OVER WATER – 66: INSPIRATIEDAG 2016

 

| 19-11-2016 | 02.30 uur |


 


OVER WATER – 66 

 

14 november
In de avond de bijeenkomst van de werkgroep bestuurlijke vernieuwing. Hier werd de opstelling besproken van een voorstel tot besluitvorming door het Algemeen Bestuur.

15 november
In de morgen de vergadering van het Dagelijks Bestuur met als agendapunten onder andere: een uitvoeringskrediet cofinanciering POP3 water, het project “sloten, oevers en dijken op orde, de aanpak stedelijk gebied”, de bijdrage aan het buurtwaterfonds, een STIKA gebiedscontract, de managementletter 2016-4, onvoorziene uitgaven project oneigenlijk grondgebruik, het projectplan EVZ Kraggeloop, de uitvoering Dijkversterking Geertruidenberg/Amertak, het bidboek natuur van de B5 en actuele beleidsontwikkelingen waterkwaliteit. 

In de middag een portefeuillehoudersoverleg over de ontwikkelingen in Drimmelen ter voorbereiding van het bestuurlijk overleg met die gemeente. 

ontvangende-water-overstort-van-oerslaanIn de avond de opening van de waterberging Slotbosse Toren. In mijn verhaal ben ik ingegaan op de goede samenwerking met de gemeente Oosterhout en op wat nog zou moeten gebeuren zoals sanering/oplossing gevolgen van de overstort aan de Burgemeester van Oerslaan. 

16 november
In de avond de informatieavond EVZ Rillaersbaan in Riel

17 november
De inspiratiedag Innovatie  van de Unie bezocht, waar ik o.a. deelnam aan de workshop “de mens centraal”. Hier werd het ‘omdenken‘ geleerd. Weg van het “ja, maar….”. Veel humor en inspiratie. Geleid door een spreker afkomstig uit “de niet zo verenigde staten van Amerika”.
sloopWat ik zelf leuk vond was een stand in de hal waar uitleg werd gegeven over een project met als doel het hergebruik van thermoharde composieten, zoals oude polyesterbootjes of buizen. Als ontwikkelaar en toepassingstechnicus van de thermohardende grondstof (polyesterharsen), is het geweldig om te zien dat aan het einde van de levenscyclus van een product gezocht wordt naar hergebruik. 

Daarna de uitreiking van de water innovatieprijzen 2016 te Amersfoort. Nu gun ik iedereen een feestje en een prijs, maar dan wil ik wel het gevoel hebben dat er werkelijk iets bijzonders is gebeurd dat een feestje en een prijs rechtvaardigt. Ik benader al jaren het zogenaamde innovatieve imago van de waterschappen met de nodige argwaan. Want bij overheden kom ik zelden iets innovatiefs tegen. Naar mijn opvatting komt dat omdat bij ambtenaren, bestuurders en politici er een overmaat aan risico aversie aanwezig is. Er zal maar iets fout gaan of niet het gewenste resultaat geven, dan zijn de mogelijke commentaren van de oppositie dodelijk en dat moet immers voorkomen worden! Ik heb mijn beroepsmatige leven (40 jaar) doorgebracht op research- en ontwikkelingsafdelingen van een zaadkwekerij en een kunstharsfabriek. Daar leerde ik dat zonder het betreden van onbetreden paden er geen echte vernieuwing aan de orde zullen zijn. In de praktijk van mijn beroepsmatige leven was het vooral de vrije research die gewenste patenten en innovaties bracht. De doelresearch bracht wel vernieuwingen in de zin van doorontwikkelingen van bestaande producten, of de introductie van technieken van anderen brachten wel efficiëntie verbeteringen, maar dat werden geen innovaties genoemd. En deze waren ook nooit patenteerbaar. Als uitvinder van een bepaald gepatenteerde product/productiemethode (United States Patent nr. 4255464) matig ik mij aan enige kennis te bezitten van het herkennen van innovaties en innovatieve werkwijzen.

Ook nu was er net als vorig jaar het nodige borstgeklop over hoe innovatief de Nederlandse watersector wel zou zijn. Naar mijn opvatting is de vrijwel mondiale erkenning van ons hoge kennisniveau meer te danken aan het goede werk dat Nederlandse waterdeskundigen door de eeuwen heen hebben verricht, dan aan de huidige beperkte toevoeging aan die kennis.

Ik ben er van overtuigd dat iedere waterschapsmedewerker zijn werk goed en steeds beter wil doen. Hij of zij denkt zeker na over hoe dingen beter kunnen. Maar dat is normaal. Het resultaat van dat denken en continue verbeteren zijn zelden innovaties. Het zijn veelal toepassingen van bestaande technieken. Zo ook nu. De winnaar in de categorie waterveiligheid had niets met innovaties te maken. Het was hooguit een goed voorbeeld van samenwerking tussen het waterschap, gebiedspartijen, bewoners, provincies en gemeenten. Als we ‘samenwerken’ een innovatie noemen zegt dat veel over ons. Samenwerken is wat mensen behoren te doen. Dat is geen prijs waard. Bij niet samenwerken hoort een berisping. Gelukkig had het publiek meer verstand van innoveren dan de ‘deskundige’ jury met grote namen. Zij wezen het zandsproeien als meest innovatieve project aan. De enige toekenning die, wat mij betreft, dicht bij een innovatie komt was in de categorie schoon water. Een project van het Hoogheemraadschap van Delfland, waar geprobeerd wordt microverontreinigingen af te breken en de concentraties van nitraat en fosfaat verder te verlagen en zo het gereinigde water te kunnen hergebruiken. Zelf heb ik enige scepsis of de gebruikte methode een echte oplossing is voor microverontreinigingen zoals medicijnen en hormonale stoffen. Maar het doen van dit soort projecten, die niet altijd en met zekerheid volledig effectief zullen blijken te zijn, vergt bestuurlijke moed. En dat waardeer ik. Want hoe je het wendt of keert, ieder onderzoek of proef kost geld en levert niet altijd het 100 % resultaat op. Wat het wel oplevert is kennis waarmee verder gebouwd kan worden aan een schoner Nederland.

pal18 november 
Ik ben naar de PAL lezing geweest in het provinciehuis van Zuid-Holland over de ‘Omgevingsopgaven voor de provinciale én nationale omgevingsvisie’ gegeven door Rienk Kuiper (PBL). Een interessante lezing, waarbij mij het meest opviel dat als één der risico’s bij de vormgeving van de visies de sociale stabiliteit werd genoemd. Voor mij is het voor het eerst dat ik een topambtenaar sociale stabiliteit hoor noemen als een risicofactor waar rekening mee gehouden zo moeten worden. 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 65

 

| 12-11-2016 | 10.00 uur |


 


OVER WATER – 65 

 

