OVER WATER – 51: KRW DOELSTELLINGEN

 

| 29-07-2016 | 10.40 uur |


 


OVER WATER – 51

 

KADERRICHTLIJN WATERDOELSTELLINGEN

 

Op 13 juni is er een onderzoeksrapport verschenen met de titel; “Zover het eigen instrumentarium reikt“. Het is een onderzoek naar de positie van de provincie Noord-Brabant en de Noord-Brabantse waterschappen bij de realisatie van de kaderrichtlijn waterdoelstellingen met bijzondere aandacht voor de omgevingswet. Het rapport is wat mij betreft nuttig voor iedere waterschap- of provinciebestuurder. Ik beveel dan ook aan dit rapport te lezen. Hierbij is het belangrijk te focussen op de eigen taak, maar ook op wat de mogelijkheden tot beïnvloeding zijn. Wat mij betreft hoort daar ook de vraag bij in hoeverre de kaderrichtlijnwater (KRW) technisch/financieel/economisch haalbaar is? En als het antwoord nee zou zijn, de vraag hoe en wanneer gaan we dit bestuurlijk in discussie brengen?

In de samenvattende pagina’s wordt op pagina 90 verwezen naar hoofdstuk V, waar is ingezoomd op de vraag of ten aanzien van het stikstofdossier een op slot risico kan bestaan of ontstaan bij vergunningverlening of het vaststellen van maatwerkvoorschriften. Wat betreft de vergunningverlening is geconstateerd dat voor de landbouw de mestverwerkinginstallaties onder de vergunningsplicht vallen. De stikstofproblematiek, voor zover afkomstig uit de landbouw, wordt voornamelijk veroorzaakt door niet-vergunningsplichtige activiteiten die algemeen gereguleerd worden. Omdat de provincie en waterschappen ten aanzien van deze activiteiten geen ‘go of no-go-beslissing’ kunnen nemen, zal zich ten aanzien van deze activiteiten in beginsel geen ‘op slot-risico’ voordoen. 

Wat mij het meest verontrust is de volgende passage (pagina 90) : “Met name een vergunning voor een bestaande activiteit (vanwege het verlopen van de huidige vergunning) waarbij een belasting wordt toegelaten die boven de in het waterplan voor het waterlichaam verankerde stikstofwaarde is gelegen, kan een probleem vormen wanneer de kwaliteit van het oppervlaktewater onvoldoende is en niet kan worden aangetoond dat de betreffende waarde en daarmee de vereiste fysisch chemische kwaliteit wel gehaald zal gaan worden.. In een dergelijk geval is verdedigbaar dat de vergunningverlening het realiseren van de KRW doelstelling in de weg kan staan, waarmee vervolgens verdedigbaar is dat de vergunning moet worden geweigerd. Er is in derhalve wel sprake van een ‘op slot-risico’, vooral omdat er in bepaalde waterschappen inderdaad vergunningen zijn en worden afgegeven die lozingen toestaan die leiden tot stikstofconcentraties die substantieel boven de KRW stikstofwaarde van de betreffende waterlichamen liggen”. Een ‘op slot-risico’ voor een bestaande activiteit kan enorme gevolgen hebben ook op de werkgelegenheid! Gecombineerd met de PAS doelstellingen/maatregelen (ik schreef daar eerder op 22 maart over) liggen hier reële risico’s voor economische schades als er te weinig invulling wordt gegeven aan de KRW doelstellingen en de terugdringing van de huidige stikstofbelasting van het milieu. Wel zal, meer dan tot nu toe, naar de haalbaarheid van de doelstellingen gekeken moeten worden. Niets is meer frustrerend dan veel geld uitgeven en de doelstellingen niet te kunnen halen. Vooral het one out, all out is in mijn visie een groot obstakel, waar wat mij betreft de bestuurlijke discussie snel over moet starten om de doelstellingen eventueel aan te passen en het draagvlak voor maatregelen en investeringen te vergroten.

26 juli
In de avond de bijeenkomst van de werkgroep bestuurlijke vernieuwing met als belangrijkste agendapunt: sturen op hoofdlijnen. Hierbij is gekeken naar hoe de huidige wijze van agenderen van de algemeen bestuursvergadering zou kunnen veranderen om meer op hoofdlijnen te gaan besturen. Tevens werden de laatste algemene beschouwingen geëvalueerd.  

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 50: REBOOT 2020

 

| 23-07-2016 | 10.20 uur |


 


OVER WATER – 50 

 

15 juli
futureIn de middag naar de afscheidsreceptie van wethouder Bons van Halderberge met een lezing van trendwatcher Sander Duivestein onder de titel “Reboot 2020, the future is now”. Hij stelde dat: ‘wij allemaal geïnteresseerd zijn in de toekomst omdat wij daarin zullen leven’. Hij constateerde een versnelde verandering. Als voorbeeld verwees hij naar Pokémon Go dat in een week tijd meer dan vijftig miljoen spelers kende. De reactie van veel bedrijven op die ‘versnellende verandering’ was dat zij proberen het probleem in stand te houden, waarvoor zij eens de oplossing waren. Hij constateerde dat de gemiddelde levensduur van bedrijven radicaal omlaag aan het gaan was en dat dit proces nog veel verder zou gaan. “Wij moeten aan de slag om de nieuwe technologie te omarmen” was een soort van mantra. Ik constateerde dat de woorden “Wij moeten” in zijn lezing meer dan twintig keer door hem uitgesproken werden. Zelf ben ik niet zo voor ‘wij moeten’. We zijn mensen. Denkende wezens met een eigen wil. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw schreef ik er over hoe in het verleden technologische veranderingen de levenskwaliteit van grote groepen mensen radicaal verslechterde. En dat slechts kleine aantallen er in eerste instantie rijker van werden. Ik schreef toen ook een partij programma over hoe de politiek daarmee om zou kunnen gaan. Data waren in zijn beleving “de nieuwe olie”. “Privacy de nieuw atoombom”. Hij stelde ons als toehoorders de vraag: “zijn we niet allemaal een beetje voor God aan het spelen?”. “We moeten wel”, was zijn benadering. Techniek is in zijn beleving bedoelt om ons te helpen, maar we vinden het lastig. Het laatste deel van die stelling onderschrijf ik. Maar ik vind het niet alleen lastig, ik vraag mij zelf ook vaak af: wil ik dit wel? Ondanks zijn interessante lezing en zijn “we moeten” mantra, zie ik tal van voorbeelden dat veel van die vernieuwingen gepaard gaan met vernielingen van menselijke leefsferen en helaas slechts enkelen er echt beter van worden. Ik denk dat veel van de huidige maatschappelijke problemen voortkomen uit de te hoge snelheid van de (technologische) veranderingen. En dat, net als ten tijden van de mechanisatie, er grote groepen mensen zijn die er in kwaliteit van leven niet op vooruitgaan en soms zelfs aan de zelfkant van het leven terecht komen. Wat mij betreft moeten we niks en is het aan ons en de door ons gekozen politici om te bepalen wat we willen. Hoewel ik mijn hele werkzame leven heb gewerkt in research en development en zelf heb meegewerkt aan wat genoemd wordt de technische vooruitgang (inclusief als uitvinder een patent op mijn naam), heb ik ook gezien wat technologische vernieuwingen kunnen aanrichten op het vlak van natuur, cultuur en menselijke waarden.  Ik blijf vraagtekens zetten en mij afvragen wie wordt hier beter van? Wij moeten niets. Wij, mensen willen onze toekomst zelf kunnen blijven bepalen. 

