| OVER WATER 184: PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS) |
Louis van der Kallen
| OVER WATER 184: PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS) |
Louis van der Kallen
| 16-09-2017 | 11.15 uur |
OVER WATER – 109
10 september
Ik heb op Bouvigne de open monumentendag bezocht. Het viel mij op dat het veel drukker was dan vorig jaar. De belangstelling voor het kasteeltje was groot en bezoekers moesten enige tijd wachten.
11 september
In de morgen het bestuurlijk overleg met de gemeenten Baarle-Nassau en Baarle-Hertog in het gemeentehuis van Baarle Hertog. Feitelijk een vergadering op vreemde (Belgische) bodem. Het gemeentehuis is circa zes jaar in gebruik en sober en doelmatig ingericht. Buiten wat beelden in de hal, is er aan de muren in de vergaderruimten niets te vinden. Alles strak en modern. In de raadszaal zelfs geen portret van de Koning. Burgemeester Leo van Tilburg vertelde dat in de tijd dat dit gemeentehuis open was ze nog niet hadden bepaald of ze dat wel wilden. Het overleg met de burgemeester van Baarle-Hertog, Leo van Tilburg en wethouder Jan van Cranenbroek van Baarle-Nassau verliep in een gemoedelijke sfeer. De agendapunten waren o.a.: de versnelling EVZ’s Landstad de Baronie, het samenwerken in de afvalwaterketen, gezamenlijke maaibestekken, het deltaprogramma Hoge Zandgronden, het gebiedsproces ’t Merkske, klimaatadaptatie en de grensoverschrijdende samenwerking met Vlaanderen. Wat mij vooral zal bij blijven is de regelgeving rond afkoppelen en aansluiten van rioleringen in de Belgische gemeenten. Daar kan Nederland wat van leren. Ik heb dan ook verzocht om die regelgeving ons te doen toekomen. Maar er is meer wat wij van België kunnen leren. Bij het raadplegen van wat makelaarswebsites in Ieper kwam ik bij woning aanbiedingen met regelmaat onder het kopje Stedenbouwkundige voorschriften de volgende tekst tegen: “Overstromingsgevoeligheid van uw vastgoed : Onroerend goed geheel of gedeeltelijk gelegen in mogelijk overstromingsgevoeligsgebied”.
In de middag een PHO over de ervaren grondwateroverlast rond de Winterdijk te Waalwijk.
12 september
In de morgen een werkbezoek met de nieuwe dijkgraaf. Gestart bij het steunpunt van Rayon Oost nabij Raamsdonksveer, waarna de Overdiepse Polder is bezocht en het gebied van de Westelijke Langstraat.
In de middag de bijeenkomst bezocht over de strategische communicatie van de waterschappen in het kantoor van waterschap de Dommel in Boxtel. Deelgenomen aan de deelsessies: HoHoHoosbui en de waterwerkplaats. Vooral de sessie HoHoHoosbui vond ik buitengewoon leerzaam en bevatte tal van voorbeelden hoe burgers zelf aan de slag kunnen om aan de oplossing van het gezamenlijke probleem een bijdrage te kunnen leveren.
13 september
In de morgen een PHO over een initiatief tot realisering van een oeverzwaluwwand bij Geertruidenberg. Aan de oostelijke oever van de Amertak.
In de avond AB vergadering met als agendapunten o.a.: de benoeming van Hans Peter Verroen tot DB-lid, sturen op hoofdlijnen, het plan van aanpak 2e toetsing regionale keringen, het projectplan waterretentie Poort Staakberg en een aantal brieven inzake de dijkversterking Geertruidenberg/Amertak. Bij deze brieven ben ik stevig aan de tand gevoeld.
14 september
Vertrek naar Ameland waar in de avond een presentatie over de doorontwikkeling van het HoogWater BeschermingsProgramma op de agenda stond. De presentatie over de doorontwikkeling van het HWBP in de Commissie Waterkeringen bevatte o.a. de benadering dat sober en doelmatig zou doorontwikkelen naar duurzaam en doelmatig, naar in één keer goed doen. Kortom het DB besluit over het voorkeursalternatief Slikpolder is geheel passend in deze in de unie Commissie Waterkeringen besproken ontwikkelingslijn van het HWBP.
15 september
De CWK vergadering met o.a. de agendapunten: Omzetting Waterwet, naar aanleiding van de nieuwe normering, naar de Omgevingswet, de compensatieplicht bij buitenwaartse dijkversterkingen, het beoordelingsproces primaire waterkeringen en de HWBP redeneerlijn programma 2019-2024.
Na de vergadering is de CWK de dijkversterkingen op Ameland gaan bekijken. Ik vond het leuk dat we een suatiesluis in werking konden zien. Water bij eb uit de polder laten is een eeuwenoude methode om duurzaam water te lozen naar het buitenwater.
Afsluitend een fietstocht over het eiland.
U kunt mijn (water) bijdragen ook volgen op Instagram en Twitter. Zoek mij eens op!
Louis van der Kallen
| 08-07-2017 | 12.45 uur |
OVER WATER – 99
1 juli
In het kader van 10 jaar ‘het water terug in de binnenstad van Breda’ en het voornemen van de gemeente Breda om de Mark door te trekken van Zuid naar Noord, was het tijd voor een feestje. De Mark gaat straks het Seeligterrein doorkruisen. Er was op deze regenachtige zaterdag een feestelijke actie om met 300 enthousiaste inwoners van Breda een menselijke ketting te maken en samen het water van de Mark van Zuid naar Noord te dragen. Het waterschap was ook uitgenodigd. Ik heb als waterschapsbestuurder deelgenomen aan deze ‘ketting’. Dat ging niet zomaar. Ik had al moeite om het parkeerterrein, de verzamelplaats, op te komen. Benodigd een parkeerapp! Ik ben niet zo van de apps. Ik weet als rechtgeaarde luddiet en digibeet niet hoe daarmee om te gaan. Ik wou al terugrijden naar Bergen op Zoom, maar in mijn achteruitkijkspiegel constateerde ik dat ik reeds een inrijfile aan het veroorzaken was en in mijn hoofd was ik Paul de Beer (wethouder) al een stevige brief aan het schrijven. Ik werd gered door Lisette Spee van het organiserende bureau. Ze voerde mijn kenteken in op haar app. Dat gaf mij weer een slecht gevoel, want een jongere (veelal slecht betaald) mijn parkeerkosten laten betalen, past niet in mijn denken. Maar dat kon ik gelukkig met Lisette regelen. Lisette bleef beschikbaar, want ik had haar hulp ook nodig bij het wegrijden. Lisette en het organiserende bureau verdienen een pluim. Omgaan met een bijna opstandige luddiet is niet altijd makkelijk. 300 emmertjes water halen was een ludieke actie waarbij veel gewone burgers betrokken werden bij een mooi waterproject. Mijn complimenten!
