OVER WATER – 46: VETPROBLEMEN

 

| 25-06-2016 | 10.30 uur |


 


OVER WATER – 46

 

BIOPOP-web

MicroCat-BioPOP

“De gemeente Zoetermeer pakt vetproblemen in riool biologisch aan” was de kop van een artikel in Vakblad Riolering. Ruim 3 jaar gebruikt de gemeente Zoetermeer een biologische manier om vetproblemen in de gemeentelijke riolen en gemalen aan te pakken. Vetten veroorzaken nogal wat problemen en kosten aan rioolsystemen. Hun aanpak behelst een systeem (MicroCat-BioPOP), dat een onschadelijk biologische afbreekbaar polymeer en vetafbrekende bacteriën bevat. Een blok wordt in het rioolwater gehangen en laat dan langzaam maar continue bacteriën los die zich hechten aan de wanden van het riool of gemaal en dan de vetlagen afbreken. Zij hebben geen nadelig effect op de rioolwaterzuivering, zo is gebleken, en voorkomen op deze wijze verstoppingen. In veel Engelse en Duitse steden worden deze vetafbrekende bacteriesystemen met succes ingezet. Ook in meerdere Nederlandse steden wordt nu gebruik gemaakt van dit systeem waaronder Alkmaar, Arnhem Delft en Den Haag. Het lijkt mij goed als nu ook de gemeenten in het werkgebied van de Brabantse Delta gaan kijken of dit voor hen de oplossing kan zijn voor hun vetproblemen.

14 juni
In de morgen een portefeuillehouderoverleg over de opening van de EVZ Om Dongen.

21 juni
In de ochtend de vergadering van het dagelijks bestuur met onder andere de agendapunten: De Zoete Delta, projectplan EVZ Kibbelvaart Halderberge, Projectplan EVZ Molenbeek fase 3 Roosendaal, treasurystatuut 2016, health deal gezonde verstedelijking, samenwerking streeknetwerken, samenwerkingsovereenkomst Waterpoort, evaluatie waterschapsverkiezingen.

In de middag portefeuillehouder overleggen over de Westelijke Langstraat en de alternatieven van de dijkversterking Geertruidenberg/Amertak. Daarna een gesprek met de begeleider van de heisessie van volgende week.

22 juni
De opening van de EVZ om Dongen fase 3 en Paviljoen Roosen te Dongen, waar ik en wethouder Bea van Beers een praatje hielden en er een filmimpressie, gemaakt door Zimniak filmproducties Dongen, werd vertoond. Daarna werd onder begeleiding van een natuurgids een wandeling door het gebied gemaakt.

24 juni
palVandaag De PAL lezing in het provinciehuis van Zuid-Holland over het landschap als vestigingsfactor bijgewoond. Adriaan Geuze hield een prachtig en inspirerend verhaal voor de meer dan 250 bezoekers. Hij is een spreker die van zijn hart geen moordkuil maakt en stevige uitspraken niet schuwt. Zo vond hij de provinciekaart in de statenzaal “pure propaganda”. De werkelijke bebouwingsgraad is een veelvoud. Was de grachtgordel in Amsterdam een teken van “mentale vernauwing”? Hoorden de kassen van het Westland (51 % van de kassen in Nederland staat in Zuid- Holland) op de Zeeuwse eilanden of in de veenkoloniën en in Brabant”? En was de tuinbouw in de kassen de oorzaak van de gemiddeld lage inkomens in de grote steden in de Randstad en van de verpauperde vele Vogelaarwijken daar met alle sociale en illegale gevolgen van dien? Hij hekelde herhaaldelijk het gebruik van Engelse termen in beleidsstukken van overheden. Mensen als zijn vader begrepen dat soort termen niet en konden zich er dan ook geen eigenaar van voelen.

Ik bezoek de PAL lezingen vaak en als buitenstaander (van buiten de provincie Zuid-Holland) neem ik niet vaak deel aan de discussie. Dit keer moest ik wel reageren. Als het om de kwaliteit van het landschap gaat, zitten Zeeland en Noord-Brabant niet te wachten op meer kassen en er moest mij ook van het hart dat ik de nu nog mooie grotendeels open Hoekse Waard zie verschimmelen door her en der opduikende plukjes kassen.

Na de lezing heb ik de afscheidsbijeenkomst voor Kees Coppens bijgewoond op Bouvigne en werd getrakteeerd op een ontmoeting met een zwanenfamilie. 

Louis van der Kallen 

 zwanen


OVER WATER – 45: VAN STROOIZOUT NAAR SAP/ UNIE BESTUURDERSDAG 2016

 

| 18-06-2016 | 17.30 uur |


 


OVER WATER – 45

 

GEEN STROOIZOUT MAAR ‘SAP’?
bermgras maaienDe wegen niet strooien met zout, maar met sap uit bermgras. Het lijkt een onwaarschijnlijk scenario, maar soms kan een wild idee mogelijkheden bieden om de verzilting door strooizout terug te dringen. Samen met de TU Delft en de aannemers Van Gelder en Van Bodegom gaat de provincie Noord-Holland onderzoeken of het mogelijk is om wegen niet te strooien met zout, maar met sap uit bermgras. Komende winter wordt er een kleine praktijkproef gedaan bij provinciale steunpunten en bij enkele provinciale bushaltes. Het begon allemaal toen Hillebrand Breuker, een projectleider bij de provincie Noord-Holland, proefde hoe zout het sap was dat overbleef na het persen van bermgras. Omdat de afdeling van Breuker ook verantwoordelijk is voor de gladheidbestrijding, was de link snel gemaakt. TU Delft gaat onderzoeken of het grassap kan werken als gladheidbestrijding. Dat gebeurt met een relatief eenvoudige proef. Er worden grote ijsklonten gemaakt en daar wordt grassap en strooizout op gegoten. Daarna wordt op vaste tijden gemeten hoeveel vloeistof eraf komt. Zo kan in beeld worden gebracht hoe goed de dooiwerking is ten opzichte van normaal strooizout.

Voor mij als waterschapsbestuurder zijn dit prachtige proeven. Hiermee wordt mogelijk een toepassing gevonden voor bermmaaisel en tegelijkertijd kan de verzilting als gevolg van strooizout worden teruggedrongen. Er komt, bij de toepassing van dit sap, geen nieuw zout meer in het watersysteem en het zout wat in de bodem zit wordt, via de gemaaide planten, opnieuw gebruikt en zal door afvloei ook langzaam uit het water- en bodemsysteem verdwijnen. Dat kan op de lange termijn betekenen dat het sap uit bermmaaisel minder zout wordt en op den duur minder bruikbaar. Dan zal uiteindelijk toch weer tot het (deels) toepassen van strooizout moeten worden overgegaan. Maar iedere vermindering van het gebruik van strooizout is, ook al is het tijdelijk, belangrijk. Ik zie uit naar de resultaten, om het dan mogelijk ook in het werkgebied van ons waterschap toe te kunnen gaan passen. Voor meer informatie lees het artikel op de website van de provincie Noord-Holland.