7 november
groos van jan
Bestuurlijk overleg met wethouder Jan van Groos van de gemeente Waalwijk. Agendapunten waren onder andere: het buurtwaterfonds, de handreiking kinderboerderijen en klimaatbestendig waterbeheer, de keuzewijzer stadswateren, de voortgang nieuw poldergemaal, het project regionale keringen, de Kerkvaartsehaven, Haven VIII, 1e Zeine, de samenwerking SWWB en het streeknetwerk Vitaal Leisure Landschap. Bij de rondvraag werd voltrots door een ambtenaar van Waalwijk een innovatieve 3D geprinte bol (Goflow) getoond, die menige verstopping van een stuw kan gaan voorkomen. De ontwikkelaars zijn bezig om een dergelijke bol in klein formaat te ontwikkelen voor toepassing op platte daken om verstoppingen van een afvoer te voorkomen en het mogelijk te maken dat ook platte daken een bijdrage kunnen gaan leveren bij het waterbergen/vasthouden en zo het beperken van wateroverlast. De vinding is nu genomineerd voor de RIONED- innovatieprijs 2017. Mijn complimenten voor de ambtenaren van de drie gemeenten en ons waterschap die dit idee uitgewerkt hebben. 

8 november
Diverse portefeuillehoudersoverleggen over onder andere het dijkverbeteringsproject Geertruidenberg/Amertak, de nota dynamische keermiddelen en de voorbereiding van een presentatie voor Probusgroep de Markiezaten.  Ook werd de opening voorbereid van een waterberging in Oosterhout.   

9 november
In de middag een aantal bijeenkomsten in Tilburg. Eerst een bestuurlijk overleg inzake de gebiedsvisie Tilburg Gilzerbaan. Daarna de ondertekening van een intentieovereenkomst tot realisatie van een vijftal ecologische verbindingszones in het zuid-westen van de gemeente Tilburg. Hiermee lopen Tilburg en het waterschap Brabantse Delta vooraan om, in het kader van het B5 aanbod, 500 hectare nieuwe natuur aan te leggen (met een beroep op het Groen Ontwikkelfonds Brabant) en snel tot realisering van deze EVZ’s over te gaan. 

Daarna fractie en de vergadering van het Algemeen Bestuur met als agendapunten onder andere: de begroting 2017, de belastingverordening 2017, diverse mandateringen, het activa en reserve-en voorzieningenbeleid 2016, het waterbodembeleidsplan en een uitvoeringskrediet voor aanvoervijzels in de zuivering Nieuwveer.

10 november
Bestuurlijk overleg met wethouders Bea van Beers en Ad van Beek van de gemeente Dongen. Agendapunten waren onder andere: de handreiking kinderboerderijen en klimaatbestendig waterbeheer, de keuzewijzer stadswateren, het extra defosfateren op de zuivering Rijen, klimaatadaptatie, ontwikkeling de Beljaart, Pukkemuk, natuurcompensaties,  de overdracht van vijvers en het project ‘sloten, oevers en dijken op orde’.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 64

 

| 05-11-2016 | 20.00 uur |


 


OVER WATER – 64

 

31 oktober
Bestuurlijk Overleg met wethouder Kevin van Oort van de gemeente Geertruidenberg met als agendapunten onder andere: de samenwerking en de relatie in brede zin, de samenwerking in het watersysteem en de afvalwaterketen, beheer en onderhoud, het dijkverbeteringsproject Geertruidenberg/Amertak, klimaatadaptatie en de nieuwe ruimtelijke plannen van de gemeente.

1 november
De dagelijks bestuursvergadering met als agendapunten onder andere: het vaststellen van de ontwerplegger primaire waterkeringen, het ontwerp beleidsregel schadevergoeding kabels en leidingen, de Unie brief “Visie op werken en werkgeven” en de bestuursagenda 2017.

2 november
Bestuurlijk Overleg met wethouder Marian Witte van de gemeente Oosterhout met als agendapunten onder andere: het water en rioleringsplan 2017-2020, de stedelijke wateropgave, de stand van zaken oostelijke persleiding, dijkversterkingsprogramma dijkkring 14A, de businesscase samenwerken op data en de nieuwe ruimtelijke plannen van de gemeente.

4 november
enschede01Het symposium Klimaat Actieve Stad (KAS) in wijkvoorzieninggebouw Prismare te Enschede, georganiseerd door waterschap Vechtstromen. Prismare is gelegen in het gebied waar op 13 mei 2000 de vuurwerkramp was die 23 mensen het leven kostte en 950 mensen heeft verwond. De ramp sloeg een gat van 42,5 hectare in Enschede en haar samenleving. Met bewondering en verwondering heb ik in het gebied rondgewandeld en gezien hoe je als stad, samen met de bevolking van het getroffen gebied, een wijk weer kan later herrijzen. Mijn complimenten. Wat mij ook trof was de wijze waarop een voormalig textielcomplex, het balengebouw, een nieuwe toekomst had gekregen. 

enschede02Na de bestuurlijke discussie koos ik in de ochtend voor een lezing door Nanco Dolman over benchmarking en de stuurbaarheid van klimaatmaatregelen. Mij trof ‘we doen wat bewoners willen’, terwijl naar mijn inzicht er gedaan moet worden wat nodig is om de samenleving voor te bereiden op wat komen gaat. Hij verwees naar “water sensitive urban design” en het Landscape Instituut (de Engelse versie van de STOWA). Daarna een lezing over de ‘leefstraat’ in Gent door Dries Gysels en Wim de Smet over KAS in de praktijk van ‘Gent klimaatstad’. In de middag was een indrukwekkende presentatie door Reinier van den Berg, een meteoroloog werkzaam bij weerinstituut MeteoGroup Nederland. Hij vermeldde de film Before the Flood van Leonardo DiCaprio en verwees daarbij naar een eerdere film van Leonardo DiCaprio de Titanic, waarbij het schip met meer 1500 duizend zielen ten onderging, terwijl de band in de eerste klas bleef spelen.
enschede03Ook nu ziet hij een “klimaatontwrichting” in ontwikkeling, terwijl de mensheid gewoon blijft genieten van alles wat dit veroorzaakt. In zijn ogen kon het reeds in 1930 voor de wetenschappers duidelijk zijn wat de broeikasgassen, zoals CO2, zouden gaan betekenen voor de wereld waarop wij leven. Hij voorzag op korte termijn een ijsvrije Noordelijke IJszee aan het eind van de zomer. Wat betekent dat voor de mens en de dieren in die wateren? Mijn vraag: wat gaat dit betekenen voor al de steden aan de kusten van de wereld, de voedselproductie en de mensheid in zijn totaliteit? En we ‘feesten’ gewoon door! 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 63: SAMENWERKEN AAN WATER

 

| 29-10-2016 | 13.00 uur |


 


OVER WATER – 63

 

Vanaf 14 oktober tot en met 18 oktober een korte vakantie gehouden in Denemarken/Noord Duitsland met onder andere bezoeken aan de havensteden Ribe, Esbjerg, Kolding en Lübeck waarbij we veel water hebben gezien. 

