OVER WATER – 39: AKKERRANDSUBSIDIES

 

| 29-04-2016 | 21.15 uur |


 


OVER WATER – 39

 

Akkervegetatie op begraafplaatsen
Als pklaprozenublicaties gaan over akkerrandvegetaties, hebben deze gelijk mijn belangstelling. Veel waterschappen kennen immers subsidies voor de instandhouding van akkerranden om de kenmerkende akkervegetaties in stand te houden.

Wanneer de flora op begraafplaatsen vergeleken wordt met de flora van akkerranden, is er een opvallend grote gelijkenis te zien. De vegetaties op akkerranden en op begraafplaatsen blijken gedomineerd te worden door klaprozen, ereprijzen, kamilles en wikkes. Dit komt vermoedelijk omdat beide biotopen deels, door menselijk handelen, op elkaar lijken. Akkers worden enkele malen per jaar geploegd en bewerkt, terwijl begraafplaatsen een aantal keren per jaar geschoffeld worden. Eénjarige akkerplanten kunnen goed tegen deze constante verstoring en bloeien vaak meerdere keren per jaar en komen derhalve toch toe aan zaad/ vruchtvorming. Zo zorgen zij dat, wanneer zij ‘het onderspit delven’, volgende generaties toch een kans krijgen.

Begraafplaatsen kennen net als akkers een grote diversiteit. Er zijn begraafplaatsen met een gesloten grasvegetatie, een type waarbij alleen korstmossen en mossen goed gedijen, maar de akkerflora vaak weinig kans krijgt. De akkerflora gedijt voornamelijk op open grind- en zandbodems. Het type grond is hierbij het meest bepalend voor de soorten die er te vinden zijn. Ook de leeftijd van de begraafplaatsen lijkt een rol te spelen. Veel akkerplanten hebben de jongere begraafplaatsen nog niet bereikt. De kans daarop is kleiner dan vroeger, omdat sommige soorten misschien al te zeldzaam zijn geworden. Het is prachtig dat de zeldzaam wordende akkerflora een toevluchtsoord heeft gevonden op begraafplaatsen.

Op begraafplaatsen wordt aanzienlijk minder gespoten, waardoor veel éénjarige planten hun cyclus toch op tijd weten te voltooien. Meerjarige soorten kunnen dit enkel op begraafplaatsen waar niet gespoten wordt. Het is nog steeds goed zoeken, want ook op begraafplaatsen zijn ze absoluut niet algemeen. Soorten die met enige regelmaat te vinden zijn op begraafplaatsen zijn onder andere: akkerleeuwenbek, akkerereprijs, ruige klaproos en de akkergeelster.

poppy canadaDe vraag is nu wat betekent deze kennis nu voor de alsmaar oplaaiende discussie over de instandhouding van akkerrand subsidies? Het meest verbaast mij bij dit soort onderzoeken dat de uitkomst al lang verbonden is in onze taal. Zo wordt een begraafplaats soms dodenakker genoemd en ook de slagvelden, waar klaprozen goed bleken te gedijen op de met bloed doortrokken bodem. Een waarneming die zelfs heeft geleid tot het symbool waarmee de Engelsen en Canadezen hun gevallenen herdenken.

25 april
In de avond een coalitieoverleg over de invulling van de vacature in het Dagelijks Bestuur (DB). Er bleek geen draagvlak voor onze inbreng om het aantal DB leden terug te brengen tot vier plus de dijkgraaf. Uiteindelijk kan de voorgedragen kandidaat van ongebouwd rekenen op een brede ondersteuning van de coalitiefracties.

26 april
De dag begon met een DB vergadering met onder andere de agendapunten: de samenwerkingsovereenkomst tot uitvoering waterdoelen, de begroting 2017 belastingsamenwerking West-Brabant, de bestuurlijke vernieuwing, uitwisseling inspectiegegevens, de restauratie Keenesluis en een actualisatie van de algemene regels en beleidsregels keur.

Aan het begin van de middag een portefeuillehouderoverleg (PHO) over een business case oppervlaktewatersysteem in de gemeente Oosterhout.

Daarna een PHO over het dijkverbeteringproject Geertruidenberg/Amertak over de strategie bij de afweging meekoppelkansen. Daarna over de aanpassingen aan de waterhuishouding en de regionale kering bij Waalwijk als gevolg van de gemeentelijk plannen om een nieuwe haven aan te leggen.

Daarna een bijeenkomst in het kader van het project expertsessie ‘water in de tuin’ van de gemeente Bergen op Zoom in het Natuurpodium Brabantse Wal als vervolg op de bijeenkomst op 20 januari waar ik eerder over schreef . Er werd gewerkt aan een actieplan om de aanpak van de klimaatadaptatie en de hittestress samen met de aanwezigen vorm te geven.

Louis van der Kallen

  


OVER WATER – 38

 

| 22-04-2016 | 20.00 uur |


 


OVER WATER – 38

 

18 april
In de vroege ochtend eerst een portefeuillehouderoverleg over de Zuiderwaterlinie ter voorbereiding van een partnerconferentie op 27 mei in Bergen op Zoom.

Daarna een overleg over onze belangen bij het Gilzerbaan project in de gemeente Tilburg.

In de avond een extra fractie overleg over de ontstane situatie door het vertrek van een dagelijks bestuurslid.

19 april
Aan het begin van de middag een extra DB over de ontstane situatie door het vertrek van één van de leden.

In de middag heb ik met Liesbeth Rumpt (coördinator van Food4Bees, cel Brabantse Wal) gesproken over hoe West-Brabant, en in het bijzonder Bergen op Zoom (ik ben immers ook gemeenteraadslid), te laten zoemen. In de BSD nieuwsbrief schreef ik eerder over een door het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES) uitgebracht rapport over met uitsterven bedreigde bijensoorten en andere bestuivers. Dit bracht bij mij de overtuiging dat ook in ‘waterprojecten’ aandacht gegeven kan worden aan bijen en hun biotoop. Een voorbeeld is in ons eigen werkgebied ‘Het Belslijntje’ (een lint van 35 kilometer van voor bijen aantrekkelijke voedselplekken tussen Tilburg en Turnhout) en de Bee Deal van het waterschap Brabantse Delta met de gemeente Zundert, Treeport Zundert en de imkervereniging. Projecten die navolging verdienen. De komende tijd zal ik met regelmaat zowel in mijn waterdagboek (Over Water) als in de BSD nieuwsbrieven in gaan op bijenprojecten elders als voorbeelden die ook in het werkgebied van Brabantse Delta en in Bergen op Zoom navolging verdienen.