13 juni
best dag enschede 01Vandaag de gehele dag doorgebracht in Enschede en omgeving op de bestuurdersdag van de Unie georganiseerd door het waterschap Vechtstromen. De start van het officiële programma was een lied gezongen door Ellen ten Damme, grotendeels bestaande uit de tekst van het gedicht van Hendrik Marsman “Herinnering aan Holland”

“Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,

rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;

en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.

de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,

en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.”

Het werd in het jaar 2000 gekozen tot ‘Gedicht van de Eeuw’ in Nederland.

Ik ben wel vaker naar de jaarlijkse bestuurdersdag geweest, maar dit was voor mij wel de meest inspirerende opening! Daarna werden we welkom geheten door Burgemeester Onno van Veldhuizen, die meesterlijk omging met de plagende vragen over FC Twente. Hij memoreerde dat Enschede de laatste grote stadsbrand 1862 (in vredestijd) in Europa en de vuurwerkramp hadden door staan en te boven waren gekomen. In welke divisie dan ook, nu zou er weer iets moois uit voortkomen. Hij besloot met “Sta op als je voor Twente bent”. Mijn complimenten. Pas 8 maanden burgervader in Enschede en al helemaal thuis.

In de ochtend kwam ook Anne Buningh, studente aan de Universiteit van Twente, aan het woord over hoe jongeren te betrekken bij het waterschap. Het was een goed verhaal. Alleen alle ‘grijze duiven’ in de zaal vergelijken met de groten der aarde, was wel een tikkeltje overdreven.

Daarna was er een presentatie van futuroloog Wim de Ridder. Hij ging in op de toekomst van het waterschap en het waterbeheer. Op 4 februari dit jaar had ik ook het genoegen naar hem te mogen luisteren op het Rioned symposium. Er waren veel herkenningspunten. Hij voorzag een geautomatiseerde ziektediagnose op basis van ons afvalwater. Hij riep de zaal op ‘door te gaan met vernieuwen totdat iedereen zijn eigen afvalwater hergebruikt’. Hij voorzag dat de waterschappen zich zouden kunnen ontwikkelen tot regisseur van de digitalisering van het gemeentelijk waterbeheer.

In de middag koos ik voor de excursie naar de waterberging Kristalbad. Een 40 hectaren grote waterberging tussen de steden Enschede en Hengelo. Een prachtig project van het voormalige waterschap Regge en Dinkel, dat het best omschreven wordt met de woorden: “Schakel tussen stad en land , droog en nat”, te lezen op de informatieborden. In deze waterberging worden tal van (neven)doelen gerealiseerd, zoals stedelijke uitloopgebied, EVZ, recreatiegebied en nazuivering van het effluent van een afvalwaterzuivering die afwatert in de Elsbeek. De Elsbeek loopt uiteindelijk door Hengelo en in het verleden verspreidde deze geuroverlast. Onderstaande foto’s laten een mooi geslaagd project zien dat, als het moet, 200.000 kubieke meter water kan bergen. Het mooiste vond ik dat, door compartimentering, er zelfs een soort van eb en vloed kan worden gecreëerd waardoor er een bijzondere biotoop is ontstaan. Mede hierdoor zijn er al meer dan 160 vogelsoorten waargenomen. Ondanks de weersvoorspellingen, werd het een zonnige wandeling die begon bij het Twente kanaal en eindigde bij de Hengelose kant van het Kristalbad waar de Elsbeek de berging, nagezuiverd en wel, weer verliet.

Bij het vertrek kreeg ik een tasje mee met folders en een boekwerk over het Kristalbad, een lezenswaardig boek. Ik trof ook aan een door het waterschap Vechtstromen uitgegeven waterbelevingskaart met tal van te bekijken toeristische objecten, zoals: zwemplassen, landgoederen, bouwkundige waterbezienswaardigheden (sluizen, watermolens, stuwen en gemalen). Een voorbeeld om na te volgen. Ik heb het dan ook de volgende dag gelijk laten zien aan onze afdeling communicatie.

Louis van der Kallen

best dag enschede 02 best dag enschede 03 best dag enschede 04

 

 


OVER WATER – 44: VAN PLAAG TOT LEKKERNIJ: DE AMERIKAANSE RIVIERKREEFT

 

| 11-06-2016 | 03.33 uur |


 


OVER WATER – 44

 

VAN PLAAG TOT LEKKERNIJ!

800px-Procambarus_clarkii_01

Procambarus clarkii, de rode Amerikaanse rivierkreeft

Eerder schreef ik over de toename en graafoverlast van de oprukkende Amerikaanse rivierkreeft. Ik  sloot toen af met: “Het wordt tijd dat deze beestjes op de menukaart komen van ons mensen en van liefhebbers van kreeftenvlees in de natuur.”

Het beestje verovert ons water en is een plaag geworden. Het vreet de sloten kaal, waardoor de traditionele flora en fauna verdwijnt. De kreeften veroorzaken schade aan de oevers van sloten en andere wateren en ondergraven ook waterkeringen. Het ministerie van Economische Zaken wil daarom de vissers in Nederland de mogelijkheid geven om grootschalig en gericht op de smakelijke rivierkreeft te vissen. Circa dertig jaar geleden kwam de Amerikaanse rivierkreeft niet voor in Nederland. Nu schatten kenners dat er vele honderdduizenden van deze kreeften in de Nederlandse wateren zitten. Ze zitten vooral in stil of langzaam stromend water zoals sloten en grachten. Vooral in het Groene Hart zijn er veel. Daar wordt per hectare oppervlaktewater tot 800 kilo rivierkreeft gevonden. Lees verder het item van de NOS met twee korte filmpjes en krijg trek in deze kwade rakkers.

3 juni
Vandaag de Unie Commissie Waterkeringen in een zaal in restaurant de Vier op de IJsselkade te Kampen. Een voor een waterschapsbestuurder prachtige locatie met een mooi zicht op de rivier. Agendapunten waren onder andere: een presentatie over de zorgplicht waterkeringen, het wettelijke beoordelingsinstrumentarium, het draaiboek 1e beoordelingen 2017-2022, de herijking subsidieregeling HWBP naar aanleiding van de nieuwe normen, het kennisplatvorm risicobenadering en de handreiking ‘omgaan met piping’.

In de middag een excursie naar het gebied ten zuiden van Kampen waar in het kader van Ruimte voor de Rivier een overlaat, de hoogwatergeul Reevediep, wordt gemaakt tussen de IJssel (ter hoogte van Wilsum op de oosteroever) en het Drontermeer (vlak ten noorden van de Reevedam). Hier wordt een oud plan uit de tijd van Koning Willem 1 alsnog gerealiseerd. Nu wel in het kader van een totaal plan voor de IJsseldelta.

IMG_0634 IMG_0637 IMG_0643

7 juni
DB vergadering met als agendapunten onder andere: de omgevingswet, de Green Deal Fruitteelt en de portefeuilleverdeling (ik krijg er bij: de aankoop en verkoop van gronden die mijn projecten betreffen en ik word, buiten de vervanger van Jacques van de Aa, ook de vervanger van Theo Schots voor zover het zijn portefeuille zuivering betreft, verder is er aan mijn portefeuille niets veranderd). Na de DB vergadering hebben we een jaar na dato afscheid genomen van Jan Slenders als DB lid. In het verhaal van de Dijkgraaf was de kernvraag: kunnen we een geschiedenisleraar missen als DB lid? Gelukkig is Jan als AB lid gebleven. Daarna werd mijn bijdrage opgenomen voor een filmpje over de EVZ ‘Om Dongen’.