Als een wethouder afscheid neemt, bevatten de veelal vriendelijke woorden, uitgesproken door de burgemeester en de fractievoorzitter van de scheidende wethouder, altijd wat de goede man of vrouw als wethouder allemaal gepresteerd heeft. Zo ook bij wethouder Bons. Zijn prestaties in de financieel moeilijke jaren na het begin van de crisis waren onder andere nieuwe wegen, nieuwe onderwijshuisvesting en nieuwe buitensportfaciliteiten. Vast allemaal goede zaken voor Halderberge. Maar wat er aan ontbreekt is welke schulden voor die projecten allemaal zijn aangegaan en het feit dat de gemeentelijke begrotingen voor de komende dertig door al die mooie zaken, door afschrijvingen, voor miljoenen zullen worden belast. Het rare is, je krijgt lof voor de materiele zaken die zijn gebouwd maar de gemeenteraad, je opvolgers en de burgers moeten er de komende tientallen jaren voor betalen en daar krijgen ze vast geen lof voor bij hun vertrek. Voordat de lezer denkt dat ik een hekel aan wethouder Bons zou hebben gehad, wil ik stellen dat ik Peter Bons heb mogen ervaren als een buitengewoon hard werkende wethouder met hart voor zijn gemeente en de taken waarvoor hij gesteld werd. Hij verdiende dan ook de vele complimenten die hem werden toegezwaaid. Maar soms ben ik gewoon een zeurpiet, die de puntjes op de i wil zetten om bestuurders er van bewust te maken dat niet alles even zichtbaar is voor een gewone burger en dat alles wat een gemeente, waterschap of provincie realiseert soms vele tientallen jaren later nog steeds geld kost. 

Soms doe je als receptiebezoeker nog een leermoment op. Als bestuurder moet je soms prioriteiten stellen en kijk je hoe je een bezoek, zoals aan een receptie van een collega bestuurder, het beste kan plannen. In de uitnodiging voor de receptie van Peter Bons stond dat de receptie zou duren van 13.00 uur tot 16.00 uur en dat tussen 13.30 en 14.15 uur er op verzoek van Peter Bons een lezing zou zijn van trendwatcher Sander Duivestein. Als nietsvermoedende receptieganger denk je dan: ik ga vroeg, schud Peter de hand en bedank hem voor de goede samenwerking, overhandig een presentje en geniet van de lezing en kan ik om 14.30 uur  met goed fatsoen weer richting een andere afspraak.  Niets bleek minder waar. De receptie begon niet, zoals op de uitnodiging stond, om 13.00 uur. Dat was de inloop. De persoon, waar het bij zo’n gelegenheid allemaal omdraait, zat nog aan de lunch met het college van B&W. Toen hij binnen kwam begon gelijk de lezing. Die begon redelijk op tijd. Maar wat direct daarna volgde waren alle warme woorden en na die lofuitingen het nawoord van de vertrekkende wethouder. Tijdens die toespraken kan ik natuurlijk niet aan de kuierlatten trekken. Zeker niet als ik vooraan ben gaan zitten in de verwachting dat ik direct na de lezing Peter alsnog de hand kan schudden en dan gelijk kan vertrekken. Het werd 15.25 uur voordat de toespraken waren afgelopen en ik Peter als eerste kon bedanken en hem het beste voor de toekomst toe kon wensen. Ik was meer dan een uur later dan ik gepland had weer bij mijn auto. Wat heb ik er van geleerd en mogelijk u ook? Bij weinig tijd, ga op het einde van een dergelijke bijeenkomst. Tien voor vier had me een stuk minder tijd gekost. Ik had dan wel een mooie inspirerende lezing gemist.   

19 juli
In de morgen DB vergadering met onder andere de agendapunten: een aanvullend uitvoeringskrediet voor de renovatie van rioolgemalen, een uitvoeringskrediet voor de instandhouding van afvalwatertransportleidingen, het afvalwaterakkoord met de gemeente Bergen op Zoom, een uitvoeringskrediet voor het aanpassen en optimaliseren van gemalen en stuwen en de verlichting van sluiscomplexen en het ontwerp projectplan uitbreiding waterberging sportpark Fijnaart fase 2. 

In de middag een portefeuillehouderoverleg over de plannen van Waalwijk voor de realisering van een nieuwe haven.

20 juli
beeld den boschOp deze warmste 20 juli ooit moest ik op het heetst van de dag naar ‘s-Hertogenbosch voor de bestuurlijke begeleidingsgroep A58. Gezien de hitte besloot ik geheel tegen mijn gewoonte te parkeren in een parkeergarage nabij het kantoor van Rijkswaterstaat (ik vermijd dit soort plaatsen vanwege de slechte luchtkwaliteit en omdat ik de parkeerplaatsen in de regel te krap vind voor mijn matige parkeerkwaliteiten) . Daardoor kwam ik bij mijn wandeling van het kantoor van RWS op het Anne Frankplein wel twee prachtige beelden tegen van Fernando Sánchez Castillo, met de tekst; “Fundido con cañones tomados al enemigo en la guerra de Africa en 1860” (gegoten met kanonnen afkomstig van de vijand in de oorlog in Afrika in 1860). Ik kon geen uitleg van de beelden vinden maar voor mij betekende de beelden dat oorlog zelfs de krijgshaftige leeuwen hun stoerheid ontneemt en de leegheid van heldendom en stoerheid etaleert.

In de bijeenkomst werden een aantal zaken die de aanpak van de A58 betreffen gepresenteerd. Ik ben heel tevreden met het gegeven dat het knooppunt Sint Annabosch circulair ontworpen gaat worden. Ook bleek dat mijn oorspronkelijke gedachte (op basis van de stukken), dat er weinig ruimte zou zijn voor meer dan alleen de verkeerskundige verbetering, niet terecht. Met name de koppeling met de innovatieve opgave geeft mij moed dat er ook voor een combinatie van opgaven (klimaatadaptatie, geluid, fijnstof, EVZ’s, beekdalen) ruimte kan zijn. Zelf opperde ik dat gekeken zou kunnen worden naar de toepassing van ‘begroeid beton’ ik schreef er eerder over

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 49

 

| 16-07-2016 | 12.30 uur |


 


OVER WATER – 49 

 

12 juli
stuwEen bijeenkomst met het voltallige college van Breda over waterzaken, zoals de discussienota’s Zoete Delta en het Bredaas waterkompas en de plannen voor het voormalig CSM-terrein, Corbion en Emer-zuid. In het gesprek heb ik de leden van het college van B&W onder andere gewezen op de watergerelateerde mogelijkheden, die hun rijke cultuurbezit en de vestingrelicten van Breda bieden en op de kansen voor Breda voortkomend uit de provinciale plannen ten aanzien van de Zuiderwaterlinie.

Later op de middag een gesprek met twee ambtenaren van Rijkswaterstaat over het project A27 Houten-Hooipolder.

13 juli
In de morgen een presentatie van Victor Witter over de dijkverbeteringen van 1953 tot heden.

Aan het begin van de avond een coalitieoverleg over de agendapunten van het AB. Daarna het AB met als hoogtepunt de Kadernota 2017 – 2020. De schriftelijke inbreng in van de fractie Ons Water/Waterbreed was:

De fractie Ons Water / Waterbreed heeft de Kadernota 2017-2026 met genoegen gelezen en bediscussieerd. We willen het DB en de organisatie bedanken voor hun inzet en betrokkenheid die hebben geleid tot een goed leesbaar document van hoge kwaliteit. Het voeren van ‘Koersvast en financieel bestendig’ beleid wordt door onze fractie ten volle onderschreven. We kijken met een positief gevoel terug op de rol die we als AB ‘aan de voorkant’ hebben kunnen vervullen. Onze inbreng tijdens de beeldvormende en oordeelvormende sessies zien we terug in de Kadernota. Daarmee vormt deze Kadernota een goed voorbeeld van de manier waarop het AB proactief en op hoofdlijnen sturing kan geven.

Financieel bestendig
In de algemene beschouwingen van 2014 en 2015 heeft onze fractie nadrukkelijk aandacht gevraagd voor duurzaam financieel beleid. Het doet ons dan ook deugd dat dit een belangrijk onderdeel vormt van de Kadernota 2017-2026. We zetten hiermee een belangrijke stap in de zoektocht naar evenwicht in het spanningsveld tussen Opgaven – Schulden – Tarieven.

Tarieven
De geschetste ontwikkeling van de tarieven is aanvaardbaar en pakt voor de meeste voorbeeldaanslagen gunstiger uit dan in de vorige Kadernota. Het is een goede keuze de nog niet gereserveerde incidentele baten in te zetten om de tarieven op een aanvaardbaar niveau te houden.