20 april
Aan het begin van de avond coalitieoverleg met als kernthema hoe om te gaan met het vertrek van het DB lid van ongebouwd en hoe kijken we aan tegen de opvolging? De positie van Ons Water/West-Brabant Waterbreed is dat opvolging vanuit de fractie ongebouwd wel logisch is, mits met een breed gedragen en ervaren kandidaat. Terugkijkend naar de totstandkoming van deze coalitie was het logisch dat ongebouwd en bedrijfsgebouwd beiden een DB lid zouden leveren omdat ze alle twee een zeer ervaren DB lid/kandidaat hadden. Daar neem je niet zomaar afscheid van. Het is niet vanzelfsprekend dat dit ook nu of in de toekomst zal blijven gebeuren. Ons waterschap is qua DB samenstelling (vijf DB leden plus de dijkgraaf en 2 DB leden uit de geborgde zetels een uitzondering). Ongebouwd en bedrijfsgebouwd zijn qua zeteltal kleiner geworden en zijn nu getalsmatig oververtegenwoordigd. Uiteindelijk zal het altijd moeten gaan om de kwaliteit van de kandidaten, maar de getalsverhouding in het AB is ook van belang.

In de avond een AB vergadering met onder andere de agendapunten: de rapportage van de Rekenkamercommissie ‘integraal werken’, de TTIP motie ingediend door de PvdA, de meervoudige centrumregeling Winnend Samenwerken en de Managementletter 2016-1.

21 april
DSC032841Op 15 april bij een Unie bijkomst had ik de heer Jan de Vries van Boot & Co ontmoet, een boomkweker met bedrijven in Boskoop en Zundert. Een ondernemer in functioneel groen wiens bedrijf al meer dan 60 jaar actief is en zijn best doet de bedrijfsvoering binnen alle milieuvereisten vorm te geven. Ze zijn in het rijke bezit van ISO 9001 en 14001 en het milieukeur certificaat. Met trots stuurde hij vandaag een aantal foto’s op van zijn retentievijver nabij zijn bedrijf in Zundert, waarmee het bedrijf de waterkringloop, op zijn bedrijf, zo goed mogelijk sluitend maakt. Binnen ons AB wordt met regelmaat gepraat over het middelengebruik in die sector en over de gevolgen die dat heeft (gehad) op de Moersloot. De foto’s van zijn retentievijver laten zien dat ook een retentievijver van een boomkweker een mooie bijdrage kan leveren aan de ecologische waarden in een boomkwekergebied zoals Zundert.

22 april
De bestuursvergadering van het Regionaal Archief West-Brabant bijgewoond.  Dit keer niet in Oudenbosch maar in de Domeinkamer van het Markiezenhof. 

Louis van der Kallen

 DSC032811 DSC032831


OVER WATER – 37

 

| 15-04-2016 | 20.45 uur |


 


OVER WATER – 37

 

11 april
Gelezen de ‘keuzewijzer stadswater‘. Een handzaam boekje als inspiratiebron voor gemeenten bij het ontwikkelen van beleid inzake stedelijk water. 

klooster NieuwkerkIn de middag naar de lancering van de fietsroute “Proef de 5 Trappisten” geweest. De lancering vond plaats in Klooster Nieuwkerk te Goirle. De start vond plaats in aanwezigheid van tal van bestuurders uit Brabant en Vlaanderen. Ik vond de bescheidenheid van een moderne bestuurder als Mario Jacobs (wethouder van Tilburg) leuk. Hij was op de fiets gekomen (circa 10 kilometer) en stalde de fiets buiten het zicht van de verzamelde bestuurders. Ik had hem echter zien aankomen. Wat is mooier dan een fietsroute te openen en zelf op de fiets te komen.

12 april
DB vergadering met onder andere de agendapunten: Brainstorm voorkeursalternatieven, Waterveiligheid deelgebied Midden (Laaksche Vaart, Kibbelvaart en Leurse Haven), jaarstukken Noord-Brabantse Waterschapsbond, Motie TTIP, simuleren buurnatuur en water initiatieven, ontwerp projectplan Molenbeek fase 3 te Roosendaal.

In de avond de werkgroep Bestuurlijke Vernieuwing.

13 april
In de vroege ochtend een overleg van de Bestuurlijke Adviesgroep A27 Houten-Hooipolder. Hierin is de voortgang besproken van de voorbereiding van het tracébesluit met uitleg over een plan van de regio en de provincie voor een aanpak van het knooppunt Hooipolder.

Daarna naar Fort bij Vechten bij Bunnik voor een symposium over grondwater. Het fort is ook zonder een symposium een bezoek waard.

Begin van de avond de fractievergadering van Ons Water en daarna een thema AB over de keuzes die te maken zijn bij de kadernota 2017-2026.

14 april
Een middag heisessie om in het DB de klokken blijvend op één lijn te houden en inspiratie op te doen voor de komende tijd.