8 juni
In de avond de werkgroep bestuurlijke vernieuwing, onder andere over de BOB-systematiek, een start met de discussie over ‘sturen op hoofdlijnen en een gesprek met de dijkgraaf over haar rol als voorzitter bij de diverse BOB onderwerpen.

9 juni
Om 8.00 uur de eerste afspraak in het gemeentehuis van Waalwijk, de Stuurgroep Westelijke Langstraat met wethouder Keijzers-Verschelling en gedeputeerde van der Hout en de heer de Wit van Staatsbeheer over de gebiedsontwikkeling van het Natura 2000 gebied. Hier gaan we werken aan de verbetering van leefbaarheid, cultuurhistorie, recreatie en landbouwstructuur, maar vooral aan de te halen natuurdoelen zoals het verbeteren en versterken van de biodiversiteit. Dit middels o.a. het aankopen en omvormen van landbouwgronden tot ‘nieuwe natuur’. Voor het waterschap ligt hier de taak om in dit gebied tot een inrichting te komen die de verdroging tegengaat en de hoeveelheid stikstof in de natuur vermindert. Dit in het kader van PAS.

Daarna in Boxtel in het gebouw van waterschap de Dommel het 4 DB overleg over de wateronderlegger voor de Brabantse Omgevingsvisie. En een presentatie van Hans van der Vlist over het Advies Waterkwaliteit van de Advies Commissie Water, dat recent is uitgebracht aan de minister van I&M. De hoofdlijn van de presentatie was de verwachting van de heer van der Vlist dat op termijn ‘Europa’ Nederland in gebreke zal gaan stellen voor het niet (tijdig) gaan halen van de doelen van de KRW, hetgeen een schande zou zijn voor een land dat de ambitie heeft het toonaangevende waterland te zijn.

Tenslotte de ledenvergadering van de Noord-Brabantse Waterschapsbond waar ik het waterschap Brabantse Delta vertegenwoordigde. De financiële stukken  over 2015 en de begroting voor 2017 werden vastgesteld.

10 juni
In de morgen de opnames voor een filmpje dat gemaakt wordt voor vertoning op de informatieavond over de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 43: ZUIDERWATERLINIE/ AFVALWATERSYMPOSIUM VAN HET STOWA EN RIONED

 

| 04-06-2016 | 09.00 uur |


 


OVER WATER – 43

 

27 mei
zuiderwaterlinie 02Vandaag heb ik de partnerconferentie over de Zuiderwaterlinie in Bergen op Zoom bezocht. Omdat ik in Bergen op Zoom woon, was ik er vroeg genoeg om ook de presentatie voor de ambtenaren bij te wonen en daarna die voor de bestuurders. Wel constateerde ik in de presentaties enige Brabantse accenten die de geschiedenis enigszins geweld aan doen. De Zuiderwaterlinie is niet van 1582-1920 maar maakte eerst deel uit van de Zuiderfrontier dat globaal bij de Noordzeekust bij het Zeeuwse Sluis/Belgische Knokke begon en via Bergen op Zoom liep tot Grave. In dat verre Zeeuws Vlaanderen is daar ook aandacht voor onder de naam de Staats/Spaanse linies. Pas bij de nieuwe Vestingwet van 1874 werden negen stellingen benoemd en werd het Zuiderfrontier opgesplitst in de Zuiderwaterlinie en de linie aan de Wester Schelde. Maar een kniesoor en een zeurpiet die daar op let. Zelf vind ik het wel zonde dat niet gegaan wordt voor het gehele Zuiderfrontier. Want het Zeeuwse deel, met Staatse en Spaanse forten tegen over elkaar, is in haar geschiedenis en verhalen op zijn minst zo interessant als het Brabantse deel.

De bestuurlijke discussie met gedeputeerde Swinkels en een aantal wethouders van aan de linie gelegen gemeenten was de moeite waard. Alleen jammer dat de gemeente Breda niet vertegenwoordigd was. Voor mij als waterschapsbestuurder is het helder. Hier liggen kansen voor het waterschap om een forse bijdrage te leveren, mede in dienst van onze eigen doelstellingen zoals: waterberging, kaderrichtlijn water, natte natuurparels, ecologischeverbindingszone’s (EVZ), het robuuster maken van het watersysteem, klimaatadaptaties en de PAS opgaven. Ook bij dijkverbeteringsprojecten kunnen er meekoppel-kansen zijn om werk met werk te maken. Hier liggen kansen op co-financiering en op een mooie koppeling van waterschapstaken met cultuurhistorie en economische ontwikkelingen in ons werkgebied. 

Na de bestuurlijke presentaties waren er ambtelijke presentaties over de kansen en ideeën. In ons gebied betreft het ontwikkelingen in drie van de vijf  ‘onderdelen’ van de Zuiderwaterlinie, te weten: De West-Brabantse waterlinie (Bergen op Zoom, Steenbergen), de forten aan open water (Volkerak-Willemstad, waaronder Sabina) en de linies en schansen van Breda tot Geertruidenberg. Dit alles lijkt een voortzetting van de eerdere wateratelier discussie van ‘defensie tot retentie’.

Tot slot kregen we, ter inspiratie, een prachtig boek uitgereikt. Dit boek is als de inspiratie atlas te downloaden op de website van de Zuiderwaterlinie.

31 mei
scheur-buitenriolering-728-206De gehele dag het afvalwatersymposium bijgewoond, georganiseerd door de STOWA en RIONED in Amersfoort. Een stortvloed aan lezingen over stoffen in het afvalwater, over de financiering en over de verwerking van regenwater. Als bestuurder en oudje ben ik een buitenbeentje op dit soort bijeenkomsten die vooral door technici, totaal meer dan honderd, worden bijgewoond. Riool- en zuiveringsspecialisten kijken ieder vanuit hun eigen vakgebied naar een probleem en leggen niet altijd de verbindingen tussen zaken zoals politici/bestuurders dat wel zouden moeten doen. Wat mij dan opvalt in dit soort door mannen gedomineerde gezelschappen is dat vaak jonge vrouwen de meest interessante vragen stellen. Die durven nog ‘domme’ vragen te stellen die vaak helemaal niet zo dom blijken te zijn. Hun leergierig gedrag laat zien dat ze kennis willen op doen en niet bang zijn op te vallen. Het valt mij ook op dat in dit soort gezelschappen overgewicht een grote zeldzaamheid is, terwijl dit onder bestuurders veel vaker voorkomt. Klaarblijkelijk heb je als riool- of zuiveringstechnicus meer kans een gezonde leefstijl te ontwikkelen. Het meest opvallende voor mij is dat waterschappen moeite hebben andere overheden ter verantwoording te roepen voor hun foute gedrag. Zelfs als dat tot extra en daarmee vermijdbare kosten leidt. Een voorbeeld: na een lezing over een ozon proef op een zuivering van het Hoogheemraadschap van Delftland kwam de vraag hoeveel rioolvreemd water die zuivering te verwerken kreeg? Het verbijsterende antwoord was 75%. De ambtenaar van het Hoogheemraadschap liet blijken dat het lastig was gemeenten hier op aan te spreken ‘want gemeenten hadden al zoveel problemen met hun riolen en de daaraan verbonden kosten’. Nu snap ik waarom het zuiveringstarief van Delftland veruit de hoogste is van Nederland en ruim twee keer zo hoog als het goedkoopste waterschap en bijna 80 % hoger dan in het waterschap waar ik dagelijks bestuurder mag zijn, terwijl de bevolkingsdichtheid van het gebied juist zou moeten leiden tot een lager tarief dan het gemiddelde.