2 juli
Eerst een PHO ter voorbereiding van het bestuurlijk overleg met de gemeente Waalwijk. Daarna het bestuurlijk overleg met wethouder Jan van Groos van de gemeente Waalwijk met als agendapunten onder andere: de samenwerking, de voorgang van projecten (Westelijke Langstraat, Bevrijdingsweg, waterhuishouding Waalwijk, Insteekhaven en Haven VIII), de afvalwaterketen, beheer en onderhoud, de Kerkvaartse haven, de regionale keringen en de cases bouwen op/in een waterstaatswerk zonder vergunning van het waterschap.
4 juli
Een CWK informatiebijeenkomst over de omzetting Waterwet naar de Omgevingswetgeving naar aanleiding van de nieuwe normering voor primaire waterkeringen. Per 1 januari 2017 is de nieuwe normering ingegaan en nu praten we al weer over de invoering van een nieuwe normering c.q. omvorming van de normering, die vorm moet krijgen in de Omgevingswet of omgevingsregeling. Dat zou wel beleidsneutraal moeten gebeuren. De ‘norm’ wordt dan ‘omgevingswaarde’. De huidige ‘signaleringswaarde’ wordt dan mogelijk ‘monitoringswaarde’. Ook werd genoemd ‘dreigende overschrijding’ als vorm van norm waarop actie moet worden ondernomen. De vraag is wanneer is er een opgave/plicht tot verbetering? Is het toetsen, beoordelen of monitoren? Volgt er bij het niet meer voldoen aan de norm of monitoringswaarde een opgave als inspanningsverplichting of resultaatverplichting en is dat dan een politiek/bestuurlijke afweging? En hoe moet dan het Wilnis arrest in dit kader uitgelegd worden? Is 2050 een streefdatum en welke invloed hebben de beschikbare budgetten of de prioritering op een eventuele aansprakelijkheid voor schaden? Wat is in dit kader de betekenis van artikel 21 van de Grondwet “De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu” Veel vragen, nog weinig antwoorden. Het wordt uitgewerkt! Er loopt nu weer een toetsingsronde. De verwachting van veel collega waterschappen is dat veel dijken in het land afgekeurd worden met alle gevolgen voor de prioritering, want het budget van het hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) tot 2050 wordt vermoedelijk niet groter. Wat kan dat betekenen voor onze huidige reeds aangemelde dijkverbeteringopgaven/projecten?
6 juli
PHO’s over Westelijke Langstraat en de Overdiepsepolder en bestuurlijk overleg met de gemeente Moerdijk, de provincies Noord-Brabant en Zeeland te Zevenbergen.
In de avond maakte ik deel uit van de jury bij de hoos & hitte contest van het vitaal leisure landschap. De bijeenkomst vond plaats op Experience Island te Loon op Zand. Het was een niet te vergeten experience! Het was warm, het hoosde, het bliksemde en donderde dat het een lieve lust was. Zelfs Helga van Leur, mijn favoriete weervrouw en klimaatdeskundige, zei deze avond nooit meer te vergeten. De winnaar werd de ‘Wonderlijke Watertuin’ van Op Groene Voet uit Tilburg. De publieksprijs ging naar ‘Water Experience Tour’ van Green-spots.
7 juli
PHO over het Markdal en een fractie vergadering van Ons Water/West-Brabant Waterbreed.
Louis van der Kallen
| 18-02-2017 | 10.30 uur |
OVER WATER – 79
Op de Rioneddag bezocht ik de workshop ‘waterportaal’ met de cases Zuid-Oost Brabant. Deze workshop ging inhoudelijk over de ‘Branchestandaard gemeentelijke watertaken’. De watertaken van de gemeenten nemen toe in omvang, belang en budget. De gemeente moet dan ook zorgdragen dat zij de juiste mensen qua kennis en competenties in huis heeft om de gemeentelijke watertaken naar behoren te kunnen blijven uitvoeren. De ‘Branchestandaard gemeentelijke watertaken’ kan daarbij behulpzaam zijn. De Rioned branchestandaard kan daarbij een hulpmiddel zijn. De eerste ervaringen zijn ronduit positief te noemen. Mijn advies: gemeenten kijk eens wat je daarvan kan leren en of het iets is voor de eigen regio.
15 februari
Vandaag ben ik naar de kennisbijeenkomst “Samen anders doen met water en groen – Iedereen is waterbeheerder” geweest. Doel van de bijeenkomst was om handvatten en praktische zaken aan te reiken voor het toekomstige ontwerpen van duurzame, klimaatbestendige en vooral mooie tuinen. De belangrijkste spreker was Nico Wissing van NL Greenlabel. Nico Wissing is een inspirerend spreker met een passie voor ‘groen’. Voor gemeenten die willen vergroenen is hij en NL Greenlabel dan ook een goede keuze om die vergroening mede vorm te geven. In zijn presentatie kwam, zij het zijdelings, ‘hittestress’ voorbij, maar dan vooral door het gegeven dat vergroening tot verkoeling leidt. Na afloop van zijn lezing sprak ik hem er op aan dat hij ook door de materiaalkeuze van de harde delen van de openbare en private ruimte er op het vlak van klimaatadaptatie en hittestress winst kan behalen door de toepassing van materialen met bijvoorbeeld hoge albedowaarden (hoge licht reflectie/koele verhardingsmaterialen) en lage emissiviteit (warmteabsorptie). Hij had daar geen interesse in. Zijn inzet beperkt zich tot terugdringing van verharding. Verdieping qua materiaalgebruik is klaarblijkelijk niet zijn expertise, noch de expertise van NL Greenlabel. Mijn advies aan gemeenten en bedrijven die gaan voor een integrale aanpak van klimaatadaptatie/klimaatbestendigheid en daarmee mede de aanpak van hittestress: kies een andere adviseur.