19 oktober
Portefeuillehouderoverleg over Geertruidenberg.

20 oktober
Vandaag de Stuurgroepvergadering dijkverbeteringsproject Geertruidenberg/Amertak met als hoofd agendapunt de nota “dynamische keermiddelen”. De Stuurgroep besloot unaniem het advies te geven aan het DB de keuze uit te stellen tot na de volgende toetsronde. En de uitwerking van de ‘geen spijt maatregelen’ ter hand te nemen, zodat in een latere fase, als meer bekend is over de resultaten van de volgende toetsronde, er een definitief besluit kan worden genomen.

24 oktober
Bestuurlijk overleg met wethouder Harry van de Ven over de waterprojecten in de gemeente Goirle. Op de agenda stonden onder andere: het landschapsbeleidsplan van de gemeente, de EVZ Leyoever, het agrarisch natuurbeheer Rielseheide en de EVZ Oude Leij. Ook kwam aan de orde de Gôolse geheimen, waar waterparels te ontdekken zijn.

25 oktober
Een drietal portefeuillehouderoverleggen ter voorbereiding van de bestuurlijke overleggen  met de gemeenten Waalwijk, Dongen en Geertruidenberg. Hierbij kwamen ook de ontwikkelingen rond de jachthaven Hermenzeil aan de orde. Tevens een gesprek over de Brabantse Delta inzendingen (vijf uit ons werkgebied) voor de RIONED innovatieprijs 2017. Voor de water innovatieprijs 2016, uit te reiken op 17 november, komen maar liefst 13 inzendingen uit ons werkgebied. Stuk voor stuk inzendingen om trots op te zijn.

27 oktober
utrecht-gedichtVandaag de bestuurlijke bijeenkomst, in het stadskantoor van Utrecht, over samenwerken aan water met veel wethouders, waterambtenaren van gemeenten en waterschappen. Het stadskantoor is een open gebouw waar je zonder pasje tot veel etages toegang hebt. Heel wat anders dan de meeste andere overheidsgebouwen die soms een toegangsprocedure kennen alsof je fort Knox betreedt en je alle goud/geheimen zou willen ontvreemden.

Wat mij trof was een gedicht, boven de receptie in de hal, van Guillaume van der Graft:

“Geboren in een wereld die nog kon,
reikhalzend naar, onder dezelfde zon,
ooit ergens een utopia, tenslotte
verdwaald in een legpuzzel van beton.”

Veel burgers en soms ik zelf ook verdwalen in de wirwar van de overheden en hun regels en  in hun digitale bouwwerken die wel van beton lijken. Zo star, hard en hartenloos deze kunnen zijn. Wat mij ook opviel was een moeder die haar zoontje van hooguit 3 of 4, midden in de hal (tussen alle voorbij razende mensen) een schaakles gaf. Ik mocht een foto nemen en ze vertelde dat zij hoopte dat hij ooit met zijn opa zou kuschaken-utrechtnnen spelen. Zelf speelde zij niet met haar vader dat mooie spel van vooruitdenken want haar spelniveau was, in zijn ogen, te laag. Zelf heb ik in mijn jeugd op een aardig niveau geschaakt en denk zelf mede daaraan mijn ‘afwijking’ tot misschien wel teveel vooruit denken te hebben overgehouden. De resultaten tot nu toe in de ruim veertig werkeenheden werden door Hein van Stokkom toegelicht. Hierbij werd het percentage van de gerealiseerde besparingsdoelstellingen bij gemeenten en waterschappen als maatlat gebruikt. Ik heb met die maatlat wel enige moeite, omdat die niets zegt over de werkelijke besparingen. Een werkeenheid met een kleine besparingsambitie kan prachtig scoren, terwijl het feitelijk een ondermaatse ambitie en resultaat is. Wat er wel uitsprong was de zeer beperkte resultaten van de bereikte besparingen door de drinkwaterbedrijven in Noord-Brabant. De rest van Nederland scoort veel beter. Hier ligt dus een opgave voor Brabant Water! Daarna werden we vergast op een lezing/voordracht van Max Caldas. Een paar van zijn uitspraken wil ik hier herhalen: “winnen of verliezen heeft niets te maken met presteren” en “nog beter worden dat is waar het omgaat”. Ik onderschrijf die woorden van harte. Er waren diverse ‘mooie’verhalen van bestuurders, waarbij ik vaak het gevoel krijg: ‘en nu graag de daden’. Zo werd er opgeroepen vertrouwen te hebben in de decentrale overheden bij de invoering van de omgevingswet en de daaruit voortkomende ruimte voor gemeenten, waterschappen en provincies om hun eigen beleid te voeren. Ik heb dat vertrouwen nog niet. Want de politici en bestuurders die ik spreek, zien vooral de kansen, nu veel regels vervallen/veranderen. Zouden ze beseffen dat ze wel de opdracht krijgen om ervoor te zorgen dat de leefkwaliteit van mensen, dier en planten niet verslechterd, maar zelfs verbeterd. Daar hoor ik ze vrijwel niet over. Maar misschien ben ik te achterdochtig of denk ik ’teveel’ vooruit. 

28 oktober
biesbosch 06Vandaag een dagje op stap met een groep water ambtenaren uit Mozambique onder begeleiding van een Portugees sprekende beleidsambtenaar van het wetterskip Fryslân. Ik mocht uitleg geven over onze projecten in het kader van Ruimte voor de Rivier. Als uitvalsbasis werd gemaal Keizersveer gebruikt. Na de uitleg over het gemaal en het te bemalen gebied, heb ik uitleg gegeven over onze elementen binnen het project Ruimte voor de Rivier (dijkverbetering bij Raamsdonkveer, de waterberging Volkerak-Zoommeer en de ontpoldering Overdiepse Polder). Tijdens de rondrit heb ik het project Overdiepse Polder nader toegelicht. We brachten ook een bezoek aan de boerderij van de familie Hooijmaaijers, waar Nol Hooijmaaijers op zijn vertrouwde manier tal van vragen van de bezoekers beantwoordde. Daarna begaven we ons op het voor mij vertrouwde terrein (heb een aantal bestuursperioden deel uit mogen maken van het algemeen bestuur van het voormalige waterschap Alm & Biesbosch en van het waterschap Rivierenland) en bezochten het project Noordwaard, waar ik uitleg gaf over wat het project Noordwaard behelsde. Het was een vermoeiende dag. Engels spreken en je verhalen in stukken breken om de bezoekers, die niet het Engels machtig waren, ook bij de les te houden, is voor mij best een opgave. Maar het is altijd dankbaar en leerzaam werk. Want ook van hun ervaringen steek je altijd weer wat op. 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 62

 

| 15-10-2016 | 11.00 uur |


 


OVER WATER – 62

 

10 oktober
Bestuurlijk overleg met de gemeente Gilze en Rijen met wethouder Willem Starreveld met als agendapunten onder andere de Handreiking: “alle kinderboerderijen en hun bezoekers klimaatbestendig en waterbewust”, EVZ de Grote Leij, de Keuzewijzer stadswateren, De Wolfsweide en de Groene berging Molenschot.