Schulden
De groei van de schuldpositie wordt ten opzichte van voorgaande jaren getemperd. Van de onderzochte varianten komt het verhogen van de activeringsgrens in combinatie met het naar de exploitatie brengen van de bouwrente als beste uit de bus. Onze fractie kan instemmen met de voorkeursvariant. We vragen wel opnieuw aandacht voor de absolute schuldpositie, naast het algemeen geaccepteerde kengetal netto schuldquote.

Opgaven
De fractie Ons Water / Waterbreed wil geen concessies doen aan de wijze waarop ons waterschap haar kerntaken vervult. Veiligheid heeft de hoogste prioriteit en het bestaande niveau voor het watersysteem, de zuiveringstaak en de dienstverlening wordt gehandhaafd. Het investeringsvolume is niet neerwaarts aangepast en daar kunnen wij mee instemmen. Mogelijk moeten wel scherpe keuzes gemaakt worden over welke investeringen we prioriteit geven om ons beleid daadwerkelijk koersvast te kunnen noemen.

Koersvast
Ons Water / Waterbreed is voorstander van het voortzetten van het beleid zoals dat is opgenomen in het bestuursakkoord en het Waterbeheerplan 2016-2021. We zijn goed op weg, maar er moet ook nog veel gebeuren. Het AB heeft een aantal aandachtspunten meegegeven die in de Kadernota zijn verwerkt. Onze fractie merkt daarover het volgende op.

Waterkwaliteit
Om de waterkwaliteit verder te verbeteren, vragen we het DB eerst intern te kijken en te onderzoeken of verbeteringen aan de RWZI’s mogelijk zijn. De werking van onze zuiveringen is vaak nog gebaseerd op traditionele technieken die al decennia in gebruik zijn. Het toepassen van nieuwe technieken, zoals het Fuzzy Filter, kan een belangrijke bijdrage leveren aan de waterkwaliteit. De drie RWZI’s die nu worden aangepakt zijn een goede eerste stap. De waterkwaliteit wordt ook beïnvloed door het doen en laten van anderen. We vragen het DB richting deze partijen als volgt te handelen: de koplopers worden gehuldigd (bonus), het peloton wordt gemotiveerd (stimulerende middelen) en de gelosten worden uit de koers gehaald (handhaving).

Medicijnresten
Die stimulerende middelen mogen uiteraard niet in het oppervlaktewater terecht komen. Naar verwachting groeit het probleem van medicijnresten en we ondersteunen de proactieve en actieve houding die in de Kadernota wordt voorgesteld. De inzet van ons waterschap moet wel zijn dat de kosten gedragen worden door de degene die het probleem veroorzaakt: ‘de vervuiler betaalt’.

Beregeningsbeleid
Het beregeningsbeleid staat op hoofdlijnen vast. Waar de betrokkenen vragen om maatwerk, moet ons waterschap bereid zijn dat te leveren. Het mag in het algemeen niet zo zijn dat ondernemers door regelgeving belemmerd worden in hun bedrijfsvoering, als deze regelgeving op dat moment en op die locatie geen bijdrage levert aan nagestreefde doelen. We roepen het DB op het overleg met gebiedspartijen over het beregeningsbeleid voort te zetten en maatwerk te leveren waar dat kan.

Impact klimaatverandering
zware regenOnze grootste zorg is de klimaatverandering en de gevolgen die dit heeft voor ons waterschap. We zijn er als waterschap voor verantwoordelijk dat de risico’s op wateroverlast beperkt blijven, volgens de regels die in de provinciale verordening en in de peilbesluiten zijn vastgelegd. De stelling dat onze verwachtingen gebaseerd zijn op een actueel scenario, lijkt te worden ingehaald door de werkelijkheid. In 2015 is op diverse plaatsen in ons werkgebied grote schade ontstaan door wateroverlast. De extreme neerslag medio juni 2016 is aan ons voorbij gegaan, maar in Oost-Brabant en Limburg is de gewasschade niet te overzien en dreigt faillissement voor gedreven agrarische ondernemers. Hoewel we nog steeds spreken over incidenten, doen deze extreme situaties zich steeds vaker en heftiger voor.  Wat kan ons waterschap doen om in te spelen op zware buien die in korte tijd veel neerslag geven? Het is een algemene denklijn dat we vanwege de hoge kosten het watersysteem niet in kunnen richten, zodanig dat het bestand is tegen deze extremen. Onze fractie wil niet direct deze denklijn ter discussie stellen, maar vraagt het DB wel om een nadere kwantitatieve onderbouwing hiervan.  Deze gegevens kunnen het DB en het AB ondersteunen bij het prioriteren van investeringen. Scherpe keuzes kunnen noodzakelijk zijn om ons watersysteem robuuster te maken. In de Kadernota wordt geraamd dat de netto lasten voor het watersysteem in 2017 en 2018 met 7%, respectievelijk 6% stijgen. Daarna vlakt de stijging sterk af naar gemiddeld 2% in de periode 2020-2026. Onze fractie vraagt zich af of dat wel voldoende is, gezien de grote uitdagingen waar we voor staan. We hebben vertrouwen in de watergebiedprogramma’s, waar samen met gebiedspartners wateropgaven gerealiseerd worden. We weten dat er gesprekken gevoerd worden met gebiedspartners, onder andere in de vorm van de sterk door ons bepleite huiskameroverleggen. De uitwerking van de vangst van deze bijeenkomsten tot concrete maatregelen in het veld mag niet lang op zich laten wachten. We roepen het DB op de kennis en ideeën van inwoners, agrariërs en gebiedspartijen actief te ontsluiten en in te zetten voor het robuuster maken van het watersysteem. Vaak kan met een beperkte financiële inzet tot een verbetering van het watersysteem gekomen worden. Die kansen mogen we niet laten liggen! Ook het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer kan een bijdrage leveren. We vragen het DB op korte termijn met de provincie en andere waterschappen tot afspraken te komen over extreme neerslagsituaties, die buiten de bestaand normen voor de aanpak van wateroverlast vallen. We worden hier als AB graag over geïnformeerd. Twee mogelijke maatregelen die schade door extreme neerslag kunnen beperken willen we met name noemen. Ten eerste het inzetten van vaak lager gelegen natuurgebieden voor het tijdelijk bergen van water. De inzet van natuurgebieden voor dit doel vermindert de economische schade en past in het streven naar multifunctioneel gebruik van gronden. Onze fractie roept het DB op deze maatregel waar mogelijk op te nemen in de watergebiedprogramma’s. Ten tweede kan in het maaibeleid een slag gemaakt worden, door dit in overleg met de grondeigenaren efficiënt en effectief uit te voeren. De afvoercapaciteit van watergangen moet jaarrond op orde zijn en het slootvuil moet op een goede manier verwerkt kunnen worden.

Tot slot
Onze fractie kan instemmen met de Kadernota 2017-2026. Dat betekent niet dat we achterover kunnen leunen. Ons mooie waterschapswerk vraagt voortdurend aandacht en is nooit klaar!”

Onze bijdrage aan het mondelinge debat was:

De fractie Ons Water / Waterbreed bespeurt in de algemene beschouwingen van onze collega fracties een grote mate van eensgezindheid. We waarderen het dat we er als bestuur, samen met onze medewerkers, de schouders onder willen zetten. In deze eerste termijn brengen we kort een aantal speerpunten naar voren.

Wateroverlast
Eén van onze kerntaken is voldoende water, niet te veel en niet te weinig, van goede kwaliteit. We hebben de afgelopen weken de rampzalige gevolgen van extreme neerslag in het zuidoosten van ons land kunnen zien. In ons werkgebied zijn we er relatief goed vanaf gekomen. Dit keer wel. De inspreker heeft ons laten zien dat ook in ons werkgebied niet iedereen droge voeten heeft. We weten inmiddels dat deze ‘incidenten’ regelmatig terug zullen keren en feitelijk geen incidenten meer zijn. U deelt onze zorg en werkt aan een strategie rond extreme neerslag. We horen graag van u wanneer u deze strategie met het AB kunt delen.

Kosten robuuster watersysteem
We hebben u gevraagd te kwantificeren wat het betekent het watersysteem robuuster te maken. Hierop hebben we in uw schriftelijke reactie nog geen antwoord mogen ontvangen. Dit is naar onze mening wel noodzakelijk, omdat we niet per se het uitgangspunt kiezen dat ‘aanpassen van het watersysteem onbetaalbaar is’. Op basis van feiten en cijfers willen we weloverwogen keuzes kunnen maken, om ook in de toekomst aan de normen te kunnen blijven voldoen.

