor hun klanten heeft een sterk negatief effect, zowel op het aantal overnachtingen van passanten als op de aantrekkelijkheid van de vaste ligplaatsen. Dat blijkt naar hun inzicht uit het feit dat de havens achter deze twee sluizen pas goed tot ontwikkeling zijn gekomen na de afsluiting van de Philips- en Oesterdam. In de Maatschappelijke Kosten/baten analyse (MKBA) is dit negatieve effect amper meegenomen voor de passanten en helemaal niet voor de vaste ligplaatsen, terwijl het overgrote deel van de inkomsten van een jachthaven komt uit de liggelden van de vaste ligplaatshouders. Het niet meenemen van deze negatieve effecten is in hun ogen onterecht. “Verzilten van het VZM zal een zeer zware wissel trekken op de rentabiliteit en levensvatbaarheid van onze havens”, was hun harde conclusie. Voor wie is het dan wel voordelig? Ons Water sluit niet uit dat dit de havens zijn langs de Grevelingen. Ook hier lijkt het erop dat de Zeeuwen goede zaken doen met de structuurvisie en West-Brabant wederom aan het kortste eind trekt en de rekening mag betalen!

Louis van der Kallen 

 


2050

 

| 31-12-2014 | 19:20 uur |


 

2050

 

Dhaka Banglades

Dhaka Bangladesh

Soms zet het bijwonen van een symposium me aan het denken, omdat wat gepresenteerd wordt me verbijstert. Dat overkwam mij op 10 december in Dordrecht. Ik bezocht het symposium “Smart Thinking #3 – Water; van innovatie naar implementatie” in het Energiehuis en georganiseerd door PLATFORM31 

Wat mij in die bijeenkomst vooral trof was de presentatie van Arno Bouwman. Hij is verbonden aan PBL, het planbureau voor de leefomgeving. De spreker had mij gelijk wakker gemaakt met de start: “wij zijn een onafhankelijke onderzoeksinstelling en wij vallen onder het ministerie I&M“. Onafhankelijk en onder een ministerie vallen gaat er bij mij niet echt in. Dat maakt mij kritisch. Dat laat onverlet dat de spreker dat toch zo kan voelen. Kern van zijn betoog was: de steden staan voor een aanmerkelijke groeispurt en in 2050 woont circa 70 % van de wereldbevolking in steden. Uit het gepresenteerde kaartmateriaal bleek dat die stedelijke groei vooral in de delta’s van de wereld gaat plaatsvinden. De nu vruchtbare delta’s van de Niger, de Nijl, de Zambezi, van de Ganges/Bramaputra, de Mekong, de Sông Hông (de rode rivier), de Jangtsekiang (blauwe rivier), de Huang He (gele rivier), enzovoort huisvesten straks 60 % van de wereldbevolking. Dit stelt de mensheid voor kolossale problemen op het gebied van het waterbeheer, zoals voldoende schoon water, riolering en afvalwaterzuivering. In het licht van de klimaatverandering en stijgende zeespiegel is waterveiligheid ook een probleem. Veel van de delta’s zijn slecht tot nauwelijks beschermd tegen de combinatie zeespiegelstijging en grotere variaties in rivierafvoeren. Een land als Bangladesh staat voor een haast onmogelijke opgave haar meer dan 100 miljoen mensen, die leven in haar delta, te beschermen. Maar één probleem blijft in het rapport, waarop dit alles gebaseerd is, onvermeld. De voedselvoorziening!

Het ruimtebeslag van de groeiende steden gaat vooral ten koste van de vruchtbaarste gronden. De vestiging van de eerste menselijke nederzettingen, waaruit de meeste huidige steden zijn ontwikkeld, vond plaats in de vruchtbaarste delta’s. Kenmerken waren korte aanvoerlijnen van voedsel en de beschikbaarheid van zoet water. Korte afvoerlijnen van afval, dat vaak weer gebruikt kon worden als meststof voor de voedselproductie. Langs de snelwegen van de oudheid en de middeleeuwen, de rivieren, ontstonden de steden als markt- en stapelplaatsen. De wegen waren immers van slechte kwaliteit en vaak maar gedurende delen van het jaar bruikbaar. Ondanks de komst van goede wegen, spoorwegen en luchtverbindingen liggen de meeste (toekomstige) megasteden, die begonnen als dorpen, nog steeds in de van oorsprong vruchtbare delta’s en op de voor voedselproductie meest geschikte gronden. Ook de steden die niet in delta’s liggen hebben bij uitbreidingen vaak de nabije land- en tuinbouwgronden bebouwd. Ook dat waren vaak de beste en productiefste gronden.