Maar er is meer. Lekkende riolen zijn de voornaamste oorzaak van veel rioolvreemd water. Lekkende riolen draineren als het ware de omgeving waarin zij liggen en bevorderen daarmee de daling van de grondwaterstand en daarmee van de bodem. Wat weer een bijdrage levert aan paalrot onder de huizen. Als je het voorgaande in relatie brengt met een presentatie over de financiering (belastingheffing) van de waterschappen is de verbazing helemaal groot. Naar aanleiding van de OECD studie “Water Governance in the Netherlands, Fit for the future” (ik stelde daar eerder vragen over) wordt er gekeken naar de financiering van de waterschappen en hoe dit te verbeteren. De OECD stelde dat er in Nederland meer kosten in rekening gebracht zouden moeten worden bij de gebruiker en de vervuiler. En dan komt een werkgroep die de OECD adviezen moet uitwerken met de suggestie om gemeenten te gaan belonen voor de aanpak van rioolvreemd water. Dat lijkt mij het zelfde als een inbreker te gaan belonen voor het minder meenemen bij een inbraak in je huis. Gemeenten worden dan beloond voor wanbeleid en voor het slecht onderhouden van hun riolen. Dat heeft de OECD vast niet bedoeld als zij vinden dat de vervuiler meer dient te gaan betalen. Ik besef dat rioolonderhoud in veengebieden duur is. Maar goed onderhoud moet. Het is een gevolg van de keuzen die gemaakt worden om daar te wonen en te werken. Het is zoals een andere spreker zei: “veel rioolvreemd water betekent dat je het elders niet goed geregeld hebt.”

Veel aandacht was er ook voor medicijnresten in het rioolwater en de gevolgen daarvan alsmede de zuiveringsalternatieven. Ik schreef eerder over de risico’s van medicijnresten in de riolen en zuiveringen. Kortom een leerzaam dagje en veel om over na te denken. 

1 juni
In de ochtend een een portefeuillehouderoverleg over de Zuiderwaterlinie en hoe wij daar als waterschap onze bijdrage aan kunnen leveren. Daarna een bespreking met de opstellers over het conceptplan Vitaal Leisure Landschap Hart van Brabant. In de middag een vergadering van het bestuurlijk kwartet over de voortgang van de afvalwaterketen en hoe daarop te besparen. Een dag met vergaderingen in Breda, Oisterwijk en Tilburg. Zo zie ik nog eens iets van ons mooie Brabant. 

Louis van der Kallen

  


OVER WATER – 42

 

| 28-05-2016 | 16.20 uur |


 


OVER WATER – 42

 

kraanwaterAls het over water gaat krijg ik soms zaken onder ogen die schreeuwen om algehele verspreiding. Zo tipte mij gemeenteraadscollega Abdelaziz (Aziz) Danjaoui  (PvdA) mij over het project ‘Spraakwater’.

Hij is beleidsmedewerker/projectleider riolering en water bij de gemeente Steenbergen. Binnen de gemeente Steenbergen had het project ‘Spraakwater’ gedraaid. Kinderen uit de groepen 7 en 8 van de diverse basisscholen in de gemeente Steenbergen zijn daarbij alles over water te weten gekomen. Spraakwater is een educatief project over duurzaamheid en bewustwording over wat met water en het gebruik daarvan te maken heeft. Door het project moesten de kinderen zich bewust worden van water en het duurzamere gebruik van water. In dit kader zijn vier formidabele videoclips gemaakt. Klik de longlist eens aan. Kijk, geniet en leer van een viertal leuke clips gemaakt door leerlingen van de basisscholen: Merijntje, Gummarus, Petrus & Paulus en van Pius X en De Nieuwe Veste.

Het is echt de moeite waard om alle vier de clips te kijken. Voor mij een prachtig voorbeeld hoe scholen van water een thema kunnen maken op een manier waarvan ik denk dat de kinderen een herinnering meekrijgen voor het leven en echt zullen onthouden wat water en de kwaliteit er van voor hen betekent. Heb u tips voor mij? Laat mij het even weten via [email protected]

24 mei
Dagelijks Bestuur met als agendapunten onder andere: de kadernota 2017-2026, de jaarstukken 2015, de projectevaluaties 2015, een uitvoeringskrediet voor Nieuwveer, de strategische heroriëntatie Aquon, de managementletter 2016 en de portefeuilleverdeling van het DB.

Aan het begin van de middag een portefeuillehouderoverleg over de Westelijke Langstraat en daarna een overleg met de dijkgraaf. Daarna ben ik naar Nuenen geweest voor een overleg met een gemeenteraadslid in voorbereiding op de waterschapsverkiezingen van 2019.

25 mei
klimaatadaptatieEen bestuurdersbijeenkomst over de “Klimaat Actieve Stad” (KAS) in Amersfoort, waar een aantal dagelijks bestuurders vertelden over hun projecten in dat kader. Tevens waren er een tweetal presentaties. De eerste was door Geanne van Arkel van Interface over hoe een tapijttegelmaker qua duurzaamheid het verschil probeert te maken. Daarna een verhaal van Harmen Zijp van de Coöperatieve Universiteit van Amersfoort met een verhaal over lokale initiatieven rond klimaatadaptatie.

In de avond een bijeenkomst van de werkgroep bestuurlijke vernieuwing van het waterschap.

26 mei
In de morgen de Hart van Brabant PHO Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting te Waalwijk met onder andere agendapunten over het Vitaal Leisure Landschap, de regionale inbreng in het uitvoeringsprogramma van het Provinciale Milieu- en waterplan en de regionale inbreng voor de provinciale omgevingsvisie. Ook was er een discussie over de gebiedsopgave Loonse en Drunese Duinen. 

In de middag de Ravelijnlezing te Bergen op Zoom. Ik heb een viertal lezingen bijgewoond. “Slimmer onderhoud als vliegwiel” door Pieter Raes.  Tal van voorbeelden werden gegeven van hoe robots ingezet kunnen worden op plaatsen waar inzet van mensen problemen geven. Zeker als het over de inspectie van bijvoorbeeld riolen, tanks of afvalwaterleidingen gaat, liggen hier mogelijk tal van onvermoede mogelijkheden. Daarna “Hoe fieldlabs maintenance innovaties versnellen” door Paul van Kempen. Hij maakte helder dat, om innovaties van de grond te krijgen, je bereid moet zijn om ze te proberen en je daarbij anderen moet durven te betrekken. Vervolgens de lezing van Commodore Mario Verbeek commandant van het Logistiek Centrum op vliegbasis Woensdrecht. Een aantal citaten van hem, die ik optekende, zijn:

  • je moet relevant blijven in een veranderende wereld
  • de wereld draait om informatie
  • de enige constante is verandering. 