11 oktober 
Een evaluatiegesprek over participatie in mijn bestuurlijke praktijk.
Een portefeuillehouderoverleg (PHO) over de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak en een PHO over de ontwikkelingen rond het N2000 gebied Westelijke Langstraat.

12 oktober
In de avond de AB vergadering, die vooraf werd gegaan door een presentatie van studenten van St. Joost – Avans Hogeschool in het kader van de week van Ons Water. In feite waren het een zevental presentatie, waarin steeds een groepje van vier of vijf studenten hun ideeën presenteerden over het waterbewustzijn onder in de samenleving. De agendapunten van de AB vergadering waren onder andere: een BOB presentatie/discussie over bestuurlijke vernieuwing, twee rapportages van de rekenkamercommissie, een krediet voor de renovatie van een aantal bedrijfsgebouwen, de uitbreiding van een waterberging nabij het sportpark te Fijnaart en een discussie over de slibverwerking. 

uitzicht13 oktober
De drielagenbijeenkomst van de SWWB in het clubhuis van het Efteling Golfpark. Ik zelf bezocht de thema-discussies: klimaatadaptatie en de omgevingswet/ gezamenlijk investeringsprogramma. Ik was verbaasd over het uitzicht vanaf de tweede verdieping van het clubhuis. Een 180 graden uitzicht! En de enige ‘storing’ van de horizon van bomen was zegge en schrijven één hoogspanningsmast. Het kan dus nog in dat volle Nederland een uitzicht vrijwel zonder menselijke bouwsels. 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER- 61: KLIMAAT ACTIEVE STEDENBAND TWENTE

 

| 08-10-2016 | 10.00 uur |


 


OVER WATER – 61

 

Klimaat Actieve Stedenband Twente

best dag enschede 02Deze week heb ik het aardige boekwerkje KAS stromen gelezen met tal van voorbeelden hoe de steden Almelo, Hengelo en Enschede in Twente hun waterproblemen omvormen tot uitdagende waterkansen.

  • Een zandwinplas voor koude winning in de zomer
  • Waterprojecten die de leefbaarheid van een dorp verbeteren
  • Een waterboulevard als opmaat naar duurzame initiatieven en een circulaire economie
  • Scheiding van afval- en hemelwater
  • Een wijk als proeftuin
  • Een app tegen wateroverlast om beelden en feiten makkelijk te melden
  • Overkluisde beken weer aan de oppervlakte brengen
  • Van kleur verschietende stadsdaken (van rood naar groen)

4 oktober
Vergadering van het DB met als agendapunten onder andere: de samenwerkingsovereenkomst Vitaal Leisure Landschap Hart van Brabant, partiële herziening algemene regels grondwaterwater en de beleidsregel agrarische beregening uit grondwater bij schaarste, ontwerp projectplan Rillaersebaan Goirle. In de middag portefeuilleoverleggen over een wijkinitiatief in Dongen (omlegging Donge) en over het komende bestuurlijk overleg met de gemeente Gilze en Rijen.

6 oktober
Het jubileumcongres 10 jaar Bouw & Infra Park te Harderwijk. Na de opening en een verhaal van de fietsende wethoudster Christianne van der Wal (economische zaken van de gemeente Harderwijk) over de schier onbegrensde mogelijkheden van Harderwijk, was Prof. Dr Tobias Just aan de beurt over stadsontwikkeling. Hij begon in Duits. Maar werd er al snel aan herinnerd dat een accent was toegestaan, maar Nederlands de bedoeling was. Wat volgde was een complete conférence over Nederlanders en Duitsers en hun gewoonten. Degenen die mij kennen weten dat ik erfelijk belast ben met een zekere terughoudendheid als het Duitsers en hun land betreft. Maar deze ‘Duitser’ wist zelfs bij mij warme gevoelens en een lach te kweken. Groot was dan ook mijn opluchting dat het een als Duitser vermomde Nederlander betrof met een prachtige amusante voorstelling. Een prachtige start van een congres.

Daarna was het de beurt aan Joost Nicasie van Areaal Advies met een andere kijk op leegstand en hoe deze aan te pakken, met mooie voorbeelden van hoe verpauperde panden te revitaliseren.

Jan Willem van de Groep was de volgende spreker over de veranderingen en uitdagingen waar de bouwsector voor staat. In zijn ogen: droge voeten, leefklimaat, welvaart, gezondheid en samenleving. Maar vooral goedkoper en beter bouwen. Als sprekend voorbeeld vergeleek hij de ‘kwaliteiten’ van een voordeur met die van een koelkast. Van vele malen duurder tochtgat tot een makkelijk lopende luchtdicht afsluitende lichtgewicht. Hoe betrekken we de ‘Siemensen’ van deze wereld bij de hoognodige innovaties in de bouw?

De middag werd afgesloten door de dagvoorzitter Peter Reijers met een onderhoudend en humoristisch betoog over communicatie en dan vooral gefocust op de verschillen tussen mannen en vrouwen.

In de avond de fractie vergadering van Ons Water/West-Brabant Waterbreed.  

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 60: ALBERT LAUBENSTEIN

 

| 01-10-2016 | 14.00 uur |


 


OVER WATER – 60

 

26 september
canadees-01In de middag een bijeenkomst waar de stand van zaken werd doorgenomen met betrekking tot het project Overdiepse Polder. Het project loopt ten einde en we bespraken de laatste zaken die nog moeten worden afgerond, zoals onder andere de herplant van bomen op de terpen. We hebben, naar aanleiding van een vraag van de dijkgraaf, teruggeblikt op de persoonlijke hoogte- en dieptepunten en te vermelden anekdoten. Voor mij kende het project vele hoogte-, dieptepunten en spannende momenten. Maar voor mij was het meest imponerende de begrafenis van een bij de werkzaamheden in de Overdiepse Polder gevonden Canadese soldaat. Bij de besprekingen over de vraag of het waterschap dit project in opdracht van Rijkswaterstaat wel uit zou gaan voeren en de daarbij beschikbare budgetten en verantwoordelijkheidsverdeling, was mijn inbreng dat er een stevig budget moest komen voor ‘bommen en granaten’ en voor de juiste berging en identificatie van eventueel te vinden stoffelijke resten. Ik wist dat er in dit gebied nog veel vermisten waren als gevolg van de slag om Kapelsche Veer. Mijn pleidooien vielen toen niet direct in vruchtbare aarde en de dijkgraaf van toen liet mij zelf met de programmadirecteur van Ruimte voor de Rivier bellen om die zaken te bespreken. Mijn harde motivatie was: “laat niemand vanwege de geldelijke gevolgen bij zo’n vondst de andere kant opkijken.” Uiteindelijk kwamen er voor deze zaken de geëigende budgetten. canadees-02Toen dan ook op 29 september 2015 soldaat Albert Laubenstein na meer dan 70 jaar op het Canadese militaire ereveld bij Bergen op Zoom ter ruste werd gedragen, door militairen van nu van zijn regiment, en met alle militaire eer in aanwezigheid van zijn familieleden begraven bij zijn regimentswapenbroeders, had ik een goed gevoel dat de werkzaamheden in de Overdiepse Polder en mijn bescheiden bijdrage daarbij er toe hadden geleid dat Albert Laubenstein van een anoniem veldgraf zijn herkenbare plek kreeg bij zijn kameraden.