16 februari
Portefeuillehouder Overleg (PHO) over de agenda Unie commissie waterkeringen. PHO over de voortgang Roode Vaart. PHO over de A27 discussie ‘peilers of brughoofden’ en over een eventuele overeenkomst tussen RWS en de belanghebbende overheden inzake de realisatie van de verbreding van de A27.
17 februari
Unie commissie waterkeringen te Amersfoort met als agendapunten onder andere: het consultatietraject invoeringswet omgevingswet, de aanpak beoordeling waterkeringen en de aanpassing beleidslijn grote rivieren. Ik vind het jammer dat met de invoering van de omgevingswet de naamgeving van de keur (waterschapswetgeving) verandert en deze eeuwenoude benaming wordt vervangen door waterschapsverordening. Mijn cultuurhistorisch hart doet hier een beetje pijn. Er ontstond een stevige discussie over de verandering in de beroepsmogelijkheden van de burger. Bij gemeentelijke wetgeving kan een burger, die bijvoorbeeld schade ondervindt door een bestemmingsplanwijziging (planschade), via een procedure daar een vergoeding voor krijgen. Uiteindelijk kan die procesgang eindigen bij de civiele rechter. De waterschappen kennen tot nu toe in dit soort gevallen de ‘nadeelcompensatie’. Die procesgang eindigt bij de bestuursrechter. De nu voorgestelde regelgeving wil dat harmoniseren en het voorstel is nu beide procesgangen te laten eindigen voor de civiele rechter. Voor de burger heeft dat het nadeel dat de gang naar de civiele rechter een hogere financiële drempel kent. Mijn insteek was dat er niets mis is met harmoniseren, maar dat voor een transparante overheid die streeft naar participatie van en controle door de burger, de drempel voor die burger niet te hoog mag worden. Zelf maakte ik een aantal kanttekeningen bij de aanpassing beleidslijn grote rivieren. De veranderingen houden in dat men met het maken van meer uitzonderingen meer mogelijk wil maken. Zowel ten aanzien van ruimte voor de rivier, als ten aanzien van wat kan en mag in de beschermingszone van een dijk. Zelf ben ik daar niet z’n voorstander van. Uiteindelijk leidt dit vrijwel altijd tot meer kosten bij toekomstige dijkverbeteringen en tot meer onderhoudskosten. Wat ook een punt is dat je steeds zal moeten uitleggen waarom iets op de ene plek wel kan en op een andere niet. Mijn ervaring is dat bestuurders en ambtenaren dan toeschietelijker worden op momenten dat het wat lastiger is. Terwijl de veiligheid en de kosten ook voor toekomstige generaties daar niet mee gediend zijn.
Louis van der Kallen
| 29-10-2016 | 13.00 uur |
OVER WATER – 63
Vanaf 14 oktober tot en met 18 oktober een korte vakantie gehouden in Denemarken/Noord Duitsland met onder andere bezoeken aan de havensteden Ribe, Esbjerg, Kolding en Lübeck waarbij we veel water hebben gezien.
19 oktober
Portefeuillehouderoverleg over Geertruidenberg.
20 oktober
Vandaag de Stuurgroepvergadering dijkverbeteringsproject Geertruidenberg/Amertak met als hoofd agendapunt de nota “dynamische keermiddelen”. De Stuurgroep besloot unaniem het advies te geven aan het DB de keuze uit te stellen tot na de volgende toetsronde. En de uitwerking van de ‘geen spijt maatregelen’ ter hand te nemen, zodat in een latere fase, als meer bekend is over de resultaten van de volgende toetsronde, er een definitief besluit kan worden genomen.
24 oktober
Bestuurlijk overleg met wethouder Harry van de Ven over de waterprojecten in de gemeente Goirle. Op de agenda stonden onder andere: het landschapsbeleidsplan van de gemeente, de EVZ Leyoever, het agrarisch natuurbeheer Rielseheide en de EVZ Oude Leij. Ook kwam aan de orde de Gôolse geheimen, waar waterparels te ontdekken zijn.
25 oktober
Een drietal portefeuillehouderoverleggen ter voorbereiding van de bestuurlijke overleggen met de gemeenten Waalwijk, Dongen en Geertruidenberg. Hierbij kwamen ook de ontwikkelingen rond de jachthaven Hermenzeil aan de orde. Tevens een gesprek over de Brabantse Delta inzendingen (vijf uit ons werkgebied) voor de RIONED innovatieprijs 2017. Voor de water innovatieprijs 2016, uit te reiken op 17 november, komen maar liefst 13 inzendingen uit ons werkgebied. Stuk voor stuk inzendingen om trots op te zijn.
27 oktober
Vandaag de bestuurlijke bijeenkomst, in het stadskantoor van Utrecht, over samenwerken aan water met veel wethouders, waterambtenaren van gemeenten en waterschappen. Het stadskantoor is een open gebouw waar je zonder pasje tot veel etages toegang hebt. Heel wat anders dan de meeste andere overheidsgebouwen die soms een toegangsprocedure kennen alsof je fort Knox betreedt en je alle goud/geheimen zou willen ontvreemden.
Wat mij trof was een gedicht, boven de receptie in de hal, van Guillaume van der Graft:
“Geboren in een wereld die nog kon,
reikhalzend naar, onder dezelfde zon,
ooit ergens een utopia, tenslotte
verdwaald in een legpuzzel van beton.”