Hij is op zoek naar ‘zwarte zwanen’. Mensen van buiten zijn organisatie/netwerk die hem en zijn organisatie kunnen helpen te vernieuwen. De laatste lezing was van Michiel van der Maat. Die “je maintiendrai” vertaalde in “Je zal onderhouden!”. Helder was in zijn betoog dat uitstel van onderhoud uiteindelijk leidt tot meer kosten. 

 

Louis van der Kallen

  


OVER WATER – 41: DE NIEUWE NATUURBESCHERMINGSWET

 

| 21-05-2016 | 11.40 uur |


 


OVER WATER – 41

 

Hoop
Soms lees je iets dat te mooi lijkt om waar te zijn. Iets wat natuurlijk is en tegelijkertijd de aanwas van baggerslib tegengaat en de kans op (blauw)algenbloei verkleind. In Axel gaat de visclub Geduld Overwint Alles in samenwerking met het waterschap Scheldestromen het baggerslib te lijf met coccolietenkrijt. Het experiment op de IJsbaanvijver in Axel moet de komende drie jaar uitwijzen of die aanpak effectief is en zonder schade voor het onderwaterleven kan. Het krijt moet ervoor zorgen dat de bagger- en sliblaag in de vijver goedkoop en zonder daadwerkelijk te baggeren afneemt. Drie jaar  duurt de proef. Waarbij de dikte van de sliblaag met regelmaat gemeten wordt. Tevens wordt de chemische waterkwaliteit en het onderwaterleven gedurende de proef onderzocht. De proef moet uitwijzen of het krijt een aanvulling of zelfs een vervanger kan zijn voor baggerwerkzaamheden. Waterlopen worden regelmatig uitgebaggerd om waterafvoer te garanderen. Ook in verschillende vijvers in Almelo en Hengelo lopen dergelijke proeven met hoopvolle resultaten. Voor nadere informatie kijk lees een artikel dat advies- en ingenieursbureau Tauw erover schreef. Als de resultaten goed zijn kan dit een mooi alternatief zijn voor het traditionele baggeren dat veel nadelen heeft voor het waterleven.

18 mei
In de morgen portefeuillehouderoverleg over de vervanging van een brug in de gemeente Waalwijk en de risico’s daarbij voor een waterkering.

In de middag de Mariadal Meeting in Roosendaal met als thema “wonen in West-Brabant”. Gedeputeerde Erik van Merrienboer sprak de aanwezigen toe middels videobeelden. Zijn eindstelling was: “Wie kiest wordt gekozen en wie niet kiest krimpt”. Verder waren er een aantal interessante sprekers: Joks Janssen van BrabantKennis en Desirée Uitzetter van Bouwfonds Property Development en als dagvoorzitter Gijs Weenink die ons trakteerde op een aantal ‘fraaie’ stellingen, waarvan soms de uitkomst mij aan het denken zette, zoals: “Nieuwbouw is onmisbaar om wonen in West-Brabant aantrekkelijk te houden” (9 tegen, 68 voor). Ik behoorde tot de tegen stemmers. Laten we eerst en vooral het bestaande bouwvolume maar eens op orde brengen en herontwikkelen, was daarbij mijn motivatie.

20 mei
modderkruiperIn de morgen de opening van de vlonderbrug over het Galgenwiel in Waalwijk. Daarna de Pal-lezing in Den Haag over de nieuwe natuurbeschermingswet. Met deze wet worden veel bevoegdheden van het Rijk overgedragen aan de provincies. Provinciaal ambtenaar Willem Lambooij gaf in grote lijnen aan wat de nieuwe wet aan veranderingen bracht. Feitelijk worden de flora en faunawet, de boswet en de huidige natuurbeschermingswet in één wet bijeengebracht. De beoogde invoeringsdatum is 1-1-2017. Per 1-1- 2018 zal deze nieuwe wet weer opgaan in de omgevingswet. De wet is, in mijn ogen, op onderdelen een forse verandering. Zo wordt de bevoegdheid tot vergunningverlening voor ruimtelijke ingrepen overgeheveld van het Rijk (EZ) naar de provincies. Dit geldt ook voor de regels inzake faunabeheer/faunafonds. Er worden veranderingen doorgevoerd omtrent de te beschermen soorten. Zo vervalt de bescherming van een aantal vissen, waaronder de kleine modderkruiper.

De natuurbeschermingswetgeving, die min of meer startte met de vogelwet in 1938, gaat er fors anders uitzien. Nu is de vraag: gaan de provincies het verschil maken?  Deze nieuwe wet is gedoemd snel op te gaan in de omgevingswet. In de nieuwe natuurbeschermingswet krijgen de provincies de opdracht een natuurvisie te maken. Een aanwezige gedeputeerd zei dat dit middels de omgevingswet zal gaan gebeuren. Voor mij de vraag of de bescherming van soorten dan wel die aandacht zal krijgen zoals nu het geval is. Naar mij gevoel wordt onvoldoende beseft dat om vogels te beschermen je ook hun voedselbronnen moet beschermen. Een voorbeeld: als we kieviten willen behouden, zullen er ook voldoende voor hen eetbare insecten moeten zijn in de periode dat zij hun jongen grootbrengen, anders raken we meer kwijt dan we nu vermoeden. In de discussie kwamen er veel zorgen uit de zaal. Ook over beheer, toezicht en handhaving. Vooral als met de invoering van de omgevingswet per 1-1-2018 gemeenten dat moeten gaan uitvoeren. Ik deel die zorgen. Gemeenten bezuinigen op veel zaken en bij de afweging met andere zaken verwacht ik niet dat beheer/toezicht en handhaving dan die prioriteit krijgen die nodig is. Was de veldpolitie er nog maar. Toen was het echt beter geregeld!

tegels 01

foto beschikbaar gesteld door Fien Dekker

Een idee, een kans
De gemeente Bergen op Zoom werkt aan een plan van aanpak ‘water in de tuin’. Dat wordt een actieplan om de aanpak van de klimaatadaptatie en de hittestress vorm te geven. Meedenken wordt op prijs gesteld. Dus we denken mee. Een product van dat meedenken is, wat mij betreft, het toepassen van ervaringen elders. We hoeven immers het ‘wiel’ niet zelf uit te vinden als anderen ons zijn voorgegaan en het nodige ‘leergeld’ hebben betaald.

Een idee van elders: de Rain(a)way-tegels, een nieuwe doorbraak in de strijd tegen overtollig water. Ze zijn al toegepast in Rotterdam. Hier is voor het Katshoekgebouw onder de straat een regenwaterriool aangelegd met daarop parkeerplaatsen en een lange voortuin, met afwisselend kleurige beplanting en een soort opengewerkte stoeptegels waar het teveel aan regenwater in kronkelende, kleine geultjes wordt opgevangen. Het is een systeem om wateroverlast, na heftige regen, in steden op te lossen, bedacht door Fien Dekker, die er haar opleiding aan de Design Academy in Eindhoven mee afsloot. De tegels zijn haar afstudeerproject, maar inmiddels zijn ze de nieuwste stap in het klimaatbestendig maken van Rotterdam.

