OVER WATER – 86: MIJN DILEMMA “SLIKPOLDER”

 

| 08-04-2017 | 16.00 uur |


 

OVER WATER – 86

 

EEN DILEMMA
Als dagelijks bestuurslid van het waterschap Brabantse Delta heb ik de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak in mijn portefeuille. De voorbereiding van een dergelijke omvangrijke dijkverbetering is een forse klus, die wekelijks mijn aandacht vraagt. Ik heb met dijkverbeteringen en dijkverlegging de nodige ervaring opgedaan met het project Overdiepsepolder.

In de huidige tijd waar termen als burgerparticipatie veelvuldig vallen en de omgevingswet in wording is, probeert het waterschap alle (direct) belanghebbenden bij het proces te betrekken om uiteindelijk tot een beter product (de dijkverbetering) te komen. In dat proces betrekt het waterschap ook de andere overheden, zoals de gemeenten en de provincie, in de verwachting dat zij hun bijdrage leveren op een wijze die passend is in het taakveld van de betrokken overheden. Daar toe is er ook een bestuurlijke stuurgroep waarin het waterschap, Rijkswaterstaat, de gemeenten (Drimmelen, Oosterhout en Geertruidenberg) en de provincie betrokken zijn.

Als waterschapsbestuurder is mijn hoofdtaak de dijkverbetering op tijd, binnen budget en volgens de veiligheidsnormen en met oog op de toekomst te realiseren. Veiligheid nu en in de verre toekomst van de totale dijkkring 34A Geertruidenberg is een kerntaak van het waterschap. Een waterschapsbestuur is, hoewel tegenwoordig (sinds 2008) deels bevolkt door vertegenwoordigers van politieke partijen, een functioneel bestuur gericht op kerntaken zoals de veiligheid. In die voege moet ik dan ook niet zoveel hebben van ‘politieke’ spelletjes, die soms gericht lijken op de korte termijn. Juist dát lijkt het geval te zijn in de discussie over de dijkversterking rondom de Slikpolder in Geertruidenberg. Hierbij werd een, vanuit het waterschap bezien, technische klus ineens hét middelpunt van gemeentelijke politiek en bleek al snel dat twee trajecten van twee verschillende overheden door elkaar begonnen te lopen. Enerzijds het project van het waterschap, de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak, en  anderzijds wat een gemeentelijk project zou moeten zijn, gebaseerd op de vraag: wat willen wij met/in de Slikpolder. De gemeente is het bevoegde bestuursorgaan als het gaat over de inrichting van haar grondgebied. Ik heb meer dan dertig jaar ervaring als raadslid in een West-Brabantse gemeente en als ik raadslid of wethouder zou zijn van onder andere een mooie vestingstad als Geertruidenberg, zou ik branden van verlangen om, met mijn gemeenteraad en samen met de inwoners en ondernemers van de totale gemeente, een visie te ontwikkelen op de gewenste toekomst inclusief wat we als gemeenschap willen met een in potentie mooi gebied als de Slikpolder. Als waterschapsbestuurder ga ik daar niet over, maar heb ik wel te zorgen dat bij de besluiten, die ik met het dagelijks en eventueel algemeen bestuur neem, zoveel mogelijk een andere overheid niet wordt belemmerd in haar besluitvorming over de opgaven waar die overheid voor gesteld staat. Ik constateer nu dat de weg van de advisering van het college van Geertruidenberg aan het waterschap over de dijkverbetering een politiek onderwerp is geworden. Hierbij is, naar mijn gevoel, de korte termijn en wat willen direct aanwonende burgers vooral niet, bepalend geworden. Hierdoor worden kansen voor de toekomst niet eens besproken en uiteindelijk de duurzame veiligheid voor de gehele dijkkring 34a Geertruidenberg, maar ook een eventuele optimale natuurontwikkeling in de Slikpolder, wordt bemoeilijkt zonder dat er een visie is ontwikkeld op wat de gemeente met de Slikpolder wil. Ondertussen ligt er ruim 8 centimeter aan belangwekkende stukken over dit project, die als grondslag dienen voor de uiteindelijke keuze die het dagelijks bestuur van het waterschap met inachtneming van alle adviezen gaat maken. Ik heb niet de indruk dat de gemeenteraad, die door het college van B&W betrokken is bij het adviesproces van de gemeente Geertruidenberg, geheel op de hoogte is van de inhoud van die ruim 8 centimeter. Van de geluiden uit de gemeenteraad en uit de openbare behandeling maak ik op dat veel van de opvattingen, die in de gemeenteraad leven, gebaseerd zijn op het geruststellen van een deel van de burgerij die uitzicht heeft op de Slikpolder, onder het motto: wij willen vooral geen jachthaven! Het rare is dat de gemeenteraad als enige kan bepalen of er ooit wel of geen jachthaven komt. Een besluit over een jachthaven heeft niets, maar dan ook niets met een besluit van het waterschap over de dijkverbetering te maken. Ik zou mij als raadslid te kort gedaan voelen als ik mij zonder visie op de toekomst moest uitspreken over een zaak die heel bepalend kan zijn voor die toekomst. Een eventuele dijkverlegging maakt voor de Slikpolder geen enkele toekomstvariant onmogelijk. Natuurontwikkeling kan, een uitloop c.q. recreatiegebied blijft mogelijk, een jachthaven blijf mogelijk, enzovoort. Wat ik volstrekt onderbelicht vind in de gemeentelijke discussie zijn alle voor- en nadelen van de varianten van de Slikpolder. Als voorbeeld een citaat uit de concept Milieueffectrapportage: “Een bijzondere kans voor Natura 2000 is er duidelijk wel. Door het verleggen van de dijk ontstaat een buitendijkse kwelder onder invloed van getijdewerking. Dit levert een type natuur op waar de Biesbosch beroemd mee geworden is, met uitstekende mogelijkheden voor recreatie. De wens van de gemeente om de Biesbosch dichter bij de bewoners van Geertruidenberg te brengen kan op geen betere wijze gerealiseerd worden. De polder kan zelfs aan het Natura 2000-gebied worden toegevoegd. De doelsoorten blauwborst, rietzanger en bruine kiekendief zijn er als aanwezig.” Of er bij een dijkverlegging een buitendijkse kwelder onder invloed van getijdewerking ontstaat, is een eigen gemeentelijke keuze. Maar welke betere bescherming dan een Natura 2000 status zou het gebied nog meer kunnen bieden? Tevens is mij wel duidelijk dat door het participatieproces allerlei verwachtingen zijn ontstaan, die niet altijd ingevuld kunnen en zullen worden en dat dit tot teleurstellingen zal kunnen leiden, terwijl dat niet terecht hoeft te zijn, wat de inbreng van ieder ook is. Uiteindelijk beslist het dagelijks bestuur  met daarbij de inbreng van een iedere participant meewegend.