Natuurgebieden als waterberging
Eén van de keuzes die we in ieder geval willen maken, is het multifunctioneel inzetten van gronden om schade door wateroverlast te beperken. Voor het bergen van water in natuurgebieden moet wat ons betreft het ‘ja, tenzij’ principe gelden. Dat betekent dat de natuurgronden, die de laagste economische waarde hebben, altijd worden ingezet voor waterberging als gronden met een andere functie, dat kan zijn stedelijk of agrarisch, daar profijt van hebben.

Maaibeleid
We zijn er van overtuigd dat in de werkzaamheden in het veld nog winst te behalen valt, om de afvoercapaciteit van het watersysteem te verbeteren. Er moet op tijd en goed gemaaid worden. Als de Flora en Faunawet een belemmering vormt om tijdig te maaien, moet een ontheffing aangevraagd worden. Uitstellen van werkzaamheden mag geen automatisme zijn, er moet per gebied maatwerk geleverd worden dat leidt tot het juiste evenwicht tussen de waterafvoerende functie van een watergang en de ecologische waarde. Ecologisch maaibeheer kan naar onze mening alleen worden toegepast als dat geen negatieve invloed heeft op de afvoercapaciteit. Daarbij moet niet alleen naar de theoretische normen worden gekeken, maar juist naar de praktische situatie. We roepen het DB op hierover in overleg te gaan met aanliggende grondeigenaren. Terecht merkt u op dat in het werkgebied veel kennis en ervaring voorhanden is, die benut moet worden.

Peilbesluiten
We merken in enkele gebieden dat de peilbesluiten niet meer aansluiten bij de praktijk. Dat wordt bijvoorbeeld in gebieden rond Sprang-Capelle / Waalwijk en Hoeven veroorzaakt door bodemdaling. We vragen het DB om een overzicht van de verschillende peilbesluiten met de datum waarop deze volgens planning herzien zullen worden. Daarnaast vragen we het DB om een quick-scan van de peilbesluiten om te bepalen of het voor bepaalde gebieden noodzakelijk is het herzien van de peilbesluiten naar voren te halen.

Waterkwaliteit
We hebben in de algemene beschouwingen onze zorg uitgesproken over de waterkwaliteit. Deze zorg lijkt door ons allen gedeeld te worden. Er zijn al veel inspanningen gepleegd en we zijn op de goede weg. Een tandje erbij mag, zowel binnen het waterschap als richting andere partijen, maar niet door extra wet- en regelgeving bovenop de nationale wetgeving. Terecht geeft u aan dat sprake moet zijn van een gelijk speelveld. We vragen het DB in te blijven zetten op het belonen van de voorlopers. Goed voorbeeld doet immers volgen en dat brengt de grote middengroep op een hoger niveau. Handhaving van bestaande wet- en regelgeving moet er voor zorgen dat de rotte appels uit de mand gehaald worden. De goeden mogen niet onder de kwaden leiden.

De fractie ging akkoord met de kadernota 2017 – 2020.

14 juli
In de morgen een fotosessie met het team Dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak

suikerunieIn de middag het symposium “Samen duurzaam vooruit” bij de Suikerunie in Stampersgat.

Met een keur van sprekers. Voor mij opvalt waren Marco Waas van Akzo-Nobel die voorbeelden liet zien dat landbouwproducten heel goed verwerkt kunnen worden in chemische producten. Dit leidde wel tot enige discussie over ‘voedsel’ in de chemie. Als of dat iets nieuws zou zijn. Al honderden jaren worden ‘voedsel producten’ als visolie, lijnzaadolie, sojaolie en zonnebloemolie gebruikt om verven van te maken. Ik vind het keer op keer bijzonder dat biobased wordt gebracht als iets nieuws. Vroeger waren alle verpakkingsmiddelen en kleding gemaakt van natuurproducten dus biobased. De economie was dus biobased. Zoals wel vaker, we geven het een nieuwe naam en we doen er ‘duur’ mee. Een andere opvallende spreker was voor mij Joris Baecke. Hij was degene die het belang van water benoemde. De opmerking die mij het meest aan het nadenken zette kwam van Taco Kingma van Friesland Campina. De gemiddelde leeftijd van boeren in de wereld zou, volgens hem, 56 jaar zijn. In Japan zelfs 65 jaar. Als dat werkelijk zo is, vind ik dat buitengewoon zorgelijk. Het boerenleven, het produceren van voedsel, moet wel aantrekkelijk blijven voor jongeren. 

In de avond een buurtbijeenkomst in Bergen op Zoom over de herinrichting van drie straten en de aandacht voor waterberging., waarbij getracht gaat worden bewoners te verleiden hun tuinen, die vanwege te vervangen leidingen overhoop gehaald worden, bij het opnieuw inrichten deze te vergroenen en minder te verharden.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 48: VITAAL LEISURE LANDSCHAP

 

| 09-07-2016 | 12.20 uur |


 


OVER WATER – 48

 

4 juli
tekst brug BredaIn de middag de (vaar)excursie door Breda met bijzondere aandacht voor de wijze waarop Breda de retentieopgave van 13.000 kubieke meter denkt vorm te geven en voor de discussienota Zoete Delta van de gemeente Breda. graffiti BredaHet geschouwde gebied betreft het voormalig CSM-terrein, Corbion en Emer-zuid. Vanaf het water werd het gebied bekeken en besproken. Zelf vind ik de discussienota een goed stuk. Het is alleen jammer dat in de nota vrijwel niet wordt ingegaan op de kansen en mogelijkheden die het rijke cultuurbezit en de vesting relicten van Breda bieden. singel 2 BredaDe recente provinciale plannen ten aanzien van de Zuiderwaterlinie (ik schreef er eerder over) worden ook niet vermeld noch betrokken bij de Bredase plannen. In mijn ogen een gemiste kans. Tijdens de vaartocht kregen de DB leden een deskundige en enthousiaste toelichting van een stedenbouwkundig ontwerper van Breda. singel 1 BredaZo’n blik vanaf het water laat je soms dingen zien die voor de wandelaar onzichtbaar blijven, zoals deze in beton gegoten tekst in een muur onder een brug. “Ineens is er dit brede contact met dingen waarvan wij niet wisten dat ze zo koninklijk zijn en altijd al in en buiten ons hebben bestaan”. Ook is Breda rijk aan graffitikunst die het bekijken waard is. 

5 juli
DB vergadering met onder andere de agendapunten: de lange termijnagenda, een rapport “Zover het eigen instrumentarium reikt” van de universiteiten van Utrecht en Tilburg over de KRW en de Omgevingswet, de begroting 2017 van de gemeenschappelijke regeling muskusrattenbeheer en de overdracht van het beheer en eigendom waterstaatswerken van Rijkswaterstaat.

7 juli
leisure Esbeek
In de morgen de stuurgroep vitaal leisure landschap te Esbeek met als belangrijkste agendapunt de vaststelling van het “Plan Vitaal Leisure Landschap 2017-2020 voor de regio Hart van Brabant”. Wat ik in het plan mooi vind is de doelstelling stedelingen (Tilburgers) een gevoel van trots bij te brengen op hun achtertuin (de mooie landschappelijke omgeving van Tilburg). Het mooiste en slimste project is de afspraak tussen de deelnemende gemeenten de bermen van fietspaden in te zaaien met een bloemrijk zaadmengsel. Het doel is dat deze dan in een korte duidbare periode bloeien van bijvoorbeeld een maand, zodat ze de Betuwe naar de kroon steken. De Betuwe trekt veel toeristen en recreanten die jaarlijks naar de bloeiende boomgaarden komen kijken. Het zou prachtig zijn als toeristen, na realisering van dit project, naar de regio Hart van Brabant komen omdat het zo mooi fietsen is tussen de bloemen. Bij echte uitvoering kan het een icoonproject worden dat iets herkenbaars geeft aan de regio. Zelf heb ik hier wel een punt ter overdenking gegeven. Bijen en andere insecten hebben het hele jaar voedsel nodig. En ook voor de insecten etende vogels, die een broedsel hebben, is het van belang dat in de gehele broed- en opgroeiperiode er voldoende insecten zijn om te eten. Wat mij betreft iets om na te volgen in onze regio. Natuurlijk wel met een andere bloeiperiode. Dan vissen we niet in precies dezelfde markt. 

beeld VerhoevenMet tijd over tussen twee vergaderingen, maakte ik een wandeling door Esbeek en constateerde dat dit dorp een Rotterdam connectie heeft. Met een expositie en wandelroute van Andreas Schotel. Bijgaand een foto van een beeld van Hannes Verhoeven van een boer en boerin waar Andreas Schotel regelmatig verbleef met een ‘modern’ kind op de plek waar de stoomtram stopte in de tijd van Schotels verblijf in Esbeek als verbinding van het dorp met de stad van Schotel.