15 april
In de morgen een bijeenkomst van de Unie in Den Haag over de bedrijfsvergelijkingen, zoals de waterschapsbelastingen 2016 en de vele rapporten te vinden op https://waterschapsspiegel.nl./ en hoe deze te verbeteren en aan te vullen.

stockholm-ringweg-in-tunnelDaarna de PAL lezing in het provinciehuis van Zuid-Holland met als thema “Stad en ring: vriend of vijand?”. Sprekers waren: Tertius Hanekamp (medewerker Rijksadviseur Infrastructuur en Stad) en Michel Heesen. Vooral het verhaal van Heesen sprak mij aan omdat hij laat zien hoe ‘de snelweg’ werd van een toeristische attractie (jaren vijftig) tot een milieuprobleem. Van utopie (zegen brengend) via optimisme en realisme naar pessimisme. Hoe om te gaan met snelwegen als de A20 en A13 waar het einde van de levensduur in zicht is? Ook de transformatie van ringwegen kwam aan de orde. Als prachtig voorbeeld werd Stockholm genoemd, waar de ringweg deels overdekt is en het dek omgebouwd is tot park. De bekostiging: het heffen van tol! En de stadsbevolking stemde daar in meerderheid voor. De overdekte ringweg levert een forse bijdrage aan de leefbaarheid van een grote stad. Voor ons allen iets ter overweging.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 36

 

| 09-04-2016 | 10.00 uur |


 


OVER WATER – 36

 

4 april
Bestuurlijk overleg met wethouder Jan Willem Stoop van de gemeente Drimmelen inzake het waterschapsproject ‘inhaalslag Keur en oneigenlijk grondgebruik’.  

5 april
PHO over de A27 en een introductiegesprek met de nieuwe contactambtenaar van het waterschap voor de gemeenten Drimmelen, Geertruidenberg en Oosterhout.

Daarna een bestuurlijk overleg met een ingehuurde vertegenwoordiger van RWS inzake onze zienswijzen/inzichten met betrekking tot de waterschapsbelangen bij de voorgenomen verbreding van de A27. Onder andere: de zorgen over de gehanteerde normen voor de waterkeringen bij de afrit Geertruidenberg en bij de mogelijke tracé varianten bij de afrit Raamsdonksveer (A59), de waterstuwende effecten door de realisering van een nieuwe brug bij Geertruidenberg (afstemming RWS droog, RWS nat), de beschermingszone van onze afvalwaterpersleiding langs de A27, voldoende bergingscapaciteit en de juridische status van de wateradviezen van de betrokken waterschappen.    

7 april
De informatiebijeenkomst in Waspik over de inzet van de Overdiepse Polder als waterberging bij hoog water met onder andere de presentatie van ons draaiboek bij hoog water en inundatie van de polder en uitleg over de procedure van het claimen van schade als gevolg van een eventuele inundatie.

treurwilg 01

De treurwilg vóór behandeling

treurwilg 03

De treurwilg na behandeling

Voorafgaand aan deze bijeenkomst ben ik bij de treurwilg gaan kijken in de Overdiepse Polder waarover ik vorige week schreef. De boom bleek goed onderhanden genomen door de boomploeg van de gemeente Waalwijk. Hij is gehavend,  maar nu hij gestabiliseerd is kan hij een eventuele zomerstorm vermoedelijk goed doorstaan. Gezien zijn geschiedenis is de kans groot dat hij zal herstellen. Samen met het opnieuw op te bouwen oorlogsmonument zal hij door zijn aanwezigheid de wereld kond blijven doen van wat er gebeurd is in de strijd van de slag om Kapelscheveer, maar ook van de levenskracht van deze boom en de samenleving waarin hij zich bevind.

De afgelopen week heb ik het boekje “Building blocks for good water governance” gelezen. Ik kan het, één ieder die belangstelling heeft voor water en de bestuurlijke invulling daarvan in de wereld, aanbevelen.

Ik heb tijdens mijn rondrit door de Overdiepse Polder ook genoten van de aangelegde ecologische verbindingszone (EVZ) langs het Oude Maasje. Over een paar seizoenen zal dit zowel voor de natuur (bevers) en voor de (fiets)recreanten een aanwinst blijken te zijn.

oude maasje

Ecologische verbindingszone Oude Maasje

 

 


OVER WATER – 35

 

| 01-04-2016 | 14.50 uur |


 


OVER WATER – 35

In november 2015 schreef ik een artikel met als titel: “Resistente bacteriën en onze zuiveringen“. De kern was dat resistente bacteriën een groeiend probleem zijn en dat aanpak  mogelijk zal leiden tot andere of aangepaste zuiveringsmethoden van afvalwater. Het doet mij dan ook deugd dat in de rioolwaterzuiveringsinstallatie Papendrecht van Waterschap Rivierenland een proef wordt gestart om microverontreinigingen zoals geneesmiddelenresten uit rioolwater te halen. Waterschap Brabantse Delta is één van de dertien partners die middels het project Schone Maaswaterketen meedoet in deze proef. De deelnemers bundelen hun kennis en expertise. In dit project wordt PACAS (Powdered Activated Carbon in Activated Sludge, een vorm van actieve kool) toegevoegd aan het actief slib. Dit proces levert naar verwachting goede verwijderingsrendementen, lage initiële investeringskosten en lagere totale kosten dan bestaande nageschakelde technologieën. PACAS is een speciaal behandelde koolstof die allerlei stoffen aan zich kan binden. De methode is niet nieuw, maar het is wel voor het eerst dat het in een bestaand zuiveringsproces wordt toegepast. In de zuiveringsinstallatie Papendrecht kan het zuiveringsproces met en zonder PACAS tegelijkertijd en naast elkaar plaatsvinden. De proef start in de tweede helft van 2016 en loopt negen maanden waardoor het effect van PACAS bij zowel warm als koud weer kan worden vastgesteld.  

29 maart
Dagelijks Bestuursvergadering met als onderwerpen onder andere: de kadernota, de meervoudige centrumregeling winnend samenwerken, het ontwerp projectplan EVZ Kibbelvaart Halderberge, de managementletter 2016-1 en de terugmelding onderzoek gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten in de boomteelt en akkerbouw.

treurwilg 0230 maart
Bestuurlijk overleg met wethouder Jan Willem Stoop van de gemeente Drimmelen inzake de fietsverbinding Hazensedijk. Grondonderzoek heeft aangetoond dat op de plek, waar de gemeente graag een op/afrit zou willen realiseren, de conditie van de waterkering onvoldoende is. Alternatieven worden nader bekeken.