Tijdens het participatieproces zijn er al heel wat schetsen van de plannen aangepast. Als het over de Slikpolder gaat zijn er nu alternatieven uitgewerkt van de eventuele dijkverlegging die tegemoet komen aan de opmerkingen van aanwonenden zoals: een alternatief waarbij een bomenlaantje wordt gespaard, het schouwpad naar de buitenzijde wordt verlegd en de dijksloot wordt verbreed en verdiept en eventueel de beschermingszone en het gebied tot de woningen worden gedraineerd. Dit laatste om een huidig probleem van de bewoners (een hoogstand van het grondwater, waar het waterschap formeel niets mee van doen heeft) zo mogelijk te verlichten. Door de inbreng van derden, zoals de aanwonenden, wordt en is op die manier die mogelijke variant verbeterd. Dus ook als het dagelijks bestuur zou kiezen voor de dijkverlegging is er door de gewaardeerde inbreng van de bewoners het nodige verbeterd en heeft hun inbreng zeker zin gehad. 

Het dilemma, waar ik en straks het dagelijks bestuur voor staan, is een keuze te maken die recht doet aan ieders inbreng en de taak van het waterschap is om binnen de mogelijkheden de beste route te kiezen naar de hoogst haalbare veiligheid van alle inwoners van dijkkring 34A Geertruidenberg. Dat kan betekenen een dijkverlegging waarbij, mede door het creëren van ‘ruimte voor de rivier’ en voorland, een hogere graad van veiligheid dan de normen kan worden bereikt. Hierbij wordt dan tevens een bijdrage geleverd aan de veiligheid van anderen dan de inwoners van dijkkring 34A en kan dan ook, indien er bijvoorbeeld na 2050 opnieuw een dijkverbetering aan de orde is, die verbetering eenvoudiger en goedkoper worden. Dan lijkt de keuze simpel en dat is die in principe ook. Maar ik ben ook een volksvertegenwoordiger en ik heb een groot gevoel bij de inbreng en wensen van anderen. Dit is niet alleen vanwege het ‘draagvlak’ dat altijd makkelijk is als het op uitvoering aankomt. Toch kan het geen ‘u vraagt, wij draaien’ zijn. Daarvoor zijn het proces en de doelstellingen te complex en te belangrijk. Wel wil ik graag het gevoel krijgen dat iedere deelnemer bezig is geweest met hetzelfde onderwerp, de dijkverbetering. Dat heb ik nu bij de gemeente Geertruidenberg niet. In de discussie binnen die gemeente spelen twee processen door elkaar. Ik besef heel goed dat Nederland een klein land is met veel mensen en veel belangen. Hierin is de Slikpolderdiscussie niet anders. De druk op de ‘ruimte’ is groot. Dit vereist een zorgvuldig proces en een visie op waarmee men bezig is, zodat de toekomst zoveel als mogelijk veilig wordt gesteld. Ik hoop dat de komende weken, tot de stuurgroepvergadering op 19 april, worden gebruikt om te komen tot een gewogen advies van onder andere de gemeente Geertruidenberg, zodat het dagelijks bestuur kan komen tot een goed besluit voor nu en in de toekomst. 

 

Door elke week bezig te zijn met water ontdek ik wel nieuwe informatiebronnen en andere routes om te komen tot kennisverrijking. Afgelopen week waren dat de website www.watertv.nl en de thema websites in opbouw www.baggerTv.nl en www.waterbouwTv.nl. Websites die stuk voor stuk een bezoek waard zijn.

4 april
In de morgen de vergadering van het dagelijks bestuur met als agendapunten onder andere: de kadernota, de aanvraag uitvoeringskrediet betonrenovatie Bath, de bestuurlijke/politieke omgeving van de dijkversterking in de Slikpolder en de positionering van het maatschappelijk belang versus de persoonlijke belangen in het gebied in relatie met het keuzesysteem dat uiteindelijk moet leiden tot een voorkeursalternatief, frauderisicoanalyse 2017 en sloten, oevers en dijken op orde.

Diverse PHO’s o.a. de stand van zaken Keenesluis en de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak.

5 april
PHO ter voorbereiding op de opnames ten behoeve van de inbreng van de drie waterschappen (Rivierenland, Brabantse Delta en het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden), die betrokken zijn bij de bij de A27- verbreding.

Daarna de bijeenkomst van het Atelier Energie en Ruimte in de NHTV te Breda met een aantal interessante sprekers. Het sterkste verhaal voor mij was van Frans Melissen van de NHTV, die vertelde dat zijn leerlingen heel gemotiveerd waren om binnen hun vakgebied te gaan voor duurzaam. Maar het verhaal vertelde ook dat ze boos waren op ‘onze’ (in de zaal zaten voornamelijk grijze duiven zoals ik) generatie over de ecologische puinhoop waar wij ze mee hadden opgezadeld. “Wij hadden het verpest!”. Dat konden de overwegend grijze toehoorders in hun zak steken. De beste bemerking was wat mij betreft van Frits de Groot van VNO/NCW. Hij wees op het gegeven dat veel belasting- en subsidiemaatregelen terecht komen bij de ‘elite’. Zij hebben het geld en de daken om de zonnepanelen weg te leggen en het geld om te isoleren of om elektrische auto’s te kopen of te leasen. Als dan ter financiering van die subsidies de energiebelasting stijgt, worden die relatief veel opgebracht door de mensen met de laagste inkomens zij hebben immers vaak de slechtst geïsoleerde huizen. 