27 september
Portefeuillehouders overleggen over de komende bestuurlijke overleggen met de gemeenten Oosterhout en Goirle, het havenproject in Waalwijk en over de kwaliteit en procesaanpak van de waterkering aan de Kerkvaartse Haven in Waspik.

30 september
isabella-02Ter gelegenheid van het Zuiderwaterliniecongres 2016 heb ik de gehele dag doorgebracht in Fort Isabella te Vught. De locatie van de voormalige Isabella kazerne, waar lang geleden het regiment wielrijders gelegerd was.

Een hele dag Zuiderwaterlinie dus. Een voor mij opvallende bijdrage was  die van Arnoud-Jan Bijsterveld. Hij citeerde James Joyce “places remerber events”. Op bepaalde plaatsen ervaar ik dat ook. Ook zijn definitie van identiteit: “gedeelde opvatting van wat ons bindt” sprak mij aan. Daarna een rondgang langs de ideeën voor de vijf stellingen van de linie en een aantal gesprekken over de Keenesluis. Maar liefst twee provinciale ambtenaren en de gedeputeerde cultureel erfgoed spraken mij als portefeuillehouder cultureel erfgoed aan op de positie van het waterschap in deze. In de middag drie presentaties over het toeristisch potentieel, over de ontwikkelingen in de driehoek natuur, cultuur en economie en over anders denken, meer zien en beter besluiten. Vooral de presentatie van Petra van Egmond van het PBL met het accent op de economische waarde van de natuur sprak mij aan.

isabella-03De presentatie van Susan van ’t Klooster van Savia liet mij beseffen dat besluitvorming niet meer het alleenrecht was van de kennisdragers/de wetenschappers. Beleidsbeïnvloeding door belanghebbenden en leken via de (sociale) media en allerlei overlegstructuren is belangrijk voor ‘draagvlak’. Centrale sturing is een gepasseerd station. Nu komt het aan op ‘gezamenlijke verhalen maken’. Voor mij klinkt het als: de leken aan de macht! Of de wereld daar nu echt beter van wordt waag ik te betwijfelen. In mijn beleving is de besluitvorming en de kwaliteit van de besluiten er echt niet beter op geworden door de introductie van de politiek (relatieve leken) in de waterschapsbesturen. Maar ik zal er mee moeten leven. Om ‘draagvlak’ te creëren zal er nog heel wat water in de wijn van de beste (technische) oplossingen moeten.isabella-01

Tot slot een workshop gegeven door een studente van de NHTV, Janneke Vermulst over ‘storytelling’. Een enthousiaste jongedame die net haar werkstuk over de Zuiderwaterlinie Noord-Brabant had ingeleverd. Ze hoopte op een goed cijfer en beloofde mij het rapport toe te sturen. Daarover in een volgende Over Water vast meer. In een groepje van vier was ik de enige man. Met een jongedame van het Heusdens bureau voor toerisme, een ambtenares van de provinciale afdeling RO en met Lyanne de Laat, die een waterwandelarrangement organiseert vanuit gemaal Haastrecht, spraken we over te vertellen verhalen in verband met de Zuiderwaterlinie Noord-Brabant. Als verhalenverteller was ik zowel met het onderwerp als de gesprekspartners in mijn nopjes.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 59

 

| 24-09-2016 | 09.30 uur |


 


OVER WATER – 59

 

19 september
In de morgen een overleg met de projectleiders van het Phario/bioplastic project. Hierin kon ik mijn beroepsmatige kennis over plastics en de productieprocessen inbrengen.

In de middag in het kader van de European Social Innovation Week de workshop “waarom moeilijk doen als het samen kan”.

20 september
2016-09-20 08.55.50DB vergadering met onder andere de agendapunten: de renovatie bedrijfsgebouwen op de RWZI’s Bath, Nieuwveer en Rijen en de nota Bestuurlijke vernieuwing: sturen op hoofdlijnen. Voor mij was het belangrijkste de intentieovereenkomst “inrichting beekherstel en ecologische verbindingszones gemeente Tilburg”, een sluitstuk van een lang bestuurlijk traject. Nu komt de uitvoering. Vanwege de ENECO tour, waardoor Bouvigne slecht bereikbaar was, waren we voor de vergaderlocatie uitgeweken naar het Novotel in Breda. Dat leverde de kennismaking op met wat wielerploegen die dat hotel die dag als uitvalsbasis hadden.

21 september
Een hele dag doorgebracht bij de nationale groendag bijeenkomst te Capelle aan den IJssel met vele interessante lezingen van onder andere Eduardo Marin Salinas van de Urbanisten. Een goed verhaal over een onderzoek in Zwolle waarbij helder werd gemaakt wat investeren in vergroening van de stad aan baten in euro’s opleverden op terreinen van waterberging, WOZ waarden, klimaat/hittestress, volksgezondheid en sociale samenhang. Voor mij een openbaring om te zien dat via een model (TEEB) inzichtelijk kon worden gemaakt wat investeren in groen en water aan maatschappelijke winst kan opleveren. De diverse lezingen gaven mij behoorlijk wat stof tot nadenken. Wat op dit soort bijeenkomsten ook leuk is, zijn de persoonlijke gesprekken die je kan hebben met jonge mensen die met hart en ziel zich inzetten voor een meer ‘groene wereld’. Eén van hen was Sara Reijnders met een pas gestart persoonlijk blog over groene onderwerpen.   

Water kwam ruim aan bod met onder andere een lezing van Dijkgraaf en voorzitter van de Unie van Waterschappen Hans Oosters. Wat mij echter het meest zal bij blijven was een lezing over een dijkverzwaringsproject in Capelle, omdat voor mij helder werd dat ze er in de Randstad soms voor mij niet alleen rare, maar ook ondenkbare methoden op nahouden om draagvlak bij de gemeente of de burgerij te bereiken. Zo betaalde het waterschap de taxatiewaarden van 19 bomen die gekapt werden. Hierbij moet bedacht worden dat deze bomen illegaal waren. Want de keur (een watersch2016-09-21 09.32.28apsverordening met de kracht van een wet), ook van het betrokken waterschap, verbiedt al sinds jaar en dag bomen op een dijk/waterkering. Veel geld storten in een gemeentelijk groenfonds voor de kap van illegale bomen is voor mij ondenkbaar! Overtreding van wetgeving kan nooit leiden tot betaling van ‘schade’. De betaling had andersom moeten zijn wegens het illegaal beschadigen van een waterkering door boomgroei. Dit soort, in mijn ogen, absurde betalingen maken dijkverzwaringen soms onnodig duur. En uiteindelijk moeten de burgers en bedrijven deze ‘meerkosten’ opbrengen.