In de middag portefeuillehouderoverleg met onder andere de onderwerpen: de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak, PAS en de gevolgen voor onze rol bij de natte natuurparels (Natura 2000 gebieden) en de stormschade aan de treurwilg op de dijk bij de Overdiepse Polder. Deze boom maakt een wezenlijk deel uit van het herdenkingsmonument ter nagedachtenis aan de gevallenen bij de slag om Kapelscheveer. De treurwilg werd in de slag nagenoeg totaal vernietigd, maar overleefde en herleefde net als zijn omgeving. De treurwilg maakt deel uit van een uniek monument. Mijn uitgangspunt is dat de inzet moet zijn de boom een overlevingskans te bieden. Snel ingrijpen is dus noodzakelijk om deze boom die kans te geven. Hij is onlosmakelijk verbonden met de slag en het monument. Niet alleen voor de bewoners van de Overdiepse Polder maar voor gehele omgeving.

treurwilg 0131 maart

De conferentie ‘Brabant gaat Circulair” in de werkplaats de Gruyter in Den Bosch met een aantal boeiende lezingen over de noodzakelijke transitie naar een circulaire economie met onder andere een presentatie van Han van Kasteren van Telos.

Tijdens de netwerktijd heb ik een gesprek gehad met wethouder Jan van Groos over de treurwilg. Helder was dat wij als overheden geen beste beurt zouden maken als de treurwilg bij het monument in de Overdiepse Polder verloren zou gaan.

Louis van der Kallen     

 


OVER WATER – 34: RISICO’S REGENWATER/ VAN RESTSTOF NAAR BOUWSTOF

 

| 26-03-2016 | 00.10 uur |


 


OVER WATER – 34

 

Risico’s regenwater
wadi
Afkoppelen van daken en andere verharde oppervlakken is nodig om beter en kosteneffectief om te kunnen gaan met de zwaardere buien die de afgelopen jaren in omvang en frequentie toenemen. Het is nodig om overstorten in oppervlaktewater en wateroverlast in lager gelegen delen van een bebouwde kom te voorkomen. Het is niet zo dat regenwater afkomstig van verharde delen volledig schoonwater is. Het is echter veel minder verontreinigd dan het water dat bij een overstort van het rioolsysteem in het oppervlaktewater terecht komt of het water dat bij een zware bui uit de riolen omhoog gekomen op straat blijft staan.

Regenwater van daken en wegen bevat echter wel zaken als fijnstof dat afkomstig is van bijvoorbeeld de uitlaten van auto’s. Het bevat ook tal van bacteriën afkomstig van honden- en vogelpoep. Ook bevat het lood uit de banden van auto’s of zink van goten en vangrails, alsmede PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) onder andere afkomstig van verbrandingsmotoren. Het is helder: afgekoppeld regenwater is niet van een kwaliteit om in te zwemmen of te spelen. Afkoppelen heeft een meerwaarde maar is niet risicovrij. Het is aan te bevelen om afgekoppeld regenwater bij voorkeur via een vaste voorziening zoals een wadi te infiltreren in de bodem of via een helofytenfilterachtige constructie in oppervlaktewater.

22 maart
Samen met DB collega Jacques van der Aa naar het PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) symposium geweest in het Provinciehuis in Den Bosch. Een heel informatieve bijeenkomst. Maar die ook laat zien dat er op het gebied van de beperking van de stikstofuitstoot (stikstofnitraat, stikstofnitriet, ammonia en stikstofoxiden) nog heel veel moet gebeuren en dat de druk om tot daden te komen hoog is. Op basis van de natuurbeschermingswetgeving is feitelijk in veel gebieden geen ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten die leiden tot extra uitstoot meer mogelijk. De provincie erkende, bij monde van één van de presentatoren, dat door het (beperkt) toestaan van een aantal nieuwe activiteiten deze stikstofuitstoten een hypotheek wordt genomen op de toekomst. Vandaar dat een fors aantal maatregelen tussen nu en 2021 genomen moeten worden om de belasting/gevolgen van/op een aantal Natura 2000 gebieden terug te brengen. Voor het werkgebied van het waterschap Brabantse Delta zijn er ingrijpende maatregelen nodig voor de N 2000 gebieden Westelijke Langstraat en de Loonse en Drunense duinen (deels waterschap de Dommel). Ik kan als gebiedsportefeuillehouder mijn borst nat maken. Maar de maatregelen zijn nodig, omdat anders veel gebieden rond deze N 2000 gebieden in 2021 economisch op slot gaan.

immobilisaat

Foto: BAG B.V. te Susteren: aanleg fietspad Veldhoek- Ruurlo, website: https://www.bagbv.nl/

23 maart
Soms bezoek je een seminar waarbij je als gemeenteraadslid en als dagelijks bestuurder van een waterschap van de ene verbazing in de andere valt. Zo’n seminar was “van reststof naar bouwstof“.  Het seminar werd georganiseerd door Immobilisatie. De dagvoorzitster was Noortje Schrauwen die verbonden is aan Grondstofjutters, een organisatie waarbij de circulaire economie de leidraad is. Er waren vele interessante sprekers waaronder Chris Schuurbiers van de Inspectie Leefomgeving en Transport en Jurgen Lutterman van SGS Intron, de certificeerder.

Immobilisaten hebben mijn belangstelling, omdat zij rest-/afvalstoffen bevatten die door immobilisatie uiteindelijk weer middels constructies in het milieu worden gebracht. Op basis van de presentaties van deze twee heren kwam ik tot de conclusie dat het fabricageproces en de immobilisaten als producten duurzaam en milieutechnisch verantwoord tot stand komen. Wetgeving en de certificering lijken afdoende om in hoge mate erop te kunnen vertrouwen dat het in de bouw toe te passen product betrouwbaar tot stand komt.