6 april
De opnames van de inbreng van het waterschap over de A27 en onze zorgen bij de realisatie van drie nieuwe bruggen. Ik zelf had de locatie bij de brug over de Bergse Maas bij Raamsdonksveer gekozen als icoon voor hoe het niet moest. Nu niet opnieuw ruimte van de rivier stelen. Dus spaar het rivierbed! 

Louis van der Kallen



OVER WATER – 81

 

| 04-03-2017 | 18.00 uur |


 

OVER WATER – 81

 

De vastenavonddagen zijn voor mij dagen om te lezen waar ik normaal niet aan toekom. Ik heb in één keer “Assetmanagement in Waterstad, handreiking assetmanagement stedelijk water” uitgelezen. Voor de gemiddelde mens niet echt een boek om in één keer tot je te nemen. Toch is deze Stowa/Rioned uitgave (2016/28), voor gemeentelijke (riool)asset beheerders het lezen meer dan waard. Hiermee kan geld bespaard worden en de te leveren dienst kwalitatief verbeterd. Het is een taai onderwerp en een taai geschreven boek, maar soms is werk gewoon taai en soms ligt daar ook de uitdaging. Voor meer informatie kijk op www.riool.net/HASW

28 februari
In de avond ben ik naar het symposium “aandachtspunten voor het waterbeleid” geweest georganiseerd door de Stichting De Levende Delta. Ik kom altijd graag in het kantoor van waterschap de Scheldestromen, omdat ik in het verleden daar ook als lid van het algemeen bestuur van het voormalige waterschap Zeeuwse Eilanden heb mogen vergaderen. Sprekers waren Ir. Frank Spaargaren (“waar moet Zeeland zich op voorbereiden bij een zeespiegelstijging van 1 meter in 2100”), Ing. Frans Koch (“Stormvloedkering in de Westerschelde voor 2050”) en Ir Wil Lases (“Het gevaar van de onbegrepen verzilting in Zeeland”). Frank Spaargaren maakte het publiek duidelijk dat vóór het einde van deze eeuw de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg, de Haringvlietsluis en de Oosterscheldekering  afgeschreven zullen zijn en niet meer die bescherming zullen bieden die dan nodig is. Hij pleitte om niet in gedeelten van de delta te denken bij de noodzakelijke oplossingen, maar integraal naar oplossingen te zoeken voor het gehele deltagebied. Frans Koch presenteerde een plan tot afsluiting van de Westerschelde inclusief een innovatief overslagstation voor containers (NGICT). Wil Lases ging in op de verzilting van de Delta (op de website van Ons Water publiceerde hij daar eerder over). Hij pleitte onder andere voor verzoeting van het Grevelingenmeer.

Nu mijn portefeuille tijdelijk is uitgebreid met onder andere de boezemkades en regionale waterkeringen in het oostelijke deel van het werkgebied van waterschap Brabantse Delta, heb ik gelezen “Visie op de regionale waterkeringen 2016. Verder bouwen op een goed fundament”,  uitgegeven door de STOWA. Een leerzaam geschrift.

2 maart
De AB bijeenkomst van het afscheid van onze dijkgraaf Carla Moonen. Veel sprekers en veel lovende woorden.

3 maart
In de middag een bijeenkomst bij een boomkweker in Wernhout over de toepassing van Bokashi als bodemverbeteraar. Bokashi is een van oorsprong Japanse methode om organisch restmateriaal gefermenteerd terug te geven aan de bodem en op die wijze het humus- en organische stofgehalte in de bodem te verhogen. Hierdoor worden vocht en mineralen beter vastgehouden in de bodem en wordt ook het bodemleven meer divers.

Louis van der Kallen



OVER WATER -71: PLANKTOTHRIX RUBESCENS

 

| 24-12-2016 | 10.30 uur |


 


OVER WATER – 71

 

21 december
Vandaag een letter of commitment getekend, waarin ik namens het waterschap Brabantse Delta verklaar dat wij samen met de andere partners gaan samenwerken aan een Vitaal Leisure Landschap in de regio Hart van Brabant. Het plan 2017-2020 en het werkplan 2017-2020 van het Vitaal Leisure Landschap bevatten voor het waterschap tal van onderwerpen, die een bijdrage leveren aan de kerntaken van het waterschap, zoals het realiseren van EVZ’s, beekherstel, waterberging en het robuuster maken van het watersysteem. Ook onderwerpen zoals het zorgen voor een klimaat bestendig water- en natuursysteem, uitgewerkt in de projecten: natuurnetwerk hart van Brabant, omgaan met klimaatverandering en de Zuiderwaterlinie, kunnen een stevige bijdrage leveren aan onze waterdoelen.

Bestuurlijk overleg over de plannen met de A58. Voorbij kwamen: de aansluiting Best, het knooppunt Annabosch, het knooppunt de Baars, de inpassing Oirschot, de beekpassages en de Anneville eik.   

de-kuil-0222 december
Onder weg naar De waterzuivering Nieuwveer ben ik gaan kijken bij de De Kuil in Prinsenbeek, waar een vrij zeldzame algensoort voor een paarse verkleuring van het water zorgt. Dit verschijnsel staat bekend als ‘Bourgondisch Bloed’. De voorkomende algensoort, Planktothrix rubescens genaamd, veroorzaakt een paarse tot rode kleur van het water. Het verschijnsel ‘Bourgondisch Bloed’ dankt die naam aan de slag bij Murten (Zwitserland) in 1476. Daar werd het leger van Karel de Stoute, de hertog van Bourgondië, door de Zwitsers verslagen. De vele gesneuvelde soldaten werden in het meer van Murten gegooid en hun bloed kleurde destijds het water rood. De algensoort in De Kuil groeit in de diepere waterlagen en is nu ook aan de oppervlakte zichtbaar nadat de verschillende waterlagen van de zwemplas zich hebben vermengd door de najaarsafkoeling en de wind. de-kuil-01In tegenstelling tot veel andere algen groeit deze soort goed in relatief schoon en helder water. Zo leren we iedere dag. In dit geval dat ook in de winter en in schoon water algen een probleem kunnen opleveren voor mens en dier. Helaas voor mij, maar goed voor de natuur,  was de verkleuring al minder zichtbaar. In de morgen een presentatie over het waterschap gegeven aan de bezoekende Probusgroep Het Markiezaat uit Bergen op Zoom. Het was leuk stad/streekgenoten uitleg te mogen geven over het waterschap. Daarna was de eindejaarsbijeenkomst van het waterschap en heb ik met veel medewerkers gesproken. 