Neem ons eigen Bergen op Zoom. De rijke tuinbouwgronden, die vroeger zorgden voor rijke aardbei- en asperge-opbrengsten, zijn bebouwd en de productie van het witte goud is in onze regio sterk verminderd. In de jaren vijftig leerde ik op de lagere school in Rotterdam nog dat de beste en meeste asperges uit Bergen op Zoom kwamen. Dat is helaas lang geleden. Voor mij is het helder de opgave wordt straks niet alleen de waterveiligheid en waterhuishouding van de steden goed te regelen, maar ook hoe voeden we de mensheid als de beste en meest productieve gronden zijn bebouwd. Stadslandbouw is straks geen hobby of ontspanningsbezigheid, maar bittere noodzaak. Of moeten we heel anders gaan denken en dat bebouwen van de delta’s niet als een gegeven beschouwen en gaan kijken of de planologie voor toekomstige uitbreidingen niet volgend moet zijn maar op landelijke/mondiale schaal leidend! Of blijven we er op vertrouwen dat technologie altijd en overal de oplossingen zullen aandragen? 

Louis van der Kallen 

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 11: DE DELTAWERKEN EN ZOET WATER

 

| 28-12-2014 | 12:00 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 11

 De Deltawerken en zoet water

 

deltawerkenBij de Deltawerken denken we bijna altijd alleen aan waterveiligheid, maar dat is onterecht! Van het begin af aan was zoet water een thema bij de ontwikkeling van de plannen. Ook toen dachten de plannenmakers integraal. Ook de nieuwe economische mogelijkheden van de plannen kwamen uitgebreid aan bod. Zo ook wat de ontwikkelingen voor een betere zoetwatervoorziening voor industrie en landbouw zou kunnen betekenen. 

Als voorbeeld enkele citaten uit de rede die de Minister van Verkeer en Waterstaat, Mr. J. Algera op 21 februari 1953 uitsprak tijdens de installatie van de Deltacommissie: “De plannen voor de zojuist besproken afdammingen in het complex der benedenrivieren vloeiden echter niet alleen voort uit de wens tot beveiliging van de aangrenzende gebieden tegen mogelijke stormvloeden, maar zij maken tevens deel uit van een complex maatregelen, dat beoogde de verzilting te bestrijden door het vormen van zoetwaterboezems en door het verminderen van de hoeveelheid uit zee binnenstromend zout water als gevolg van het beperken van de komberging.”

“Tevens zou de mogelijkheid kunnen worden geopend om een deel van het zoete water van Rijn en Maas, dat thans naar zee wegstroomt, langs Rotterdam te voeren en aldus de voortschrijdende verzilting van de Nieuwe Waterweg tegen te gaan , alsmede om deze gebieden, die daarvan thans nog verstoken zijn, aan zoet water te helpen.”

“Daarnaast zal de uitvoering van deze werken op bijzondere wijze ten goede kunnen komen aan de zoetwatervoorziening van een groot deel van ons land en de bestrijding van de gevolgen van de voortschrijdende verzilting op verschillend gebied,….”  

Ook de uitkomsten van onderzoeken die gebruikt zijn bij de totstandkoming van het rapport eindverslag en interim adviezen deel 1 van de Deltacommissie, zoals de studie van de Commissie ter Bestudering van de Ruimtelijke Ordening in de Landbouw (paragraaf 5.3) met onder andere de stelling: “Ter wille van de zoetwaterhuishouding behoort in het voltooide Deltaplan het Volkerak te zijn afgedamd.”  werden te harte genomen. Vele pagina’s van de rapportage werden gewijd aan “De verbetering van de zoetwaterhuishouding” (paragraaf 6.2). 

De wijze lessen van toen worden nu terzijde geschoven. Toen werd de verzoeting van wateren als het Volkerak Zoommeer en het Haringvliet als noodzakelijk gezien voor een goede toekomst van de landbouw en voor de industrialisering van dit deel van Nederland. Ook in “Waterbeleid voor de 21e eeuw”, het advies van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw, ook wel de commissie Tielrooij genoemd (uitgegeven in augustus 2000), kwam dit gegeven aan de orde. Jammer dat zoveel politici ophouden met nadenken als een aantal ‘prominenten’ eenmaal een besluit hebben genomen. Je vraagt je steeds opnieuw af waarom er niet geleerd wordt van het verleden? 