In de middag de RRO vergadering Hart van Brabant in Goirle en in de avond de fractievergadering van Ons Water/West-Brabant Waterbreed. 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 47

 

| 02-07-2016 | 10.30 uur |


 


OVER WATER – 47

 

28 juni
In de morgen een heisessie met onder andere individueel en groepsonderzoek (kleurentest) door My Motivation Insights naar onze drijfveren. Mooi om te ontdekken wat je eigen drijfveren zijn en hoe die passen in het team waarin je functioneert.

gea 04

kwalitatieve nieuwbouw aan het water gemeente Geertruidenberg

In de avond een informatieavond over het dijkverbeteringproject Geertruidenberg/ Amertak waar ik de opening verrichtte en voorkwam in een vertoond filmpje over het project. Er was een mooie opkomst en goede indringende discussies over het project, het water en dijkbeheer in de directe omgeving. Als waterschap proberen we nadrukkelijk de burgers en bedrijven te betrekken bij het project en hun ideeën voor het project en mogelijke meekoppelkansen (werk met werk maken) te inventariseren en in het project proberen te passen. Hierbij moet niet uit het oog verloren worden dat het waterschap in de eerste plaats verantwoordelijk is voor de waterveiligheid en voor andere zaken mogelijk andere overheden of bedrijven betrokken moeten worden. Voor meer informatie kijk eens op de waterschapspagina over dit project.

29 juni
In de morgen een werksessie in het kader van het project “water in de tuin” waar centraal stond een voorbeeld project uit te voeren in drie her in te richten straten in Bergen op Zoom.

In de middag de laatste bestuursvergadering van het Regionaal Archief West-Brabant. Per 1 juli treden er een aantal nieuwe gemeenten toe tot deze organisatie en is het waterschap uitgetreden. Ons waterschap heeft nu al haar archieven en dat van al haar rechtsvoorgangers ondergebracht in haar eigen archiefruimte in Bouvigne. Als trotse vader van de co-auteur Alexander van der Kallen van het boek “Opgravingen in Bergen op Zoom” heb ik bij die gelegenheid de collega bestuursleden en de directeur en de notulist een exemplaar uitgereikt van het boek.

30 juni

In de middag het bestuurlijk overleg inzake het dijkverbeteringproject Geertruidenberg/Amertak met de wethouders van de betrokken gemeenten en een vertegenwoordiger van Rijkswaterstaat over de voortgang en planning van het project.

Louis van der Kallen 

 


MINISTER SCHUIFT PROBLEMEN ZOETWATERVOORZIENING VOOR ZICH UIT

 

| 27-06-2016 | 20.35 uur |


 

MINISTER SCHUIFT PROBLEMEN ZOETWATERVOORZIENING VOOR ZICH UIT

 

Nieuwe Waterweg_Stormvloedkering (1)Minder dan een tienduizendste van al het water op aarde is zoet oppervlaktewater. Van dit water in rivieren en meren is veel leven en welvaart afhankelijk.  Niets is waardevoller dan de kwaliteit, behoud en toename van dit milieu.  Vanwege de aanvoer van zoet water, in combinatie met voedselrijkdom, leeft een groot deel van de wereldbevolking in de delta’s. In Nederland worden zoetwatertekorten en verzilting problematisch.  De Adviesgroep Borm & Huijgens verklaart hoe men in hemelsnaam in de delta van de grote rivieren last krijgt van zoetwaterschaarste.

Door afname van de minimum zomerafvoeren wordt West-Europa steeds meer afhankelijk van de zoetwatervoorraden. Dat zijn voor ons de stuwmeren in de Alpen, het IJsselmeer en de zoete Zeeuwse en Zuid-Hollandse meren, voor zover deze bekkens aanwezig zijn en er nog zullen komen. Het is van groot belang deze opties te behouden. Het Deltaplan beoogde daarom niet alleen waterveiligheid door kustlijnverkorting, maar ook  zoetwatervoorziening door middel van een zoet zuidwestelijk merengebied. Met het afdammen van zeegaten kwam de zee weer aan de kust te liggen en kon zoet water voor de landbouw en industrie blijvend gegarandeerd worden.

Maar het liep totaal anders. De Oosterschelde werd niet zoet. De brakwaternatuur die men er met een stormvloedkering in stand dacht te houden verdween en alles is er nu volledig zeewater. Bij de Grevelingen, een gepland zoet meer, werd de verzoeting afgebroken en kwam er alsnog een zout meer. Aanvoer van rivierwater stopte en alleen het Volkerak en het Haringvliet bleven nog zoet. Maar als het aan de Rijksstructuurvisie Grote Wateren en de Rijksstructuurvisie Grevelingen-Volkerak-Zoommeer ligt, wordt ook daar de zee met open armen binnengehaald. Een fors financieel gat houdt de realisatie nog tegen, tenzij men binnen het Deltaprogramma met geld gaat schuiven van ‘waterveiligheid’ naar ‘waterkwaliteit’.  Dit alles is uiterst ongunstig wat betreft verzilting en zoetwatervoorziening en vormt een regelrechte bedreiging voor de landelijke leefbaarheid.

Het doel van het Deltaprogramma is dat Nederland de extremen van het klimaat kan blijven opvangen. De afsluiting van de Nieuwe Waterweg is hierbij een eerste vereiste. Daarna kan zoet water naar het zuidwesten stromen. Doorstroming zal de kwaliteit verbeteren en ook verdunning draagt ertoe bij dat het oppervlaktewater meer voldoet aan de normen. Met een toename van het zoete areaal, kan de nationale noodberging voor rivierwater aanzienlijk uitgebreid worden. De onvoorspelbare regenval en sterk wisselende rivieraanvoeren vragen immers om een veel grotere capaciteit en een centrale regie van berging. Nederland is de enige dichtbevolkte delta waar het meeste zoete water ongebruikt passeert. Het enorme verlies aan zoet water via de Nieuwe Waterweg houdt al jaren het hele Nederlandse waterstelsel in de tang. Ondanks deze kennis, beweerde minister Schultz op 16 juni 2016  tijdens  het Algemeen Overleg Water dat het zoetwatersysteem tot 2070 voldoende ‘robuust’ is en goedkoper dan het “Plan Spaargaren”. Ze stelde dat aanvullend onderzoek wat haar betreft niet nodig is. Zo gaat het plan net niet ‘de ijskast in’, maar zal ‘op de plank’ blijven liggen. Deze strategie van het uitstellen van maatregelen zonder een lange termijn kader is verkeerde zuinigheid en bijzonder risicovol. De ernst van de situatie is blijkbaar niet tot de minister en de deltacommissaris doorgedrongen.  Zo wordt zoetwatervoorziening, een item dat mondiaal hoog op elke politieke agenda hoort te staan, eenvoudig terzijde geschoven. Het is ijdele hoop dat het Nationaal Bestuurlijk Overleg Deltaprogramma op woensdag 29 juni hier nog enige verandering in aanbrengt.

Op aandringen van Kamerlid  J. Geurts heeft de minister dan wel toegelicht dat er in 2021 opnieuw wordt gekeken naar de huidige voorkeursstrategie en dat hierbij Plan Spaargaren wordt betrokken.  We vragen ons bezorgd af hoe lang de problemen van toenemende zoetwatertekorten en voortschrijdende verzilting nog door de eindverantwoordelijken worden vooruit geschoven.