Louis van der Kallen  

 


OVER WATER – 65

 

| 12-11-2016 | 10.00 uur |


 


OVER WATER – 65 

 

7 november
groos van jan
Bestuurlijk overleg met wethouder Jan van Groos van de gemeente Waalwijk. Agendapunten waren onder andere: het buurtwaterfonds, de handreiking kinderboerderijen en klimaatbestendig waterbeheer, de keuzewijzer stadswateren, de voortgang nieuw poldergemaal, het project regionale keringen, de Kerkvaartsehaven, Haven VIII, 1e Zeine, de samenwerking SWWB en het streeknetwerk Vitaal Leisure Landschap. Bij de rondvraag werd voltrots door een ambtenaar van Waalwijk een innovatieve 3D geprinte bol (Goflow) getoond, die menige verstopping van een stuw kan gaan voorkomen. De ontwikkelaars zijn bezig om een dergelijke bol in klein formaat te ontwikkelen voor toepassing op platte daken om verstoppingen van een afvoer te voorkomen en het mogelijk te maken dat ook platte daken een bijdrage kunnen gaan leveren bij het waterbergen/vasthouden en zo het beperken van wateroverlast. De vinding is nu genomineerd voor de RIONED- innovatieprijs 2017. Mijn complimenten voor de ambtenaren van de drie gemeenten en ons waterschap die dit idee uitgewerkt hebben. 

8 november
Diverse portefeuillehoudersoverleggen over onder andere het dijkverbeteringsproject Geertruidenberg/Amertak, de nota dynamische keermiddelen en de voorbereiding van een presentatie voor Probusgroep de Markiezaten.  Ook werd de opening voorbereid van een waterberging in Oosterhout.   

9 november
In de middag een aantal bijeenkomsten in Tilburg. Eerst een bestuurlijk overleg inzake de gebiedsvisie Tilburg Gilzerbaan. Daarna de ondertekening van een intentieovereenkomst tot realisatie van een vijftal ecologische verbindingszones in het zuid-westen van de gemeente Tilburg. Hiermee lopen Tilburg en het waterschap Brabantse Delta vooraan om, in het kader van het B5 aanbod, 500 hectare nieuwe natuur aan te leggen (met een beroep op het Groen Ontwikkelfonds Brabant) en snel tot realisering van deze EVZ’s over te gaan. 

Daarna fractie en de vergadering van het Algemeen Bestuur met als agendapunten onder andere: de begroting 2017, de belastingverordening 2017, diverse mandateringen, het activa en reserve-en voorzieningenbeleid 2016, het waterbodembeleidsplan en een uitvoeringskrediet voor aanvoervijzels in de zuivering Nieuwveer.

10 november
Bestuurlijk overleg met wethouders Bea van Beers en Ad van Beek van de gemeente Dongen. Agendapunten waren onder andere: de handreiking kinderboerderijen en klimaatbestendig waterbeheer, de keuzewijzer stadswateren, het extra defosfateren op de zuivering Rijen, klimaatadaptatie, ontwikkeling de Beljaart, Pukkemuk, natuurcompensaties,  de overdracht van vijvers en het project ‘sloten, oevers en dijken op orde’.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 57

 

| 10-09-2016 | 05.00 uur |


 


OVER WATER – 57

 

4 september
watermiddagIn de middag een ‘watermiddag’ op Bouvigne. Circa 800 bezoekers die kennis kwamen maken met de tuin, het kasteel en bij de diverse kraampjes, informatie kwamen halen over water en het waterschap Brabantse Delta. Kees de Jong en ik waren aanwezig om eventuele vragen te beantwoorden. 

5 september
Een borrel op fort Altena ter gelegenheid van het ontwerptracebesluit A27. Het valt mij dan op dat, ten opzichte van mijn eerste vergadering over de A27 in juni 2011, er vrijwel geen bestuurders meer zijn van toen. Ik had het idee de enige te zijn uit die tijd. De vraag voor mij is dan: wat betekent dit voor de kwaliteit van de bestuurlijke inbreng? Hoeveel ervaring en kennis van het dossier gaat bij de klaarblijk snelle wisselingen van bestuurders verloren?

6 september
Een Dagelijks Bestuursvergadering en een bilateraaltje met de dijkgraaf. Binnen mijn portefeuille vallende onderwerpen waren: de intentieovereenkomst Zuiderwaterlinie en de doorstart van de gebiedsinrichting Westelijke Langstraat. Voor het circa 600 ha grote gebied worden hydrologische maatregelen voorbereid en genomen om de PAS en Natura-2000 doelen voor natte natuur te realiseren. De provincie neemt de grondverwerving op zich en de natuurambities worden zodanig aangepast dat zij aansluiten bij de hydrologische ambities van het waterschap. Tevens is afgesproken om de oorspronkelijke hoge natuurambities te versoepelen en te combineren met integrale gebiedsontwikkeling ten behoeve van het draagvlak in de streek.

7 september
In de morgen een portefeuillehoudersoverleg over de scenario’s van het dijkverbeteringproject Geertruidenberg/ Amertak.