Louis van der Kallen 

 


‘LIEGENDE’ DROMENDE POLITICI

 

| 26-12-2014 | 11:20 uur |


 

‘LIEGENDE’ DROMENDE POLITICI

 

vvd-keihard-liegenZelf constateer ik al jaren dat aperte onwaarheden en het wekken van volstrekt onhaalbare verwachtingen in verkiezingsprogramma’s en verkiezingsleuzen steeds vaker deel uit lijken te maken van de manier waarmee politici de kiezers benaderen. Liegen lijkt steeds vaker een volkomen geaccepteerd gedrag te zijn van politici. Ik vraag mij al jaren af hoe dat komt. In mijn herinnering lijkt het de laatste tien jaar er langzaam in geslopen te zijn, met als hoogtepunt de VVD verkiezingsbelofte bij alle verkiezingen van de laatste vier jaren van belastingverlagingen, terwijl iedereen kan weten dat dit volstrekt onhaalbaar is. Maar sinds kort ben ik er achter hoe dat komt!  

Er komen waterschapsverkiezingen aan en in dat kader wordt er ook voor deze verkiezing een kieskompas gemaakt door een ‘onafhankelijke organisatie’ die zichzelf een wetenschappelijk imago aanmeet met als directeur politicoloog André Krouwel, die als universitair hoofddocent verbonden is aan de afdeling politicologie van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Op 16 december hadden we op het kantoor van het waterschap Brabantse Delta een stellingenconferentie om stellingen te bespreken die door de deelnemende partijen bij het ‘kieskompas’ waren ingebracht ter bespreking. Velen werden door André Krouwel snel en vaardig afgeserveerd. “Te vaag”, “te moeilijke taal”, “te genuanceerd”, enzovoort. Stellingen die een onjuiste voorstelling van zaken waren werden echter wel goedgekeurd, zelfs als ze in strijd met de wet waren. Ook stellingen, zoals bijvoorbeeld: “boeren moeten verplicht worden mee te werken aan waterveiligheid”, die al lang wet zijn en gewoon al jaren als uitgevoerd beleid worden geaccepteerd. Tegenstrijdigheden in het goedkeurgedrag van partijen, zoals gaan voor belastingverlaging en tegelijkertijd gaan voor allerlei voor de kiezer ‘leuke’ dingen (alsof ze geen geld kosten) waren geen aanleiding dat te benoemen. Nee, partijen mogen gewoon bij hun invulling van hun positie ten aanzien van een stelling dit soort tegenstrijdigheden aan hun laars lappen.

Waar ik mij het meest aan ergerde was dat partijen stellingen in mochten brengen die volstrekt in strijd waren met de taken en bevoegdheden van het waterschap. Toen ik dat ter discussie bracht was het ‘wetenschappelijke’ antwoord van de politicoloog Krouwel “dat partijen en politici mogen dromen”. Is dat wat de kiezer mag verwachten? 

Ik erken dat wetten veranderbaar zijn. Maar ze zijn dat niet door het waterschap. Het waterschap moet binnen de gegeven wettelijke kaders functioneren. Dromen over een betere wereld, waarin alles gratis is, kan in de kroeg maar niet als er een waterschap, gemeente, provincie of land bestuurd moet worden. De indruk wekken dat het waterschap over bepaalde zaken gaat terwijl dat niet zo is, is in mijn ogen simpelweg kiezersbedrog! Als je werkelijk de kiezer wilt helpen zijn keus te maken, zoals bij het kieskompas wordt beweerd , dan is dat  naar mijn visie niet het geval met stellingen die grotendeels een onware of weinig realistische voorstelling van zaken geven. Het kieskompas lokt, door het geven van een onjuiste voorstelling van zaken, manipulatie door partijen uit. Om in het gevlei van de kiezer te komen kunnen partijen bij het invullen van hun antwoorden straffeloos liegen of tegenstrijdige uitspraken doen, en dat onder het voorwendsel van een toeziend ‘onafhankelijk wetenschappelijk’ oog.

Als partij moet je wel meewerken aan het kieskompas. Anders kom je niet onder de aandacht van de zoekende kiezer. Maar of de kiezer zich geholpen kan voelen met het kieskompas is voor mij niet echt een vraag meer. Hij of zij wordt grotendeels misleid met stellingen die niet reëel hoeven te zijn. Er mag immers gedroomd worden! Wat mij betreft horen de stellingen in een kieskompas voor de waterschapsverkiezingen te gaan over zaken waar een waterschap over gaat. En geen ‘dromen’ te bevatten maar haalbare en realiseerbare beleidsopties. Je kan in het echte leven ook geen ‘droomkeuzes’ maken. Als “dromen mag” wordt gepropageerd door ‘onafhankelijke politicologen’ als André Krouwel is er voor politici, die deelnemen aan een stellingenconferentie voor een kieskompas of voor hun partij die bij de stellingen hun positie weergeven op een kieskompas, geen enkele rem meer om niet te dromen en hun dromen worden dan al snel hun waarheid, ook al weten wij allemaal, diep in ons hart, dat de meeste dromen gewoon bedrog zijn. In het geval van een door een politicus dromend ingevuld kieskompas: kiezersbedrog. Maar het beloven van lagere belastingen door de VVD was vast niet liegen. Het was immers een droom en dat mocht van de politicoloog!  