Toepassing lijkt een geheel ander verhaal. De Inspectie Leefomgeving en Transport controleert en handhaaft tot en met de totstandkoming van het immobilisaat. De controle en handhaving daarna is aan het betreffende bevoegd gezag (gemeenten en waterschappen). Op mijn vraag hoe de overdracht van de handhaving van de Inspectie Leefomgeving en Transport naar de gemeenten of de waterschappen geregeld was of plaatsvond kwam van Chris Schuurbiers met het verbijsterende antwoord: niet! Overdracht van de handhaving was niet geregeld en het vond ook niet plaats. Let wel: we hebben het over producten die tot 25 % ernstig verontreinigd afval kunnen bevatten. Als het immobilisaat als product bereid is, is het formeel geen afval meer maar bouwstof! In de zaal waren een fors aantal handhavers, in dienst van de omgevingsdiensten (van Groningen tot Zeeland, inclusief West-Brabant) aanwezig. Zij bevestigden deze feiten.

De presentatie van Chris Schuurbiers bevatte een aantal voorbeelden van wat er bij de toepassing van de immobilisaten milieutechnisch fout kon gaan. Als uitgehard product zijn de toepassingen milieutechnisch verantwoord. Maar soms liggen de vers gestorte immobilisaten dagen onafgedekt uit te harden. In net aangebrachte en nog niet uitgeharde toestand lijkt het materiaal dan op gewone grond die voor kinderen uitnodigend kan zijn om op of in te spelen. Omdat bij de uitharding soms grote hoeveelheden water worden gebruikt kan dit, zolang het materiaal niet is uitgehard, uittreden waarbij uitgeloogde verontreinigingen in het riool of oppervlaktewater terecht kunnen komen. Handhaving is hier nodig, maar dan moet een gemeente of een waterschap wel weten waar dergelijk materiaal wordt gebruikt. Nu wordt het gebruikt (circa 600.000 ton per jaar oplopend tot 1.000.000 ton in 2020) in tal van toepassingen (wegen, fietspaden, funderingen, parkeerplaatsen, vloeistofdichte vloeren, sportvelden, keerwanden, kades enz.). Ook vind er geen registratie plaats waar dergelijke materialen zijn gebruikt. Dit terwijl de totale branche (zes gecertificeerde bedrijven) zegt dat graag te willen. Hier ligt een taak voor de landelijke overheid dit te regelen.

Over de kansen daartoe hielp handhaver Chris Schuurbiers ze snel uit de droom. ‘Ze vinden in politiek Den Haag dat de milieuwetgeving af is met de omgevingswet’, was zijn reactie. De politiek wil ook geen lastenverzwaring voor het bedrijfsleven. Curieus was dat de zes bedrijven waar het over ging het zelf wel willen. Registratie waar welk immobilisaat is gebruikt, is om in de toekomst, als het door aannemers tot stand gebrachte product aan het eind van zijn levensfase is gekomen, dit product verantwoord te kunnen slopen en her te gebruiken. Dat is pas een werkelijke invulling van een duurzame circulaire economie.

Misschien is het goed als gemeenten en waterschappen, dus Unie en VNG in Den Haag, gaan bepleiten dat registratie van wat eens risicovolle afvalstoffen waren, ook als toegepast immobilisaat noodzakelijk en bedrijfseconomisch verantwoord is.

Veel informatie over immobilisaten is te vinden op de website van Immobilisatie.  

In de avond de Algemeen Bestuursvergadering met agendapunten als de geactualiseerde communicatievisie, het projectplan en peilwijziging natte natuurparel lage Vuchtpolder en een uitvoeringskrediet voor het project Cruislandse Kreken fase 2.

24 maart
In de middag een vergadering van de bestuurlijke stuurgroep dijkversterking 14A Geertruidenberg en Amertak met onder andere de wethouders van de gemeenten Drimmelen, Geertruidenberg en Oosterhout en vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat en de provincie.

Louis van der Kallen     

 


VAN RESTSTOF NAAR BOUWSTOF

 

| 24-03-2016 | 16.45 uur |


 

VAN RESTSTOF NAAR BOUWSTOF

immobilisaat

Foto: BAG B.V. te Susteren: aanleg fietspad Veldhoek- Ruurlo, website: https://www.bagbv.nl/

Soms bezoek je een seminar waarbij je als gemeenteraadslid en als dagelijks bestuurder van een waterschap van de ene verbazing in de andere valt. Zo’n seminar was “van reststof naar bouwstof“.  Het seminar werd georganiseerd door Immobilisatie. De dagvoorzitster was Noortje Schrauwen die verbonden is aan Grondstofjutters, een organisatie waarbij de circulaire economie de leidraad is.

Er waren vele interessante sprekers waaronder Chris Schuurbiers van de Inspectie Leefomgeving en Transport en Jurgen Lutterman van SGS Intron, de certificeerder.

Immobilisaten hebben mijn belangstelling, omdat zij rest-/afvalstoffen bevatten die door immobilisatie uiteindelijk weer middels constructies in het milieu worden gebracht. Op basis van de presentaties van deze twee heren kwam ik tot de conclusie dat het fabricageproces en de immobilisaten als producten duurzaam en milieutechnisch verantwoord tot stand komen. Wetgeving en de certificering lijken afdoende om in hoge mate erop te kunnen vertrouwen dat het in de bouw toe te passen product betrouwbaar tot stand komt.

Toepassing lijkt een geheel ander verhaal. De Inspectie Leefomgeving en Transport controleert en handhaaft tot en met de totstandkoming van het immobilisaat. De controle en handhaving daarna is aan het betreffende bevoegd gezag (gemeenten en waterschappen). Op mijn vraag hoe de overdracht van de handhaving van de Inspectie Leefomgeving en Transport naar de gemeenten of de waterschappen geregeld was of plaatsvond kwam van Chris Schuurbiers met het verbijsterende antwoord: niet! Overdracht van de handhaving was niet geregeld en het vond ook niet plaats. Let wel: we hebben het over producten die tot 25 % ernstig verontreinigd afval kunnen bevatten. Als het immobilisaat als product bereid is, is het formeel geen afval meer maar bouwstof! In de zaal waren een fors aantal handhavers, in dienst van de omgevingsdiensten (van Groningen tot Zeeland, inclusief West-Brabant) aanwezig. Zij bevestigden deze feiten.