Capelle aan den IJssel was de winnaar van de titel groenste stad 2016. Soms is bij zo’n bekroonde gemeente nog veel te verbeteren. Hun Stadsplein is totaal verhard. Voor de gelegenheid was de ingang naar de congreslocatie tijdelijk een beetje ‘groen’ gemaakt.2016-09-21 09.33.42

In de avond de bijeenkomst van de werkgroep bestuurlijke vernieuwing.

22 september
In de morgen de bijeenkomst van de Commissie ROV van de regio Hart van Brabant met voor mij als belangrijk agendapunt: de regionale opgaven in relatie tot PAS (programmatische aanpak stikstof) onder andere over het gebied Loonse en Drunense duinen en de Westelijke Langstraat.

23 september
De uniecommissie CWK met als agendapunten onder andere: de ‘visie op de regionale keringen’ en het kennisplatform Risicobenadering, met in de middag een werkbijeenkomst.

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 58: DE STAAT VAN ONS WATER/ BLIND SPOT

 

| 17-09-2016 | 10.00 uur |


 


OVER WATER – 58

 

14 september 
afb01Op de agenda van de AB vergadering stond “De staat van Ons Water”. Een voor waterbestuurders belangwekkend stuk wat het waard is eens even goed te lezen. De Staat van Ons Water wordt jaarlijks in mei gepubliceerd. Hierin wordt gerapporteerd over de uitvoering van het Nationaal Waterplan 2016-2021, het Bestuursakkoord Water 2011 en het uitvoeringsprogramma van de Beleidsnota Drinkwater. Ook wordt verslag gedaan over de voortgang van de uitvoering van de Europese richtlijnen over waterkwaliteit, overstromingsrisico’s en de mariene strategie. De Staat van Ons Water is een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de Unie van Waterschappen, VNG, IPO en Vewin. 

Voor mij als waterschapsbestuurder is het niet alleen een bron van kennis, maar vooral van inspiratie bij het aanpakken van de bestaande problemen. Dit jaar pikte ik er een paar aandachtspunten uit: 

Op pagina 6 van de Staat van Ons Water over 2015 worden de toenemende problemen geschetst met het drinkwater. “Nieuwe, opkomende stoffen (waaronder geneesmiddelen) vormen een groeiende bedreiging voor de veiligstelling van de drinkwatervoorziening.” Voor mij betekent dit dat de waterschappen samen met de STOWA het onderzoek naar nieuwe zuiveringsmethoden, zoals het zuiveren met de membraam technologie, moeten intensiveren. Want met een vergrijzende bevolking zal het medicijngebruik verder toenemen. Ook zal bekeken moeten worden of het nu geen tijd wordt om bij locaties die afvalwater produceren met veel medicijnresten, zoals ziekenhuizen en verpleeghuizen, niet op grotere schaal dan tot nu toe apart ingezameld moet worden. 

Op pagina 13 van de Staat van Ons Water over 2015 wordt in gegaan op de watertoets: “Uit het onderzoek komt naar voren hoe serieus de watertoets wordt genomen door provincies en gemeentes bij het maken van hun ruimtelijke plannen. Waterschappen worden bij 61 procent van de plannen (met een watercomponent) tijdig betrokken bij de voorbereiding van bestemmingsplannen; bij de overige plannen werden ze in een later stadium betrokken. Voor omgevingsvisies geldt geen wettelijke overlegverplichting. Hier worden waterschappen bij 41 procent van de plannen tijdens de voorbereiding betrokken. Het tijdig betrekken bij bestemmingsplannen en omgevingsvisies biedt dus nog ruimte voor verbetering. Waterschappen geven aan goed zicht te hebben op de opvolging van het advies binnen het plan.”
“Ruimte voor verbetering” is wat mij betreft een understatement!  Niet alleen worden waterschappen, in deze tijd van broodnodige klimaatadaptatie, nog steeds niet altijd tijdig betrokken bij de opstelling van ruimtelijke plannen. Ook wordt er met regelmaat niet echt geluisterd naar de opmerkingen van waterschappen. Het gevolg hiervan is wateroverlast in wijken en op locaties die met de juiste en vaak door de waterschappen geadviseerde maatregelen voorkomen hadden kunnen worden. De wetgever zou een watertoets niet alleen verplicht moeten stellen, maar ook dat de door ‘de waterautoriteit’ geadviseerde maatregelen ook uitgevoerd moeten worden of indien gemeenten de adviezen niet overnemen dit op zijn minst gemotiveerd moet worden, zodat later gemeentelijke politici en bestuurders hier op aangesproken kunnen worden en gemeenten voor de voorkoombare schade aansprakelijk kunnen worden gesteld.

Op pagina 34 van de Staat van Ons Water over 2015 wordt in gegaan op de KRW: “Op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn in 2009 stroomgebiedbeheerplannen opgesteld. Hierin staan de doelen en maatregelen om chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlakte- en grondwater voor duurzaam gebruik te realiseren. Het gaat om een combinatie van landelijke en gebiedsgerichte maatregelen. De uitvoering van landelijke maatregelen uit het Nationaal Waterplan is in het algemeen volgens schema. De gebiedsgerichte maatregelen zijn uitgevoerd door waterschappen, Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten. De omvang van de gebiedsgerichte maatregelen is tussentijds wel bijgesteld, bijvoorbeeld doordat de maatregelen in de rijkswateren die onder het kabinet Rutte 1 zijn getemporiseerd pas na 2015 worden ingelopen. Eind 2015 zijn de stroomgebiedbeheerplannen voor 2016-2021 vastgesteld. Hierin zijn aanvullende landelijke en gebiedsgerichte maatregelen opgenomen.”

De waterschappen doen naar mijn gevoel hun best, maar het wordt steeds vaker trekken aan een dood paard omdat een deel van die doelen simpelweg in een vol landje als het onze niet haalbaar zijn. Ik schreef daar eerder over. Als voorbeeld van de gevolgen de casus Pyrazool. “Tot augustus 2015 hadden we in Nederland nauwelijks gehoord van pyrazool, een chemische verbinding die dient als grondstof in de industrie, landbouw en geneeskunde. Dit is een zogeheten ‘nieuwe opkomende stof’, waarvoor nog geen norm is vastgesteld. Er geldt wel een signaleringswaarde van 0,1 microgram/liter, bij overschrijding moet gelijk nader onderzoek plaatsvinden. De stof wordt geproduceerd op het Chemelot bedrijfsterrein in Maastricht, en geloosd op de Grensmaas. Met die lozing is iets misgegaan, waardoor te hoge concentraties in de Grensmaas, in de Maas en in de Lek terecht kwamen. Drie drinkwaterbedrijven moesten hun inname staken: WML, Evides en Dunea. Eind augustus deden zij een dringend beroep op IenM: geef ons tijdelijk meer ruimte. De Minister van IenM heeft toen voor maximaal twee jaar een hogere waarde toegestaan: 15 microgram/liter.”