Louis van der Kallen 

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 10: WIE WORDEN ER BETER VAN?

 

| 21-12-2014 | 11:15 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 10

Wie worden er beter van?

 

mosselteeltDe landsregering heeft de “ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer” vastgesteld en daarmee het voornemen kenbaar gemaakt een beperkt getij terug te brengen in het Volkerak-Zoommeer en deze wateren op termijn te verzilten.

Al lijkt een plan nog zo onzinnig er is altijd wel iemand die er beter van wordt. De vraag is dan altijd wel: hoe lopen de hazen en welke lijnen zijn zichtbaar? In de maatschappelijk kosten-batenanalyse (MKBA) is op de pagina’s 73/77, in apart gekaderde teksten en tabellen/grafieken, aangetipt het grote belang van de mosselteelt en de ‘enorme’ potenties van het Volkerak-Zoommeer op deze economische activiteit. Enkele bemerkingen uit de MKBA over de mosselteelt die inzicht geven in de samenhang tussen de belangen van schelpdierkwekers en de mogelijke verzilting van het Volkerak-Zoommeer:

  • Pagina 75: “De productie van de echte Zeeuwse mossel neemt structureel af en er lijken geen mogelijkheden dit tij te keren zonder de inzet van de Grevelingen en/of Volkerak-Zoommeer.”
  • Pagina 77/78: “De pacht is nu 4 à 5 miljoen euro voor het Rijk. Opbrengst circa 850 euro per hectare (9 % van de jaarlijkse opbrengst).”
  • Pagina 80: “Geschikt in het Volkerak-Zoommeer 2128 hectare (bodemcultuur) en 1108 hectare voor mosselzaadinvang en/of hangcultures.”
  • Pagina 81: “Naast de mogelijkheden voor mosselcultures in het Volkerak-Zoommeer is er een breder uitstralingseffect, in de zin dat aquaculturen op de Oosterschelde (mosselen en oesters) positieve effecten kunnen ondervinden wanneer er voedselrijk water op de Oosterschelde gespuid wordt.”
  • Pagina 138: “Zeker voor de mosselvisserij kan er enige haast zijn in verband met de teruglopende productie en schaarste aan mosselzaad.” 

Op pagina op 113 van het Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie (oktober 2014) is te vinden dat het Volkerak-Zoommeer totaal 10.527 hectare groot is waarvan 7.387 hectare water. 3.236 hectare is dus geschikt voor de schelpdierkweek (pagina 80, MKBA). Als we dan ook de vaargeul beschouwen, blijft er bitter weinig aantrekkelijks over voor de andere beoogde functies van het verzilte Volkerak-Zoommeer. Bij het terugbrengen van het getij profiteert de schelpdierteelt direct omdat de voedselschaarste in de Oosterschelde (deels) wordt opgeheven. Het rijk gaat dan voor 9 % van de opbrengst mee profiteren. Wij gunnen de Zeeuwse kwekers en werkers in die bedrijfstak een goede boterham. Maar niet ten koste van alles. Het grotendeels verwoeste bodemleven onder de hangcultures is nu niet bepaald een aantrekkelijk vooruitzicht voor de natuur van het Volkerak-Zoommeer. Het beeld van vele drijvende markeringstonnen en vele hectares water die voor de recreatievaart gesloten zullen worden, verkleinen de toekomstige kansen voor de recreatie fors. Van de recreatieve vergezichten zal weinig over blijven. 

Bij de verzilting en de terugkeer van het getij profiteren de schelpdierkwekers in de Oosterschelde direct van de hogere fosfaat- en nitraatgehalten ongeacht de eventuele (overgangs)ellende die de recreanten en oeverbewoners zullen ondervinden van het grote sterven in de overgangsfase, hoelang die ook zal duren. Ook het Rijk kan gelijk genieten van de hogere pacht inkomsten. Ik ben benieuwd wat er dan van de soms mooie cijfers, vermeld in het MKBA, overblijft. Want bijna al die cijfers zijn gebaseerd op een soort alleenrecht van al die toekomstdromen. De ervaring leert dat, als je geen rekening houdt met de dromen van een ander, ook je eigen dromen vaak veranderen in nachtmerries.  

Louis van der Kallen