Gebaseerd op Japanse architectuur, maken de bouwstenen van Rain(a)way het proces van vallend regenwater, dat langzaam in de grond zakt, zichtbaar en mooi. In plaats van het water onder de grond te verstoppen, maken deze tegels een wateropvang bovengronds mogelijk. Handig, omdat ze bij extreme plensbuien de riolering ontlasten. Maar ook mooi, omdat na elke regenbui mini-riviertjes ontstaan in de openbare ruimte. Vanwege die geultjes zijn de tegels overigens niet geschikt om direct op te lopen. ‘Staptegels’ zijn er om oversteken gemakkelijker te maken. Ook in Bergeijk wordt inmiddels een dergelijk project met Rain(a)Way Ebb tegels in een woonwijk gerealiseerd. In Amsterdam is op de Kop van Java FabCity een tijdelijke campus ingericht. Deze tijdelijke campus biedt plaats aan innovatieve paviljoens en installaties voor de stad van de toekomst. Eén hiervan is het Rainproof paviljoen en toont het verschil tussen een toekomstige waterbestendige stad en de bestaande stad.

Wat mij betreft ligt hier ook een kans voor Bergen op Zoom. Bijvoorbeeld bij de komende herinrichting van de Eikstraat, Iepstraat, en de Lijsterbesstraat. 

Louis van der Kallen

tegels 02

foto beschikbaar gesteld door Fien Dekker

tegels 04

foto beschikbaar gesteld door Fien Dekker

  


DE NIEUWE NATUURBESCHERMINGSWET

 

| 21-05-2016 | 11.30 uur |


 

DE NIEUWE NATUURBESCHERMINGSWET

 

modderkruiperDe Pal-lezing in Den Haag op 20 mei 2016 ging over de nieuwe natuurbeschermingswet. Met deze wet worden veel bevoegdheden van het Rijk overgedragen aan de provincies. Provinciaal ambtenaar Willem Lambooij gaf in grote lijnen aan wat de nieuwe wet aan veranderingen bracht. Feitelijk worden de flora en faunawet, de boswet en de huidige natuurbeschermingswet in één wet bijeengebracht. De beoogde invoeringsdatum is 1-1-2017. Per 1-1- 2018 zal deze nieuwe wet weer opgaan in de omgevingswet. De wet is, in mijn ogen, op onderdelen een forse verandering. Zo wordt de bevoegdheid tot vergunningverlening voor ruimtelijke ingrepen overgeheveld van het Rijk (EZ) naar de provincies. Dit geldt ook voor de regels inzake faunabeheer/faunafonds. Er worden veranderingen doorgevoerd omtrent de te beschermen soorten. Zo vervalt de bescherming van een aantal vissen, waaronder de kleine modderkruiper.

De natuurbeschermingswetgeving, die min of meer startte met de vogelwet in 1938, gaat er fors anders uitzien. Nu is de vraag: gaan de provincies het verschil maken?  Deze nieuwe wet is gedoemd snel op te gaan in de omgevingswet. In de nieuwe natuurbeschermingswet krijgen de provincies de opdracht een natuurvisie te maken. Een aanwezige gedeputeerd zei dat dit middels de omgevingswet zal gaan gebeuren. Voor mij de vraag of de bescherming van soorten dan wel die aandacht zal krijgen zoals nu het geval is. Naar mij gevoel wordt onvoldoende beseft dat om vogels te beschermen je ook hun voedselbronnen moet beschermen. Een voorbeeld: als we kieviten willen behouden, zullen er ook voldoende voor hen eetbare insecten moeten zijn in de periode dat zij hun jongen grootbrengen, anders raken we meer kwijt dan we nu vermoeden.

In de discussie kwamen er veel zorgen uit de zaal. Ook over beheer, toezicht en handhaving. Vooral als met de invoering van de omgevingswet per 1-1-2018 gemeenten dat moeten gaan uitvoeren. Ik deel die zorgen. Gemeenten bezuinigen op veel zaken en bij de afweging met andere zaken verwacht ik niet dat beheer/toezicht en handhaving dan die prioriteit krijgen die nodig is. Was de veldpolitie er nog maar. Toen was het echt beter geregeld!

Louis van der Kallen

  


OVER WATER – 40: DE BRABANTSE OMGEVINGSVISIE

 

| 14-05-2016 | 13.30 uur |


 


OVER WATER – 40

 

10 mei
In de ochtend de dagelijks bestuursvergadering met als agendapunten onder andere: de huidige versie van de kadernota 2017-2026 (komt de volgende keer weer op de agenda), de keuze tot het voorkeursalternatief waterveiligheid Laakse Vaart, Kibbelvaart en Leurse Haven (de keuze is twee keersluizen), het vaststellen van het ruimtelijk kwaliteitskader voor de regionale waterkeringen, een actualisatie van de algemene regels en beleidsregels keur, de keuze van het onderwerp voor een artikel 109a onderzoek (diffuse bronnen) en een risicoanalyse in relatie met het weerstandsvermogen.

In de avond een groepsgesprek tussen AB/DB leden en de door de RKC van het waterschap ingehuurde onderzoekers die voor de RKC een onderzoek doen naar het aanbestedingsbeleid de uitvoering daarvan.

11 mei
Aan het begin van de avond de fractievergadering, waarin nog eens uitgebreid is gesproken over het vertrek van Kees Coppens uit het DB en zijn opvolging daarna werd de agenda voor het AB van 18 mei doorgenomen. Daarna de thema AB met als agendapunt een beeldvormende sessie over verbonden partijen. Het AB werd bijgepraat over: de belastingsamenwerking West-Brabant, de SNB, het Waterschapshuis en de strategische herijking Aquon.

12 mei
jules deelder 04Vandaag de “Dag van de Brabantse omgevingsvisie” in het congrescentrum 1931 in Den Bosch. In de eerste presentatie vertelde een medewerker van de provincie dat de op te stellen omgevingsvisie voor Brabant een praktijk gerichte omgevingsvisie moest worden, waarin ‘de mens centraal staat’. Voor mij een beetje raar. Want het hoort, als het gaat om de omgeving van de ‘mens’, net zo zeer over de flora, fauna en het landschap te gaan. Via “Denken, Dromen, Durven, Doen” moet er een uitzicht ontstaan op 2040. Meer informatie is te vinden op www.omgevingsvisieNB.nl. Zelf heb ik het niet zo op politici of ambtenaren die aan het dromen moeten slaan over hun werk. Ik schreef er eerder over.

De tweede presentatie was door Derk Loorbach van Dutch Research Institute For Transitions (DRIFT). Hij hield een inspirerend verhaal over de “Omgeving in Transitie” van beleid naar de politiek van de ruimte. Hij memoreerde als ‘nadenker’ de Jules Deelder ‘de wat maakt het uit joh-motie‘ in de Rotterdamse gemeenteraad. Hij pleitte voor het meer ruimte maken voor experimenten en de totstandkoming van een strategisch innovatie programma om:

  • ruimte te behouden
  • ruimte te bieden
  • en ruimte te maken.