De presentatie van Chris Schuurbiers bevatte een aantal voorbeelden van wat er bij de toepassing van de immobilisaten milieutechnisch fout kon gaan. Als uitgehard product zijn de toepassingen milieutechnisch verantwoord. Maar soms liggen de vers gestorte immobilisaten dagen onafgedekt uit te harden. In net aangebrachte en nog niet uitgeharde toestand lijkt het materiaal dan op gewone grond die voor kinderen uitnodigend kan zijn om op of in te spelen. Omdat bij de uitharding soms grote hoeveelheden water worden gebruikt kan dit, zolang het materiaal niet is uitgehard, uittreden waarbij uitgeloogde verontreinigingen in het riool of oppervlaktewater terecht kunnen komen. Handhaving is hier nodig, maar dan moet een gemeente of een waterschap wel weten waar dergelijk materiaal wordt gebruikt. Nu wordt het gebruikt (circa 600.000 ton per jaar oplopend tot 1.000.000 ton in 2020) in tal van toepassingen (wegen, fietspaden, funderingen, parkeerplaatsen, vloeistofdichte vloeren, sportvelden, keerwanden, kades enz.). Ook vind er geen registratie plaats waar dergelijke materialen zijn gebruikt. Dit terwijl de totale branche (zes gecertificeerde bedrijven) zegt dat graag te willen. Hier ligt een taak voor de landelijke overheid dit te regelen.

Over de kansen daartoe hielp handhaver Chris Schuurbiers ze snel uit de droom. ‘Ze vinden in politiek Den Haag dat de milieuwetgeving af is met de omgevingswet’, was zijn reactie. De politiek wil ook geen lastenverzwaring voor het bedrijfsleven. Curieus was dat de zes bedrijven waar het over ging het zelf wel willen. Registratie waar welk immobilisaat is gebruikt, is om in de toekomst, als het door aannemers tot stand gebrachte product aan het eind van zijn levensfase is gekomen, dit product verantwoord te kunnen slopen en her te gebruiken. Dat is pas een werkelijke invulling van een duurzame circulaire economie.

Misschien is het goed als gemeenten en waterschappen, dus Unie en VNG in Den Haag, gaan bepleiten dat registratie van wat eens risicovolle afvalstoffen waren, ook als toegepast immobilisaat noodzakelijk en bedrijfseconomisch verantwoord is.

Veel informatie over immobilisaten is te vinden op de website van Immobilisatie.  

Louis van der Kallen     

 


OVER WATER – 33: WATERSCHAPSBELASTINGEN

 

| 19-03-2016 | 09.30 uur |


 


OVER WATER – 33

 

De afgelopen maand is het Unie boekje “waterschapsbelastingen 2016” uitgekomen. Voor een waterschapsbestuurder is dat een interessante rapportage die enig inzicht geeft in het functioneren van de eigen waterschap. Natuurlijk is het een stukje appels met peren vergelijken, omdat waterschappen onderling verschillen. Zo kunnen hoog gelegen waterschappen op onderdelen goedkoper zijn,omdat ze geen of weinig dijken hebben. Zo kan het percentage WOZ waarde voor ‘gebouwd’ voor waterschappen met gemiddeld welvarender bewoners, die duurdere huizen bezitten, lager zijn. Ook kan de zuiverings-verontreinigingsheffing voor waterschappen met veel mensen per vierkante kilometer ook wat lager zijn per inwoner.

Toch heb ik met enig genoegen ons waterschap (Brabantse Delta) vergeleken met de 21 andere waterschappen. Qua opbouw van ons gebied worden we wel eens Nederland in het klein genoemd, omdat lage en hoge gebieden ongeveer gelijk zijn qua oppervlakte en we zowel primaire dijken langs de grote rivieren kennen als vele kilometers dijken langs regionale wateren zoals langs de Mark, Dintel en Vliet. De tarieven van de Brabantse Delta liggen gemiddeld circa 19 % beneden de landelijke gemiddelden. Voor ongebouwd op 72,9 % van het landelijk gemiddelde. Voor gebouwd op 87,4 % van het landelijk gemiddelde. De ingezetene heffing op 71,5 % van het landelijk gemiddelde en de zuiverings-verontreinigingsheffing op 93,4 % van het landelijk gemiddelde. Natuurlijk moet je tarieven bezien in relatie met de kwaliteit van de geleverde diensten. In grote lijnen voldoet het waterschap aan de landelijke c.q. provinciale normen. Het is goed te realiseren dat ten aan zien van de Kader Richtlijn Water we voor 2027 nog heel wat te doen hebben.

Ons water zal haar best doen de stijging van de tarieven te beperken en toch de alsmaar zwaardere normen ten aanzien van de veiligheid en waterkwaliteit tijdig te halen. 

15 maart
Dagelijks Bestuursvergadering met als agenda punten onder andere: de voortgang van de kadernota, de heroriëntatie van Aquon en de aanpak KRW-watersysteemanalyses.

16 maart
Een gesprek met twee ambtenaren van Bergen op Zoom over de mogelijke aanpak van de klimaatadaptatie in Bergen op Zoom.

17 maart
Bestuurlijk Overleg met wethouder Mario Jacobs van de gemeente Tilburg. De onderwerpen die onder andere passeerden waren het project ‘sloten, oevers en dijken op orde’, de ontwikkeling van de EVZ’s rond Tilburg, klimaatadaptatie en de afvalwaterketen.