Wil Borm
Adviesgroep Borm & Huijgens , juni 2016

 


OVER WATER – 46: VETPROBLEMEN

 

| 25-06-2016 | 10.30 uur |


 


OVER WATER – 46

 

BIOPOP-web

MicroCat-BioPOP

“De gemeente Zoetermeer pakt vetproblemen in riool biologisch aan” was de kop van een artikel in Vakblad Riolering. Ruim 3 jaar gebruikt de gemeente Zoetermeer een biologische manier om vetproblemen in de gemeentelijke riolen en gemalen aan te pakken. Vetten veroorzaken nogal wat problemen en kosten aan rioolsystemen. Hun aanpak behelst een systeem (MicroCat-BioPOP), dat een onschadelijk biologische afbreekbaar polymeer en vetafbrekende bacteriën bevat. Een blok wordt in het rioolwater gehangen en laat dan langzaam maar continue bacteriën los die zich hechten aan de wanden van het riool of gemaal en dan de vetlagen afbreken. Zij hebben geen nadelig effect op de rioolwaterzuivering, zo is gebleken, en voorkomen op deze wijze verstoppingen. In veel Engelse en Duitse steden worden deze vetafbrekende bacteriesystemen met succes ingezet. Ook in meerdere Nederlandse steden wordt nu gebruik gemaakt van dit systeem waaronder Alkmaar, Arnhem Delft en Den Haag. Het lijkt mij goed als nu ook de gemeenten in het werkgebied van de Brabantse Delta gaan kijken of dit voor hen de oplossing kan zijn voor hun vetproblemen.

14 juni
In de morgen een portefeuillehouderoverleg over de opening van de EVZ Om Dongen.

21 juni
In de ochtend de vergadering van het dagelijks bestuur met onder andere de agendapunten: De Zoete Delta, projectplan EVZ Kibbelvaart Halderberge, Projectplan EVZ Molenbeek fase 3 Roosendaal, treasurystatuut 2016, health deal gezonde verstedelijking, samenwerking streeknetwerken, samenwerkingsovereenkomst Waterpoort, evaluatie waterschapsverkiezingen.

In de middag portefeuillehouder overleggen over de Westelijke Langstraat en de alternatieven van de dijkversterking Geertruidenberg/Amertak. Daarna een gesprek met de begeleider van de heisessie van volgende week.

22 juni
De opening van de EVZ om Dongen fase 3 en Paviljoen Roosen te Dongen, waar ik en wethouder Bea van Beers een praatje hielden en er een filmimpressie, gemaakt door Zimniak filmproducties Dongen, werd vertoond. Daarna werd onder begeleiding van een natuurgids een wandeling door het gebied gemaakt.

24 juni
palVandaag De PAL lezing in het provinciehuis van Zuid-Holland over het landschap als vestigingsfactor bijgewoond. Adriaan Geuze hield een prachtig en inspirerend verhaal voor de meer dan 250 bezoekers. Hij is een spreker die van zijn hart geen moordkuil maakt en stevige uitspraken niet schuwt. Zo vond hij de provinciekaart in de statenzaal “pure propaganda”. De werkelijke bebouwingsgraad is een veelvoud. Was de grachtgordel in Amsterdam een teken van “mentale vernauwing”? Hoorden de kassen van het Westland (51 % van de kassen in Nederland staat in Zuid- Holland) op de Zeeuwse eilanden of in de veenkoloniën en in Brabant”? En was de tuinbouw in de kassen de oorzaak van de gemiddeld lage inkomens in de grote steden in de Randstad en van de verpauperde vele Vogelaarwijken daar met alle sociale en illegale gevolgen van dien? Hij hekelde herhaaldelijk het gebruik van Engelse termen in beleidsstukken van overheden. Mensen als zijn vader begrepen dat soort termen niet en konden zich er dan ook geen eigenaar van voelen.

Ik bezoek de PAL lezingen vaak en als buitenstaander (van buiten de provincie Zuid-Holland) neem ik niet vaak deel aan de discussie. Dit keer moest ik wel reageren. Als het om de kwaliteit van het landschap gaat, zitten Zeeland en Noord-Brabant niet te wachten op meer kassen en er moest mij ook van het hart dat ik de nu nog mooie grotendeels open Hoekse Waard zie verschimmelen door her en der opduikende plukjes kassen.

Na de lezing heb ik de afscheidsbijeenkomst voor Kees Coppens bijgewoond op Bouvigne en werd getrakteeerd op een ontmoeting met een zwanenfamilie. 

Louis van der Kallen 

 zwanen


OVER WATER – 45: VAN STROOIZOUT NAAR SAP/ UNIE BESTUURDERSDAG 2016

 

| 18-06-2016 | 17.30 uur |


 


OVER WATER – 45

 

GEEN STROOIZOUT MAAR ‘SAP’?
bermgras maaienDe wegen niet strooien met zout, maar met sap uit bermgras. Het lijkt een onwaarschijnlijk scenario, maar soms kan een wild idee mogelijkheden bieden om de verzilting door strooizout terug te dringen. Samen met de TU Delft en de aannemers Van Gelder en Van Bodegom gaat de provincie Noord-Holland onderzoeken of het mogelijk is om wegen niet te strooien met zout, maar met sap uit bermgras. Komende winter wordt er een kleine praktijkproef gedaan bij provinciale steunpunten en bij enkele provinciale bushaltes. Het begon allemaal toen Hillebrand Breuker, een projectleider bij de provincie Noord-Holland, proefde hoe zout het sap was dat overbleef na het persen van bermgras. Omdat de afdeling van Breuker ook verantwoordelijk is voor de gladheidbestrijding, was de link snel gemaakt. TU Delft gaat onderzoeken of het grassap kan werken als gladheidbestrijding. Dat gebeurt met een relatief eenvoudige proef. Er worden grote ijsklonten gemaakt en daar wordt grassap en strooizout op gegoten. Daarna wordt op vaste tijden gemeten hoeveel vloeistof eraf komt. Zo kan in beeld worden gebracht hoe goed de dooiwerking is ten opzichte van normaal strooizout.

Voor mij als waterschapsbestuurder zijn dit prachtige proeven. Hiermee wordt mogelijk een toepassing gevonden voor bermmaaisel en tegelijkertijd kan de verzilting als gevolg van strooizout worden teruggedrongen. Er komt, bij de toepassing van dit sap, geen nieuw zout meer in het watersysteem en het zout wat in de bodem zit wordt, via de gemaaide planten, opnieuw gebruikt en zal door afvloei ook langzaam uit het water- en bodemsysteem verdwijnen. Dat kan op de lange termijn betekenen dat het sap uit bermmaaisel minder zout wordt en op den duur minder bruikbaar. Dan zal uiteindelijk toch weer tot het (deels) toepassen van strooizout moeten worden overgegaan. Maar iedere vermindering van het gebruik van strooizout is, ook al is het tijdelijk, belangrijk. Ik zie uit naar de resultaten, om het dan mogelijk ook in het werkgebied van ons waterschap toe te kunnen gaan passen. Voor meer informatie lees het artikel op de website van de provincie Noord-Holland.

13 juni
best dag enschede 01Vandaag de gehele dag doorgebracht in Enschede en omgeving op de bestuurdersdag van de Unie georganiseerd door het waterschap Vechtstromen. De start van het officiële programma was een lied gezongen door Ellen ten Damme, grotendeels bestaande uit de tekst van het gedicht van Hendrik Marsman “Herinnering aan Holland”

“Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,

rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;

en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.

de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,

en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.”

Het werd in het jaar 2000 gekozen tot ‘Gedicht van de Eeuw’ in Nederland.

Ik ben wel vaker naar de jaarlijkse bestuurdersdag geweest, maar dit was voor mij wel de meest inspirerende opening! Daarna werden we welkom geheten door Burgemeester Onno van Veldhuizen, die meesterlijk omging met de plagende vragen over FC Twente. Hij memoreerde dat Enschede de laatste grote stadsbrand 1862 (in vredestijd) in Europa en de vuurwerkramp hadden door staan en te boven waren gekomen. In welke divisie dan ook, nu zou er weer iets moois uit voortkomen. Hij besloot met “Sta op als je voor Twente bent”. Mijn complimenten. Pas 8 maanden burgervader in Enschede en al helemaal thuis.