Dit allemaal over de huidige politieke cycli heen. Deze zijn te kort en leiden tot een korte termijn denken, daar waar een lange termijn nodig is.

Daarna waren er nog werkbijeenkomsten, waarin veel gedroomd werd over wat de nieuwe omgevingswet mogelijk zou maken en wat de aanwezigen, vooral gemeentelijke ambtenaren aan verwachtingen hadden van ‘de Brabantse omgevingsvisie’. Op de concrete vraag wat is jullie verwachting, antwoordde in één van de werkbijeenkomsten waar ik aanwezig was 85 % “vrijheid”. Ik zag bijna dezelfde euforie als op een gemeentelijke bijeenkomst van politici over de omgevingswet. Ik schreef daar eerder over. Dit vind ik zorgelijk. 

Ik heb er niet zoveel vertrouwen in. Het lijkt op eerst het zoet, we gaan weer bouwen en produceren met alle milieunadelen van dien, daarna komt het zuur. In de politiek is dat niet de betrouwbare volgorde. Politici delen graag cadeautjes uit ‘het zoet’ en laten het zuur vaak aan de volgende generatie bestuurders met vaak de gedachte ‘na mij de zondvloed’ of ‘wie dan leeft die dan zorgt’. Een soort Belgisch scenario. Hier is het lange termijn denken waar Derk Loorbach voor pleitte echt nodig.

Louis van der Kallen

  


NADEREND ONHEIL VOOR HET VOLKERAK-ZOOMMEER

 

| 08-05-2016 | 10.15 uur |


 

NADEREND ONHEIL VOOR HET VOLKERAK-ZOOMMEER

 

Eb en vloed op het Volkerak. Het stond in vele kranten en is zelfs opgenomen in de ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer. Men wilde indertijd met verzilting op goedkope wijze blauwalgen bestrijden. Deze visie is echter gebaseerd op een verkenning uit 2002 en 2003. Door vermindering van fosfaat en nitraat, is de waterkwaliteit inmiddels sterk verbeterd. Blauwalgen zijn vrijwel verdwenen en de natuur ontwikkelt zich in de goede richting. De noodzaak tot verzilting is dan ook volledig van de baan. Men heeft zich echter zo sterk op het verzilten gericht dat we haast zouden vergeten dat niet de zoute variant, maar de zoete en getijloze variant, de voorkeursvariant is van het ontwerp-MER Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer.

Kraanvogels
kraanvogelHet Markiezaat, een belangrijk natuurgebied aan het Zoommeer, wordt beheerd door het Brabants Landschap en ontwikkelt zich tot een duurzaam natuurgebied. Jaarlijks strijken er honderdduizenden trekvogels neer en het broedvogelaantal neemt zienderogen toe. Het behoort als gevarieerd moerasecosysteem tot de vijf belangrijkste vogelgebieden van Nederland. Vanaf 2013 tonen zelfs kraanvogels belangstelling voor het natuurgebied Markiezaat. Alle natuurbeschermers en biologen zouden dan ook een gat in de lucht moeten springen. Kraanvogels komen echt niet zomaar naar een willekeurig natuurgebied. Dat moet immers aan vele voorwaarden voldoen. Maar in plaats van de vlag uit te steken blijft het nog muisstil bij de natuurorganisaties. Ze lijken verstrikt in de plannen voor de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer. Deze zijn echter gebouwd op luchtkastelen en vernietigen ook het prille kraanvogelbiotoop. Milieutechnische veranderingen, alsook politieke en bestuurlijke proces maken een heroverweging van de ingrijpende maatregel mogelijk. Is het niet zo dat de zogenaamde verandering van zoet naar zout enkel om ideologische en politieke reden is bedacht? Er worden mooie verhalen verteld dat alles goed komt en dat er gezorgd wordt voor zoetwater, maar de realiteit is anders.

Gesmoord door een herenakkoord
Begin 2009 kwamen onder meer enkele burgervaders en de programmadirecteur Zuidwestelijke Delta tot een ‘herenakkoord’ om het Volkerak-Zoommeer te verzilten. Dit zette meteen de toon. Tijdens de hierop volgende Werkconferentie Zuidwestelijke Delta werd deze verzilting als was het een vaststaand feit gepresenteerd. Na uitbesteding verscheen het Uitvoeringsprogramma Zuidwestelijke Delta en later volgde het Manifest Waterpoort. Beide bedenkelijke rapporten voerden de politieke druk richting Den Haag zo hoog op, dat de minister onlangs verzilting van het Volkerak-Zoommeer heeft voorgesteld. De kennis van nu is objectiever informatie en die spreken het onderzoek wat gedaan is tegen.

Toenemende kosten
De geraamde kosten van verzilting zijn inmiddels van 250 gestegen naar 350 miljoen euro, een bedrag waarvan overigens pas een derde is toegezegd. En bij deze kosten blijft het niet, want de voorzieningen en de oeverbescherming zijn niet berekend op getij en de diepte van de vaargeulen zijn afgesteld op een peil van ± nul NAP en moeten uitgebaggerd worden. En hoe zit het met de doorvaarhoogte bij de bruggen? Tal van zoetwatermaatregelen zijn na de verzilting nodig om het voorzieningenniveau op een minimaal peil te houden. Zeeuwse eilanden moeten aan het zoetwaterinfuus worden gelegd, om droogte en verzilting enigszins te voorkomen.  

Schadeclaims zullen volgen
Een getijloze en zoete Schelde-Rijnverbinding is een van de verworven zekerheden van de Deltawerken en als dit gaat veranderen, zullen vanuit de havenbedrijven en scheepvaart schadeclaims volgen. Het binnendijks karakter verdwijnt, met alle gevolgen voor de infrastructuur en waardevermindering van onroerend goed. Ook van waterschappen, landbouw en industrie zijn claims te verwachten en de repeterende schade voor toerisme, visserij en schelpdierkweek wordt enorm. Bijna een halve eeuw na de Deltawerken, nu de natuur hier een nieuw evenwicht nadert, gaat door de voorgenomen verzilting het hele milieu er aan. Ongetwijfeld zal ook de natuurbescherming bij de overheid aankloppen voor de ontstane schade en de reeds gemaakte kosten.

Dood en verderf
Nu is het Volkerak-Zoommeer ook nog eens aangewezen als eerste noodberging. Deze noodberging is veel te klein en kan gezien de berekening maar voor 7 uur water bergen, waar blijven ze dan met de rest? Want ze rekenen met 24-48 uur wateropvang. En  deze kwetsbare noodberging gaat nooit goed functioneren en veroorzaakt bij elk gebruik een milieuramp en een natuur genocide die niet te overzien is. Zoet water wordt immers op een zout milieu geborgen. Het ecosysteem zal afsterven en de stank van dode vis is dan niet te harden. Het gebied wordt keer op keer een regelrecht sterfhuis, met uitstoot van CO2 en methaan (moerasgas). Verzilting en verzoeting zorgen voor een herhaling van rampen. Wie kiest er nu voor een strategie waarbij het ecologisch evenwicht telkens weer wordt verstoord! Maar ook gaat spuien in de toekomst door zeewaterstijging door klimaatsverandering niet meer.  Daarnaast wordt een groot natura 2000 gebied waar o.a. ijsvogels en kraanvogels  voorkomen vernield. (Dinteloordse gorzen)  Een gebied waar wij als Steenbergenaren trots op zijn.