18 maart
Vandaag geweest naar de PAL lezing in het provinciehuis van Zuid-Holland. De lezing ging over de toekomst van het EU-landbouwbeleid. Krijn Poppe en Nils den Besten hielden onderhoudende verhalen. Het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) van de EU kan na 2020 er wat betreft de basispremie voor de landbouwers per hectare wel eens anders ingevuld gaan worden, is hun verwachting. Zo is het streven van een aantal landen om te komen tot één bedrag per hectare voor de gehele EU. Dat zou voor de Nederlandse boeren een forse verslechtering zijn. Wat zou dat kunnen gaan betekenen voor de grondprijs?
Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat het bedrag ingezet zou kunnen gaan worden als financiering voor regionale duurzaamheidsprogramma’s. Ook dat is een forse wijziging, maar kan ook een stimulans zijn om op regionaal niveau de duurzaamheidsdoelen te gaan realiseren. Kortom: mogelijke wijzigingsalternatieven genoeg. Wat mij in het verhaal verder opviel was de geschiedenis van het GLB. Eén van de argumenten was in 1955 dat de armste gebieden in de EEG de zandgronden waren en die moesten ondersteund/ontwikkeld worden. Nu zijn dat veel wijken in de grote steden en behoren de zandgrondgebieden tot de welvarende delen van ons land.    

Louis van der Kallen     

 


OVER WATER – 32: (BURGER)PARTICIPATIE

 

| 12-03-2016 | 01.00 uur |


 


OVER WATER – 32

 

9 maart
Een thema AB over over (burger)participatie. Het thema begon met een inspirerend Youtube filmpje, gemaakt in opdracht van het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden door Jan Willem Zeelenberg. Waarom doen we het? Wat verwachten we er van? Hoe willen we het vormgeven? Het is moeilijker dan menigeen denkt. Een begin van de antwoorden is voor mij gelegen in: het is onvermijdelijk, we hebben elkaar nodig, we hebben dezelfde belangen (veiligheid, schoon water), we versterken ermee de betrokkenheid en vergroten het draagvlak voor de invulling van onze taken. We moeten wel beseffen dat we dan ook oog moeten hebben voor de belangen van de deelnemers en niet alleen voor onze taken en wat dat kost. Mijn ervaringen tot nu toe met participatie van burgers en overheden is niet zonder drempels. Het principe van Rutte 1 was: “Je gaat er over of niet”, terug naar je kerntaken. Nu zouden we met (burger)participatie in ons achterhoofd moeten gaan voor ‘grensontkennend samenwerken’. Kortom we moeten bereid zijn ons bijna overal mee te bemoeien. Een hele overgang. Dat wordt het zeker als je onze Commissaris van de Koning zou moeten volgen met zijn term “eigenschaligheid”. Werk dat maar eens uit als het over dijkverbeteringen gaat. Maar we schijnen er niet aan te ontkomen. We moeten in gesprek met burgers en andere overheden. Zeker als ze ons benaderen met voorstellen over zaken die (mede) gaan over water. Mij past het wel want ik ga graag in gesprek met burgers.

vispas2016_NEWWe konden ons verdiepen op vijf mogelijke participatie onderwerpen: bioplastic uit afvalwater, beheer en onderhoud door derden, vluchtelingen en het waterschap, wateroverlast in stad en platteland en overheidsparticipatie. Ieder kon deelnemen in twee rondes bij twee onderwerpen. Ik koos als eerste onderwerp voor ‘vluchtelingen en het waterschap’. De collega’s die ook voor dat onderwerp kozen waren deels te verwachten: afkomstig uit de PvdA fractie, de fractie van Water Natuurlijk, een FNV’er uit bedrijfgebouwd, een agrariër en ondergetekende. We zagen kansen voor vluchtelingen om iets op te steken en voor ons om meer te leren over culturen en samenlevingen die meer gericht zijn op waterschaarste dan de onze. Mijn stelling in de discussie was: “in iedere auto van een beverrattenbestrijder is een stoel vrij.” Als het gaat om de regels, want vluchtelingen mogen haast niks zolang ze geen status hebben, was het gevoelen dat, zoals de sommige pastoors het soms zeggen, het makkelijker is om vergeving te vragen dan om toestemming. Onze regels zijn soms absurd. Ik schreef eerder over op mijn facebook pagina over het verhaal van een vluchteling, die vanuit het kamp Heumensoord graag met een hengel aan de Waalkade zit en bij gebrek aan iets anders probeert de gang van zaken in de stad te doorgronden. Hij doet iets wat niet mag. Vissen zonder vergunning! Niet omdat hij geen vergunning zou willen hebben, hij is er zelfs om geweest, maar om een vergunning te halen moet je niet alleen geld hebben, maar ook een burgerservicenummer. Hij heeft alleen een V-nummer en daarmee kan je geen visvergunning aanvragen, ook al heb je het geld bij elkaar gekregen. Welkom in Nederland! Dus als er bij het waterschap vluchtelingen een voor hen zinvolle dagbesteding kunnen vinden zijn ze welkom ook als we de regels iets moeten buigen. Mijn hele discussie groep was het daarmee eens.

Voor de tweede ronde sloot ik aan bij het onderwerp; bioplastic uit afvalwater. Niet zo gek voor iemand die tientallen jaren werkzaam is geweest in de R&D op een kunstharsfabriek. Mijn conclusie was dat we nog een lange weg te gaan hebben. Een kilo bioplastic uit afvalwater maken levert nog geen levensvatbaar productieproces op. Noch is het helder dat je een product hebt dat te verwerken is tot een verkoopbaar eindproduct. Hier zal in kennis, durf  en geld geïnvesteerd moeten worden. Maar de vraag is dan hoe en door wie? Mijn uitgangspunt: Heb lef!

10 maart
De gehele dag een symposium bijgewoond over “onbegrensde samenwerking” georganiseerd door het Water Governance Centre. Een leerzame bijeenkomst die bijgewoond werd door 130 overwegend grijze mannen en wat vrouwen en welgeteld 2 studenten. Een verhouding die het ergste doet vrezen voor de toekomst. Ik woonde 3 werkbijeenkomsten bij: “sociale innovatie”, “partnerschap in de regio” en “institutioneel is elke samenwerking mogelijk, het ontbreekt aan lef”.