Veel burgers en soms ik zelf ook verdwalen in de wirwar van de overheden en hun regels en in hun digitale bouwwerken die wel van beton lijken. Zo star, hard en hartenloos deze kunnen zijn. Wat mij ook opviel was een moeder die haar zoontje van hooguit 3 of 4, midden in de hal (tussen alle voorbij razende mensen) een schaakles gaf. Ik mocht een foto nemen en ze vertelde dat zij hoopte dat hij ooit met zijn opa zou kunnen spelen. Zelf speelde zij niet met haar vader dat mooie spel van vooruitdenken want haar spelniveau was, in zijn ogen, te laag. Zelf heb ik in mijn jeugd op een aardig niveau geschaakt en denk zelf mede daaraan mijn ‘afwijking’ tot misschien wel teveel vooruit denken te hebben overgehouden. De resultaten tot nu toe in de ruim veertig werkeenheden werden door Hein van Stokkom toegelicht. Hierbij werd het percentage van de gerealiseerde besparingsdoelstellingen bij gemeenten en waterschappen als maatlat gebruikt. Ik heb met die maatlat wel enige moeite, omdat die niets zegt over de werkelijke besparingen. Een werkeenheid met een kleine besparingsambitie kan prachtig scoren, terwijl het feitelijk een ondermaatse ambitie en resultaat is. Wat er wel uitsprong was de zeer beperkte resultaten van de bereikte besparingen door de drinkwaterbedrijven in Noord-Brabant. De rest van Nederland scoort veel beter. Hier ligt dus een opgave voor Brabant Water! Daarna werden we vergast op een lezing/voordracht van Max Caldas. Een paar van zijn uitspraken wil ik hier herhalen: “winnen of verliezen heeft niets te maken met presteren” en “nog beter worden dat is waar het omgaat”. Ik onderschrijf die woorden van harte. Er waren diverse ‘mooie’verhalen van bestuurders, waarbij ik vaak het gevoel krijg: ‘en nu graag de daden’. Zo werd er opgeroepen vertrouwen te hebben in de decentrale overheden bij de invoering van de omgevingswet en de daaruit voortkomende ruimte voor gemeenten, waterschappen en provincies om hun eigen beleid te voeren. Ik heb dat vertrouwen nog niet. Want de politici en bestuurders die ik spreek, zien vooral de kansen, nu veel regels vervallen/veranderen. Zouden ze beseffen dat ze wel de opdracht krijgen om ervoor te zorgen dat de leefkwaliteit van mensen, dier en planten niet verslechterd, maar zelfs verbeterd. Daar hoor ik ze vrijwel niet over. Maar misschien ben ik te achterdochtig of denk ik ’teveel’ vooruit.
28 oktober
Vandaag een dagje op stap met een groep water ambtenaren uit Mozambique onder begeleiding van een Portugees sprekende beleidsambtenaar van het wetterskip Fryslân. Ik mocht uitleg geven over onze projecten in het kader van Ruimte voor de Rivier. Als uitvalsbasis werd gemaal Keizersveer gebruikt. Na de uitleg over het gemaal en het te bemalen gebied, heb ik uitleg gegeven over onze elementen binnen het project Ruimte voor de Rivier (dijkverbetering bij Raamsdonkveer, de waterberging Volkerak-Zoommeer en de ontpoldering Overdiepse Polder). Tijdens de rondrit heb ik het project Overdiepse Polder nader toegelicht. We brachten ook een bezoek aan de boerderij van de familie Hooijmaaijers, waar Nol Hooijmaaijers op zijn vertrouwde manier tal van vragen van de bezoekers beantwoordde. Daarna begaven we ons op het voor mij vertrouwde terrein (heb een aantal bestuursperioden deel uit mogen maken van het algemeen bestuur van het voormalige waterschap Alm & Biesbosch en van het waterschap Rivierenland) en bezochten het project Noordwaard, waar ik uitleg gaf over wat het project Noordwaard behelsde. Het was een vermoeiende dag. Engels spreken en je verhalen in stukken breken om de bezoekers, die niet het Engels machtig waren, ook bij de les te houden, is voor mij best een opgave. Maar het is altijd dankbaar en leerzaam werk. Want ook van hun ervaringen steek je altijd weer wat op.
Louis van der Kallen
| 29-07-2016 | 10.40 uur |
OVER WATER – 51
KADERRICHTLIJN WATERDOELSTELLINGEN
Op 13 juni is er een onderzoeksrapport verschenen met de titel; “Zover het eigen instrumentarium reikt“. Het is een onderzoek naar de positie van de provincie Noord-Brabant en de Noord-Brabantse waterschappen bij de realisatie van de kaderrichtlijn waterdoelstellingen met bijzondere aandacht voor de omgevingswet. Het rapport is wat mij betreft nuttig voor iedere waterschap- of provinciebestuurder. Ik beveel dan ook aan dit rapport te lezen. Hierbij is het belangrijk te focussen op de eigen taak, maar ook op wat de mogelijkheden tot beïnvloeding zijn. Wat mij betreft hoort daar ook de vraag bij in hoeverre de kaderrichtlijnwater (KRW) technisch/financieel/economisch haalbaar is? En als het antwoord nee zou zijn, de vraag hoe en wanneer gaan we dit bestuurlijk in discussie brengen?
In de samenvattende pagina’s wordt op pagina 90 verwezen naar hoofdstuk V, waar is ingezoomd op de vraag of ten aanzien van het stikstofdossier een op slot risico kan bestaan of ontstaan bij vergunningverlening of het vaststellen van maatwerkvoorschriften. Wat betreft de vergunningverlening is geconstateerd dat voor de landbouw de mestverwerkinginstallaties onder de vergunningsplicht vallen. De stikstofproblematiek, voor zover afkomstig uit de landbouw, wordt voornamelijk veroorzaakt door niet-vergunningsplichtige activiteiten die algemeen gereguleerd worden. Omdat de provincie en waterschappen ten aanzien van deze activiteiten geen ‘go of no-go-beslissing’ kunnen nemen, zal zich ten aanzien van deze activiteiten in beginsel geen ‘op slot-risico’ voordoen.
Wat mij het meest verontrust is de volgende passage (pagina 90) : “Met name een vergunning voor een bestaande activiteit (vanwege het verlopen van de huidige vergunning) waarbij een belasting wordt toegelaten die boven de in het waterplan voor het waterlichaam verankerde stikstofwaarde is gelegen, kan een probleem vormen wanneer de kwaliteit van het oppervlaktewater onvoldoende is en niet kan worden aangetoond dat de betreffende waarde en daarmee de vereiste fysisch chemische kwaliteit wel gehaald zal gaan worden.. In een dergelijk geval is verdedigbaar dat de vergunningverlening het realiseren van de KRW doelstelling in de weg kan staan, waarmee vervolgens verdedigbaar is dat de vergunning moet worden geweigerd. Er is in derhalve wel sprake van een ‘op slot-risico’, vooral omdat er in bepaalde waterschappen inderdaad vergunningen zijn en worden afgegeven die lozingen toestaan die leiden tot stikstofconcentraties die substantieel boven de KRW stikstofwaarde van de betreffende waterlichamen liggen”. Een ‘op slot-risico’ voor een bestaande activiteit kan enorme gevolgen hebben ook op de werkgelegenheid! Gecombineerd met de PAS doelstellingen/maatregelen (ik schreef daar eerder op 22 maart over) liggen hier reële risico’s voor economische schades als er te weinig invulling wordt gegeven aan de KRW doelstellingen en de terugdringing van de huidige stikstofbelasting van het milieu. Wel zal, meer dan tot nu toe, naar de haalbaarheid van de doelstellingen gekeken moeten worden. Niets is meer frustrerend dan veel geld uitgeven en de doelstellingen niet te kunnen halen. Vooral het one out, all out is in mijn visie een groot obstakel, waar wat mij betreft de bestuurlijke discussie snel over moet starten om de doelstellingen eventueel aan te passen en het draagvlak voor maatregelen en investeringen te vergroten.