Voorstaande tekst is te vinden op pagina 36 van de Staat van Ons Water. In 2015 werd zoals vermeld bij drie drinkwaterbedrijven langdurig de inname stilgelegd vanwege de lozing van pyrazool. Er loopt een evaluatie van de Drinkwaterrichtlijn door de Europese Commissie – in het kader van REFIT en het Burgerinitiatief Right2Water. Belangrijke onderwerpen zijn de introductie van risico-gebaseerde benadering van bron tot tap, de selectie van parameters (waaronder het vraagstuk van opkomende stoffen), vereisten voor materialen en chemicaliën in contact met drinkwater en aanpassing van rapportage en verbetering van de informatievoorziening aan het publiek. Dit kan grote gevolgen hebben voor de normering en daarmee voor het werk van de waterschappen. 

Zelf volg ik met veel belangstelling wat er in het land gebeurd op het gebied van klimaatadaptatie. Daar over is op pagina 52 van de Staat van Ons Water over 2015 de volgende tekst te vinden: “Monitoring Ruimtelijke Adaptatie. Het doel van de Monitoring Ruimtelijke Adaptatie is om te kunnen bepalen of de voortgang voldoende is om de ambities uit de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie te realiseren. Hiervoor wordt een jaarlijkse enquête gehouden bij gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk. De eerste meting vond plaats in 2015. De enquête gaat over de vier dreigingen: wateroverlast, droogte of (grond)watertekorten, overstromingsrisico’s en hittestress. Een samenvatting van de resultaten:

  • Gemeenten, waterschappen, provincies en Rijk zijn allemaal met de thema’s van de dreigingen aan de slag. De waterschappen lijken het verst gevorderd.
  • Alle partijen zijn bekend met de gevolgen van klimaatverandering voor wateroverlast, waterveiligheid en droogte. Ze zijn minder goed op de hoogte van de gevolgen voor hittestress.
  • Provincies geven veel aandacht aan wateroverlast vanuit het regionale watersysteem, omdat zij daarvoor de normen vaststellen. Waterschappen en provincies geven daarnaast veel aandacht aan waterveiligheid (overstromingsrisico’s). Gemeenten pakken vooral wateroverlast aan.
  • Droogte krijgt nog nauwelijks aandacht bij gemeenten. Waterschappen en provincies doen dat in toenemende mate.
  • Gemeenten, provincies en waterschappen zijn zich wel bewust van hittestress, maar houden er nog nauwelijks rekening mee.”

Ik zal de voortgang met belangstelling volgen en zelf dit onderwerp keer op keer op de agenda plaatsen.

Op de pagina’s 64/65 van de Staat van Ons Water over 2015 is te lezen: “Planuitwerking Innovatieve Zoet-Zoutscheiding Krammersluizen. Nadat eerst een pilot in de Krammerjachtensluis was uitgevoerd, is Rijkswaterstaat in maart 2015 is gestart met het project Planuitwerking Innovatieve Zoet-Zoutscheiding Krammersluizen. Aanleiding vormt de vraag of de huidige zoet-zoutscheiding, die aan groot onderhoud toe is, kan worden vervangen door een innovatieve zoet-zoutscheiding. Dit innovatieve systeem gaat de uitwisseling van zoet en zout water tegen door het creëren van een fijn gordijn van luchtbelletjes, in combinatie met het spoelen met zoet water. Daarmee wordt verzilting van het Volkerak-Zoommeer tegengegaan. Het nieuwe systeem zorgt naar verwachting ook voor Pilot bellenscherm Krammersluis, een aanzienlijk sneller schutproces en een forse besparing op beheer- en onderhoudskosten. De resultaten van de planuitwerking dienen als basis voor een definitief besluit in 2016. Daarna is duidelijk of kan worden gestart met de realisatie van de innovatieve zoet-zoutscheiding in alle Krammersluizen.”

Ons Water heeft hier vaak over geschreven (het laatst in december 2015) en Ons Water zal de voortgang zeker volgen en zonodig zal Ons Water hierover bij de bestuurders aan de bel trekken.

Ik wil dit lange verhaal eindigen met een positief citaat uit de Staat van Ons Water over 2015: “Het realiseren van de doelstellingen van gematigde lastenontwikkeling en kostenbesparingen in het waterbeheer in de periode tot en met 2015 ligt goed op koers. De belastingopbrengsten en kosten stijgen minder sterk dan bij het afsluiten van het Bestuursakkoord Water in 2011 werd verwacht. De lastendruk van de burgers en bedrijven die voortvloeit uit de kosten die Rijk, provincies, waterschappen en drinkwaterbedrijven maken, ontwikkelt zich voor vrijwel alle categorieën gunstig.”

Maar helaas zijn de tarieven nog steeds stijgende.

gea 39In de rondvraag van het AB werd door het lid Henk Schouwenaars van de PvdA fractie aan de orde gesteld de besluitvorming ten aanzien van een eventuele voorkeursvariant bij de dijkverbetering Geertruidenberg/Amertak. Hierbij houdt het DB vast aan de door het AB in 2015 aan het DB gegeven bevoegdheid tot vaststelling van een voorkeursvariant. Bij regionale keringen is vaststelling een AB bevoegdheid. Ik heb er op gewezen dat de financiering voor een dijkverbetering in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) voor 90 % plaats vindt vanuit het HWBP (een rijksfonds), terwijl bij regionale keringen het een 100% eigen financiering is. Tevens zijn bij deze verbetering van een primaire kering in een rijksprogramma veel externe partijen betrokken (zoals het HWBP, de provincie, RWS, drie gemeenten, een klankbordgroep, een ambtelijke werkgroep, een bestuurlijk stuurgroep, enz. ). Dat maakt de keuze extra complex en vergt veel afstemming. Wat ook een rol speelt is de strakke tijdsplanning waarbij het tijdig beschikbaar zijn van alle benodigde informatie (argumenten) helaas niet mogelijk is. Dit zou wel nodig moeten zijn om een gedegen afweging te kunnen maken tussen  alles op de huidige normen brengen of het medegebruik van dynamische keermiddelen zoals keersluizen. Een deel van de keringen achter eventuele keersluizen komt pas in een volgende toetsronde aan de orde. Voor die toetsronde moeten echter de normen nog vastgesteld worden. Nu is het uitgangspunt om deze toetsing naar voren te halen en uit te voeren zodra de nieuwe normen bekend zijn. Dan is ook een indicatie te geven wat dan de eventuele kosten zijn van een ‘standaard’ dijkverbetering en wat de kosten zouden zijn van een bescherming van het achterland met onder andere dynamische keermiddelen. Die processen lopen door elkaar en kennen andere tijdhorizonten. Belangrijk is dat alle varianten zo lang mogelijk aanpasbaar zijn op basis van nieuwe inzichten/toetsingen. Logisch lijkt om zo lang mogelijk in te zetten op ‘geen spijt maatregelen’ zodat, indien na de nieuwe toetsing blijkt dat dynamische keermiddelen een reëel alternatief vormen, deze alsnog in een aangepast voorkeursalternatief vorm zouden kunnen krijgen.