Zelf heb ik het meest genoten van Stefan Kuks (watergraaf van het waterschap Vechtstromen en bijzonder hoogleraar innovatie aan de TU Twente). Hij maakte helder dat de tijd van de Trias Politica ver achter ons ligt. In zijn benadering is er zeker sprake van zeven machten in het politiek systeem. Hij vulde de Trias (de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtelijke macht) aan met de macht van de ambtenaren, de macht van de lobbyisten, de macht van de adviseurs en de macht van de media. In zijn verhaal gaf hij mij ook een verklaring voor de uitslag die ik boekte bij de waterschapsverkiezing in Bergen op Zoom (37,7 %). In gemeenteraadstermen 13 zetels. De kiezer kiest bij waterschapsverkiezingen niet voor liberale, christen democratische of socialistische dijken, maar voor deskundigheid was zijn stelling. Daarom is verklaarbaar waarom (als de uitslag van de waterschapsverkiezing vergeleken wordt met die van de Staten die op dezelfde dag gehouden werden) zelfs circa 800 Bergse VVD stemmers bij de waterschapsverkiezing, ondanks dat ze ook op de VVD konden stemmen, op Ons Water, mijn waterpartij, stemden. Die kiezers gaven volgens Kuks het signaal dat zij geen behoefte hebben aan een verpolitiekt waterschap, maar kiezen voor een waterschap dat bestuurd wordt door experts, zoals dat honderden jaren het gebruik was. Nu is het aan de landsregering om het onzalige besluit van het lijstenstelsel bij de waterschapsverkiezing, en daarmee de deur open zette voor de politiek in de waterschapswereld, terug te draaien.

Bij het afscheid kreeg ik het boekje “Building blocks for good water governance” uitgereikt.
Voor de komende weken weer wat leesvoer.

Louis van der Kallen     

 


(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 38: TOEKOMST GERICHT?

 

| 08-03-2016 | 23.00 uur |


 

(NATTE/ZOUTE) DROOM OF NACHTMERRIE – 38: TOEKOMST GERICHT?

 

Nieuwe Waterweg_Stormvloedkering (1)Minister Schultz ziet nu geen reden om het Plan Sluizen (ook Plan Spaargaren genoemd: de aanleg van sluizen in de Nieuwe Waterweg), op korte termijn uit te voeren. Het plan is uitgebreid onderzocht door Rijkswaterstaat en de groep ingenieurs die het plan ondersteunden. Sluizen in de Rijn-Maasmonding zijn een serieuze optie voor de tweede helft van deze eeuw, stelt de minister in haar brief aan de Tweede Kamer.

Volgens de ingenieurs die destijds de Deltawerken bedachten (Spaargaren, d’Angremond, Hoekstra, Van Oorschot, Vroege en Vrijling) zal de Maeslantkering bij toenemende zeespiegelstijging en heviger stormen steeds vaker moeten sluiten. Dat kan betekenen dat het een keer mis gaat, want de kering is ontworpen met een faalkans van 1:100. De ingenieurs zijn van mening dat op termijn een sluis onvermijdelijk is. En omdat tussen besluitvorming en daadwerkelijk in bedrijf stellen tientallen jaren zitten, pleiten zij er voor snel te besluiten tot de aanleg van sluizen in de Nieuwe Waterweg. De minister wil de huidige Maeslantkering op zijn vroegst in 2070 vervangen. Zij wil de besluitvorming laten afhangen van de snelheid van de zeespiegelstijging. Tegen die tijd zou het Plan Spaargaren (Plan Sluizen) als alternatief moeten worden meegenomen, schrijft de minister in haar brief de Tweede Kamer.

Tijdens het Wetgevingsoverleg in november 2014 diende het Kamerlid Geurts een motie in om de variant om sluizen aan te leggen in de Nieuwe Waterweg op korte termijn beter te onderzoeken, waarbij eventuele verlaging van de waterstanden achter de sluis en de effecten op het tegengaan van verzilting worden meegenomen en de voor- en nadelen, ook ten aanzien van de kosten, voor te leggen aan de Tweede Kamer. Dat onderzoek is intussen uitgevoerd en de uitkomsten zijn door de minister besproken met onder meer de Deltacommissaris en Frank Spaargaren.

Ir F.Spaargaren heeft op het besluit van de minister mede namens: Prof.Ir.K.d’Angremond, Ir.A.J.Hoekstra, Ir.J.H.vanOorschot, Ing.C.J.Vroege en Prof.Drs.Ir.H.Vrijling, per brief aan de vaste commissie van Tweede Kamer Infrastructuur en Milieu gereageerd. In mijn beleving maken de geleerde heren gehakt van de brief van de minister. Zij houden vast aan de kern van hun advies: “Wij zijn van oordeel dat voor het verzekeren van de gewenste veiligheid, een robuuste zoetwatervoorziening en het tegengaan van verdere verzilting, de sluizen in 2050 dienen te zijn gerealiseerd. Gezien de lange procedure tijd en de bouwtijd moet ons inziens rond 2020 een principe beslissing worden genomen.”

Uit de brief van de geleerde heren blijkt helder: zij vinden het besluit van de minister niet verstandig. De groep gepensioneerde ingenieurs en professoren die het Plan Sluizen  bedachten achten voor grote civiele werken met een levensduur van 50 tot 100 jaar adaptatie niet relevant. Over tien jaar weten we immers niet veel meer dan we nu weten. In de tussentijd worden wel beslissingen uitgevoerd die niet passen in Plan Sluizen en dat kan leiden tot 2 – 3 miljard extra kosten. Als voorbeeld vermelden zij: “Het zout maken van het Volkerak-Zoommeer. In het plan sluizen blijft het Volkerak-Zoommeer zoet en in open verbinding met het Haringvliet.”

Waarom iets uitstellen dat uiteindelijk onvermijdelijk is? Dat ook nog eens betekent dat op termijn kosten bespaard worden en dat er nu werkgelegenheid kan worden geboden in een tijd van grote werkloosheid. Eerder publiceerde Ons Water reeds over de wenselijkheid van sluizen in de Nieuwe waterweg een artikel met als titel: “DE HONGER NAAR ZOET WATER”.
Voor Ons Water is helder: de onnodige verspilling van geld en de vernietiging van de mooie natuur kan nog voorkomen worden. Stop de verzilting. Teken de petitie via https://www.petities24.com/

Chris Ooms