26 juli
In de avond de bijeenkomst van de werkgroep bestuurlijke vernieuwing met als belangrijkste agendapunt: sturen op hoofdlijnen. Hierbij is gekeken naar hoe de huidige wijze van agenderen van de algemeen bestuursvergadering zou kunnen veranderen om meer op hoofdlijnen te gaan besturen. Tevens werden de laatste algemene beschouwingen geëvalueerd.
Louis van der Kallen
| 09-07-2016 | 12.20 uur |
OVER WATER – 48
4 juli
In de middag de (vaar)excursie door Breda met bijzondere aandacht voor de wijze waarop Breda de retentieopgave van 13.000 kubieke meter denkt vorm te geven en voor de discussienota Zoete Delta van de gemeente Breda. Het geschouwde gebied betreft het voormalig CSM-terrein, Corbion en Emer-zuid. Vanaf het water werd het gebied bekeken en besproken. Zelf vind ik de discussienota een goed stuk. Het is alleen jammer dat in de nota vrijwel niet wordt ingegaan op de kansen en mogelijkheden die het rijke cultuurbezit en de vesting relicten van Breda bieden. De recente provinciale plannen ten aanzien van de Zuiderwaterlinie (ik schreef er eerder over) worden ook niet vermeld noch betrokken bij de Bredase plannen. In mijn ogen een gemiste kans. Tijdens de vaartocht kregen de DB leden een deskundige en enthousiaste toelichting van een stedenbouwkundig ontwerper van Breda. Zo’n blik vanaf het water laat je soms dingen zien die voor de wandelaar onzichtbaar blijven, zoals deze in beton gegoten tekst in een muur onder een brug. “Ineens is er dit brede contact met dingen waarvan wij niet wisten dat ze zo koninklijk zijn en altijd al in en buiten ons hebben bestaan”. Ook is Breda rijk aan graffitikunst die het bekijken waard is.
5 juli
DB vergadering met onder andere de agendapunten: de lange termijnagenda, een rapport “Zover het eigen instrumentarium reikt” van de universiteiten van Utrecht en Tilburg over de KRW en de Omgevingswet, de begroting 2017 van de gemeenschappelijke regeling muskusrattenbeheer en de overdracht van het beheer en eigendom waterstaatswerken van Rijkswaterstaat.
7 juli
In de morgen de stuurgroep vitaal leisure landschap te Esbeek met als belangrijkste agendapunt de vaststelling van het “Plan Vitaal Leisure Landschap 2017-2020 voor de regio Hart van Brabant”. Wat ik in het plan mooi vind is de doelstelling stedelingen (Tilburgers) een gevoel van trots bij te brengen op hun achtertuin (de mooie landschappelijke omgeving van Tilburg). Het mooiste en slimste project is de afspraak tussen de deelnemende gemeenten de bermen van fietspaden in te zaaien met een bloemrijk zaadmengsel. Het doel is dat deze dan in een korte duidbare periode bloeien van bijvoorbeeld een maand, zodat ze de Betuwe naar de kroon steken. De Betuwe trekt veel toeristen en recreanten die jaarlijks naar de bloeiende boomgaarden komen kijken. Het zou prachtig zijn als toeristen, na realisering van dit project, naar de regio Hart van Brabant komen omdat het zo mooi fietsen is tussen de bloemen. Bij echte uitvoering kan het een icoonproject worden dat iets herkenbaars geeft aan de regio. Zelf heb ik hier wel een punt ter overdenking gegeven. Bijen en andere insecten hebben het hele jaar voedsel nodig. En ook voor de insecten etende vogels, die een broedsel hebben, is het van belang dat in de gehele broed- en opgroeiperiode er voldoende insecten zijn om te eten. Wat mij betreft iets om na te volgen in onze regio. Natuurlijk wel met een andere bloeiperiode. Dan vissen we niet in precies dezelfde markt.
Met tijd over tussen twee vergaderingen, maakte ik een wandeling door Esbeek en constateerde dat dit dorp een Rotterdam connectie heeft. Met een expositie en wandelroute van Andreas Schotel. Bijgaand een foto van een beeld van Hannes Verhoeven van een boer en boerin waar Andreas Schotel regelmatig verbleef met een ‘modern’ kind op de plek waar de stoomtram stopte in de tijd van Schotels verblijf in Esbeek als verbinding van het dorp met de stad van Schotel.
In de middag de RRO vergadering Hart van Brabant in Goirle en in de avond de fractievergadering van Ons Water/West-Brabant Waterbreed.
Louis van der Kallen
| 21-05-2016 | 11.40 uur |
OVER WATER – 41
Hoop
Soms lees je iets dat te mooi lijkt om waar te zijn. Iets wat natuurlijk is en tegelijkertijd de aanwas van baggerslib tegengaat en de kans op (blauw)algenbloei verkleind. In Axel gaat de visclub Geduld Overwint Alles in samenwerking met het waterschap Scheldestromen het baggerslib te lijf met coccolietenkrijt. Het experiment op de IJsbaanvijver in Axel moet de komende drie jaar uitwijzen of die aanpak effectief is en zonder schade voor het onderwaterleven kan. Het krijt moet ervoor zorgen dat de bagger- en sliblaag in de vijver goedkoop en zonder daadwerkelijk te baggeren afneemt. Drie jaar duurt de proef. Waarbij de dikte van de sliblaag met regelmaat gemeten wordt. Tevens wordt de chemische waterkwaliteit en het onderwaterleven gedurende de proef onderzocht. De proef moet uitwijzen of het krijt een aanvulling of zelfs een vervanger kan zijn voor baggerwerkzaamheden. Waterlopen worden regelmatig uitgebaggerd om waterafvoer te garanderen. Ook in verschillende vijvers in Almelo en Hengelo lopen dergelijke proeven met hoopvolle resultaten. Voor nadere informatie kijk lees een artikel dat advies- en ingenieursbureau Tauw erover schreef. Als de resultaten goed zijn kan dit een mooi alternatief zijn voor het traditionele baggeren dat veel nadelen heeft voor het waterleven.