In de avond eerst een fractieoverleg en daarna een thema AB over de vele aspecten aan duurzaamheid.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 54: BLAUWALG

 

| 23-08-2016 | 07.30 uur |


 


OVER WATER – 54

 

Blauwalg
quaggaIk schreef er al vele malen over, vooral in relatie met het Volkerak-Zoommeer. Het is keer op keer een onderwerp van gesprek in gemeenteraden en dagelijkse en algemene besturen van waterschappen. Veel plannen tot aanpak worden door waterschappen gemaakt. Zelf hou ik bij wat er op dit gebied in de literatuur voor (goede) ideeën voorbij komt. Zo schreef ik eerder over de proef met geluidsgolven in de Zoetermeerse Plas (systeem LG Sonic) en wat de komst van de quaggamossel betekent voor de ontwikkeling van de blauwalgoverlast in het Volkerak-Zoommeer. Mijn eigen waterschap Brabantse Delta neemt in Waalwijk proeven met cilinders met aluminium waarmee de blauwalgen samenklonteren en dan naar de bodem zouden zakken. Waterschap de Dommel heeft de Jan van Galenvijver in Vught leeggevist, waarna een deel van de vissen weer is teruggeplaatst. De rest wordt uitgezet in een andere vijver. Naast het afvissen van de vijver worden, om de waterkwaliteit te verbeteren, dit jaar micro-organismen en waterplanten aan de vijver toegevoegd om zodoende meer te leren over de invloed van de biotoopsamenstelling op de ontwikkeling van de blauwalgen. Het Hoogheemraadschap van Delftland pakt de blauwalgen aan met verdund waterstofperoxide in de zwemplas de Delftse Hout (blijkt slechts een paar weken te werken) en in de Krabbeplas in Vlaardingen. Het waterschap Noorderzijlvest neemt in het Paterswoldsemeer een proef met een algensensor om daarmee te leren hoe de algen zich ontwikkelen en onder andere de doorstroming van het meer daar op af te stemmen. Kortom: de waterschappen en gemeenten zoeken samen naar succesvolle methoden om de blauwalgproblemen aan te pakken. Tegelijkertijd is de inzet de belasting van wateren met fosfaten en nitraten met algemene maatregelen terug te dringen en daarmee het voedselaanbod voor de blauwalgen te verminderen. Ook de komst en verspreiding van de quaggamossel leidt door hun algenvraatzucht vaak tot vermindering van de blauwalgoverlast.  Dat geeft optimisme voor de toekomst.

16 augustus
In morgen overleg met collega DB lid Huub Hieltjes over de voortgang kaderrichtlijnwater, en de ontwikkelingen rond het Volkerak-Zoommeer.

18 augustus
Een morgen nadenken en overleg met een deel van de leden van de CWK in Amersfoort over de ontwikkelingen rond de Commissie Waterkeringen van de Unie ter voorbereiding van de strategie sessie op 23 september. 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 33: WATERSCHAPSBELASTINGEN

 

| 19-03-2016 | 09.30 uur |


 


OVER WATER – 33

 

De afgelopen maand is het Unie boekje “waterschapsbelastingen 2016” uitgekomen. Voor een waterschapsbestuurder is dat een interessante rapportage die enig inzicht geeft in het functioneren van de eigen waterschap. Natuurlijk is het een stukje appels met peren vergelijken, omdat waterschappen onderling verschillen. Zo kunnen hoog gelegen waterschappen op onderdelen goedkoper zijn,omdat ze geen of weinig dijken hebben. Zo kan het percentage WOZ waarde voor ‘gebouwd’ voor waterschappen met gemiddeld welvarender bewoners, die duurdere huizen bezitten, lager zijn. Ook kan de zuiverings-verontreinigingsheffing voor waterschappen met veel mensen per vierkante kilometer ook wat lager zijn per inwoner.

Toch heb ik met enig genoegen ons waterschap (Brabantse Delta) vergeleken met de 21 andere waterschappen. Qua opbouw van ons gebied worden we wel eens Nederland in het klein genoemd, omdat lage en hoge gebieden ongeveer gelijk zijn qua oppervlakte en we zowel primaire dijken langs de grote rivieren kennen als vele kilometers dijken langs regionale wateren zoals langs de Mark, Dintel en Vliet. De tarieven van de Brabantse Delta liggen gemiddeld circa 19 % beneden de landelijke gemiddelden. Voor ongebouwd op 72,9 % van het landelijk gemiddelde. Voor gebouwd op 87,4 % van het landelijk gemiddelde. De ingezetene heffing op 71,5 % van het landelijk gemiddelde en de zuiverings-verontreinigingsheffing op 93,4 % van het landelijk gemiddelde. Natuurlijk moet je tarieven bezien in relatie met de kwaliteit van de geleverde diensten. In grote lijnen voldoet het waterschap aan de landelijke c.q. provinciale normen. Het is goed te realiseren dat ten aan zien van de Kader Richtlijn Water we voor 2027 nog heel wat te doen hebben.

Ons water zal haar best doen de stijging van de tarieven te beperken en toch de alsmaar zwaardere normen ten aanzien van de veiligheid en waterkwaliteit tijdig te halen. 

15 maart
Dagelijks Bestuursvergadering met als agenda punten onder andere: de voortgang van de kadernota, de heroriëntatie van Aquon en de aanpak KRW-watersysteemanalyses.

16 maart
Een gesprek met twee ambtenaren van Bergen op Zoom over de mogelijke aanpak van de klimaatadaptatie in Bergen op Zoom.

17 maart
Bestuurlijk Overleg met wethouder Mario Jacobs van de gemeente Tilburg. De onderwerpen die onder andere passeerden waren het project ‘sloten, oevers en dijken op orde’, de ontwikkeling van de EVZ’s rond Tilburg, klimaatadaptatie en de afvalwaterketen.

18 maart
Vandaag geweest naar de PAL lezing in het provinciehuis van Zuid-Holland. De lezing ging over de toekomst van het EU-landbouwbeleid. Krijn Poppe en Nils den Besten hielden onderhoudende verhalen. Het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) van de EU kan na 2020 er wat betreft de basispremie voor de landbouwers per hectare wel eens anders ingevuld gaan worden, is hun verwachting. Zo is het streven van een aantal landen om te komen tot één bedrag per hectare voor de gehele EU. Dat zou voor de Nederlandse boeren een forse verslechtering zijn. Wat zou dat kunnen gaan betekenen voor de grondprijs?
Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat het bedrag ingezet zou kunnen gaan worden als financiering voor regionale duurzaamheidsprogramma’s. Ook dat is een forse wijziging, maar kan ook een stimulans zijn om op regionaal niveau de duurzaamheidsdoelen te gaan realiseren. Kortom: mogelijke wijzigingsalternatieven genoeg. Wat mij in het verhaal verder opviel was de geschiedenis van het GLB. Eén van de argumenten was in 1955 dat de armste gebieden in de EEG de zandgronden waren en die moesten ondersteund/ontwikkeld worden. Nu zijn dat veel wijken in de grote steden en behoren de zandgrondgebieden tot de welvarende delen van ons land.    