Beperkt getij zonder toekomst.
Het belangrijkste natuurdoel van het Nationaal Waterplan is estuariene dynamiek. De samenstellers van het Deltaprogramma suggereren deze doelstelling door zout en getij in het Volkerak-Zoommeer binnen te halen, maar van enig toekomstperspectief naar een estuarium is hier geen sprake. Er blijft immers een harde grens tussen zout en zoet bij de Volkeraksluizen. De doorlaat van de stormvloedkering was al bij aanleg onvoldoende voor een stabiel  milieu in het resterende Oosterscheldebekken. Het zal dan haast onmogelijk blijken om ook nog eens op het Volkerak-Zoommeer (beperkt) getij de realiseren via een doorlaat in de Philipsdam. Een landinwaarts uitstervend stukje zeegatdynamiek voegt niets toe aan natuurwaarden. Het is niet te verklaren waarom het Deltaprogramma kiest voor een volkomen zinloze inrichting, in plaats van te gaan voor een integrale oplossing met de Zuidwestelijke Delta als één estuarium.  Waarom wil je geld als rijk of gemeente ophoesten als er alleen maar nadelen zijn? Of zouden hier andere factoren, o.a. sluizencomplexen, waterkwaliteit en kwantiteit, omdat heel veel spoelwater nodig is om het zoetwater te behouden of commerciële financiële belangen meespelen die wij als inwoners om de heen of andere reden niet mogen weten mee? 

Conclusie
De loze plannen voor het Volkerak-Zoommeer verhogen het risico dat verzilting ver doordringt tot in het Brabantse land, waardoor het opbrengst vermogen van de landbouwgronden afnemen, het vergroot de wateronveiligheid door schijnveiligheid en veroorzaken onvoorspelbare milieuwisselingen. Erger kan je het niet maken. En weer de overheid als opdrachtgever die kennelijk niet in staat is om te leren van vastlopende  projecten zoals de Fyra en de Betuwelijn. We zijn op weg naar ‘nieuwe Kamervragen’, want het debacle van de Zuidwestelijke Delta is volop in de maak. Waterschappen en gemeenten, die momenteel hun achterstallig onderhoud nog kunnen laten meefinancieren, houden zich alsnog koest. Jammer dat wederom de belastingbetalers en inwoners van de gemeentes die aan dit mooie zoetwater meer liggen, voor de kosten op mogen draaien en de gevolgen niet te onderschatten zijn.

Dat waterspecialist Louis van der Kallen uit Bergen op Zoom een petitie is gestart tegen verzilting is dan ook geen verrassing: https://www.petities24.com/forum/113618

Iedereen zou deze moeten ondertekenen om het naderend onheil te weren.

Hier vindt u een uitnodiging voor de informatieavond Volkerak-Zoomeer Zoet of Zout! op 25 mei 2016 om 19.00 uur

Sjaak Damen, Stadsraad-Steenbergen,01-05-2016  
[email protected]

Ps. Wij zijn als Stadsraad Steenbergen geen actiegroep, maar vertegenwoordigen de inwoners van Steenbergen. Maar als je dit verhaal leest zou je toch je bedenkingen gaan krijgen. Het is en blijft een informatie avond waar voor en tegen, Zoet of Zout,  met respect voor ieders standpunt moet worden bezien en behandeld. Het draait allemaal deze avond om nieuwe feiten, het voortschrijdend inzicht, ‘de bewustwording’. 

 


ZIEN ZIJ NU HET LICHT?

 

| 07-05-2016 | 02.30 uur |


 

ZIEN ZIJ NU HET LICHT?

 

Nieuwe Waterweg_Stormvloedkering (1)Volgens een bericht op www.dordrecht.net wil het Waterschap Hollandse Delta snel een uitgebreider onderzoek naar de verschillende effecten van het plan Sluizen Nieuwe Waterweg en het voorkeursalternatief van het Deltaprogramma op de waterveiligheid en zoetwatervoorziening in Zuid-Holland en heeft daarover een brief gestuurd naar de Tweede Kamer. Op dit moment zijn er grote onzekerheden in beide plannen en dus ook over de kosten en baten bij het waterschap Hollandse Delta.

Dit is voor de Verenigde Vergadering van Hollandse Delta aanleiding geweest voor een motie, die verzoekt om dit onderzoek naar voren te trekken bij de Tweede Kamer, zodat er eerder duidelijkheid komt. Een verder onderzoek naar de verschillende effecten moet niet wachten tot de vervanging van de Maeslantkering (volgens planvorming start in 2040), maar moet gebruikt kunnen worden bij de toetsing aan de nieuwe waterveiligheidsnormen in 2023. Het waterschap Hollandse Delta wil een goede en verantwoorde afweging maken welke maatregelen noodzakelijk zijn om een optimale waterveiligheid en zoetwatervoorziening in de toekomst te borgen.

Ons Water heeft al jaren de wens te komen tot een sluizencomplex in de Nieuwe Waterweg. Zo schreven wij in april 2009 een brief aan de Tweede Kamer met onder andere de tekst: “Geachte volksvertegenwoordigers, bezint eer gij begint met maatregelen die grote, niet te overziene, gevolgen hebben voor onze land- en tuinbouw, drinkwatervoorziening en industrie en daarmee voor het economisch fundament van onze samenleving. Bekijk of andere meer duurzame oplossingen geen alternatieven bieden en tegelijkertijd de zoetwatervoorziening voor alle belanghebbenden zekerstellen. Geen uitvoering van het Kierbesluit en geen verzilting van het Volkerak-Zoommeer. Pak het ‘lek’ op de Nieuwe Waterweg aan. Maak nu reeds, en niet pas na 2050, een sluisvoorziening die bij geringe rivierafvoeren gebruikt kan gaan worden en gebruik rivierwater om ook andere wateren, bij voldoende afvoer, zomer en winter door te spoelen.”  

Eerder schreef ik het artikel “de honger naar zoet water” met daarin een advies uit 1968: “de bodem van de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg te verhogen en vast te leggen.” (Bron: “De waterhuishouding van Nederland” samengesteld door Rijkswaterstaat 1968).  

En dan liggen er nog de motie Geurts uit november 2014 en de brief van de deskundigen: Ir. F. Spaargaren, Prof. Ir. K. d’Angremond, Ir. A.J. Hoekstra, Ir. J.H. van Oorschot, Ing. C.J. Vroege en Prof. Drs. Ir. H. Vrijling, met een helder advies: “Wij zijn van oordeel dat voor het verzekeren van de gewenste veiligheid, een robuuste zoetwatervoorziening en het tegengaan van verdere verzilting, de sluizen in 2050 dienen te zijn gerealiseerd. Gezien de lange procedure tijd en de bouwtijd moet ons inziens rond 2020 een principe beslissing worden genomen.”

Ik hoop van harte dat de Tweede Kamer de brief van de collega’s van het waterschap Hollandse Delta naar waarde weet te schatten.

Louis van der Kallen