18 mei
In de morgen portefeuillehouderoverleg over de vervanging van een brug in de gemeente Waalwijk en de risico’s daarbij voor een waterkering.
In de middag de Mariadal Meeting in Roosendaal met als thema “wonen in West-Brabant”. Gedeputeerde Erik van Merrienboer sprak de aanwezigen toe middels videobeelden. Zijn eindstelling was: “Wie kiest wordt gekozen en wie niet kiest krimpt”. Verder waren er een aantal interessante sprekers: Joks Janssen van BrabantKennis en Desirée Uitzetter van Bouwfonds Property Development en als dagvoorzitter Gijs Weenink die ons trakteerde op een aantal ‘fraaie’ stellingen, waarvan soms de uitkomst mij aan het denken zette, zoals: “Nieuwbouw is onmisbaar om wonen in West-Brabant aantrekkelijk te houden” (9 tegen, 68 voor). Ik behoorde tot de tegen stemmers. Laten we eerst en vooral het bestaande bouwvolume maar eens op orde brengen en herontwikkelen, was daarbij mijn motivatie.
20 mei
In de morgen de opening van de vlonderbrug over het Galgenwiel in Waalwijk. Daarna de Pal-lezing in Den Haag over de nieuwe natuurbeschermingswet. Met deze wet worden veel bevoegdheden van het Rijk overgedragen aan de provincies. Provinciaal ambtenaar Willem Lambooij gaf in grote lijnen aan wat de nieuwe wet aan veranderingen bracht. Feitelijk worden de flora en faunawet, de boswet en de huidige natuurbeschermingswet in één wet bijeengebracht. De beoogde invoeringsdatum is 1-1-2017. Per 1-1- 2018 zal deze nieuwe wet weer opgaan in de omgevingswet. De wet is, in mijn ogen, op onderdelen een forse verandering. Zo wordt de bevoegdheid tot vergunningverlening voor ruimtelijke ingrepen overgeheveld van het Rijk (EZ) naar de provincies. Dit geldt ook voor de regels inzake faunabeheer/faunafonds. Er worden veranderingen doorgevoerd omtrent de te beschermen soorten. Zo vervalt de bescherming van een aantal vissen, waaronder de kleine modderkruiper.
De natuurbeschermingswetgeving, die min of meer startte met de vogelwet in 1938, gaat er fors anders uitzien. Nu is de vraag: gaan de provincies het verschil maken? Deze nieuwe wet is gedoemd snel op te gaan in de omgevingswet. In de nieuwe natuurbeschermingswet krijgen de provincies de opdracht een natuurvisie te maken. Een aanwezige gedeputeerd zei dat dit middels de omgevingswet zal gaan gebeuren. Voor mij de vraag of de bescherming van soorten dan wel die aandacht zal krijgen zoals nu het geval is. Naar mij gevoel wordt onvoldoende beseft dat om vogels te beschermen je ook hun voedselbronnen moet beschermen. Een voorbeeld: als we kieviten willen behouden, zullen er ook voldoende voor hen eetbare insecten moeten zijn in de periode dat zij hun jongen grootbrengen, anders raken we meer kwijt dan we nu vermoeden. In de discussie kwamen er veel zorgen uit de zaal. Ook over beheer, toezicht en handhaving. Vooral als met de invoering van de omgevingswet per 1-1-2018 gemeenten dat moeten gaan uitvoeren. Ik deel die zorgen. Gemeenten bezuinigen op veel zaken en bij de afweging met andere zaken verwacht ik niet dat beheer/toezicht en handhaving dan die prioriteit krijgen die nodig is. Was de veldpolitie er nog maar. Toen was het echt beter geregeld!
Een idee, een kans
De gemeente Bergen op Zoom werkt aan een plan van aanpak ‘water in de tuin’. Dat wordt een actieplan om de aanpak van de klimaatadaptatie en de hittestress vorm te geven. Meedenken wordt op prijs gesteld. Dus we denken mee. Een product van dat meedenken is, wat mij betreft, het toepassen van ervaringen elders. We hoeven immers het ‘wiel’ niet zelf uit te vinden als anderen ons zijn voorgegaan en het nodige ‘leergeld’ hebben betaald.
Een idee van elders: de Rain(a)way-tegels, een nieuwe doorbraak in de strijd tegen overtollig water. Ze zijn al toegepast in Rotterdam. Hier is voor het Katshoekgebouw onder de straat een regenwaterriool aangelegd met daarop parkeerplaatsen en een lange voortuin, met afwisselend kleurige beplanting en een soort opengewerkte stoeptegels waar het teveel aan regenwater in kronkelende, kleine geultjes wordt opgevangen. Het is een systeem om wateroverlast, na heftige regen, in steden op te lossen, bedacht door Fien Dekker, die er haar opleiding aan de Design Academy in Eindhoven mee afsloot. De tegels zijn haar afstudeerproject, maar inmiddels zijn ze de nieuwste stap in het klimaatbestendig maken van Rotterdam.
Gebaseerd op Japanse architectuur, maken de bouwstenen van Rain(a)way het proces van vallend regenwater, dat langzaam in de grond zakt, zichtbaar en mooi. In plaats van het water onder de grond te verstoppen, maken deze tegels een wateropvang bovengronds mogelijk. Handig, omdat ze bij extreme plensbuien de riolering ontlasten. Maar ook mooi, omdat na elke regenbui mini-riviertjes ontstaan in de openbare ruimte. Vanwege die geultjes zijn de tegels overigens niet geschikt om direct op te lopen. ‘Staptegels’ zijn er om oversteken gemakkelijker te maken. Ook in Bergeijk wordt inmiddels een dergelijk project met Rain(a)Way Ebb tegels in een woonwijk gerealiseerd. In Amsterdam is op de Kop van Java FabCity een tijdelijke campus ingericht. Deze tijdelijke campus biedt plaats aan innovatieve paviljoens en installaties voor de stad van de toekomst. Eén hiervan is het Rainproof paviljoen en toont het verschil tussen een toekomstige waterbestendige stad en de bestaande stad.