Louis van der Kallen     

 


OVER WATER – 27: RIONED SYMPOSIUM 2016

 

| 06-02-2016 | 09.50 uur |


 

2 februari
In de morgen DB met onder andere een thema sessie over de aanpak watergebiedsprogrammering en de KRW-watersysteemanalyses, alsmede de agendapunten: de actualisatie van de communicatievisie en de adviesnota over het project “Sloten, oevers en dijken op orde”.

In de middag het bestuurlijk overleg met wethouders van de gemeenten  Gilze-Rijen, Baarle-Nassau en Alphen/Chaam over het waterschapsproject ‘inhaalslag Keur en oneigenlijk grondgebruik’ in het gemeentehuis van Baarle-Nassau.

3 februari
In de morgen een telefonische vergadering over de scoop van het dijkverbeteringsproject Geertruidenberg/Amertak.

In de middag een bijeenkomst van de werkeenheid Hart van Brabant te Tilburg met als agendapunten onder andere een evaluatie van de uitgevoerde projecten in 2015 en het programma voor 2016. Waar ik trots op ben is dat in deze werkeenheid voorlopig een drietal gemeenten met behulp van het waterschap Brabantse Delta op het vlak van maaien en baggeren gezamenlijk een bestek hebben opgesteld en aanbesteed. Dit is een stap verder in de onderlinge samenwerking dan het nationaal bestuursakkoord beoogde. Een dik compliment voor die gemeenten. Hopelijk gaan in 2016 meer gemeenten meedoen. De besparingen tellen weliswaar niet mee in de te halen prestaties in het kader van het nationaal bestuurakkoord, maar tellen wel lekker aan. Wat ook leuk is, als het gaat om de aanpak van de kwetsbaarheid, is dat de werkeenheid Meierij van het waterschap de Dommel hierbij betrokken is. Ook dit is een blijk van de verdergaande ambities van de werkeenheid Hart van Brabant en de wil echt samen te werken waar het kan.

In de avond een thema AB over duurzaam financieel beheer en de op te stellen kadernota.

4 februari
neo luddietHet Rioned symposium bezocht in Utrecht. Het symposium begon voor mij pas goed met de lezing van Prof. Dr. Wim de Ridder. Een voor mij inspirerend verhaal met veel punten van herkenning. Hij schetste op basis van een aantal uitspraken van leiders van grote ondernemingen een aantal te verwachten ontwikkelingen, zoals over de zelfrijdende auto’s, waarvan Google zegt: “We gaan door tot dat er 90 % minder auto-ongelukken zijn”. Dan kwam de vraag op: “mogen we in 2025 nog wel zelf autorijden?”, als wij mensen de risicofactor zijn. 
Op de dag dat Shell haar cijfers bekend maakte en stelde dat in deze eeuw fossiele brandstoffen de energiebron voor het gemotoriseerd verkeer zouden blijven, stelt de CEO van Tesla dat de komende jaren de ontwikkeling van batterijen een bereik van 1500 kilometer mogelijk gaan maken. De Ridder stelde ook dat de algoritmes van de computers geen ethiek kennen en dat de weerstand van de oude verdienmodellen van de grote ondernemingen niet zal baten. Wanneer komt voor de Shell’s van deze wereld het ‘Kodak moment‘?  
De wet van Moore blijkt al bijna 50 jaar mee te gaan. Computers worden alsmaar sneller. De maatschappij kraakt en steeds vaker komt de vraag boven:  kan de mens wel mee in dit tempo van de technologische ontwikkeling? Steeds meer mensen roepen om een moratorium op technologische ontwikkelingen, omdat voor velen de ontwikkelingen te snel gaan en deze een groot effect hebben op de samenleving. Natuurlijk is het een onmogelijkheid om de technologische ontwikkelingen stil te leggen. Maar het laat wel zien dat het de samenleving bezig houdt. Met name de onderklasse leidt er onder, volgens Wim de Ridder. Toen ik verwees naar de Luddieten bevestigde hij de vele overeenkomsten tussen de eerste industriële revolutie en de vierde die nu aan de gang is.

Daarna heb ik een privébezoek gebracht aan de gemeente Oostzaan, waar ik het natuurgebied Het Twiske bezocht. Een prachtig veenweide gebied met veel water dat een bezoek zeker waard is. Ook op deze winterdag is het daar goed wandelen of fietsen.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 20: DE WATERINNOVATIEPRIJZEN 2015

 

| 04-12-2015 | 18:15 uur |


 

30 november
Mijn eerste stop, als bestuurder, was bij het waterschap Aa en Maas te Den Bosch om vragen te beantwoorden van ambtenaren die de cursus ‘bestuurlijke sensibiliteit’ volgden. Doel van een dergelijke cursus is ambtenaren gevoel bij te brengen wat voor (hun) bestuurders van belang is bij de opstelling van beleidsstukken en de beantwoording van vragen.

In de middag had ik een afspraak in Apeldoorn met een mogelijke toekomstige kandidaat/lijsttrekker voor Ons Water in het gebied van het waterschap Vallei en Veluwe. Ik probeer kandidaten te werven om in 2019 ook buiten het gebied van mijn eigen waterschap (Brabantse Delta) met Ons Water mee te doen aan waterschapsverkiezingen. Het was een goed gesprek. Ik hoop dat het resultaat zal zijn dat de vrouw, waarmee ik sprak, de stap wil wagen naar het waterschapsbestuur om haar warme belangstelling voor onder andere de natuur ook daar tot uiting te brengen.