Een argument dat ik in de vergadering niet benoemd heb, maar dat wel van belang is, is het gegeven dat wij bij verbeteringsprojecten aan regionale keringen een volwaardig opdrachtgever zijn en alles zelf betalen. Bij verbeteringen aan primaire keringen zijn we feitelijk een uitvoerder van de taken van het Rijk en ligt het opdrachtgeverschap vooral bij het Rijk in het kader van een rijksprogramma het HWBP. Daarom wordt de hoofdmoot van de kosten (90%) gedragen door een rijksfonds. Ten tijde van het project Overdiepsepolder in het kader van het Rijksprogramma “ruimte voor de rivier” was de financiering nog 100%. Ook toen waren we simpelweg de uitvoerder van een rijksprogramma en opgave. Wel heb ik toegezegd het AB via de commissie systeembeheer te betrekken bij het proces en op de hoogte te houden van de voortgang van het proces en de keuzen die daarin gemaakt worden.

BLINDE VLEK

blind spotIk heb de afgelopen weken het boek Blind Spot gelezen met de subtitel: “metropolitan landscape in the global battle for talent”. Als raadslid en waterschapsbestuurder probeer ik de literatuur bij te houden over zaken als het vestigingsklimaat voor bedrijven. Want als we ooit van gemeentelijke schulden af willen komen en onze werkzoekenden kansen willen bieden op een plaatselijke of regionale arbeidsmarkt, dan is het vestigingsklimaat van buitengewoon belang.

Volgens “Blind Spot” is de kwaliteit van het landschap, water en leefomgeving een blinde vlek in veel strategieën voor het vestigingsklimaat. Succesvolle bestuurders van Madrid en Londen zien de paradigma wisseling van het louter investeren in gebouwde infrastructuur naar werken aan natuur, water, landschap en erfgoed als middel voor het aantrekken van hoogopgeleide kenniswerkers en kennisintensieve bedrijven. In de ‘lerende economie’ blijken dit voorwaarden voor succes. Het metropolitaan landschap is niet los te zien van economische ontwikkelingen. Nu we omschakelen naar een kennisintensieve economie is de kwaliteit, identiteit en gebruikswaarde van het metropolitaan landschap een cruciale factor in het voortbrengen , aantrekken en vasthouden van talent en daarmee cruciaal voor het economisch voortbestaan van steden. “Blind Spot” geeft inzicht in hoe de kwaliteit van het landschap bij kan dragen aan het succes van stad en regio. Metropolitane regio’s beconcurreren elkaar mondiaal op het terrein van de innovatieve bedrijvigheid. Hoog opgeleiden kiezen steeds vaker hun woonplaats mede op basis van de kwaliteit van het leven. Investeren in cultuur (historie) en landschap is direct en indirect verrijkend en blijkt een basisvoorwaarde voor de verbetering van het leef- en vestigingsklimaat. 

Belangrijk is ook het realiseren van goede fysieke verbindingen tussen stad en ommeland door middel van aantrekkelijke en uitgebreide fiets- en wandelnetwerken. Investeren in de groen/blauwe raamwerken, waarmee cultuurhistorisch erfgoed herbestemd en benaderbaar wordt, loont.

Kijkend naar de in “Blind Spot” geanalyseerde tien wereldse metropolitane landschappen, me realiserend dat Bergen op Zoom en West-Brabant niet de Randstad/Deltametropolis, Londen, Madrid of Milaan zijn, maar van een volstrekt andere schaal, Bergen op Zoom en West-Brabant hebben wel veel van de elementen die volgens “Blind Spot” de toegangsweg tot succes kunnen zijn. In de nabijheid zijn: de zee, meren, een rivier, wetland, standen, bossen en landbouwgebieden maar vooral biedt de stad en ommeland veel cultuurhistorie en water die bijvoorbeeld in het kader van de Zuiderwaterlinie nog beter in beeld gebracht zouden kunnen worden. Dat kan en moet beter onder de aandacht van de beslissers van het mondiale bedrijfleven worden gebracht. Ik raad iedere bestuurder aan dit boek te lezen. 

Louis van der Kallen 

 


OVER WATER – 57

 

| 10-09-2016 | 05.00 uur |


 


OVER WATER – 57

 

4 september
watermiddagIn de middag een ‘watermiddag’ op Bouvigne. Circa 800 bezoekers die kennis kwamen maken met de tuin, het kasteel en bij de diverse kraampjes, informatie kwamen halen over water en het waterschap Brabantse Delta. Kees de Jong en ik waren aanwezig om eventuele vragen te beantwoorden. 

5 september
Een borrel op fort Altena ter gelegenheid van het ontwerptracebesluit A27. Het valt mij dan op dat, ten opzichte van mijn eerste vergadering over de A27 in juni 2011, er vrijwel geen bestuurders meer zijn van toen. Ik had het idee de enige te zijn uit die tijd. De vraag voor mij is dan: wat betekent dit voor de kwaliteit van de bestuurlijke inbreng? Hoeveel ervaring en kennis van het dossier gaat bij de klaarblijk snelle wisselingen van bestuurders verloren?

6 september
Een Dagelijks Bestuursvergadering en een bilateraaltje met de dijkgraaf. Binnen mijn portefeuille vallende onderwerpen waren: de intentieovereenkomst Zuiderwaterlinie en de doorstart van de gebiedsinrichting Westelijke Langstraat. Voor het circa 600 ha grote gebied worden hydrologische maatregelen voorbereid en genomen om de PAS en Natura-2000 doelen voor natte natuur te realiseren. De provincie neemt de grondverwerving op zich en de natuurambities worden zodanig aangepast dat zij aansluiten bij de hydrologische ambities van het waterschap. Tevens is afgesproken om de oorspronkelijke hoge natuurambities te versoepelen en te combineren met integrale gebiedsontwikkeling ten behoeve van het draagvlak in de streek.

7 september
In de morgen een portefeuillehoudersoverleg over de scenario’s van het dijkverbeteringproject Geertruidenberg/ Amertak.

In de avond eerst een fractieoverleg en daarna een thema AB over de vele aspecten aan duurzaamheid.

Louis van der Kallen