Wat mij betreft ligt hier ook een kans voor Bergen op Zoom. Bijvoorbeeld bij de komende herinrichting van de Eikstraat, Iepstraat, en de Lijsterbesstraat.
Louis van der Kallen
| 21-05-2016 | 11.30 uur |
DE NIEUWE NATUURBESCHERMINGSWET
De Pal-lezing in Den Haag op 20 mei 2016 ging over de nieuwe natuurbeschermingswet. Met deze wet worden veel bevoegdheden van het Rijk overgedragen aan de provincies. Provinciaal ambtenaar Willem Lambooij gaf in grote lijnen aan wat de nieuwe wet aan veranderingen bracht. Feitelijk worden de flora en faunawet, de boswet en de huidige natuurbeschermingswet in één wet bijeengebracht. De beoogde invoeringsdatum is 1-1-2017. Per 1-1- 2018 zal deze nieuwe wet weer opgaan in de omgevingswet. De wet is, in mijn ogen, op onderdelen een forse verandering. Zo wordt de bevoegdheid tot vergunningverlening voor ruimtelijke ingrepen overgeheveld van het Rijk (EZ) naar de provincies. Dit geldt ook voor de regels inzake faunabeheer/faunafonds. Er worden veranderingen doorgevoerd omtrent de te beschermen soorten. Zo vervalt de bescherming van een aantal vissen, waaronder de kleine modderkruiper.
De natuurbeschermingswetgeving, die min of meer startte met de vogelwet in 1938, gaat er fors anders uitzien. Nu is de vraag: gaan de provincies het verschil maken? Deze nieuwe wet is gedoemd snel op te gaan in de omgevingswet. In de nieuwe natuurbeschermingswet krijgen de provincies de opdracht een natuurvisie te maken. Een aanwezige gedeputeerd zei dat dit middels de omgevingswet zal gaan gebeuren. Voor mij de vraag of de bescherming van soorten dan wel die aandacht zal krijgen zoals nu het geval is. Naar mij gevoel wordt onvoldoende beseft dat om vogels te beschermen je ook hun voedselbronnen moet beschermen. Een voorbeeld: als we kieviten willen behouden, zullen er ook voldoende voor hen eetbare insecten moeten zijn in de periode dat zij hun jongen grootbrengen, anders raken we meer kwijt dan we nu vermoeden.
In de discussie kwamen er veel zorgen uit de zaal. Ook over beheer, toezicht en handhaving. Vooral als met de invoering van de omgevingswet per 1-1-2018 gemeenten dat moeten gaan uitvoeren. Ik deel die zorgen. Gemeenten bezuinigen op veel zaken en bij de afweging met andere zaken verwacht ik niet dat beheer/toezicht en handhaving dan die prioriteit krijgen die nodig is. Was de veldpolitie er nog maar. Toen was het echt beter geregeld!
Louis van der Kallen
| 03-10-2015 | 23:50 uur |
24 september
In de morgen twee portefeuillehouders overleggen. De eerste over de toekomst van het Biesbosch netwerk. De tweede over het havenuitbreidingsplan van Waalwijk en wat dat kan betekenen voor de status van de dijken in dat gebied.
In de avond een bijeenkomst met belanghebbenden (ondernemers/overheden/grondeigenaren) over de mogelijke koppelkansen bij het dijkverbeteringsproject Geertruidenberg/Amertak. Dit om te peilen of belanghebbenden mogelijkheden zien om gecombineerd met de dijkverbeteringen te komen tot economische/toeristische initiatieven of in de combinaties van functies in dat gebied. Leermoment was dat als je ondernemers uitnodigt omdat je voor bewoners in een latere fase, als de plannen meer concreter zijn, weer een informatieavond organiseert, je erop moet rekenen dat er toch bewoners komen. Die dan met enige argwaan de zaak bekijken.
25 september
In de middag de Pal lezing. Dit keer over de implicaties van de Omgevingswet. De presentaties waren van Arjen Nijenhuis, plv. directeur Eenvoudig Beter en van Flip ten Cate van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit. Hoofdmoot van het verhaal was: minder regels, op weg naar meer vertrouwen. Het klonk ineens wat naïef zo midden in de VW crisis. Of anders gezegd: meer gezond verstand dan rechtszekerheid. Of zoals Flip ten Cate het verwoordde: van toelatingsplanologie naar uitnodigingsplanologie. De (ontwerp)wet kent een aantal voor waterschappen interessante artikelen die naar mijn gevoel de rol van waterbeheerders bij planologische ontwikkelingen moeten borgen.
26/27 september
Voorbereiding DB vergadering. Een overvolle agenda kan wel 8 tot 12 uur leeswerk opleveren. Feitelijk verdeel ik het leeswerk over bijna een hele week, omdat ik het lezen van grote stukken op een Ipad niet echt aangenaam vind. Dan is het lezen van een mooi boekwerk als de eindrapportage “De veiligheid van Nederland in kaart” een stuk aangenamer. De rapportage geeft per dijkkring aan hoe veilig de bewoners er zijn en wat de zwakke plekken zijn die de komende decennia verbetering behoeven. Wat ik er ook uit oppikte was dat de nationale overheid in Nederland vroeger heel wat makkelijker was in het aanpassen van grenzen van gemeenten en provincies als dat logisch was. Toen rond 1900 de Bergse Maas werd gegraven, kwam het dorp Bern aan de Gelderse kant te liggen. Het Brabantse dorp met zijn omliggende poldertjes werd prompt Gelders en ging de dijkkring Nederhemert heten. Het zelfde overkwam het dorp Alem in de jaren dertig van de vorige eeuw. Maar ons mooie Brabant was niet altijd het slachtoffer. Bij de normalisering van de Maas kwam een klein gebied, wat tot de Gelderse gemeente Balgoij behoorde, aan de Brabantse kant te liggen en kreeg de betreffende dijkkring de mooie naam Keent. Maar daarna is dat streven naar bestuurlijke effectiviteit verdwenen. Zo hebben de delta werken aan de westkant van Noord-Brabant nog niet geleid tot de logische aanpassing. Wat mij nog steeds verbaast is bijvoorbeeld de bestuurlijke drukte rond het natuurgebied Markiezaten/Molenplaat. Twee provincies (Noord Brabant en Zeeland), twee waterschappen (Scheldestromen en Brabantse Delta) en drie gemeenten (Tholen, Bergen op Zoom en Reimerswaal) dragen verantwoordelijkheid voor dit natuurgebied, waar niemand woont.