In de avond woonde ik de uitreiking bij van de ‘water innovatieprijzen’ te Amersfoort. Nu gun ik iedereen een feestje en een prijs. Maar dan wil ik wel het gevoel hebben dat er werkelijk iets bijzonders is gebeurd wat een feestje en een prijs rechtvaardigt. Ik benader al jaren het zogenaamde innovatieve imago van de waterschappen met de nodige argwaan. Want bij overheden kom ik zelden iets innovatiefs tegen. Naar mijn opvatting komt dat omdat bij ambtenaren, bestuurders en politici er een overmaat aan risico aversie aanwezig is. Er zal maar iets fout gaan of niet het gewenste resultaat geven dan zijn de mogelijk commentaren van de oppositie dodelijk en dat moet immers voorkomen worden! Ik heb mijn beroepsmatige leven (40 jaar) doorgebracht op research en ontwikkeling afdelingen van een zaadkwekerij en een kunstharsfabriek. Daar leerde ik dat zonder het betreden van onbetreden paden er geen echte vernieuwing aan de orde zal zijn. In de praktijk van mijn beroepsmatige leven was het vooral de vrije research die gewenste patenten en innovaties bracht. De doelresearch bracht wel vernieuwingen in de zin van doorontwikkelingen van bestaande producten of de introductie van technieken van anderen brachten wel efficiëntie verbeteringen, maar dat werden geen innovaties genoemd. En deze waren ook nooit patenteerbaar. Als uitvinder van een bepaald gepatenteerde product/productiemethode (United States Patent nr. 4255464) matig ik mij aan enige kennis te bezitten van het herkennen van innovaties en innovatieve werkwijzen.

innovatie 04Ik vond de prijswinnende ‘innovaties’ bijna categorie lachertjes. Ik gun de prijswinnaars de complimenten, maar het innovaties noemen is jezelf en je weinig innovatieve kracht als waterschappen in slaap wiegen. Ik leerde op de analistencursus circa vijftig jaar geleden al: ‘meten is weten’. Als ik begin jaren zeventig bij de ontwikkeling/ontwerp van bijvoorbeeld een gelamineerde scheepshuid dit ontwerp modelmatig zou berekenen zonder de kennis van de fysische en mechanische sterkten te kennen van de samenstellende delen zou ik op staande voet ontslagen zijn. Om dan een innovatieprijs toe te kennen aan een dijkverbeteringproject (categorie waterveiligheid: ‘dijken op veen’), waarbij de sterkte van veenlagen in de ondergrond is gemeten, is voor mij wezensvreemd. Zouden voorheen dijken verbeterd/verzwaard zijn zonder meten? Het is zo logisch wel te meten dat dit gewoon je werk goed doen is. Niet meer, niet minder. Natuurlijk besef ik dat kennis van dijkenbouw in het verleden met vooral proberen en mislukken is opgebouwd. Maar anno 2015 kunnen we meer. Dat heeft niets met innovaties te maken. Een gotspe vond ik de prijs voor het project de ‘inlaat op maat’. Dat je meet hoeveel water nodig is om het zoutgehalte omlaag te brengen is zo logisch, dat het bijna misdadig is dat, in een samenleving die gericht zou moeten zijn op water doelmatig gebruiken, dit nog niet gebeurde. Wat is logischer dan niet meer te gebruiken dan nodig is? Dit is geen innovatie dat is gewoon je werk goed doen! Het toepassen van een modern middel als een ipad of een app is net zomin een innovatie!

Als voorbeeld: toen ik als 17-jarige de variaties in proefvelden moest corrigeren, gebruikte ik daarvoor een rekenlineaal, een logaritmetafel en een telmachine. Voor een proefveld van 20 eenheden was ik daar een volle weekdag mee bezig. Nu zou ik circa 2 minuten nodig hebben voor het handmatig inbrengen van de data, waarna de computer direct de gewenste correcties zou geven. Van 8 uur naar 2 minuten door jaar na jaar te kijken hoe kunnen zaken met de ontwikkeling van kennis en nieuwe door andere ontwikkelde technieken beter. Dat is niet innoveren maar je verstand gebruiken. Het alsmaar roepen dat je innovatief bent, maak je niet innovatief. Het lijkt framing. Wat ik zelf erg vind is dat bestuurders er in gaan geloven en er niet van overtuigd worden dat voor werkelijke innovaties er meer geld naar onderzoek moet en er onder ambtenaren een sfeer moet komen dat, buiten reeds lang begane paden treden moet om te kunnen innoveren en dat dit kan betekenen dat het geld zal kosten en dat dit geld niet altijd zal opleveren wat men wenst.
Heb Lef! is de titel van een boekje van de Unie van Waterschappen met een visie op vernieuwing en verbinding in het sturen van water. Nu nog de uitvoering!

Er was ook een prijs in het kader van het ‘jaar van de ruimte’ De winnaar daar was het HoWaBo project van waterschap Aa en Maas. Een prachtig project naar mijn mening en die van de jury. Maar smaken verschillen. Op 13 november werden dezelfde ingediende projecten beoordeeld door een ‘publieksjury’ bestaande uit waterschapsbestuurders. De uitslag was geheel anders. De winnaar van toen, de waterberging Zundert, behoorde nu niet eens tot de genomineerden. Voor mij leidt dit tot de conclusie dat, als we werkelijk een ruimtelijke kwaliteitsslag willen maken, we de bestuurders op cursus moeten sturen, want die schijnen er dus niets van te snappen terwijl ze wel de beslissingen nemen. Of zijn de geleerde dames en heren van de jury op een eiland terecht gekomen en leven ze in een andere wereld? Zowel de winnaar van toen (mijn eigen waterschap) als de echte winnaar het HoWaBo project verdienen wat mij betreft de hoofdprijs. 

1 december
In de morgen een interview met Sjoerd Marcelissen van BNde Stem over het dijkverbeteringproject Geertruidenberg/Amertak.

In de avond een door meer dan 100 belangstellenden bezochte informatieavond over dit dijkverbeteringproject. Doel is vooral het betrekken van belanghebbenden bij dit project. Meedenken en ideeën hoe te combineren met andere plannen en initiatieven zijn meer dan welkom. 

2 december
Eerst een Bestuurlijk overleg met wethouders Bea van Beers en  Ad van Beek van de gemeente Dongen met als hoofdschotel de ondertekening van afvalwaterakkoorden met zowel de gemeente Dongen, als de gemeente Gilze en Rijen waarvoor wethouder Willem Starreveld bij de vergadering te gast was.  