In de ochtend kwam ook Anne Buningh, studente aan de Universiteit van Twente, aan het woord over hoe jongeren te betrekken bij het waterschap. Het was een goed verhaal. Alleen alle ‘grijze duiven’ in de zaal vergelijken met de groten der aarde, was wel een tikkeltje overdreven.

Daarna was er een presentatie van futuroloog Wim de Ridder. Hij ging in op de toekomst van het waterschap en het waterbeheer. Op 4 februari dit jaar had ik ook het genoegen naar hem te mogen luisteren op het Rioned symposium. Er waren veel herkenningspunten. Hij voorzag een geautomatiseerde ziektediagnose op basis van ons afvalwater. Hij riep de zaal op ‘door te gaan met vernieuwen totdat iedereen zijn eigen afvalwater hergebruikt’. Hij voorzag dat de waterschappen zich zouden kunnen ontwikkelen tot regisseur van de digitalisering van het gemeentelijk waterbeheer.

In de middag koos ik voor de excursie naar de waterberging Kristalbad. Een 40 hectaren grote waterberging tussen de steden Enschede en Hengelo. Een prachtig project van het voormalige waterschap Regge en Dinkel, dat het best omschreven wordt met de woorden: “Schakel tussen stad en land , droog en nat”, te lezen op de informatieborden. In deze waterberging worden tal van (neven)doelen gerealiseerd, zoals stedelijke uitloopgebied, EVZ, recreatiegebied en nazuivering van het effluent van een afvalwaterzuivering die afwatert in de Elsbeek. De Elsbeek loopt uiteindelijk door Hengelo en in het verleden verspreidde deze geuroverlast. Onderstaande foto’s laten een mooi geslaagd project zien dat, als het moet, 200.000 kubieke meter water kan bergen. Het mooiste vond ik dat, door compartimentering, er zelfs een soort van eb en vloed kan worden gecreëerd waardoor er een bijzondere biotoop is ontstaan. Mede hierdoor zijn er al meer dan 160 vogelsoorten waargenomen. Ondanks de weersvoorspellingen, werd het een zonnige wandeling die begon bij het Twente kanaal en eindigde bij de Hengelose kant van het Kristalbad waar de Elsbeek de berging, nagezuiverd en wel, weer verliet.

Bij het vertrek kreeg ik een tasje mee met folders en een boekwerk over het Kristalbad, een lezenswaardig boek. Ik trof ook aan een door het waterschap Vechtstromen uitgegeven waterbelevingskaart met tal van te bekijken toeristische objecten, zoals: zwemplassen, landgoederen, bouwkundige waterbezienswaardigheden (sluizen, watermolens, stuwen en gemalen). Een voorbeeld om na te volgen. Ik heb het dan ook de volgende dag gelijk laten zien aan onze afdeling communicatie.

Louis van der Kallen

best dag enschede 02 best dag enschede 03 best dag enschede 04

 

 


OVER WATER – 44: VAN PLAAG TOT LEKKERNIJ: DE AMERIKAANSE RIVIERKREEFT

 

| 11-06-2016 | 03.33 uur |


 


OVER WATER – 44

 

VAN PLAAG TOT LEKKERNIJ!

800px-Procambarus_clarkii_01

Procambarus clarkii, de rode Amerikaanse rivierkreeft

Eerder schreef ik over de toename en graafoverlast van de oprukkende Amerikaanse rivierkreeft. Ik  sloot toen af met: “Het wordt tijd dat deze beestjes op de menukaart komen van ons mensen en van liefhebbers van kreeftenvlees in de natuur.”

Het beestje verovert ons water en is een plaag geworden. Het vreet de sloten kaal, waardoor de traditionele flora en fauna verdwijnt. De kreeften veroorzaken schade aan de oevers van sloten en andere wateren en ondergraven ook waterkeringen. Het ministerie van Economische Zaken wil daarom de vissers in Nederland de mogelijkheid geven om grootschalig en gericht op de smakelijke rivierkreeft te vissen. Circa dertig jaar geleden kwam de Amerikaanse rivierkreeft niet voor in Nederland. Nu schatten kenners dat er vele honderdduizenden van deze kreeften in de Nederlandse wateren zitten. Ze zitten vooral in stil of langzaam stromend water zoals sloten en grachten. Vooral in het Groene Hart zijn er veel. Daar wordt per hectare oppervlaktewater tot 800 kilo rivierkreeft gevonden. Lees verder het item van de NOS met twee korte filmpjes en krijg trek in deze kwade rakkers.

3 juni
Vandaag de Unie Commissie Waterkeringen in een zaal in restaurant de Vier op de IJsselkade te Kampen. Een voor een waterschapsbestuurder prachtige locatie met een mooi zicht op de rivier. Agendapunten waren onder andere: een presentatie over de zorgplicht waterkeringen, het wettelijke beoordelingsinstrumentarium, het draaiboek 1e beoordelingen 2017-2022, de herijking subsidieregeling HWBP naar aanleiding van de nieuwe normen, het kennisplatvorm risicobenadering en de handreiking ‘omgaan met piping’.

In de middag een excursie naar het gebied ten zuiden van Kampen waar in het kader van Ruimte voor de Rivier een overlaat, de hoogwatergeul Reevediep, wordt gemaakt tussen de IJssel (ter hoogte van Wilsum op de oosteroever) en het Drontermeer (vlak ten noorden van de Reevedam). Hier wordt een oud plan uit de tijd van Koning Willem 1 alsnog gerealiseerd. Nu wel in het kader van een totaal plan voor de IJsseldelta.

IMG_0634 IMG_0637 IMG_0643

7 juni
DB vergadering met als agendapunten onder andere: de omgevingswet, de Green Deal Fruitteelt en de portefeuilleverdeling (ik krijg er bij: de aankoop en verkoop van gronden die mijn projecten betreffen en ik word, buiten de vervanger van Jacques van de Aa, ook de vervanger van Theo Schots voor zover het zijn portefeuille zuivering betreft, verder is er aan mijn portefeuille niets veranderd). Na de DB vergadering hebben we een jaar na dato afscheid genomen van Jan Slenders als DB lid. In het verhaal van de Dijkgraaf was de kernvraag: kunnen we een geschiedenisleraar missen als DB lid? Gelukkig is Jan als AB lid gebleven. Daarna werd mijn bijdrage opgenomen voor een filmpje over de EVZ ‘Om Dongen’.

8 juni
In de avond de werkgroep bestuurlijke vernieuwing, onder andere over de BOB-systematiek, een start met de discussie over ‘sturen op hoofdlijnen en een gesprek met de dijkgraaf over haar rol als voorzitter bij de diverse BOB onderwerpen.

9 juni
Om 8.00 uur de eerste afspraak in het gemeentehuis van Waalwijk, de Stuurgroep Westelijke Langstraat met wethouder Keijzers-Verschelling en gedeputeerde van der Hout en de heer de Wit van Staatsbeheer over de gebiedsontwikkeling van het Natura 2000 gebied. Hier gaan we werken aan de verbetering van leefbaarheid, cultuurhistorie, recreatie en landbouwstructuur, maar vooral aan de te halen natuurdoelen zoals het verbeteren en versterken van de biodiversiteit. Dit middels o.a. het aankopen en omvormen van landbouwgronden tot ‘nieuwe natuur’. Voor het waterschap ligt hier de taak om in dit gebied tot een inrichting te komen die de verdroging tegengaat en de hoeveelheid stikstof in de natuur vermindert. Dit in het kader van PAS.

Daarna in Boxtel in het gebouw van waterschap de Dommel het 4 DB overleg over de wateronderlegger voor de Brabantse Omgevingsvisie. En een presentatie van Hans van der Vlist over het Advies Waterkwaliteit van de Advies Commissie Water, dat recent is uitgebracht aan de minister van I&M. De hoofdlijn van de presentatie was de verwachting van de heer van der Vlist dat op termijn ‘Europa’ Nederland in gebreke zal gaan stellen voor het niet (tijdig) gaan halen van de doelen van de KRW, hetgeen een schande zou zijn voor een land dat de ambitie heeft het toonaangevende waterland te zijn.