28 september
In de middag een soort brainstormsessie over de toekomst van het Biesbosch streeknetwerk. Dat werd gehouden in de Melk-drive te Genderen.
29 september
‘s-Ochtends een DB vergadering met onder andere een presentatie over medicijnresten, resistente bacteriën en drugsresten in onze RWZI’s (rioolwaterzuiveringsinstallaties) met voor mij een nieuw aandachtspunt. Door de combinatie van omstandigheden (warm water dat rijk is aan zuurstof en voedingsstoffen), medicijnresten en bacteriën zouden RWZI’s wel eens een belangrijke plaats kunnen zijn waar resistente bacteriën zich kunnen ontwikkelen. Dit dient zeker nader onderzocht te worden en vergt wat mij betreft bestuurlijke, wetenschappelijke en maatschappelijke aandacht. Want de oversterfte door resistente bacteriën is medisch een punt wat aandacht en aanpak vergt. Wat mij verbijsterde is dat bureaucratische/wettelijke problemen in de weg staan van onderzoek naar ‘verboden’ stoffen in rioolwater. Onderzoek naar ‘verboden’ stoffen zoals drugsresten is heel strikt gereglementeerd. En daardoor buitengewoon duur.
In de avond een vergadering met de werkgroep cultuur van het Algemeen Bestuur van het waterschap. Langzaam maar zeker ontwikkelen we voorstellen tot systeem/procedure wijzigingen voor het bestuur. De afronding komt dichterbij.
30 september
Overdag de gehele dag doorgebracht op een plek waar ik, als Feyenoorder, normaal gesproken niet zou komen. Het PSV stadion! Wat mij wandelend door het bouwwerk nog het meeste opviel was, ondanks dat het veld baadde in het zonlicht, dat het veld toch verlicht werd door een rijdende installatie. Het zal vast een doel dienen, maar nat gras groeit ook uitstekend als natuurlijk zonlicht, op dat moment ruim voor handen, haar werk kan doen. Extra licht voegt op zo’n moment daar heel weinig aan toe. Het feit dat de provincie, die een milieuvriendelijk imago zegt na te streven, een ruimte had gehuurd was klaarblijkelijk voor de eigenaar (de gemeente Eindhoven) noch voor de belangrijkste huurder (PSV) aanleiding even dit schijnbaar overbodige energiegebruik te beperken, nu de zon gratis het gras deed groeien.
De bijeenkomst betrof een Bestuurlijke Ontwikkeldag over de bereikbaarheid van Zuid-Nederland in het bijzonder de ‘wenselijke’ ontwikkelingen van de Brabantcorridor (A58 vanaf de A16 bij Breda en A67 tot Venlo) en de A2. Mijn belangstelling richtte zich met name op het A58 stuk tot Tilburg dat ligt immers in het werkgebied van het waterschap Brabantse Delta en dan gericht op wat de ontwikkelingen kunnen betekenen voor het waterbeheer. Niet iedereen beseft dat de Brabantcorridor loopt van west naar oost en de beeksystemen in onze provincie afstromen van zuid naar noord. Dus iedere ingreep in de A58 kan effect hebben op deze beken. Feitelijk hadden alle inleiders, inclusief die van de BMF, geen enkel oog voor waterbelangen. Slechts één inleider memoreerde regenwater als middel om fijnstof af te voeren!!! Hoewel bijna alle inleiders en deelnemers aan de discussie in hun verhalen ‘leefbaarheid’ als term lieten vallen bleek bij de enkele nadere toelichting het steeds over beperking van overlast te gaan en niet over zoiets als het milieu of een natuurlijke leefomgeving. De aanwezig gemeentelijke bestuurders werden snel uit de ‘leefbaarheidsdroom’ gewekt.
VVD gedeputeerde Christophe van der Maat was helder: ‘bij de beperking van de (geluid) overlast hoefden de wethouders niet op de provincie te rekenen, hij zou geen geld steken in geluidschermen of verdiepte ligging’. Beperken van de overlast vond hij de taak van de gemeenten. Gedeputeerde Erik van Merrienboer van de PvdA sprak zijn collega niet tegen. Wat mij ook opviel was dat, in tegenstelling tot dit soort discussies in Zuid-Holland en Utrecht die ik de afgelopen jaren wel eens bijwoonde, hier de term landschapskwaliteit niet één keer viel. Jammer! Nu ben ik bang dat het mooie van Brabant niet die bescherming en aandacht krijgt die het verdient. Of mijn bijdrage aan de discussie enig positief gevolg zal krijgen, is wat ik voor de toekomst zal blijven volgen.
1 oktober
In de morgen het Bestuurlijk Overleg werkeenheid Hart van Brabant met aansluitend een excursie naar de installatie Moerenburg van waterschap de Dommel. Dit keer was het een breed overleg met nu niet alleen de bestuurders van de betrokken gemeenten maar ook met het management en de ambtenaren, betrokken bij het beheer van de waterketen (riolen, gemalen en zuivering). De uitkomst was: we kunnen en moeten meer samenwerken zodat de toename van de kosten door de steeds hogere eisen beperkt worden. De excursie naar Moerenburg was een leuke ervaring. De lokatie is bij het waterschap nog steeds in gebruik, maar herbergt ook een industrieel monument. Het was de eerste Nederlands rioolwaterzuivering die in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw gebouwd werd. Voor mij een bezoek zeker waard.
2 oktober
Bestuurlijk Overleg met de gemeente Oosterhout. De wethouders Marian Janse-Witte en Marcel Willemsen kwamen dit keer op bezoek op Bouvigne. Bij een dergelijk BO passeren op de agenda zaken als: de gemeentelijk en waterschapsontwikkelingen die relevant zijn voor de werkzaamheden in de gemeente Oosterhout, zoals de samenwerking in de waterketen, klimaatadaptatie, EVZ’s, en het dijkverbeteringproject Geertruidenberg/Amertak.
Louis van der Kallen