Daarna door naar Boxtel naar het kantoor van het waterschap de Dommel voor een overleg van het bestuurlijk kwartet doelmatig afvalwaterbeheer Hart van Brabant. Het voornaamste agendapunt was het jaarplan voor 2016 met als elementen: klimaatadaptatie, grondwaterbeheer en meten/monitoren.

Vervolgens een soort van afscheidsbijeenkomst over waterveiligheid van een beleidsambtenaar, die mij ondersteunde bij de commissie waterkeringen van de Unie. Ik zal hem missen. 

3 december 
Eerst een bijeenkomst van de vier Dagelijkse Besturen van de Brabantse waterschappen. In het Provinciehuis te Den Bosch, met een meer dan interessante presentatie over Mozaïek Brabant

Daarna in het gemeentehuis van Geertruidenberg een bijeenkomst met de vertegenwoordigers van RWS, de provincie, de gemeenten Geertruidenberg en Waalwijk en het waterschap ter tekening van de overdrachtscontracten van de Overdiepse Polder.

Vervolgens een bestuurlijk overleg met wethouder Jan van Groos over het waterschapsproject ‘inhaalslag Keur en oneigenlijk grondgebruik’.

Daarna terug naar het waterschap voor een bijeenkomst van de werkgroep cultuur van het Algemeen Bestuur van het waterschap ter voorbereiding van de presentatie van onze ideeën over de wijze van vergaderen.

En tenslotte nog de vergadering van de fractie Ons Water/Waterbreed over de Algemeen Bestuursagenda van komende woensdag.  

Een mooie, maar heel erg drukke week met lange dagen.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER 11

 

| 26-09-2015 | 16:15 uur |


 

14 september
In de middag een PHO (portefeuillehouderoverleg) ter voor bereiding van het bestuurlijk overleg met de gemeente Oosterhout.

15 september
noordschansDe morgen was geheel gevuld met de vergadering van het DB (dagelijks bestuur) waarin de voorbereiding van de diverse vergaderingen op Unie niveau een belangrijk onderdeel waren. Maar ook onderwerpen als: het projectplan Keenehaven 2 (een ecologische verbindingszone, EVZ), de legger oppervlaktewaterlichamen in de gemeente Halderberge, diverse uitvoeringskredieten en het projectplan zomerkade langs het Hollands Diep tussen Willemstad en Noordschans.
In de avond een vergadering met de werkgroep cultuur van het Algemeen Bestuur van het waterschap. Langzaam maar zeker ontwikkelen we voorstellen tot systeem/procedurewijzigingen voor het bestuur.

16 september
In de avond de vergadering van het AB (algemeen bestuur) met helaas geen onderwerpen uit mijn portefeuille op de agenda.

17 september
De hele middag Hart van Brabant overleg met onder andere het ROV (regionaal overleg Hart van Brabant Ruimtelijke ordening en Volkshuisvesting & Economische Zaken, Recreatie en Toerisme). Mijn inbreng in dit soort overleg is vooral de rol om water in de ruimtelijke ordening bij de aanwezige wethouders in beeld te brengen en te kijken hoe gemeentelijke taken te combineren zijn met die van het waterschap.

18 september
Weer eens naar Amersfoort naar de Commissie Waterkeringen van de Unie van Waterschappen met onderwerpen als o.a.: de toetsing primaire waterkeringen (dijken), het positionpaper MIRT (het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport), de nieuwe normeringen waterveiligheid en de prioriteringslijst  programma 2017-2022. Dat laatste is voor ieder waterschap belangrijk omdat iedereen zijn dijkverbeteringsprogramma voor de jaren tot 2050 zo hoog mogelijk op de lijst wil hebben. Des te eerder zijn er de centen voor dat programma en des te eerder is de veiligheid in hun werkgebied zo optimaal mogelijk. Voor ons waterschap gaat het om de dijkverbeteringsprojecten: Geertruidenberg/Amertak, de Noordschans en een damwand Buitenpand Wilhelminakanaal (nabij Oosterhout).

21 september
Twee PHO’s ter voorbereiding van de bestuurlijke overleggen met de gemeenten Loon op Zand en Geertruidenberg. Met op de agenda wat er op watergebied allemaal speelt bij deze gemeenten.

23 september
In de morgen ben ik naar de nationale groendag bijeenkomst geweest. Ik kan er lopend naar toe. Het was in de Maagd en Bergen op Zoom. Een interessante spreker: Shyam Khandekar, afkomstig uit India maar al 40 jaar werkend en wonend en Nederland. De architect Khandekar liet met tal van voorbeelden zien hoe stedenbouw op tal van plaatsen in de wereld vorm wordt gegeven met als belangrijke elementen de combinatie met groen, water en landschapsarchitectuur. Voor de gelegenheid was ik in het groen gegaan. Maar groen bleek zeker geen mode kleur! Wat mij opviel was de totale afwezigheid van waterschappers.  De voornaamste spreker noemde als voorbeelden, waar Nederland nog ambities lijkt te hebben als het gaat over kwaliteit, programma’s zoals Ruimte voor de Rivier (hij noemde de Overdiepse Polder en de ontwikkelingen in de rivier bij Nijmegen) en het nieuwe Hoogwater Beschermingsprogramma. Ook opvallend was dat op de uitgebreide lijst van sponsors de Unie van Waterschappen  ontbrak. Het was puur een gemeentelijk feestje, omlijst met vele ingenieurs/architectenbureaus en adviesorganisaties. Ik was duidelijk een vreemde eend in de bijt! Ik was toch blij er geweest te zijn. Zo leer je toch iedere dag weer.
In de middag de stuurgroep vergadering Overdiepse Polder. Bij afwezigheid van de gedeputeerde mocht ik de symbolische voorzittershamer hanteren. Het was leuk te zien dat in mijn afwezigheid er weinig veranderd was. De veelal afrondende besluiten werden in een goede sfeer afgehandeld. In de eerste helft van volgend jaar komen we in deze samenstelling nog éénmaal bij elkaar om het hele proces van dit prachtige project te evalueren en te kijken wat we bij de komende projecten anders en beter kunnen doen.  

Louis van der Kallen