Tenslotte de ledenvergadering van de Noord-Brabantse Waterschapsbond waar ik het waterschap Brabantse Delta vertegenwoordigde. De financiële stukken  over 2015 en de begroting voor 2017 werden vastgesteld.

10 juni
In de morgen de opnames voor een filmpje dat gemaakt wordt voor vertoning op de informatieavond over de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak.

Louis van der Kallen

 


OVER WATER – 43: ZUIDERWATERLINIE/ AFVALWATERSYMPOSIUM VAN HET STOWA EN RIONED

 

| 04-06-2016 | 09.00 uur |


 


OVER WATER – 43

 

27 mei
zuiderwaterlinie 02Vandaag heb ik de partnerconferentie over de Zuiderwaterlinie in Bergen op Zoom bezocht. Omdat ik in Bergen op Zoom woon, was ik er vroeg genoeg om ook de presentatie voor de ambtenaren bij te wonen en daarna die voor de bestuurders. Wel constateerde ik in de presentaties enige Brabantse accenten die de geschiedenis enigszins geweld aan doen. De Zuiderwaterlinie is niet van 1582-1920 maar maakte eerst deel uit van de Zuiderfrontier dat globaal bij de Noordzeekust bij het Zeeuwse Sluis/Belgische Knokke begon en via Bergen op Zoom liep tot Grave. In dat verre Zeeuws Vlaanderen is daar ook aandacht voor onder de naam de Staats/Spaanse linies. Pas bij de nieuwe Vestingwet van 1874 werden negen stellingen benoemd en werd het Zuiderfrontier opgesplitst in de Zuiderwaterlinie en de linie aan de Wester Schelde. Maar een kniesoor en een zeurpiet die daar op let. Zelf vind ik het wel zonde dat niet gegaan wordt voor het gehele Zuiderfrontier. Want het Zeeuwse deel, met Staatse en Spaanse forten tegen over elkaar, is in haar geschiedenis en verhalen op zijn minst zo interessant als het Brabantse deel.

De bestuurlijke discussie met gedeputeerde Swinkels en een aantal wethouders van aan de linie gelegen gemeenten was de moeite waard. Alleen jammer dat de gemeente Breda niet vertegenwoordigd was. Voor mij als waterschapsbestuurder is het helder. Hier liggen kansen voor het waterschap om een forse bijdrage te leveren, mede in dienst van onze eigen doelstellingen zoals: waterberging, kaderrichtlijn water, natte natuurparels, ecologischeverbindingszone’s (EVZ), het robuuster maken van het watersysteem, klimaatadaptaties en de PAS opgaven. Ook bij dijkverbeteringsprojecten kunnen er meekoppel-kansen zijn om werk met werk te maken. Hier liggen kansen op co-financiering en op een mooie koppeling van waterschapstaken met cultuurhistorie en economische ontwikkelingen in ons werkgebied. 

Na de bestuurlijke presentaties waren er ambtelijke presentaties over de kansen en ideeën. In ons gebied betreft het ontwikkelingen in drie van de vijf  ‘onderdelen’ van de Zuiderwaterlinie, te weten: De West-Brabantse waterlinie (Bergen op Zoom, Steenbergen), de forten aan open water (Volkerak-Willemstad, waaronder Sabina) en de linies en schansen van Breda tot Geertruidenberg. Dit alles lijkt een voortzetting van de eerdere wateratelier discussie van ‘defensie tot retentie’.

Tot slot kregen we, ter inspiratie, een prachtig boek uitgereikt. Dit boek is als de inspiratie atlas te downloaden op de website van de Zuiderwaterlinie.

31 mei
scheur-buitenriolering-728-206De gehele dag het afvalwatersymposium bijgewoond, georganiseerd door de STOWA en RIONED in Amersfoort. Een stortvloed aan lezingen over stoffen in het afvalwater, over de financiering en over de verwerking van regenwater. Als bestuurder en oudje ben ik een buitenbeentje op dit soort bijeenkomsten die vooral door technici, totaal meer dan honderd, worden bijgewoond. Riool- en zuiveringsspecialisten kijken ieder vanuit hun eigen vakgebied naar een probleem en leggen niet altijd de verbindingen tussen zaken zoals politici/bestuurders dat wel zouden moeten doen. Wat mij dan opvalt in dit soort door mannen gedomineerde gezelschappen is dat vaak jonge vrouwen de meest interessante vragen stellen. Die durven nog ‘domme’ vragen te stellen die vaak helemaal niet zo dom blijken te zijn. Hun leergierig gedrag laat zien dat ze kennis willen op doen en niet bang zijn op te vallen. Het valt mij ook op dat in dit soort gezelschappen overgewicht een grote zeldzaamheid is, terwijl dit onder bestuurders veel vaker voorkomt. Klaarblijkelijk heb je als riool- of zuiveringstechnicus meer kans een gezonde leefstijl te ontwikkelen. Het meest opvallende voor mij is dat waterschappen moeite hebben andere overheden ter verantwoording te roepen voor hun foute gedrag. Zelfs als dat tot extra en daarmee vermijdbare kosten leidt. Een voorbeeld: na een lezing over een ozon proef op een zuivering van het Hoogheemraadschap van Delftland kwam de vraag hoeveel rioolvreemd water die zuivering te verwerken kreeg? Het verbijsterende antwoord was 75%. De ambtenaar van het Hoogheemraadschap liet blijken dat het lastig was gemeenten hier op aan te spreken ‘want gemeenten hadden al zoveel problemen met hun riolen en de daaraan verbonden kosten’. Nu snap ik waarom het zuiveringstarief van Delftland veruit de hoogste is van Nederland en ruim twee keer zo hoog als het goedkoopste waterschap en bijna 80 % hoger dan in het waterschap waar ik dagelijks bestuurder mag zijn, terwijl de bevolkingsdichtheid van het gebied juist zou moeten leiden tot een lager tarief dan het gemiddelde.

Maar er is meer. Lekkende riolen zijn de voornaamste oorzaak van veel rioolvreemd water. Lekkende riolen draineren als het ware de omgeving waarin zij liggen en bevorderen daarmee de daling van de grondwaterstand en daarmee van de bodem. Wat weer een bijdrage levert aan paalrot onder de huizen. Als je het voorgaande in relatie brengt met een presentatie over de financiering (belastingheffing) van de waterschappen is de verbazing helemaal groot. Naar aanleiding van de OECD studie “Water Governance in the Netherlands, Fit for the future” (ik stelde daar eerder vragen over) wordt er gekeken naar de financiering van de waterschappen en hoe dit te verbeteren. De OECD stelde dat er in Nederland meer kosten in rekening gebracht zouden moeten worden bij de gebruiker en de vervuiler. En dan komt een werkgroep die de OECD adviezen moet uitwerken met de suggestie om gemeenten te gaan belonen voor de aanpak van rioolvreemd water. Dat lijkt mij het zelfde als een inbreker te gaan belonen voor het minder meenemen bij een inbraak in je huis. Gemeenten worden dan beloond voor wanbeleid en voor het slecht onderhouden van hun riolen. Dat heeft de OECD vast niet bedoeld als zij vinden dat de vervuiler meer dient te gaan betalen. Ik besef dat rioolonderhoud in veengebieden duur is. Maar goed onderhoud moet. Het is een gevolg van de keuzen die gemaakt worden om daar te wonen en te werken. Het is zoals een andere spreker zei: “veel rioolvreemd water betekent dat je het elders niet goed geregeld hebt.”

Veel aandacht was er ook voor medicijnresten in het rioolwater en de gevolgen daarvan alsmede de zuiveringsalternatieven. Ik schreef eerder over de risico’s van medicijnresten in de riolen en zuiveringen. Kortom een leerzaam dagje en veel om over na te denken. 

1 juni
In de ochtend een een portefeuillehouderoverleg over de Zuiderwaterlinie en hoe wij daar als waterschap onze bijdrage aan kunnen leveren. Daarna een bespreking met de opstellers over het conceptplan Vitaal Leisure Landschap Hart van Brabant. In de middag een vergadering van het bestuurlijk kwartet over de voortgang van de afvalwaterketen en hoe daarop te besparen. Een dag met vergaderingen in Breda, Oisterwijk en Tilburg. Zo zie ik nog eens iets van ons mooie Brabant. 

Louis van der Kallen